hoofdfstuk 11
Tóch nog een happy end!
***
De laatste dagen gingen snel voorbij. Chantal had net zo goed thuis kunnen zijn, want niemand merkte iets van haar. Ze wandelde als een schim door het huis en niemand kon een woord uit haar krijgen.
‘Zo, jongens en meisjes, dit is de laatste schooldag,’ zei de klasselerares. ‘Ik hoop dat jullie het dit jaar allemaal leuk hebben gevonden op deze school, met al die verschillende nationaliteiten en misschien zien we elkaar volgend schooljaar wel weer terug. Hier zijn de rapporten.’
Chantal was over, maar haar vreugde was beperkt. Terwijl de andere leerlingen allemaal druk babbelden, pakte zij stil haar tas in en wilde het lokaal verlaten.
‘Hé, Chantal, waar ga je naar toe?’ riep iemand. ‘Niet weggaan, hoor. We moeten eerst behoorlijk afscheid nemen.’
Ze werd door een stel klasgenoten teruggetrokken. Ze deelden adressen uit en beloofden te schrijven. Na een halfuurtje verliet Chantal de gezellige boel en liep naar buiten.
Het was een leuk halfjaar geweest, hier op school, dacht ze bij zichzelf. Ze pakte haar fiets en stapte op.
Bij de boerderij aangekomen, zag ze allemaal auto’s op de oprijlaan staan. Wat was er in ‘s hemelsnaam aan de hand? Wat een drukte! Chantal ging door het hek naar binnen en hoorde gepraat en gelach achter het huis. Gezellig, hoor. Maar zij hoorde er niet meer bij. Morgen zou ze vertrekken naar Nederland. Ze zou maar vast haar koffers gaan pakken.
Zelfs in haar kamer drong het lawaai dat de bezoekers maakten door. Ze vroeg zich af wat er toch aan de hand moest zijn? Zij wist nergens vanaf.
Opeens werd haar kamerdeur opengegooid.
‘Zo, prinses eenzaamheid,’ klonk het.
Chantal keek op. ‘Robin?!’
‘Ja, ik kom je ophalen.’ Hij lachte haar toe.
‘Geen ongelukkige mensen op een dag als deze. Kom mee, Chantal. Ik wil je iets laten zien ...’
Chantal liet zich wat sceptisch door hem meetrekken.
Ze liepen naar de achterkant van het huis. Het erf was bezet door allerlei mensen: familieleden, zoals Fiona met haar gezin en Marlou en Julien en kennissen. Chantal was sprakeloos. De visite klapte toen Robin haar, goed zichtbaar voor iedereen, op een stoel neerzette.
‘Geachte aanwezigen,’ begon hij officieel. Het werd stil. ‘Volgens Hollandse traditie hebben we besloten om mijn vaders verjaardag te vieren. Allereerst feliciteer ik hem natuurlijk van harte. Het is in Holland ook de gewoonte, de jarige cadeaus aan te bieden. Dat wil ik hierbij dan ook doen. Maar eerst wil ik er nog iets over zeggen.’ Hij keek naar Chantal en glimlachte haar toe. ‘Het cadeau is zó bijzonder, dat ik genoodzaakt ben het één en ander uit te leggen. Ik heb me een tijdje geleden eens in de geschiedenis verdiept van de vroeger zeer rijke familie Villani. Ik kwam tot de ontdekking dat het sinds eeuwen een heel trotse familie is en dat ze nazaten zijn van de wrede koning van Ragenberg, die zijn dochter verbande naar de bergen en dat de familie zelfs een talisman bezat. Eeuwenlang was dit een jade beeldje. Voor een lange, zeer lange periode is dat beeldje, de Felice genaamd, zoek geweest. Gelukkig ben ik er na veel speurwerk in oude archieven achtergekomen waar het moest zijn en heb het in een ravijn gevonden. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik veelvuldig ben bijgestaan door dit meisje, Chantal. Helaas heb ik dat niet altijd gewaardeerd en beseft. Op het belangrijkste moment, ik had het beeldje bijna, viel Chantal door een wat ondoordachte handeling bij iedereen in ongenade. Haar werd van alles verweten en ik geloof dat we haar groot onrecht aangedaan hebben. Zonder haar hulp was het beeldje nooit en te nimmer gevonden!
Daarom, Chantal, bied ik je hierbij mijn excuses aan.’
Chantal wist niet waar ze kijken moest na zoveel lof. Robin gaf haar een kus en drukte haar een pakje in handen.
‘Jij moet het aanbieden,’ zei hij.
Chantal liep met het pakje naar oom Ben en overhandigde het hem.
Hij pakte het uit en keek ontroerd naar de Felice. ‘Dit is hem!’ zei hij zacht. ‘Dit is de Felice, inderdaad!’
Hij omhelsde Chantal en gaf Robin een goedkeurend klopje op zijn schouder.
‘Heel erg bedankt, jongens. Heel erg bedankt.’
Oom Ben hield het beeldje, alsof het een eerste prijs was, omhoog en de visite klapte.
Chantal stootte nu Robin aan: ‘Eén ding begrijp ik nog niet. Hoe kwam Irma nu in contact met George en Marc?’
‘Irma heeft Marc vorig jaar al ontmoet en is toen na verloop van tijd met hem verloofd. Marc was een vriend van George en hoorde van hem het verhaal over de Felice. Als kunsthandelaar was hij daar natuurlijk meteen in geïnteresseerd en hij ging zelfs zover dat hij bijzondere aandacht aan Nathalie besteedde om via haar meer te weten te komen.’
Nu was Chantal alles duidelijk.
Oom Ben ging ‘s avonds nog een ronde over de boerderij maken en de visite liep met hem mee. Chantal liep wat achteraan.
‘Hé, Chantie ...!’
Chantal keek om. Tom zat op de rand van het bassin en wenkte haar.
Ze liep naar hem toe.
‘Ben je weer aanspreekbaar?’
‘Ik geloof het wel...’
Tom lachte. ‘Gelukkig ...! Dan kan ik eindelijk eens mijn hart luchten. Is je houding ten opzichte van mij nog veranderd?’
‘Nee, eigenlijk niet,’ moest Chantal bekennen.
‘Ik denk wei anders over je. Dat wil zeggen, dat ik nog gekker op je geworden ben, Chantie.’
Chantal merkte dat de afstand tussen hen kleiner geworden was. Ze begon te lachen.
‘Wat is er?’ wilde Tom weten.
‘Ik bedenk plotseling dat wanneer je iets onaardigs zou zeggen, ik je een duw kan geven en ...’
‘Zo!’ riep Tom verontwaardigd uit. ‘Dus terwijl ik mijn romantische gevoelens voor jou tentoonspreidt, beraam jij een plan om zo snel mogelijk van me af te zijn.’
‘Dat is niet waar, Tommie ..’.’
Tom legde zijn gezicht tegen haar wang. ‘Gelukkig maar...’
Ze waren zo in elkaar verdiept dat ze niet eens merkten dat oom Ben, die langskwam met zijn volgelingen, hen óók tot de bezienswaardigheden van de boerderij rekende. Zelfs het gelach van het gezelschap viel hen niet op. Als dat geen échte liefde was...!
***
Chantal kon maar moeilijk opstaan. Ze was ook zo laat naar bed gegaan gisteravond, maar het was zo gezellig geweest! Ze gaapte en schrok. Haar koffer, die had ze nog niet ingepakt!
Ze stapte uit bed en zag haar koffers en tassen staan. Helemaal ingepakt.
De deur ging open en tante Denise kwam binnen.
‘Ik heb ze maar alvast ingepakt. Ik ga de anderen ook wekken. Over een halfuurtje kunnen we ontbijten.’
Ze verdween weer, voordat Chantal haar had kunnen bedanken. Op de kast zag ze iets liggen en deed het in haar zak. De treinbiljetten zaten in een apart tasje dat ze om haar hals zou hangen. Ze zou van Mezzanone naar Basel gaan en in Basel overstappen op de trein naar Amsterdam. Ze had nog een aardig reisje voor de boeg.
Zij kwam het laatste aan tafel. Het was stil tijdens het ontbijt. Zelfs Tom deed zijn mond geen enkele keer open.
‘Zeg, jongens, niet sentimenteel worden, hè?’ zei oom Ben. ‘Misschien kom je nog weleens terug, Chantal.’
‘Ik hoop het. Ik heb het hier erg leuk gevonden.’
‘Wij vonden het ook erg gezellig dat je hier was.’
Na het ontbijt vertelde Heidi dat ze Chantal naar het station zou begeleiden.
‘Ik ga ook mee,’ zei Tom meteen. Het was het eerste wat hij die morgen gezegd had.
Het moment van het afscheid was aangebroken. Chantal voelde een brok in haar keel, toen ze Nathalie een zoen gaf. Dan omhelsde ze Robin.
‘Het spijt me dat ik soms weleens onredelijk tegenover je was,’ zei hij. ‘Ik hoop dat je nog eens terugkomt.’
Tante Denise en oom Ben kregen natuurlijk ook een dikke pakkerd. Dan pakten Tom en Heidi de koffers en de tassen op en liepen naar buiten.
Toen ze de oprijlaan afliepen, keek Chantal telkens achterom en zwaaide naar de achterblijvenden.
‘We schrijven elkaar wel, hè?’ zei Heidi. ‘En we bellen elkaar op of komen langs ... Je hebt mijn adres toch?’
Chantal knikte.
‘Wat zeg jij vandaag weinig, Tom,’ merkte Heidi op.
‘Mijn hart is vervuld van droefenis,’ zei hij weemoedig. ‘Ik moet mijn liefste gaan verlaten ...’
‘Chantal gaf hem een duw. ‘Stel je niet zo aan. Ik heb jouw adres ook, Tommie. Ik schrijf je als ik thuis ben. Jij gaat toch morgen naar huis?’
‘Ja, wat zal het stil zijn.’
Ze liepen het station binnen en betraden het perron.
Tom keek op de klok. ,,Nog drie minuten,’ zei hij. ‘Wat kan ik nog tegen je zeggen? Ik zou zoveel aan je willen vertellen, Chantie, maar ik weet niet wat?’
Chantal lachte. ‘Schrijf dat maar in je brief.’
‘Daar komt de trein!’ riep Heidi.
De trein rolde langzaam het station binnen.
Chantal kuste Heidi. ‘Tot ziens, ik zie je in Nederland wel weer.’
Heidi knikte en reikte haar haar bagage. Dan verwijderde ze zich.
Chantal stapte in en zette haar koffers in het halletje.
‘O Chantie, ik zal je missen!’ zei Tom triest. ‘Zul je me écht niet vergeten in Holland?’
‘Natuurlijk niet.’
Ze gaf hem een kus op zijn wat bedroefde gezicht.
De conducteur kwam langs en wilde de deur sluiten. Chantal viste in haar zak.
‘Wacht!’ riep ze.
‘Tom, dit is voor jou. Ik heb hem van Myra gehad en moet hem aan iemand geven van wie ik erg veel houd. Hij heeft mij het beloofde geluk gebracht en ik hoop dat ook jij er veel geluk mee zult hebben. Alsjeblieft, Tommie.’
Tom nam de ring aan. ‘Bedankt, Chantie, verschrikkelijk bedankt.’
Dan vond de conducteur het welletjes en hij sloot de deur. Niet veel later zette de trein zich in beweging.
Chantal ving nog een laatste lach van Tom op en zwaaide naar hem. Ze bleef zwaaien ook al was ze er niet zeker meer van, of hij haar nog kon zien.
Het door zonlicht overgoten Mezzanone trok aan haar oog voorbij.
‘Dag, Zwitserland,’ zei ze. ‘Misschien kom ik nog weleens terug ,..’