hoofdfstuk 4

Een ‘blitse’ bruiloft!

***

De titel van dit hoofdstuk slaat op de kreet die Heidi slaakte, toen ze thuiskwam van de bruiloft. En waarom vond ze die ‘blits’? Omdat er natuurlijk allerlei ongewone, gekke dingen gebeurden ... die voor Chantal zelfs met een kater eindigden ...!

Het begon allemaal op een goede dag in januari. Toen vond Chantal namelijk een kaart in de brievenbus.

‘Tante Denise!’ riep ze, terwijl ze naar de kamer liep. ‘Marlou gaat trouwen!’

Tante Denise begon te lachen. ‘En dacht jij soms, dat ik dat niet zou weten? Ik ben notabene haar moeder!’

‘Link,’ vond Heidi. ‘Ze geeft zeker wel een grote receptie?’

‘Ja, natuurlijk, maar kleine meisjes moeten om zeven uur naar bed,’ antwoordde Tom plagend voor tante Denise.

‘Pas jij nu maar op, dat jij niet voor serveerboy gebruikt wordt!’ sneerde Heidi. ‘Dan doe je tenminste nog iets nuttigs.’

‘Kunnen jullie nu geen ogenblik stil zijn?’ Tante Denise keek hen hoofdschuddend aan. ‘Jullie moeten maar samen met Nathalie een cadeau geven. Verder...’

‘Ik zit aan de grond,’ deelde Tom prompt mee. ‘Zal ik haar dan maar een prachtig sonnet geven?’

‘Oké, dan geef ik haar een moppenboek!’

Tom schokschouderde om Heidi’s opmerking. ‘Een kunstenaar wordt nu eenmaal pas na zijn dood geëerd. Beseffen jullie wel dat een gedicht, dat jullie nu van mij weigeren, over honderd jaar een miljoen waard is ...?’

‘Wat hebben wij daaraan?’ informeerde Heidi. ‘Dan zijn wij ook niet meer op deze wereld!’

Tante Denise zuchtte. ‘Wanneer kan ik nu eens mijn verhaal afmaken? Tom, jij geeft géén poëtisch gedrocht.’ Dit deed Tom verontwaardigd opspringen. ‘Nathalie heeft wel smaak. Die zoekt wel iets uit voor Marlou. Bovendien zou ik weleens willen weten, wie er nog een stijlvol kledingstuk bezit?’

‘Mijn jeans zijn helaas uitgerafeld,’ zei Tom. Zelfs tante Denise moest lachen. ‘Zou jij ooit trouwen, Tom?’

‘Arme vrouw, ze is dan wel te beklagen,’ vond Heidi.

Chantal was het daar niet mee eens. ‘Ze zou in ieder geval veel lol hebben.’

‘Willen jullie eens ophouden over mijn toekomst,’ bromde het lijdend voorwerp. ‘Ik trouw niet. Geen vrouw zal mij ooit aan de haak slaan.’

‘Jij blijft de eeuwige vrijgezel.’

‘Ja zeker. Ik ben van plan mijn hele leven te wijden aan het schrijven van literaire proza en poëzie. En verder...’ Hij begon opeens te lachen. ‘Ach, wat een onzin! Ik zie gewoon wel wat ik met mijn leven doe!’

En daar kon iedereen het dan mee doen.

Na schooltijd ging Chantal het winkelcentrum in. Dat was gewoon een lange, hellende straat, met allerlei winkeltjes, van groot tot klein, waar iedereen wel iets van zijn of haar gading vinden kon. Chantal zag dat het niet zo druk in de straat was en bleef rustig op haar fiets zitten. De boutique waar ze zijn moest, bevond zich onderaan de helling.

Opeens zag ze iemand uit de winkel komen. Ze zag geen kans meer vaart te minderen en reed tegen de persoon op. Met zijn tweeën vielen ze op de grond.

‘S.. .sorry,’ stamelde Chantal. ‘Het spijt me heel...’ Toen begon ze verschrikkelijk te lachen. Haar slachtoffer ook.

‘Dat we nu in hetzelfde huis wonen, betekent nog niet dat je me op deze onstuimige manier moet begroeten,’ grijnsde Tom. Hij krabbelde overeind en hielp Chantal ook op staan. Chantal raapte haar fiets op.

‘Wat doe jij hier?’ vroeg Chantal. ‘Ik wist niet dat jij de deur plat liep bij herenmodezaken.’

‘Dat doe ik ook niet,’ verzekerde Tom haar. ‘Ik zal echter een smoking of iets dergelijks nodig hebben voor dat bruiloftsfeest. Ik kan toch moeilijk in deze plunje komen, niet?’ Hij wees op zijn lichtblauwe, uitgerekte sweater met het embleem van een Amerikaanse universiteit erop. ‘Dit is gewoon tè artistiek.’

Chantal begon te lachen. ‘Ik zie jou al in een smoking!’

‘Bedankt,’ zei Tom beledigd. ‘Je zult eens zien hoe charmant ik eruit zie op het feest. Ga jij nu maar fijn een feestelijk gewaad uitzoeken bij die exclusieve boutique daar. Dag!’

Toen Chantal weg wilde lopen, hield hij haar nog even tegen. ‘En vergeet vooral niet, dat je me geen complimentjes hoeft te maken over mijn verzorgd voorkomen, wanneer we op het feest zijn. Ik trap daar niet in . . .!’

‘En vergeet jij vooral niet, dat je beslist geen complimentjes van mij hoeft te verwachten, want die zal ik niet maken!’

Ze liepen ieder een andere kant op. Opeens draaide Chantal zich om. In de verte zag ze, dat Tom zich ook omgedraaid had. Ze lachten tegen elkaar en draaiden zich tegelijkertijd weer om.

De avond voor de trouwdag waren de vrouwelijke bewoners van de boerderij in alle staten. Er moesten jurken gepast worden. Want stel je voor, dat er iets toch niet goed zou passen ...!

Oom Ben, Tom en Robin bleven er vrij rustig onder. Oom Ben en Robin sloegen tante Denises activiteiten genoeglijk gade en Tom jutte haar op, totdat de anders zo kalme tante Denise hem dreigde de bruidstaart in zijn gezicht te gooien, als hij zijn mond niet hield.

Chantal liep trots in haar feestjurk door de kamer.

‘Zie je wel, dat hij goed zit?’ zei ze nog eens een keer extra tegen tante Denise.

‘Wat vind jij ervan, Ben?’

Oom Ben knikte goedkeurend. Robin deelde de mening van zijn pleegvader.

‘Gelukkig, ik vind hem ook erg leuk,’ zei tante Denise.

Maar helaas deed Tom al die aardige opmerkingen weer teniet, door te vragen of dit de nieuwe, Parijse nachtmode was.

Daarna kwamen Heidi en Nathalie in hun feestelijke en chique creaties binnen.

‘Het lijkt wel een parade,’ bromde Tom. ‘Moet ik soms de kroon spannen?’

‘Waarom niet?’ ging Heidi eropin. ‘Jij bent ons paradepaardje. Dan krijg je zo’n grote pluim op je hoofd, en valt je tronie tenminste niet zo op.’

‘Nou, nou,’ kwam tante Denise ertussen. ‘Wel vriendelijk blijven, hoor.’

‘Hij beledigt mijn jurk!’

‘Waarom pas jij je smoking niet eens?’ stelde oom Ben voor. ‘Dan kunnen wij ook eens lachen.’

Tom trok een pruillip. ‘Dat bedoel ik nou! Koop ik zo’n duur kostuum soms alleen vanwege het feit, dat het op jullie lachspieren werkt? Bah, ik heb er genoeg van! Wie weet, waarin ik morgen verschijn. Ik ga meteen mijn kikvorspak opzoeken.’ Hij stond op en liep naar zijn kamer.

‘Lieve help!’ zei tante Denise angstig. ‘Hij is écht gek geworden!’

‘Wel nee,’ stelde oom Ben haar gerust. ‘Dat is alleen om ons bang te maken. Op dit moment is er geen land met hem te bezeilen.’

Chantal had de rest van de avond haar feestjurk aangehouden. Ze had meteen haar nieuwe, hooggehakte schoentjes erbij aangetrokken, ook omdat haar jurk iets te lang was en het op deze manier mooi verdoezeld kon worden.

Ze was de schoentjes buiten wat aan het uitlopen, toen tante Denise informeerde of het voor haar niet eens tijd werd haar bed op te gaan zoeken.

‘Ik kom eraan.’

Robin zat samen met Tom op het trapje voor de hal te praten.

Chantal hoopte dat Tom zijn flauwe bui te boven was, maar dat scheen niet het geval te zijn.

Toen ze voorzichtig het trapje opliep, stelde hij voor om haar bruidsjonker te zijn. ‘Dan kan ik je sleep vasthouden, wanneer je trappen moet lopen.’

‘Tom Raven, als je niet gauw je snavel houdt, dan ...!’

‘Wat dan?’

Chantal had echter geen kans haar dreigement af te maken, want ze bleef in de zoom van haar jurk haken, toen ze de laatste trede nam. Robin kon haar nog net op tijd voor een flinke val behoeden. Hij hielp haar weer haar evenwicht terug te vinden. Toen Chantal zich omdraaide, zag ze Tom ongegeneerd zitten lachen. Boos liep ze weg en verloor haar linkerschoen.

‘Hé, Assepoes, je verliest je muiltje!’ riep Tom haar achterna.

Deze keer had Chantal echter genoeg van zijn grappen en luisterde niet.

De volgende morgen stond tante Denise al vroeg voor de deur.

‘Chantal, Heidi, opstaan!’

Heidi stond meteen naast haar bed, maar Chantal had daar, zoals altijd, wat meer moeite mee. Uit de huiskamer klonk geroezemoes.

‘Dat is waar ook,’ zei Heidi. ‘Marlou trouwt natuurlijk vanuit haar ouderlijk huis. Dat zal dus wel een zenuwtoestand worden!’

Om hierop een uitzondering te maken begon ze zich zeer rustig aan te kleden. Chantal besloot haar voorbeeld maar te volgen.

‘Zeg, Heidi,’ zei ze opeens. ‘Weet jij soms waar mijn linkerschoen gebleven is?’

Heidi dacht na. ‘Had Tom hem gisteren niet? Hij had toch zo’n flauwe bui?’

‘O ja, dat is waar ook. Ik hoop dat hij hem nog heeft want hij is tot alles in staat met zo’n humeur.’

Chantal liep de kamer uit. Zij was de enige die er al heel behoorlijk uitzag, al miste ze dan een schoen. De huiskamer zat vol met zenuwachtige personen. Tante Denise, in haar ochtendjas, hielp Marlou haar haren opsteken. Oom Ben stond wanhopig zijn das te knopen. Robin liep zoekend in het rond, want zijn colbert was sinds vanochtend spoorloos. Nathalie kon natuurlijk niet in dit rijtje ontbreken, Zij trof het wel heel erg slecht. Toen ze haar parelsnoer om wilde doen, brak het door een verkeerde beweging in tweeën. De parels vielen kletterend op de vloer.

‘Verdorie!’ zeiden Nathalie en tante Denise gelijk.

‘Help even mee rapen,’ verzocht Nathalie Chantal. Ze zat al op haar knieën.

Samen zochten ze de vloer af, voordat iemand er zijn been over zou kunnen breken.

Toen het karweitje geklaard was, stond Chantal weer op. Tom was natuurlijk in geen velden of wegen te bekennen.

Chantal herinnerde zich dat hij altijd gedichten achter het kippenhok zat te schrijven. Ze besloot hem daar maar eens te zoeken.

‘Tom?’

‘Ja, wat is er?’

Chantal hoopte dat hij niet in zijn smoking op de grond zou zitten. Met Tom wist je het maar nooit!

Maar hij lag rustig in een hangmat en las een Frans boek van Guy de Maupassant. Het was een verademing om tussen het zenuwachtige gedoe van de anderen eindelijk eens een totaal kalm persoon aan te treffen.

Chantal wierp een blik op zijn ongekamde haardos en de bekende sweater met de naam van de Amerikaanse universiteit. Ze begon te lachen.

‘Weet je niet dat er vandaag iemand gaat trouwen?’

‘Natuurlijk weet ik dat wel. Ik heb er nachtmerries van gehad! Op dit moment ben ik mezelf aan het ontspannen,’

‘Door een boek te lezen?’

‘Ik mediteer, jongedame. Met ogen dicht probeer ik de woorden op deze bladzijde voor mijn geest te halen en probeer me daarbij te ontspannen.’

‘En lukt dat?’

‘Nee!’

Tom deed zijn boek dicht.

‘Misschien kan ik me wel ontspannen, als ik met mijn ogen dicht probeer, of ik jou nog voor de geest kan halen... O la la, dat lukt me zonder moeite! Je hebt donker haar, blauwe ogen, rose, gelakte nagels... en een nachtjapon aan!’ Met het laatste was Chantal het niet helemaal eens. Hij deed zijn ogen weer open.

‘Ja!’ riep hij verrast uit. ‘Het is nog waar ook!’

‘Je hebt gekeken,’ beweerde Chantal. ‘Je had je ogen niet helemaal dicht.’’

‘Nou en of!’

Chantal moest lachen, of ze wilde of niet.

Maar nu werd het tijd om tot de serieuzere zaken over te gaan.

‘Tom, weet jij waar mijn schoen is gebleven?’

‘Die je gisteren verloor? Ik geloof dat ik die aan tante Denise gegeven heb.’

Meteen liep Chantal weer naar het huis. Ze vond het niet prettig om tante Denise, die het toch al zo druk had, lastig te vallen.

‘Je schoen?’ Tante Denise trok haar wenkbrauwen op. ‘In de kamer misschien ... of in de keuken ... dat kan ook. Of heb ik hem buiten neergezet...? Nou ja, zoek hem maar op. Ik heb het veel te druk voor die onbenulligheden!’

Maar waar Chantal ook zocht, ze kon haar schoentje nergens vinden. Wat moest ze nu?

Zou ze andere schoenen aantrekken? Die zouden wel als een vlag op een modderschuit staan!

De tijd begon te dringen. De bruidsauto’s stonden al op de landweg. Fiona, Gérard en de kinderen waren ook al gearriveerd.

Een nette heer, in een keurig pak, kwam de kamer in. Chantal rende meteen op hem af. Alleen aan het gezicht kon je zien dat het Tom was. De rest was veranderd in een keurig uitziend ventje.

‘Mijn schoen, Tom ...!’ Ze ging dreigend voor hem staan.

‘Ik weet het niet,’ bromde hij geïrriteerd. ‘En ga uit de weg. We moeten opschieten.’

De zenuwen gingen behalve hem nu ook Chantal parten spelen.

‘Dat neem ik niet!’ zei ze.

Tom keek haar woedend aan, maar Chantal lette er niet op. De redster in de nood, Alicia, kwam binnen met een wit schoentje.

‘Leuk dingetje,’ zei ze. ‘Mag ik het hebben?’

‘Geef hier!’ riep Chantal. Ze trok het ding uit de kleine handjes van Alicia, deed haar schoen aan en rende naar de landweg toe.

‘Had je niet wat op kunnen schieten?’ zei tante Denise. ‘Stap in.’

Zonder antwoord af te wachten, liep ze naar een andere auto.

Eerst werd de huwelijksplechtigheid voor de burgerlijke stand voltrokken, daarna ging men naar het sierlijke kerkje van Mezzanone. De toespraak werd tweemaal gehouden, één keer in het Frans en één keer in het Italiaans, omdat een klein deel van de familie Italiaans sprak.

Chantal kwam erachter, dat Marlou eigenlijk Marie Louise heette. Toen Tom voor het eerst bij hen in huis was, versprak hij zich en noemde haar Marlou. Marlou, die toch al een verschrikkelijke hekel aan die lange naam had, nam meteen Toms foutieve benaming aan en liet zich sindsdien altijd Marlou noemen. Dit alles had Heidi aan Chantal verteld.

Vanuit de kerk vertrok de stoet lopend naar een zaaltje in de buurt, waar de receptie gegeven zou worden.

Chantal liep vóór Tom en voelde zijn ogen in haar rug prikken. Hij was kwaad op haar, daar was ze zeker van. Eigenlijk had ze hem allang haar excuses voor haar boosheid van daarnet aan willen bieden, maar ze had er nog geen gelegenheid voor gehad.

Tijdens de receptie mochten Heidi en Chantal het gastenboek beheren. Ze werden op een kruk voor de uitgang van het zaaltje neergezet en moesten iedereen verzoeken zijn of haar handtekening in het boek neer te schrijven. Het was een saai karweitje en ze verlangden dan ook naar het moment dat ze hun plaats zouden mogen verlaten.

Fiona kwam hen een glaasje jus d’orange brengen.

‘Krijgen we geen rosé?’ informeerde Heidi.

‘Niets daarvan. Ik ga jullie niet dronken voeren!’

‘Eén glaasje maar...’ probeerde Heidi.

Maar Fiona schudde resoluut haar hoofd. ‘Jullie hoeven trouwens nog maar een halfuurtje te zitten en dan mogen jullie meefeesten.’

Inderdaad minderde de stroom bezoekers al snel.

Ze begaven zich naar het drukke midden van het zaaltje waar, langs lange tafels, vele mensen plaats hadden genomen.

‘Kijk, ze gaan een ‘Tarantella’ doen,’ wees Heidi. ‘Laten we eromheen gaan staan.’

Samen met vele andere gasten keken ze toe, hoe de dansers de traditionele, Italiaanse volksdans uitvoerden. Het was leuk om naar te kijken, en Chantal was verrast door het zonnige temperament, dat de dansers tentoonspreidden.

Toen de dans afgelopen was, stelde men voor om nu met iedereen de Tarantella uit te voeren. Het animo was groot en bijna de hele zaal was op de been. Het bracht de stemming er behoorlijk in.

‘Excusez-moi,’ hoorde Chantal iemand zeggen die tegen haar opgebotst was.

‘Het is niets,’ stelde Chantal de ander gerust.

Toen zag ze pas dat ze tegen Robin sprak.

‘Eindelijk van je taak verlost?’ informeerde hij.

Ze knikte. ‘Gelukkig wel. Dit is toch vèèl gezelliger!’

‘Zullen we even gaan zitten?’ stelde Robin voor, die het in zijn stijlvolle kostuum wel erg warm begon te krijgen.

Chantal knikte en liep met hem mee. ‘Die Tarantella is nog wel even anders dan dat discodansen in de dancings. Ik ga het in Holland maar eens proberen.’

‘Wat dansen jullie in Holland?’ wilde Robin weten.

‘Stijldansen en beatdansen, net zoals in andere landen,’ vertelde Chantal.

‘Geen klompendans?’

‘Alsjeblieft, zeg! Jullie Zwitsers staan toch ook niet constant te jodelen? Of dijen te kletsen?’

Robin lachte. ‘Nee dat is waar.’ Hij bood Chantal galant een stoel aan. ‘Holland lijkt me erg interessant, ik zou er best eens willen rondkijken. Ik heb er al veel over gehoord.’

‘Van Zwitserland hoor je zelden iets. Maar dat heeft natuurlijk ook met de neutraliteit die het land steeds aanneemt te maken. Ik vind het hier wel leuk. En toch houd ik meer van Holland ... ik weet niet waarom.’

‘En dan zeggen ze nog dat de Fransen chauvinistisch zijn!’ Robin pakte twee belegde toastjes. Hij bood Chantal er één aan. ‘Maar om even terug te komen op Holland. Irma vertelde dat er zeer belangrijke vondsten gedaan worden. Hebben jullie ook zoveel legenden?’

‘Ja,’ antwoordde Chantal. ‘Over reuzen en zogenaamde ‘witte wieven’. Ik vind ze wel geinig, hoor.’

‘De kernen zijn dus moeilijk aan te nemen,’ concludeerde Robin. ‘Onze legenden komen volgens mij meer met de waarheid overeen. In zoverre tenminste, dat men zich het lot van een eigenwijs prinsesje nog wel voor kan stellen, maar van een reus is dit moeilijker!!’

‘Jij zit met je gedachten bij de Felice, niet?’

‘Ja, die hele geschiedenis intrigeert me,’ bekende Robin. ‘Ik heb het gevoel dat ik dat beeldje zou kunnen vinden.’

‘Zou het iets voor je betekenen?’

‘Heel veel. Stel je voor, dat ik als aankomend archeoloog zo’n machtige vondst zou doen! Dat zou het mooiste zijn, wat ik me kan wensen. Weet je, Chantal, ik had een scherf vast. Een groene, jaden scherf, ik weet het heel zeker. Toen stond ik op die rotspunt... en opeens maakte ik een verschrikkelijke val naar beneden. Ik snap nog niet hoe het is kunnen gebeuren! Werkelijk niet!’

‘Je was erover aan het ijlen,’ zei Chantal, ‘maar oom Ben en ik hechtten er geen waarde aan.’

‘Logisch niet,’ zei Robin, ‘het lijkt ook allemaal zo onwaarschijnlijk. Maar ik kan het me gewoon niet verbeeld hebben. Ik zou graag willen weten wat of... wie mijn val veroorzaakt heeft.’

Chantal keek hem aan, maar Robin glimlachte.

‘Nee, ik weet dat jij het niet was.’

‘Je gaat in je vrije tijd toch niet over je studie zitten praten?’ klonk het opeens achter hen.

‘Jij hebt het makkelijk. Jij kunt je studie Frans constant in praktijk brengen.’

‘Dat is zo.’ Tom schoof een stoel voor zichzelf aan.

‘Wat zit je haar weer wild,’ kritiseerde Chantal. ‘Je bent net Lodewijk de Veertiende.’

‘Nou, je zult het geloven of niet, maar de zonnekoning is een ver familielid van mij.’

‘Zo, dat is sterk! In hoeverre is hij familie van je?’

‘Hij is mijn achterneef. We kunnen goed met elkaar opschieten. In de vakanties ging ik vroeger altijd in zijn paleis logeren. Tja, dat was me een mooie tijd ...’

‘Heb je niet teveel gedronken?’ vroeg Robin hem nadenkend.

‘Ik heb de Tarantella gedanst,’ zei Tom enthousiast. ‘Wow, what an exciting dance that was!’

Veel gasten keken verbaasd in zijn richting. Tom stond op en zwaaide naar hen.

‘Tom,’ zei hij. ‘Tom is de naam!’

Chantal schoot in de lach en trok hem neer.

‘Toe, doe even normaal, wil je!’

Heidi kwam aanlopen en zette twee glazen rosé op tafel.

‘Afblijven!’ zei ze tegen Robin en Tom. ‘Deze zijn voor ons.’

‘Dat mag niet, hoor,’ zei Robin. ‘Daar zijn jullie immers nog veel te klein voor.’

‘Kom nou! Dat maken wij wel uit. Ik voel me op dit moment volwassener dan Tom, met zijn typische gedrag.’

Maar Robin bleef onverbiddelijk.

‘Het lijkt wel of iedereen instructies heeft gekregen om ons van de drank af te houden!’ mopperde Heidi.

‘Dat is ook zo,’ beaamde Robin lachend.

‘Mag het van jou, Tom?’ probeerde Heidi.

Tom was echter zijn gekke bui alweer te boven. ‘Denk jij soms dat ik me de woede van tante Denise op de hals wil halen? Nee, lievelingen, luister naar wat oom Robin gezegd heeft. Hij weet wat goed voor jullie is.’

‘Het is geen gewone rosé,’ legde Robin uit. ‘Het is namelijk door de boeren uit de omgeving gemaakt en die maken hem nogal sterk. En aangezien jullie niet gewend zijn wijn te drinken ...’

‘Poe, ik kan heus wel ergens tegen. Hoor. Ik...’

Om Heidi de mond te snoeren stopte Tom haar een gezouten crackertje in de mond.

‘Voorlopig moet je het hier maar bij houden, tot je de kinderschoenen ontgroeid bent.’

Heidi kon het nog steeds niet hebben, dat ze geen rosé mocht drinken.

Toen de kelner dan ook aankwam met een nieuwe wijnsoort en vroeg wie hem wilde proberen, riep Heidi luid, dat zij dat wel even wilde doen.

De kelner glimlachte en kwam naar haar toe. Hij reikte haar een glas met donkerrood vocht aan.

‘Zij ook!’ wees Heidi naar Chantal.

Chantal schrok op en beduidde de kelner dat zij niet hoefde. Maar de man had haar al een glas in de handen gedrukt,

Heidi voelde alle blikken op zich gevestigd en dit maakte haar overmoedig. ‘In één slok drinken we het glas leeg, ja?’

Chantal wilde eigenlijk niet, maar Heidi drong aan.

Intussen hadden Robin en Tom van de kelner vernomen wat voor soort wijn erin zat.

‘Nu!’ riep Heidi.

Tegelijkertijd sloeg Robin het glas uit haar handen, maar Tom was te laat om Chantal de wijn nog afhandig te kunnen maken.

Chantal dronk in één teug het glas leeg. Ze kreeg het gevoel alsof ze van binnen wegbrandde. Ze hoestte en proestte en rende toen, de gasten lachend achterlatend, de benauwde zaal uit, de koele gang in. Chantal leunde tegen de koude muur en voelde zich vreemd draaierig worden. Ze wankelde verder en keek in de spiegel; haar gezicht was helemaal grauw geworden en haar ogen hadden veel van hun helderheid verloren.

Ik ... ik ben dronken ...! dacht ze.

Opeens merkte ze dat er iemand voor haar stond. Ze sperde haar ogen wijd open om te zien wie daar was.

‘Tom ...’ klonk het zwakjes. ‘Ik ... ik ben zo ... naar...’

‘Vind je het gek? Wist je niet wat er in dat glas zat! Eigenwijs!’

‘Ooo dat mag je niet zeggen!’ zei Chantal beledigd. Dan begon ze hard te lachen. ‘Eigenwijs ... Wat ben jij toch aardig ...’

‘Chantal! Je bent stomdronken!’ Tom pakte haar bezorgd bij de arm.

Chantal rukte zich los. ‘Ik wil naar huis,’ zei ze fel... en begon weer te lachen.

‘Wacht hier. Ik kom zo terug.’ Tom rende snel naar het zaaltje terug. Chantal, die hem nakeek en een vertekend beeld zag, begon nog harder te lachen.

Even later kwamen tante Denise, Robin en Heidi met Tom de gang in.

‘Chantal, houd eens op met dat stupide gelach!’ zei tante Denise geïrriteerd. ‘Je bent helemaal beschonken.’ Van de weeromstuit moesten Robin en Heidi ook lachen. Tom staarde echter strak voor zich uit en pakte haar jas. Zorgzaam hielp hij Chantal die aantrekken. Tante Denise kon het feest van haar dochter natuurlijk niet zomaar verlaten, dus zij ging weer naar binnen, nadat ze de jongelui instructies had gegeven.

De koele buitenlucht maakte Chantal niet veel nuchterder. Ze hield wel op met lachen, maar begon nu te zingen! En het was niet mogelijk te zeggen wat erger was. Heidi lachte, maar Tom schaamde zich.

‘Chantal,’ zei hij dringend. ‘Houd je mond!’

Maar natuurlijk luisterde ze niet. Op het laatst zongen Heidi en Robin maar mee, dan viel het valse geluid, dat Chantal voortbracht, niet zo op.

Tom had zijn arm om haar heengeslagen, vooral uit veiligheidsoverwegingen.

Hij haalde opgelucht adem, toen ze thuisgekomen waren. Robin gaf Chantal iets, waardoor de wijn zich minder zou laten gelden.

Chantal liep wat grinnikend naar Tom toe, terwijl ze af en toe een slokje nam van een glas water.

‘Het was leuk vanavond, hè?’

Tom grinnikte en knikte.

‘Wel te rusten, Chantie.’

Hij wilde haar een nachtkus geven, maar Chantal had iets minder goeds in de zin en begon te lachen.

‘Dag, Lodewijk,’ zei ze en gooide de inhoud van haar glas water over Toms hoofd.

Schaterend zocht ze haar kamer op.