USS Dallas Zaterdag, 4.20 uur
Kapitein-ter-zee Robert Ives wist niet hoe hij zich in de onrust staande moest houden - maar een commandant werd niet geacht op de brug van zijn eigen schip op zijn achterste te vallen, ook niet op het hoogtepunt van een tyfoon. Hij had zijn gespierde benen wijd uit elkaar staan en zette zich stevig schrap op het dek. Zo bereed hij de achtbaan van kolkende golven. Op het dek van de brug schoven allerlei losse voorwerpen - van potloden tot blocnotes en kisten - heen en weer.
Regenvuisten beukten de ramen van de brug, en de lijkbleke hemel hing vol met een onnatuurlijk groen licht. Ives keek op zijn horloge, maar wist dat het nog geen dageraad kon zijn - nog niet. De griezelige gloed bracht zijn huid aan het jeuken. Hij had al eerder orkanen gezien. Altijd leken ze iets van een andere wereld, maar nog nooit zo erg als nu.
'Windkracht stabiel op 170 kilometer per uur,' riep Lee Klantze vanaf zijn post. Een map met drie ringen, waarin een lijst van internationale seinen en codes stond, viel van de plank en kletterde op het dek. Klantze schrok ervan. 'Dat is ruim boven het verwachte maximum voor deze storm. Iets jaagt hem aan.'
'Is het oog nog ver weg?' vroeg Ives.
'Dat verwachten we pas over een halfuur, en dan nemen we een kleine koffiepauze. Voorlopig zullen we het gewoon vol moeten houden.'
Ives omklemde de reling bij de post van de commandant. De knokkels van zijn handen waren wit en de pezen in zijn hals staken als stalen kabels uit. 'Zet je schrap. Ik verwacht dat het nog een stuk erger wordt.'
Klantze keek hem verbaasd aan. 'Nog erger dan nu?' Hij wierp weer een blik op de weerkaarten en zocht ijlings steun toen het dek zwaaide. 'Op grond van wat, commandant?'
'Op grond van een steeds sterker gevoel van doodsangst in mijn darmen, overste. Controleer alles,' zei Ives kortaf. 'Zorg dat elke post onder
controle is. Stuur iedereen benedendeks die niet strikt onmisbaar is.'
'Is al gebeurd, commandant,' zei Klantze.
'Doe het dan opnieuw,' beet Ives hem toe, en de jonge plaatsvervanger wankelde op onvaste benen over het bokkende dek om het bevel van zijn commandant uit te voeren.
'Hoe lang duurt het nog tot Bright Anvil ontploft?' vroeg Ives zonder zijn blik van de kolkende schuimkoppen voor de Dallas af te wenden. Hij kon ook zelf op de chronometer kijken, maar wist dat hij zijn bemanning bezig moest houden met routinetaken die ze begrepen; anders verspilden ze te veel tijd aan angst voor de schade die de tyfoon zou kunnen toebrengen.
'Ongeveer een halfuur, commandant,' antwoordde een van de bemanningsleden van Tactiek.
'Achtendertig minuten,' zei iemand anders tegelijkertijd.
'Bedankt,' antwoordde hij. Ives verzweeg zijn mening over de waanzin van wapenontwerpers die ook maar overwogen om een zo kwetsbare proef onder zulke weersomstandigheden uit te voeren.
Een schuimende watermuur sloeg tegen de zijkant van de Dallas. De hele romp klonk alsof op een gong werd geslagen. De torpedobootjager maakte slagzij naar stuurboord, maar kwam toen weer langzaam recht te liggen als een dodelijke walvis die zijn evenwicht hervond. Kapitein-ter-zee Ives hield zich vast en deinde mee. Hij was blij dat hij de Gelukkige Draak niet meer aan zijn romp had.
Zijn plaatsvervanger Klantze had via de intercom met diverse posten op de torpedobootjager gepraat en wankelde terug naar de voorkant van de brug. 'Alle posten melden dat alles onder controle is, commandant,' zei hij. 'Alles is vastgesjord. We zijn klaar voor alles wat ons te wachten staat.'
Ives keek hem aan en fronste zijn voorhoofd boven zijn peper-en- zoutkleurige wenkbrauwen. 'Voor alles, overste? U bent een optimist.'
'Ik zit bij de marine, commandant.' Klantze dacht kennelijk dat hij met dit belachelijke antwoord indruk zou maken op Ives.
'Commandant!' riep de officier Tactiek. 'Ik krijg iets op mijn voorste radar. Er is ... Mijn God, ongelooflijk! Zo groot!'
'Wat is het?' Ives draaide zich om in zijn stoel en verloor bijna zijn evenwicht toen een nieuwe golf tegen de flank van de torpedobootjager sloeg. 'Geef details.'
De officier Tactiek bleef op zijn post en tuurde naar het flikkerende scherm. Zijn ogen werden groot van ongeloof. 'Dat ding is enorm ... en zijn energie ook. Het komt deze kant op. Ook andere sensoren pikken het op. Zelfs de sonar geeft een geweldige beroering in de bovenste waterlagen, veel meer dan wat de storm alleen veroorzaakt. Ik begrijp deze gegevens niet, commandant. Een onweer? Een energiestoot?'
'Bel meteen de Bright Anvil-ploeg,' zei Ives met rampzalige voorgevoelens. 'Licht ze in.' Hij ging zo zacht praten dat niemand anders hem hoorde. 'Dat geeft ze misschien de tijd om zich voor te bereiden.'
'Kan het een probleempje met de instrumenten zijn?' vroeg Klantze, die zich een weg baande naar de post van de officier Tactiek.
'Niet waarschijnlijk,' zei de officier. 'Het is consistent... en de snelheid - dat ding komt steeds dichterbij. We lijken wel in het kruis van een vizier te zitten.'
Ives draaide zich om en wierp een blik door het beregende raam van de brug. Hij zag een bleke, vale gloed op de golven alsof ver weg op het water een vuur brandde. Het deed hem denken aan een felle miniatuurzonsondergang, die uit het niets tevoorschijn kwam.
'Daar is het,' zei Klantze wijzend - alsof Ives het niet ook zelf zag. 'Wat is dat voor iets? Het lijkt wel een inferno.'
Onder de blikken van de brugbemanning zwol de lichtmuur op tot een gloeiende bol die op hen af raasde en ondanks het duister van de orkaan steeds helderder werd.
Ives had iets dergelijks al vele malen eerder gezien, namelijk bij de kernproeven in de jaren vijftig. Het licht en de vorm van een H-bomexplosie waren iets dat hij nooit zou vergeten - en nu kwam het recht op hem af.
Ives pakte de scheepsintercom en schakelde naar algemeen. 'Alle hens! Schrapzetten voor botsing!'
Het laaiende radioactieve licht raasde op hen af over de top van een scherpe, kokende golf - een reep woedend zeewater dat omhoogkolkte en in de hitte van een holocaust verdampte.
Ives stond op zijn post en staarde machteloos uit het raam. Hij had geen oogbescherming, maar in de diepte van zijn verkrampte maag wist hij dat op dat moment niets ook maar enig verschil zou maken. Daarom bleef hij staren terwijl de kracht tegen hen aan joeg.
Het laatste dat hij waarnam voordat zijn oogzenuwen het begaven, was de puntige boeg van zijn zwaar bepantserde torpedobootjager, die doorboog en smolt terwijl de stalen platen smolten.
Toen slokte de muur van licht en vuur de Dallas in zijn geheel op.