65
Als Erik zijn auto parkeert bij het schoolgebouw waar Olivia Toreby als leerkracht werkt, aarzelt Nelly met haar hand op het portier.
‘Zal ik meegaan?’ vraagt ze. ‘Zeg maar wat je wilt.’
‘Ik weet het niet... nee, het is misschien beter dat je wacht.’
‘Zodat je je charmes kunt inzetten,’ glimlacht ze.
‘Precies.’
‘Ik blijf bij je droomvrouw,’ zegt ze terwijl ze een kneepje geeft in het aapje met roze rokje dat aan de sleutel in het contactslot hangt.
Erik loopt over het schoolplein, vraagt de conciërge naar Olivia Toreby en hij wijst haar aan.
Olivia is een jaar of vijftig, een tengere vrouw met een bleek en afgeleefd gezicht. Ze kijkt met haar armen over elkaar naar de kinderen die in het klimrek klauteren. Af en toe roept een kind haar, soms rennen ze naar haar toe en willen ergens hulp bij.
‘Olivia? Ik heet Erik Maria Bark en ik ben arts,’ zegt Erik en hij geeft haar zijn visitekaartje.
‘Arts,’ herhaalt ze. Ze stopt het kaartje in haar zak.
‘Ik wil het met je over Rocky Kyrklund hebben.’
Haar magere gezicht verstrakt een fractie van een seconde en staat daarna weer onverschillig.
‘De politie weer,’ zegt ze alleen.
‘Ik heb Rocky Kyrklund gesproken en hij...’
‘Ik heb al gezegd dat ik niemand met die naam ken,’ kapt Olivia hem af.
‘Dat weet ik,’ zegt Erik geduldig. ‘Maar hij noemde jou.’
‘Ik heb geen idee hoe hij aan mijn naam komt.’
Ze ziet dat een paar kinderen die paardje spelen een springtouw om hun nek hebben gebonden, loopt er snel heen en verschuift het touw zodat het om hun middel hangt.
‘Ik ben klaar met werken,’ zegt ze als ze terugkomt bij Erik.
‘Geef me een paar minuten.’
‘Helaas, ik moet naar huis om de voortgangsgesprekken over tweeëntwintig kinderen voor te bereiden,’ zegt ze terwijl ze wegloopt richting het schoolgebouw.
‘Volgens mij is Rocky Kyrklund veroordeeld voor een moord die hij niet gepleegd heeft,’ zegt Erik terwijl hij zich achter haar aan haast.
‘Heel vervelend, maar...’
‘Hij was destijds predikant, maar ook verslaafd aan heroïne, hij misbruikte mensen in zijn omgeving...’
Ze verstijft in de schaduw voor de trap en draait zich om.
‘Hij was volkomen rücksichtslos,’ zegt ze met lege stem.
‘Dat heb ik begrepen, ja,’ antwoordt Erik. ‘Maar toch verdient hij het niet om veroordeeld te worden voor een moord die hij niet gepleegd heeft.’
Olivia’s grijzende haar valt over haar voorhoofd en ze blaast het weg.
‘Kan ik in de problemen komen als ik vroeger heb gelogen tegen de politie?’
‘Alleen als je dat onder ede in de rechtbank hebt gedaan.’
‘Oké,’ zegt ze en haar smalle mond trekt nerveus.
Ze gaan op de trap zitten. Olivia kijkt naar haar sportschoenen, pulkt iets van haar spijkerbroek en schraapt haar keel.
‘Ik was toen een ander mens en ik wil hier niet bij betrokken raken,’ legt ze zachtjes uit. ‘Maar het is waar dat ik hem indertijd kende.’
‘Hij zegt dat je hem een alibi kunt geven.’
‘Dat klopt,’ bekent ze en ze slikt hard.
‘Weet je het zeker?’
Ze knikt, haar kin begint te trillen en ze slaat haar blik weer neer.
‘Het is negen jaar geleden,’ zegt Erik.
Ze probeert de brok in haar keel weg te slikken, wrijft onder haar neus, kijkt op met glanzende ogen en slikt weer hard.
‘We waren in de pastorie in Rönninge... daar woonde hij,’ zegt ze met gebroken stem.
‘We hebben het over de avond van 15 april,’ brengt Erik haar in herinnering.
‘Ja,’ antwoordt ze en ze veegt vlug een paar tranen van haar wangen.
‘Hoe kun je dat nog weten?’
Haar lippen beginnen te trillen en ze bijt hard op haar onderlip om zich te vermannen voor ze verdergaat.
‘We waren samen aan het afkicken,’ vertelt ze fluisterend. ‘We begonnen op vrijdag en... op de nacht van zondag op maandag was het het ergst...’
‘Ben je zeker van de datum?’
Ze knikt en verliest de controle over haar stem.
‘Mijn zoontje is de vijftiende overleden in zijn ledikantje... ik ontdekte het de dag erna, het was wiegendood, dat is bewezen, het was mijn schuld niet, maar als ik bij hem was geweest, was het misschien niet gebeurd...’
‘Het spijt me heel...’
‘O, god,’ huilt ze en ze staat op.
Olivia keert zich af van het schoolplein, slaat haar armen om haar lichaam en dwingt zichzelf te kalmeren om het verdriet tegen te houden. Erik probeert haar een zakdoek te geven, maar dat ziet ze niet. Ze ademt hortend en wrijft haar wangen droog.
‘Jarenlang wilde ik alleen maar dood,’ zegt ze en ze slikt weer hard. ‘Maar ik heb geen drugs meer aangeraakt, ik ben met niemand naar bed geweest... ik mag nooit meer zwanger worden, ik heb het recht er niet toe, ik... Hij heeft me alles afgenomen... ik haat hem omdat hij me heroïne liet proberen, ik haat hem om alles...’
Ze worden onderbroken doordat er een bal langs ze rolt. Er komt een kind aangehold om hem te pakken en Erik geeft Olivia zijn zakdoek.
‘Niks aan de hand, hoor, Marcus,’ zegt ze liefdevol tegen het kind dat haar met de bal onder zijn arm staat aan te kijken. ‘Ik moet gewoon mijn neus even snuiten.’
Het kind knikt en rent weg met de bal. Erik denkt aan Kyrklunds wisselvallige geheugen. Op sommige momenten in zijn tijd in Karsudden moet hij geweten hebben dat hij onschuldig vastzat en dat de oorzaak daarvan Eriks verraad was.
‘Olivia,’ zegt Erik zacht. ‘Ik begrijp dat het niet makkelijk is, maar ben je bereid om onder ede te verklaren dat jij bij Kyrklund was toen de moord plaatsvond?’
‘Ja,’ zegt ze en ze kijkt hem in de ogen.
Erik bedankt haar en ziet tegelijkertijd dat Nelly hen vanachter het klimrek gadeslaat. Hij begint terug te lopen en vraagt zich af of ze een klacht tegen hem zal indienen als ze het te horen krijgt. Misschien kan hij zelf een melding maken voordat zij dat doet.