De Lucht
Tussen Zaltbommel en ’s-Hertogenbosch ligt wegrestaurant De Lucht, zeer bekend. In de hal staan een hartslagmeter en een weegschaal. Een beetje wegrestaurant heeft die twee apparaten, al heb ik nog nooit iemand gezien die serieus zijn wijsvinger in de gleuf van de hartslagmeter stak. Misschien staan die dingen er om vertrouwen te wekken, of als een soort bakens, het zou kunnen.
De Lucht had vroeger iets grimmigs. Het was een tent voor truckers, handelsreizigers, kampers die in horloges deden en artiesten die ’s nachts op weg naar huis wat wilden eten. De tunnel onder de snelweg naar het parkeerterrein aan de andere kant stonk naar pis en was slecht verlicht. Het eten was er vet.
Tegenwoordig is De Lucht er voor het hele gezin. Dat is een omslag die langs de weg overal heeft plaatsgevonden. De moderne mens is nooit alleen op stap, maar altijd met het hele gezin, opa en oma incluis. Dat laatste verklaart waarom ze van pleisterplaats naar pleisterplaats reizen, naar opa en oma kunnen ze niet. Het is een wonderlijk fenomeen.
De Lucht komt de ontheemde klant tegemoet met een zogeheten Eetalage: een marktplein vol kramen waaraan diverse bestellingen kunnen worden gepleegd. Er zijn een saladekraam, een grillkraam, een gebakskraam, een pastakraam, een pizzakraam en een koffiekraam. Wie zijn dienblad heeft volgeladen, mag vervolgens kiezen uit diverse sferen waarin de consumpties genuttigd kunnen worden: de oud-Hollandse opkamer, het Franse terras, de kasteeltuin of de Italiaanse loggia. Wie hier allemaal geen zin in heeft kan in hetzelfde pand, en lekker dicht bij de uitgang en de hartslagmeter, ook nog terecht bij een Burger King.
Op een doordeweekse dag om tien over elf is het al lekker druk bij De Lucht. Er komen nog steeds vertegenwoordigers; het zijn die mannen met die koffertjes die zo ongemakkelijk rond de overdekte boom in de serre zitten. Je kunt zien dat ze hier meestal met vrouw en kinderen komen. Alleen zitten ze dan dichter bij de ballenbak.
Ook op dit uur is die ballenbak al goed gevuld. De herrie is niet van de lucht, maar op een gekke manier ook routineus. Het is niet alleen zo dat wij gewend zijn geraakt aan kinderen die uit hun dak gaan, de kinderen zelf zijn er ook aan gewend geraakt. Ze doen het niet helemaal van harte. Overigens veel kinderen die eigenlijk op school zouden moeten zijn.
Hun moeders zitten verderop te roken, en je zou bijna denken dat er een verband is tussen rokende moeders en kinderen die niet naar school gaan. Dat is onzin natuurlijk, maar even denk je het tóch, zo gaat dat nu eenmaal. Verbied het roken in De Lucht, en je zult zien dat er ineens heel andere mensen komen.
Ook bij de toiletten was het al bal. Een geoorbeld jongetje van een jaar of acht, ene Dennis, had er ruzie met zijn moeder, een dertiger met een vermoeide oogopslag en een buideltasje om de brede heupen. Zij stond op het standpunt dat Dennis moest plassen, maar Dennis hoefde niet, naar eigen zeggen, wat heet – brullen. Het eindigde ermee dat moederlief op het herentoilet aan Dennis’ gulpje stond te sjorren en om haar te straffen voor zo veel vernedering, bepiste het jongetje zichzelf, wat hem onmiddellijk op een fikse oorvijg kwam te staan. Normen en waarden, kun je concluderen, ze bestaan ook langs de weg!