Hoofdstuk 19

 

 

 

Zo waardig als onder de omstandigheden mogelijk was, zat Payton in een blauwe papieren schort op de onderzoektafel van haar gynaecoloog. Ze was chagrijnig, diepbedroefd en neerslachtig. Verzette zich al weken tegen een aanhoudende lusteloosheid. Maar ze weigerde toe te geven aan de lokroep van haar bed alleen maar omdat ze aan de dijk was gezet.

Dat kon gebeuren. Het overkwam iedereen, was haar verteld.

Hoewel doorgaans de media geen getuige van het moment zelf waren. Maar wat kon het haar schelen dat de foto van haar grote verdriet in alle kiosken had gehangen? Of dat er bijna dagelijks een foto van Nate verscheen waarop hij er helemaal uitzag als de losbol die hij volgens de kranten was? Slechts één ding was van belang, en dat was dat de relatie voorbij was en dat ze verder moest met haar leven.

Daarom bleef ze bezig. Ze had werk dat ze heel graag deed en nieuwe vrienden die zich niets aantrokken van de breuk met Nate. En zelfs haar collega’s hadden haar gesteund ondanks de journalisten voor de deur. Dus stond ze iedere ochtend op, ging naar school en naar haar afspraken.

Zoals deze, die ze weken geleden had gemaakt.

Dokter Thoms kwam binnen, en bekeek Paytons patiëntendossier in haar computer. ‘Dus je bent hier voor controle, en ik zie dat je ook hebt aangegeven dat je wilt beginnen met de pil.’

Met moeite onderdrukte ze de tranen die in haar ogen dreigden te springen. ‘Eh… ja, maar…’

‘Is het bedoeld om zwangerschap te voorkomen of om een regelmatige menstruatiecyclus te krijgen?’

Ze spitste haar oren. Natuurlijk had ze geweten dat de pil beide deed, maar het ongemak was nooit zo groot geweest dat ze het had overwogen. Na echter wekenlang een emotionele stuiterbal te zijn geweest en lichamelijk last te hebben gehad van een naderende menstruatie die nauwelijks iets had voorgesteld… Dit kon de oplossing van ten minste een van haar problemen zijn.

‘Een regelmatige cyclus krijgen.’ Want ze kon zich niet voorstellen ooit nog seks te zullen hebben.

Gelukkig leek dokter Thoms niets te merken van haar innerlijke beroering. ‘Goed. Vertel eens, hoe voel je je?’

Verdrietig. Verbijsterd door het gemak waarmee Nate afstand had kunnen doen van wat ze hadden gehad. En door de fysieke tol die de breuk van haar eiste. ‘Erg moe, maar het is niet… nee. Ik voel me prima.’

‘Moe? Heb je koorts, een loopneus, zere keel, overgeven?’

‘De laatste tijd is mijn maag nogal van streek,’ antwoordde ze. ‘Maar volgens mij zijn zenuwen daar de oorzaak van.’

Met een onbewogen glimlach bleef dokter Thoms haar aanstaren. ‘En wanneer ben je voor het laatst ongesteld geweest?’

‘Twee en een halve week geleden, maar het duurde niet langer dan een dag.’

Boven het computerscherm keken koele ogen haar aan. ‘Eén dag maar? Was de bloeding zwaar? Licht?’

De blik van de gynaecoloog beviel haar niet. ‘Licht.’ Haastig voegde ze eraan toe: ‘Maar dat komt vaker voor. En aangezien we een voorbehoedmiddel hebben gebruikt, denk ik niet dat u zich zorgen hoeft te maken.’

‘Hmm.’ De dokter typte enkele aantekeningen. ‘Heb je last van duizeligheid, gevoelige borsten, stemmingswisselingen, onbedwingbare trek of gebrek aan eetlust?’

Het spervuur van vragen schoot gaten in haar façade van kalmte.

Ja… ja… ja…

O, hemel, het kon niet waar zijn. ‘Dokter, hoewel ik begrijp waar u heen wilt, kan ik niet…’ Ze zweeg omdat ze het woord niet wilde uitspreken. Niet wilde denken.

Maar dat lukte niet.

Zwanger.

In haar groeide een heel klein stukje van Nate.

Met gesloten ogen probeerde ze het aantrekkelijke beeld te verdrijven. Ze mocht niet willen dat het waar was.

‘Wat moet ik doen?’

Op die wanhopige vraag antwoordde dokter Thoms eenvoudigweg: ‘Beginnen met een zwangerschapstest.’

 

Twee uur later was het vermoeden bevestigd. Payton liep als verdoofd door de drukke straten van de binnenstad. Met iedere stap kwam ze dichter bij een gesprek dat ze nooit had gedacht te zullen hebben. Ze moest Nate vertellen dat zijn grootste angst opnieuw werkelijkheid was geworden.

Hoe zou hij op het nieuws reageren?

Waarschijnlijk zou ook hij zich afvragen of hun lot vanaf die eerste avond bezegeld was geweest. En of het plezier het waard was geweest.

Om tot de conclusie te komen dat dit niet zo was.

Door een harde donderklap kwam er een einde aan haar mijmeringen. Ze keek naar de donkergrijze lucht en het hoge gebouw van glas en staal dat zich ertegen aftekende. Nates kantoor.

Ze sloeg haar armen om haar middel tegen de verstijvende kou die onder haar huid kroop.

Zou hij haar haten?

‘Payton, ben jij dat?’

Toen ze zich omdraaide, zag ze de assistente van Nate naar zich toe komen.

‘Deborah, hoe gaat het?’ vroeg ze, gegeneerd omdat ze hier was betrapt door de vrouw van middelbare leeftijd met een groot hart en een geest die te scherp was om haar aanwezigheid aan toeval toe te schrijven.

‘Ben je op weg naar Nate?’

Ze opende haar mond, maar sloot die toen weer. Was ze dat? Ze had hem over de baby willen vertellen, maar nu realiseerde ze zich dat ze dat niet op deze manier kon doen. Hij verdiende beter dan tussen twee vergaderingen door met dit verpletterende nieuws te worden overvallen.

‘Nee. Dat was ik wel, maar…’ Ze hief haar linkerarm zonder te merken dat ze geen horloge droeg. ‘Uiteindelijk heb ik er toch de tijd niet voor.’

Met medeleven in haar ogen gaf Deborah een kneepje in haar ijskoude hand. ‘Je staat te rillen, lieverd. Wil je toch niet even mee naar binnen gaan voor een kop koffie?’

Payton keek naar de deuren van de hal en liet toen haar blik omhoog gaan langs de lijnen van de bouwkundige mammoet die zijn omgeving domineerde. ‘Nee, dank je. Ik ga naar huis. Maak je geen zorgen.’

Met een onwillig knikje liep Deborah verder.

Payton streek met haar hand over haar nog platte buik en ze keek naar het kantoor dat de eigenaar zo treffend weerspiegelde. Opeens drong met volle kracht tot haar door wat er zou gebeuren wanneer Nate hoorde dat ze zwanger was. Als ze geen solide plan voor haar toekomst had bedacht voordat ze hem het nieuws vertelde, zou hij het heft in handen nemen en er een voor haar maken.