hoofdfstuk 6

Marc maakt zich verdacht en zorgt voor ruzie

***

Eindelijk was het grote moment voor Heidi aangebroken. Vanavond zou ze haar rol voor het publiek moeten vertonen, tijdens een uitvoering in een toneelzaal in Mezzanone.

‘Jullie komen toch allemaal, hè?’ vroeg ze.

Nathalie en Chantal hadden meteen geknikt. Tante Denise en oom Ben konden op die avond niet komen, omdat er een paar mensen op bezoek zouden komen.

Zij konden hen onmogelijk afzeggen. Robin had door het vele studeren steeds last van migraine. Dit had hij wel vaker, wanneer hij te hard gewerkt had en hij gedroeg zich daardoor erg onberekenbaar. Als hij geen hoofdpijn had, beloofde hij te komen en even later, wanneer hij de stekende pijn weer voelde, antwoordde hij ruw, dat hij daar geen tijd voor had. Tom had wel gezegd, dat hij zou komen, maar niemand rekende op hem, omdat zijn eeuwige verstrooidheid hem wel zou beletten er op tijd te zijn.

Inderdaad verschenen die avond alleen Nathalie en Chantal, als leden van huize Villani op de toneeluitvoering. Natuurlijk kwamen er wel veel andere mensen opdagen, die nieuwsgierig waren naar hetgeen wat dit toneelgroepje zou brengen.

‘Ik had gedacht dat Marc me wel zou komen halen,’ fluisterde Nathalie, toen het licht in de zaal gedoofd was.

‘Wie is Marc? Je vriend?’

‘Ja. Hij is natuurlijk weer bezig met zijn kunsthandel.’

‘Heeft hij een kunsthandel?’ vroeg Chantal weer.

‘Ja zeker. Het is in een zijstraat van het marktplein. Ik zal je er weleens mee naar toe nemen. Hij verkoopt er exclusieve dingen.’

Toen trok de toneeluitvoering hun aandacht, want Heidi kwam op het toneel. Zo onserieus als ze thuis was, zo ernstig vertolkte ze hier haar rol.

‘Is het niet een beetje al te dramatisch?’ vond Nathalie. ‘Ik wist niet dat Heidi zo goed krokodilletranen kon opwekken.’

‘Dat heeft ze met uien gedaan,’ verzekerde Chantal haar, die ook niet erg overtuigd was van Heidi’s echte acteertalent.

Het licht ging aan, omdat het pauze was. Toen Chantal opkeek, zag ze twee bekende gezichten en één onbekend gezicht aankomen. Het waren Tom en Robin die naast haar gingen zitten. De andere jongen, die Marc heette, ging naast Nathalie zitten. Hij zag er verschrikkelijk chique uit in zijn driedelig, donker kostuum. Chantal vond hem een fatje.

Het viel haar op dat hij steeds wat vreemd, of beter argwanend naar Robin keek. Het leek net of hij bang van Robin was. Merkte Robin het zelf ook of was het iets anders dat hem zo terughoudend deed zijn.

‘Valt het nog een beetje mee?’ informeerde Tom.

Chantal knikte als vanzelfsprekend. ‘Waarom zou het niet meevallen?’

Tom haalde zijn schouders op en zei: ‘Als Heidi zo’n grote rol heeft, dan moet dat wel twijfels bij je oproepen, niet...?’

Chantal zag dat hij een fototoestel bij zich had.

‘Dat heb ik meegenomen om wat plaatjes te schieten. Zo kan ik Heidi vastleggen voor het nageslacht. Altijd leuk, niet waar?’

‘Kun jij dan fotograferen?’

‘Nou...’ het klonk niet erg zelfverzekerd. ‘Dat hoeft eigenlijk ook niet. Te midden van de andere acteurs en actrices moet Heidi wel te herkennen zijn, ook al staat ze niet al te scherp op de foto.’

‘Waarom zijn jullie eigenlijk gekomen?’

‘Marc kwam Nathalie ophalen. Toen hij hoorde dat ze hier was, besloot hij ook naar de toneelzaal te gaan. Op dat moment kwam ik er juist achter, dat ik weer eens de tijd vergeten had. Marc stelde voor om met Robin en mij te gaan. Op dat moment had Robin nog niet zo’n last van hoofdpijn, maar nu is hij niet te genieten.’

‘We kunnen natuurlijk niet met z’n allen in zijn auto.’

‘Dat denk ik ook niet. Het is maar een klein Fiatje...’

‘En dan moet ik lopen . ..’

‘Wel nee!’ riep Tom uit. ‘Ik ben er ook nog. Jouw beschermengel zal jou wel netjes op de boerderij afleveren, hoor.’

Toen de lichten uitgingen, stond Tom op.

‘A bientôt, my dear!’ zei hij en liep naar voren.

Zodoende ontstond er een lege plaats tussen Robin en Chantal. Robin staarde strak voor zich uit en leek uit steen te bestaan. Hij verroerde zich niet één keer. Opeens keek hij naar Marc, die opstond en naar achteren liep. Ook Robin stond op en liep de vreemde vriend van Nathalie achterna.

Waardoor het kwam, wist hij niet, maar Robin voelde, dat hij de kunsthandelaar moest volgen. Misschien kwam het wel, omdat hij Nathalie over Marc had horen spreken, toen oom Ben over de Felice verteld had.

Chantal, die Robin weg had zien gaan, wilde daar het hare van weten.

Ze stond op en liep hen achterna. Bij de uitgang draaide Robin zich geïrriteerd om. ‘Ga terug, Chantal,’ zei hij.

‘Niets ervan.’ Chantal haalde haar jas uit de garderobe en zag de portier haar verbaasd nakijken, toen ze naar buiten liep.

‘Robin, wat ga je doen? Marc achterna?’

‘Hoe weet je dat?’

‘Je vertrouwt hem niet. Dat zag ik aan de manier, waarop je naar hem keek.’

Robin scheen zich iets te ontspannen en keek haar wat vriendelijker aan. ‘Oké, kom maar mee. Maar het is wel je eigen verantwoording. En bovendien, als je avontuur zoekt, laat ik je zeggen, dat ik niets uit ga halen. Ik ga alleen maar kijken waar hij heengaat.’

Zonder een woord te zeggen, liepen ze voorzichtig achter Marc aan naar het marktplein, staken het over en kwamen in de straat waar Marcs zaak was. Marc ging naar binnen.

‘Er is niet eens een scherm voor zijn etalageruit,’ merkte Robin op, toen ze voorzichtig het winkeltje binnenkeken. ‘Dat zou in moeten houden, dat hij niet erg kostbare spullen verkoopt.’

Chantal was erg benieuwd wat Marc in zijn winkel ging doen, maar opeens ontdekten ze allebei hetzelfde vreemde kunstvoorwerp.

‘Kijk, dat groene daar,’ zei Chantal.

Robin knikte, ‘Dat moet een Felice voorstellen. Het lijkt wel of het licht uitstraalt.’

‘Zou het echt zijn?’

Geërgerd keek Robin haar aan. ‘Natuurlijk is dat groene beeldje daar niet echt. Nefriet straalt niet zoveel licht uit. Dit is gewoon steen.’

Opeens zagen ze Marc van achter uit de winkel naar de etalage komen.

‘Snel!’ Robin trok haar van het raam vandaan.

Marc kwam even later naar buiten. Hij had het groene beeldje vast. Hij sloot de deur af en liep weg, in de richting van de toneelzaal.

‘Ik zou dat beeldje graag in mijn bezit willen krijgen.’

‘Via Nathalie. Misschien.’

‘Dat is een idee.’

Robin keek op zijn horloge. ‘Lieve help, het is al half elf.’ Hij pakte haar bij de hand en ze liepen snel in de richting van de landweg. Op de hoek van de landweg en de straatweg stond een lantaarnpaal, die een lange schaduw op de grond wierp.

Chantal slaakte een verschrikte kreet.

‘Hebben jullie nu echt zo’n slecht geweten dat jullie zelfs mij voor een spook aanzien ?’ klonk een spottende stem.

‘O Tommie!’

Toms quasi verontwaardigde gezichtsuitdrukking bleef verborgen in de duisternis. Hij liep naar het midden van de weg en gaf Chantal een arm.

‘Hè ja, laten we gezellig gaan doen, zo laat op de avond,’ bromde Robin.

‘Ik zou trouwens weleens willen weten of dit één van je nieuwe grapjes is om mensen in de duisternis lastig te vallen op de landweg?’

‘Nou nog mooier!’ Tom ging dreigend voor hem staan. ‘Ik had Chantal beloofd dat ik haar thuis zou brengen na de uitvoering. Maar opeens was ze verdwenen. De zaal was al leeg, dus ik kon daar onmogelijk in mijn eentje blijven zitten. Ik ben eerst naar huis gegaan, trof jullie daar niet en ben weer teruggelopen. Maar waar waren jullie dan? Volgens mij zijn jullie tijdens de uitvoering al weggegaan.’

‘Inderdaad.’

Tom keek vreemd op toen die veronderstelling bevestigd werd.

‘Ik snap niets meer van jullie! Je gaat toch niet middenin een toneelstuk weg. Doen alle Europeanen zo raar?’

Zwijgend liepen ze door.

Zodra tante Denise het grind hoorde knarsen, liep ze naar buiten. Ze opende het hek voor hen en keek hen verwijtend aan. ‘Wat is dit voor een manier om zo laat thuis te komen? Heidi en Nathalie zijn allang hier. Jullie moesten je schamen, studentjes! Denk maar niet dat jullie geen uitbrander kunnen krijgen, enkel en alleen omdat jullie toevallig op de universiteit zitten. Volwassen zijn jullie zowel in leeftijd als in gedrag nog niet!’

Chantal grijnsde. Die was raak! Tom was wel iets gewend op het gebied van preken, maar Robin was meestal de nuchterheid zelve en deed niet vaak gekke dingen. Dat was ook te merken aan zijn lijdzame reactie.

‘Het spijt me,’ zei hij en liep naar zijn kamer.

‘Hij heeft tenminste manieren,’ zei tante Denise, toen ze hem nakeek. ‘Jullie zouden het niet in je hoofd halen excuses aan te bieden, niet waar?’

‘Het spijt me ...’ zeiden Tom en Chantal quasi gedwee.

Heidi was ook niet bepaald te spreken over Chantals gedrag om zonder reden tijdens haar optreden weg te lopen.

‘Van Robin kan ik het me voorstellen, die had migraine, maar van jou!

‘Ik moest hem thuisbrengen,’ verzon Chantal.

‘Ja ja, smoesjes! Daar trap ik niet in.’ In zichzelf mopperend liep ze naar haar kamer.

De volgende dag was Heidi alweer bijgedraaid. Gelukkig maar, hoewel Chantal zich haar boosheid van gisteren best kon voorstellen.

Ze trof Robin op de deel, achter het huis.

‘Je roes uitgeslapen?’ informeerde hij.

Chantal knikte. ‘Heb jij nog geniale plannen omtrent de Felice uitgedacht?’

Robin beaamde dat tegen haar verwachting in. ‘De legende over het Noir Massief is waarschijnlijk een familiezaak, zoals in dat boek van je leraar beschreven staat. Daarom is mijn vader er zo op tegen, dat ik de bergen in ga. Hij weet dat ik het vooral om de Felice doe. Hij wil namelijk het sprookje in ere houden en vindt het niet leuk als de bewijzen boven water komen. Dat zou betekenen dat de legende helemaal niet waar is. Het zou bovendien de mogelijkheid niet uit kunnen sluiten, dat er kapers op de kust zijn. Dat beeldje van jade is namelijk verschrikkelijk kostbaar en iedereen die het vindt mag het houden. Ik denk dat mijn vader toch wat vermoedt. Maar ik kan het hem onmogelijk vragen, want dan zou ik meteen verraden dat ik op zoek ben naar de felbegeerde Felice.

Eigenlijk weet ik zeker dat hij dolblij zou zijn, als hij dat beeldje in zijn bezit zou krijgen. De legende van de Felice is van generatie op generatie overgegaan en al eeuwenlang speurt men naar het beeldje. De familie Villani hoopte altijd het beeldje eens in hun bezit te krijgen. In juni is mijn vader jarig, als ik hem dan dat beeldje zou kunnen geven ... Dan maak ik er een scriptie bij, als bewijs dat het aan onze familie toebehoort. Dan sla ik twee vliegen in één klap. Mijn vader is gelukkig en ik kan, als de tijd daar is, promoveren op die scriptie.’

‘Maar je weet dus zeker dat de Villani’s de rechtmatige eigenaars van de Felice zijn?’

‘Ja, want zij zijn de afstammelingen van de koning van Ragenberg.’

Chantal knikte. ‘Dat is een mooi plannetje van je, Robin. Ik ben benieuwd hoe je dat uit gaat voeren.’

Robin lachte. ‘Dat is nu juist het probleem. Ik weet niet hoe ik het aan moet pakken. Ik voel er weinig voor het hele Noir Massief af te graven. O als ik toch eens wist wie onze tegenstanders zijn! Ik ben er na mijn val zeker van, dat iemand ons probeert tegen te werken bij onze pogingen de Felice te vinden.’

‘Kijk, daar heb je Marc!’ wees Chantal. ‘Konden we hem maar vragen wat hij met zijn imitatiebeeldje voor heeft.’

‘Houd alsjeblieft je mond daarover.’

Robin liep naar het hek toe en maakte het open.

‘Hallo,’ zei Marc vriendelijk. ‘Is Nathalie misschien in de buurt?’

‘Hier ben ik!’ Nathalie kwam aanrennen.

Chantal liet hen alleen. Ze liep naar haar kamer waar ze Heidi aantrof.

‘Ik ga zwemmen,’ kondigde ze aan. ‘Ga je mee?’

Chantal knikte. Het was vandaag best lekker weer om te zwemmen. Ze haalde haar zwemspullen te voorschijn. Dan liepen ze naar de keuken waar tante Denise was.

‘Mogen we geld voor de trein?’ vroeg ze.

‘Zou je het zélf niet eens betalen?’

‘Maar u bent van ons af, voor een poosje weliswaar, maar is u dat niet wat waard?’

Tante Denise schudde haar hoofd, ‘Dat is chantage! Maar goed, hier is geld voor de trein,’

In de trein, die hen richting het meer zou brengen, troffen ze Nathalie aan.

‘…Jullie ook hier?’

Ze kwam bij hen zitten.

‘Robin en Marc zijn maar over ‘kunst’ aan het praten ... ik vind er niets aan!’

Chantal fronste haar wenkbrauwen. Als Robin zich nu maar niet te veel in de kaart zou laten kijken!

Ze stapten vlak bij het meer uit. Marc en Robin hadden zich weer bij hen gevoegd en samen liepen ze naar het water toe.

Terwijl Heidi en Chantal Nathalie natspatten, die weer eens niet dóór durfde te gaan, zaten de jongens op de oever te praten.

‘Wat een flauwerds,’ vond Heidi. ‘Kletsen kun je overal. Ze hadden net zo goed thuis kunnen blijven. Was Tom er maar, dan zouden we nog eens kunnen lachen!’

‘Zo, wat ben jij opeens aardig over jouw aartsvijand?’

‘Nou, zijn gezelschap is heel wat beter dan dat van die saaie pieten daar!’

‘Ik zou dat maar niet zeggen, waar Robin bij is,’ merkte Nathalie op. ‘Hij is nogal beledigd omdat Tom iets over hem tegen Marc zei. Bovendien merkte hij op dat Robin naar het geluk zocht. In beeldjesvorm dan wel te verstaan. En toen schoot Robin toch fel uit, zeg! Hij heeft, geloof ik, geen woord meer tegen Tom gezegd sinds die opmerking. Nou ja, ..!’

‘Het komt allemaal, omdat oom Ben hem op stang heeft gejaagd door dat verhaaltje over de Felice,’ meende Heidi, ‘Robin heeft geen rust, voordat hij dat beeldje te pakken heeft. Dat betaamt de ware archeoloog!’

Heidi en Nathalie zwommen terug naar de oever.

Chantal ging niet met hen mee. Ze was veel te bang dat ze iets zou verraden aan Marc over de Felice. Robin verdacht Marc ergens van, dat was duidelijk, maar zij begreep eigenlijk niet goed waarom.

Opeens merkte ze dat ze wel wat erg ver afgedreven was. Waar waren de anderen nu? Ze zag ze nergens meer. Ze zou eerst maar eens terugzwemmen.

Al snel raakte ze vermoeid. Even liet ze zich drijven, maar daarna zwom ze weer verder. Steeds groter werden de zogenaamde ‘drijf-pauzes’. Ze dacht dat ze het niet meer zou halen, maar opeens zag ze iemand snel naderbij komen.

‘Pak mijn hand!’ Chantal zag dat het Robin was.

Ze liet zich door hem meetrekken naar de oever.

‘Het... het spijt me,’ zei ze zacht, toen ze weer veilig en wel op de kant stonden. ‘Ik was een beetje afgedreven ...’

‘Ja, dat was duidelijk!’ snauwde Robin. ‘Als je je zwemkunsten per se wilt vertonen, hoef je ons daar nog niet mee de stuipen op het lijf te jagen!’

‘Ik zei toch al, dat het me speet.’

‘Chantal heeft hier nog nooit gezwommen,’ legde Heidi kribbig uit. ‘Hoe kon zij nu weten dat je hier zo snel afdrijft!’

‘Nonsens!’ Met driftige stappen liep Robin weer naar het water en zwom met krachtige slagen weg,

‘O lieve help, hij gaat zich verdrinken!’ riep Heidi verschrikt uit.

Deze lugubere veronderstelling werd gelukkig geen waarheid. Na een poosje kwam Robin weer te voorschijn, maar wie dacht dat het water zijn boze humeur wel weggespoeld zou hebben, kwam bedrogen uit.

‘Ik ga naar huis,’ bromde hij. ‘Ik heb genoeg van deze belachelijke vertoning.’

‘De enige, die zich belachelijk maakt, ben jij!’ Heidi kreeg een waarschuwende blik van Nathalie toegeworpen.

De anderen kleedden zich ook maar aan en even later zaten ze in de trein naar Mezzanone. Robin staarde nors voor zich uit en Marc zat met een sigaret achterovergeleund. Hij was zo net een geslaagd zakenmannetje.

‘Tja, de zaken gaan goed,’ merkte hij op, toen Heidi er iets over zei.

‘Hoe dat zo?’ vroeg Robin meteen,

‘Nou… eh… bepaalde exclusiviteiten schijnen erg bij de kopers aan te slaan ...’

‘Welke exclusiviteiten?’ Het klonk als een verhoor.

‘Doe even normaal, zeg,’ zei Chantal. ‘Je lijkt wel een rechercheur.’

‘Nou nou, meiske, mag jij wel zo brutaal zijn tegen jouw oom? ’ merkte een heer, die ook in de coupé zat, wat zorgelijk op.

‘Hij is mijn oom helemaal niet!’ zei Chantal verontwaardigd. Zag zij er dan zo kinderlijk uit? ‘Zo iemand heb ik niet in de familie. Gelukkig niet!’

Dat was natuurlijk niet al te aardig opgemerkt en zelfs Heidi had medelijden met Robin. De laatstgenoemde reageerde er niet op.

‘Je had het best wel mogen vragen, hoor,’ Marc deed net of er niets voorgevallen was. ‘De kopers vragen vaak naar beeldjes. Groene beeldjes, bijvoorbeeld ...’

Marcs stem klonk sluw.

‘Beken nu maar dat je ons gisteravond gezien hebt,’ zei Chantal. ‘Dan hoef je ook niet zo geheimzinnig te doen over je handeltje.’

Chantal vond dat best raak gezegd van zichzelf, maar Robin was het daar bepaald niet mee eens!

‘Bemoei je er niet mee, idioot! Die stomme kuren van jou gaan me de keel uithangen! Het wordt hoog tijd dat je terug naar Nederland gaat!’

‘Dat zal ik zeker doen, met zo’n iemand in huis, die de hele sfeer verprutst! Die migraine van jou is alleen maar aanstellerij! Je denkt dat je zo geniaal bent, hè, met je hele strategie ... laat me niet lachen! Je bent net zo dom als de koeien, die bij jullie in de stal staan. Nee, eigenlijk toch niet, jij bent nog dommer!’

‘Houd op! Houd op!’ riep Nathalie. ‘Chantal, ga ergens anders zitten.’

‘Best!’ riep Chantal uit. ‘Tot ziens, ik heb geen zin meer om hier te blijven!’

Woedend liep ze de coupé uit.

‘Chantal, wacht!’

‘Laat haar maar, Heidi. Ze is straks wel afgekoeld.’ Nathalie leek het over een klein kind te hebben.

Chantal verbeet zich. Waarom zocht niemand de schuld bij Robin? Of waren zij soms gewend aan zijn vreemde manieren? Nu, zijzelf niet en zij zou het niet op zich laten zitten!

Ze hoorde vanuit de coupé Marc voorstellen om bij hem te gaan dineren. Iedereen ging eropin. Nu, nog beter! Ga maar samenwerken met je vijand, Robin! Misschien kun je hem dan nog verder uithoren! Dacht ze.

De trein stopte en Chantal, die de hele tijd bij de deur van de wagon gestaan had, stapte zo snel mogelijk het perron op.

Ze rende het station uit en de straatweg op. Even later liep ze alleen de landweg af. Ze keek achterom. Nee, geen spoor van de anderen te bekennen. Die waren nu natuurlijk op weg naar Marcs ‘diner’. Eet smakelijk, ezels, ik hoop dat jullie in je eten stikken!

Chantal stond voor het hek van de boerderij. Ze was ie sleutel weer eens vergeten. Met een behendigheid, die ze zich inmiddels eigen gemaakt had, klom ze over het hek heen.

‘Je leert het ook nooit, hè?’ Tom kwam naar buiten lopen. Hij sloeg haar geklim lachend gade.

Chantal keek hem geschrokken aan. Waarom moest ze hem nu weer aantreffen? Hij zou zo in de gaten hebben wat er aan de hand was.

‘Ga weg,’ probeerde ze zo gewoon mogelijk te zeggen.

‘Chantie, wat is er? Waarom ben je niet met de anderen?’

Ze duwde hem opzij en liep naar haar kamer. Natuurlijk had Tom door haar vreemde gedrag argwaan gekregen en liep haar achterna.

‘Waarom zeg je het me niet, Chantie?’

Chantal gooide de deur voor zijn neus dicht en draaide de sleutel om. Verbaasd bleef Tom staan.

Even later hoorde ze hem weglopen. Het gaf haar het gevoel dat ze nu helemaal alleen stond.

Ze ging op het bed zitten en probeerde haar gedachten te ordenen. Het lukte niet. Iedere keer als ze weer aan Robins woede dacht, voelde ze zich weer opstandig worden. Dit was geen migraine-aanval, dit was menens! Hij had werkelijk een hekel aan haar en iedereen stond aan zijn kant! Nu, ze zouden hun zin krijgen. Zij zou haar boeltje pakken en vertrekken. Dag, Mezzanone, het is mij een waar genoegen weer te vertrekken. Adieu! Het sarcasme zorgde ervoor dat ze haar normale verstand weer terugkreeg. Wat was dat nu voor een absurd idee! Ze kon toch niet zomaar weggaan? Hoewel...? Ze kon aan vader en moeder vragen of ze nu op wilden houden met de vaart. Dan konden ze weer in Amsterdam gaan wonen en ging zij daar weer naar school. Ze was hier op de internationale school niet achtergeraakt. Het onderwijs was hier net zo goed als in Holland.

Tja, dat was een idee. Ze moest dit eerst maar eens aan tante Denise en oom Ben voorstellen.

Chantal liep omzichtig de kamer uit. Als Tom hier zou zijn, kon ze haar plannetje wel vergeten, ofschoon hij natuurlijk óók aan de kant van Robin zou staan …

Ze liep het erf op. Tom kwam uit zijn hangmat, gewaarschuwd door het gekakel van de kippen in hun ren.

‘Daar ben je eindelijk,’ zei hij opgewekt. ‘Ben je in de stemming om naar mijn gedichten te luisteren, of heb je zelf iets te vertellen.’

‘Doe niet zo grappig. Ik wil naar tante Denise en oom Ben toe. En dan zullen jullie van mij verlost zijn.’

De bitterheid waarmee die laatste woorden werden uitgesproken, deed Toms gezicht betrekken.

‘Wat is er toch met je?’ Tom keek haar dringend aan.

‘Dat gaat je niets aan. Ik kan mijn eigen zaakjes wel regelen.’

‘Nee, dat kan je niet!’ Voor het eerst zag ze hem boos. Hij ging voor haar staan, niet van plan haar zonder meer te laten ontsnappen. ‘Toe,’ drong hij aan. ‘Er móet iets zijn, ik zie het aan je gezicht.’

‘Nu èn?’

‘Chantal, kun je mij het niet vertellen? Ik dacht dat mij samen een ... bepaalde band hadden. Of heb ik dat verkeerd gezien?’

Chantal staarde naar de grond. Ze zei niets. Op dit moment voelde ze zich even onzeker als hij.

‘Ik heb het dus verkeerd gesteld,’ zei Tom teleurgesteld. ,,Jij vindt me al net zo’n clown als de anderen. Nu, ga maar naar tante Denise en oom Ben. Zeg maar dat je weg wilt. Ik zal je niet tegenhouden. Enkel en alleen omdat jij het zo wilt. Ik had het liever anders gehad. Ik hoop dat je later nog eens aan me denkt.’

Hij liet haar de vrije doorgang.

Chantal liep naar de stallen, waar oom Ben en tante Denise zouden zijn. Ze wist dat Tom haar nakeek. Voor het eerst had ze Toms gevoelige kant gezien en ze wist dat hij gemeend had, wat hij net vertelde. Maar ze keek niet achterom. Nu moest ze doorzetten en zich niet door hem van de wijs laten brengen.

‘Zo, jongedame. Jij hebt iets op je kerfstok, dat zie ik aan de snelheid waarmee je loopt. Zit er lood in je schoenen?’ Oom Ben keek haar afwachtend aan.

Nee, de moed is me in de schoenen gezonken, dacht Chantal.

‘Ik heb net woorden gehad met Robin. Hij is verschrikkelijk! Alle woorden weegt hij op een goudschaaltje en hij krijgt iedereen aan zijn kant. Nu, ik heb geen zin meer om hier te blijven, hoor.’

Oom Ben pakte haar bij de kin en dwong haar hem aan te kijken. ‘Chantal, ben jij nu werkelijk zo’n nuchtere Hollandse? Waar is je trots? Laat jij je op de kop zitten door iemand die zichzelf niet helemaal in de hand heeft, vanwege de migraine? Je weet toch, dat Robin er op dit moment genoegen in heeft, om het iedereen zoveel mogelijk niet naar de zin te maken? Dat komt alleen omdat hij last van migraine heeft. Hij weigert het om het wat kalmer aan te doen en draaft steeds maar door. Hij houdt vanzelf wel op met die vreemde manier van doen, wanneer hij merkt, dat hij alleen zichzelf onrecht aandoet. Dat zal binnen de kortste keren wel gebeuren en dan gedraagt hij zich wel weer normaal. Ik wed dat hij je straks om zijn excuses smeekt. Ik denk dat hij nu al spijt heeft van zijn onaardige woorden. En waarom zouden de anderen je gaan verdedigen? Dat heeft toch geen zin. Hoe eerder je ophoudt met die protesten, des te vlugger hij zijn mond houdt.’

Chantal knikte begrijpend.

‘Je gaat dus niet weg,’ stelde oom Ben vast. ‘Let jij trouwens niet op de goede kant van zijn karakter?’

‘Welke ‘goede kant’?’

‘Nu, je kijkt altijd naar de verkeerde kant. Eerst was het Irma, nu Robin... Heb je nog niets aardigs opgemerkt?’

Chantal keek hem niet-begrijpend aan.

‘En Tom dan?’

‘Wat is er met Tom?’

Oom Ben zuchtte. ‘Jij loopt ook met een bord voor je hoofd! Er is namelijk maar één ding met Tom en dat is, dat hij tot over zijn oren verliefd op je is!’

‘Tom, verliefd op mij?’

‘Ja zeker! Die jongen is stapelgek op je, al vanaf het begin dat je hier was. Zet die vreemde plannen nu maar snel uit je hoofd. Je blijft gezellig hier.’

‘Ga Tom maar geruststellen,’ lachte tante Denise. ‘Hij zal wel benieuwd naar je besluit zijn!’

Tom zat op de keukentafel en at een appel. Hij sprong op toen hij Chantal zag. Ze wierp een blik op zijn appel.

‘Die heb ik maar genomen voor de zenuwen,’ legde hij uit.

Ze lachten.

‘Rare Tom!’ Chantal pakte de appel uit zijn hand en gooide hem op het aanrecht. Ze pakte hem om zijn hals en gaf hem een zoen.

‘Chérie,’ zei Tom liefkozend. ‘Ik ben blij dat ik éérst alle Franse koosnaampjes uit mijn hoofd heb geleerd. Die komen me nu goed van pas!’

Hij trok Chantal op zijn knieën. ‘Ik zal jou eens trakteren op enkele onvervalste Franse kussen!’

Zich niet storend aan de angstige geluiden die de krakkemikkige keukentafel liet horen, deed Tom voor hoe je op z’n ‘Frans’ zoenen moest.

Oom Ben en tante Denise, nieuwsgierig naar de afloop van het drama, kwamen naar het keukenraam toelopen.

‘Nou nou,’ zei oom Ben, ‘zo’n vaart hoeft het nu oók weer niet te lopen ...!’ Maar hij lachte …