Stilte
Dit zijn woorden voor alle ouders die in stilte rouwen om hun gestorven kinderen, de kinderen voor wie geen boom wordt geplant, geen mars georganiseerd, geen bergen bloemen neergelegd, geen petities getekend, geen comités opgericht, geen ballonnen opgelaten, geen bos aangelegd, geen verontwaardigde brieven geschreven, geen volkswoede gevreesd, geen.
Dit zijn woorden voor de vrouw die me achter in een propvolle kerk tijdens de begrafenis van een hoogbejaarde vage kennis aanklampte om het verhaal van haar doodgeboren kind te vertellen. Ik zou het immers begrijpen, zei ze, ik zou weten wat het betekende, maar in alle eerlijkheid, hoezeer haar verhaal me ook aangreep, ik kan me niet beginnen voor te stellen wat het betekent om van een dood kind te bevallen, om vooraf te weten dat de baby in je buik dood is, maar dat je hem toch uit je lijf moet persen, hij kan er niet blijven zitten. Goddank weet ik niet echt wat dat betekent. Maar deze woorden zijn voor haar en voor al wie deze bittere weg heeft moeten gaan. En ook voor de vrouw van wie de schijnbaar kerngezonde zoon zomaar dood neerviel, hij was dertig, haar lieveling, ze had al twee kindjes op erg jonge leeftijd verloren, en ook door haar man was ze in de steek gelaten, hij was er met een ander vandoor. Haar familie begreep niet dat ze na één jaar het verlies van haar zoon nog altijd niet had verwerkt, vond dat het tijd was om op te houden met huilen en jammeren en de morbide details van zijn dood herkauwen. Waarom liet ze zich zo gaan? Tja, waarom?
Dit zijn woorden voor de zwangere vrouw die, opgenomen in een ziekenhuis,’s nachts alleen was toen ondanks de medicatie de geboorte op gang kwam en haar eigengereide tweeling niet langer in haar buik wilde blijven, al kwam hun voortvarendheid op een zelfmoordactie neer, ze waren immers nog lang niet levensvatbaar.
Dit zijn woorden voor de vrouw bij wie vijf keer een bevrucht eitje werd ingeplant, maar die telkens na enkele weken de foetus verloor. Ze moest haar man beloven dat ze het niet een zesde keer zou proberen, dat mocht ze zichzelf en hem niet aandoen, en al begreep ze dat hij gelijk had, zij zou inderdaad eindeloos zijn doorgegaan.
Dit zijn woorden voor al wie met stilte leeft, de stilte van kinderen die niet roepen, niet lachen, niet huilen, niet brullen, niet tateren of brabbelen of opgewonden honderduit vertellen, niet met stift op de muren krabbelen, niet weigeren hun bord leeg te eten, niet stiekem aan de chocolade zitten, niet. Dit zijn woorden voor wie met vergeelde foto’s leeft, altijd dezelfde versteende beelden, bekeken en bestudeerd tot ze niets meer betekenen en er zelfs geen enkele emotie aan kan worden ontlokt. Dit is een omhelzing voor hen die kleren bewaren die nooit meer zullen worden gedragen, die geboortedata onthouden die nooit meer zullen worden gevierd. Dit is een minimonument van papier dat tegen alle verweesde ouders zegt: u bent niet alleen.