1O
Ze was twee dagen in bed gebleven. Geen seconde had ze durven slapen. Ze stond alleen op om haar blaas te legen en de balkondeur open te doen voor Saba. Al haar energie ging op aan het verjagen van de gedachten. Als boosaardige insecten vielen ze haar werkelijkheid binnen en het was een heel gevecht om ze van zich af te houden. Vanja's herinneringen en insinuaties dwongen haar keer op keer naar de rand van de wereld die ze tot de hare had gemaakt. Een appartement van achtenzestig vierkante meter of een lichtkring met een scherp afgegrensde rand. Een beperkt gebied gevormd door een interpretatie van de werkelijkheid waar mee te leven was. Daarbuiten was alles wit. Een wit niets, waar niets was. Maar nu stond ze keer op keer aan de uiterste rand van de lichtkring, met haar gezicht naar het wit, en plotseling besefte ze dat daarbuiten iets bewoog, dat er meer was. In al het wit daarbuiten waren plotseling schaduwen te onderscheiden. Schaduwen van iets wat geen vorm wilde aannemen, maar wel steeds dichterbij kwam.
Vanja's brief was tot as verbrand op het balkon. Toch had dat niet geholpen. Vanja was een geesteszieke vrouw, die gebeurtenissen navertelde die nooit hadden plaatsgevonden en wat misschien eventueel wel echt was gebeurd, was onherkenbaar verwrongen. Alle andere gedachten en overpeinzingen waarmee ze Maj-Britt had opgescheept, waren zo afschuwelijk dat Maj-Britt wilde dat ze ze nooit had gelezen. Ook al was haar eigen relatie met God al lang tamelijk gespannen, om niet te zeggen afwezig, ze wilde beslist niet spotten. En dat deed Vanja wel! Ze spotte vreselijk en aangezien Maj-Britt kennis had genomen van haar woorden, was ze medeschuldig. Ze moest Vanja zo ver krijgen dat ze geen brieven meer stuurde. Ze kon geen troost meer vinden door iets in haar mond te stoppen. Die uitweg was er niet meer, want de afgelopen week was de pijn in haar onderrug zo erg dat ze er misselijk van werd.
Het was twee dagen geleden dat ze uit haar bed was gevallen en Ellinor haar had gered. Vandaag kwam ze weer. Maj-Britt had die nacht bedacht hoe ze van die verplichting tot dankbaarheid af kon komen en wat ze moest doen om het greintje verzoening dat was ontstaan teniet te doen. Ze had zich al uitgekleed. In haar ondergoed lag ze nu op Ellinor te wachten. Als die haar weerzinwekkende lichaam zag, zou ze terugdeinzen van walging en niet meer de overhand hebben. Dan zou ze zich moeten schamen over haar reactie, die ze niet zou kunnen verbergen, en daarmee zou Maj-Britt haar positie herwinnen en het recht om zelf haar afschuw te tonen.
Het briefpapier en een pen lagen al een dag op het nachtkastje. Vlak ernaast lag het briefje met Ellinors mobiele nummer, en hoe zwaar het haar ook viel, ze moest toegeven dat het haar een goed gevoel gaf dat het er lag. Voor als het weer gebeurde.
Ze haatte dat gevoel.
Dat Ellinor haar iets kon bieden wat ze wilde hebben.
Vier verkreukelde kladversies lagen op de vloer. Saba had er een paar keer nieuwsgierig aan gesnuffeld, totdat ze besefte dat het niets interessants was en haar belangstelling verdween. Haar haatgevoelens jegens Vanja waren zo hevig dat de woorden zich niet wilden laten formuleren. Wat ze had gedaan was zo onvergeeflijk. Binnendringen in een wereld waar ze niet welkom was en alles overhoop halen. Beslag leggen op iemands tijd alsof haar verwrongen meningen het overwegen waard waren.
Maj-Britt reikte nog een keer naar de pen en het briefpapier en begon te schrijven.
Vanja,
Ik schrijf je deze brief met maar één doel. Om jou ertoe te bewegen mij geen brieven meer te schrijven!
Dat was goed. Zo zou ze beginnen. Eigenlijk wilde ze daar ook stoppen, omdat dat het enige was wat ze wilde zeggen.
Jouw gedachten en overpeinzingen interesseren me niet, integendeel, ze staan me nogal tegen.
Ze streepte 'nogal' door en schreef er 'vreselijk' boven.
Wat jij denkt en vindt is jouw zaak, maar ik zou dankbaar zijn als ik het niet hoefde te weten. Dat jij je het recht aanmeet om het geloof van mijn ouders te veroordelen, om vervolgens af te zakken naar een heidendom van eigen makelij, doet me gewoon pijn, en gezien het feit...
'Hallo!'
Maj-Britt legde het briefpapier gauw op het nachtkastje en wierp het dekbed van zich af. Ze hoorde dat Ellinor haar jas ophing aan een van de hangertjes in de hal.
'Ik ben het maar!'
Met grote inspanning slaagde Saba erin haar zware lijf over de rand van haar mand te hijsen om Ellinor tegemoet te gaan. Maj-Britt hoorde haar tassen met boodschappen in de keuken neerzetten en naar de slaapkamer lopen. Haar hart ging sneller slaan, niet van ongerustheid, maar eerder van verwachting. Voor het eerst in lange tijd voelde ze zich rustig, absoluut de sterkste. Haar afschuwelijke lichaam was ook haar machtigste wapen. Ze hoefde het maar tentoon te spreiden om de toeschouwer uit zijn evenwicht te brengen.
Ellinor bleef abrupt in de deuropening staan. Je kon zien dat ze iets had willen zeggen, maar dat de woorden in haar mond bleven steken. Een tiende van een seconde dacht Maj-Britt dat ze in haar opzet was geslaagd. Een tiende van een seconde voelde ze zich tevreden, maar toen deed Ellinor haar mond open.
'Mijn god, wat zie je eruit! Dat eczeem moeten we nodig insmeren.'
Maj-Britt trok snel aan het dekbed om zich ermee te bedekken. De vernedering brandde als vuur. Het gevoel van naaktheid overweldigde haar en ze voelde tot haar ontzetting dat ze bloosde. Het had niet gewerkt. Wat altijd werkte bij alle anderen, werkte als gewoonlijk bij Ellinor weer niet. In plaats van dat ze macht had gewonnen en een veilige afstand had herkregen had Maj-Britt haar grootste schande verraden, zich ontbloot en onthuld hoe meelijwekkend ze was.
'Heb je geen zalf die we kunnen gebruiken? Het zal wel hartstikke zeer doen.'
Ellinors bezorgdheid was onmiskenbaar en Maj-Britt slikte en trok het dekbed nog verder omhoog. Ze beschermde zich tegen Ellinors blik en voelde zich net zo voor gek staan als die keer dat...
De vage gewaarwording loste op en verdween in al het wit. Maar iets was dichter bij haar gekomen en ze kreeg plotseling meer moeite met ademhalen.
'Waarom heb je er nooit wat over gezegd? Dit heb je vast al heel lang.'
Maj-Britt reikte naar het briefpapier, maar probeerde haar blote arm zo goed mogelijk te verbergen achter het dekbed.
'Als we er niets aan doen, krijg je straks open wonden. Alsjeblieft, Maj-Britt, mag ik nog eens kijken?'
Dit was ongehoord. Nooit van zijn leven. Ze zou zich van zijn levensdagen niet ontbloten voor dit meisje, dat niet het benul had dat ze afstand moest bewaren. Ellinor en Vanja. Het was net of de hele wereld plotseling tegen haar was gaan samenspannen. Had besloten om binnen te dringen en haar koste wat het kost te pakken te krijgen.
'Ga weg en laat me met rust! Ik probeer een brief te schrijven en je stoort me!'
Ellinor stond haar even zwijgend aan te kijken. Maj-Britt hield haar blik strak op het briefpapier gericht. Er klonk een zacht snuiven, waarna Maj-Britt uit een ooghoek zag dat Ellinor achteruit de kamer uit liep. Saba stond er nog, heel even maar, toen draaide ze zich ook om en liep achter Ellinor aan.
Gezien het feit dat je je hele gezin hebt omgebracht en daarvoor levenslangin de gevangenis zit, zie ik feitelijk geen reden om kennis te nemen van jouw zieke bedenksels! Je brieven storen me en ik wil van meer brieven van jou verschoond blijven. Mijn gezin en ik willen maar één ding en dat is met rust gelaten worden!!!
Maj-Britt Pettersson
Ze schreef het adres erop en zonder eerst nog door te lezen wat ze had geschreven, likte ze de envelop dicht. De geluiden van Ellinors bewegingen door het appartement waren hard en boos en het duurde niet lang voor ze weer in de deuropening opdook.
'Ik heb het eten in de koelkast gezet.'
Ze was duidelijk geërgerd.
'Maar ik heb alleen maar vlees gekocht, zoals je wilde.'
Daarop verdween ze weer. Ze maakte lawaai met emmers en de stofzuiger en kweet zich van haar taken. Maj-Britt bleef in bed liggen en besefte dat Ellinor haar opnieuw ter wille was geweest. Haar baan had geriskeerd door van alle voorschriften af te wijken om het haar naar de zin te maken. Maj-Britt sloeg haar handen voor haar gezicht. Ze kon nergens meer heen vluchten. Haar toevluchtsoord was ingenomen.
Plotseling stond Ellinor in de deuropening van de slaapkamer. Maj-Britt had de voordeur open horen gaan en na een korte aarzeling weer dicht en toen de voetstappen naderden, had ze hartkloppingen gekregen. Ellinor kwam naar haar toe en ging op de rand van het bed zitten, zo ver mogelijk naar het voeteneind toe, waar nog een klein plekje over was. Saba verliet haar mand en ging naar haar toe.
'Ik heb een oudere broer, die zonder armen is geboren. Toen we klein waren, dachten we er niet zo bij na dat hij anders was, het sprak gewoon vanzelf, omdat hij altijd zo was geweest. Mijn ouders hadden er ook nooit veel ophef over gemaakt. Natuurlijk was het een schok toen hij zo werd geboren, maar daarna hebben ze er altijd het beste van gemaakt. Hij was de beste broer van de hele wereld. Hij kon zulke leuke spelletjes verzinnen!'
Ellinor aaide Saba glimlachend over haar kop.
'Pas toen hij een tiener was, besefte hij hoe anders hij was. Zoals toen hij voor het eerst verliefd werd en besefte dat hij niet kon concurreren met jongens die armen hadden en die net zo waren als iedereen. Die "normaal" waren.'
Haar vingers verlieten Saba's nek en markeerden in de lucht dat ze dat een erg slechte benaming vond.
'Mijn broer is zo'n jongen waar alle meisjes van dromen. Grappig, slim, aardig. Hij heeft een humor en een fantasie waar de jongens die ik heb ontmoet niet aan konden tippen, of ze nu armen hadden of niet. Maar toen, in de puberteit, zagen de meisjes hem niet staan, ze zagen alleen de ontbrekende armen, en ten slotte zag hij die zelf ook alleen nog maar.'
Maj-Britt had het dekbed tot aan haar kin opgetrokken en hoopte dat Ellinor gauw klaar zou zijn met de merkwaardige onthulling die ze meende te moeten doen.
'En toen het tot hem doordrong dat hij nooit zou kunnen worden waar hij van droomde, werd hij maar het tegenovergestelde. Van de ene dag op de andere werd hij een echte rotzak, waar niemand raad mee wist. Hij deed zo gemeen dat er niet met hem om te gaan was. Niemand die er iets van begreep. Ten slotte eiste hij dat mijn ouders eigen woonruimte voor hem zouden regelen in een serviceflat, maar daar kon het personeel ook niet veel met hem beginnen. Hij was toen achttien. Achttien jaar en compleet eenzaam, aangezien hij mij en mijn ouders niet wilde zien, ook al waren wij de enigen die zich echt druk maakten om hem. Maar ik trok me er niets van aan. Ik ging een paar keer in de week naar hem toe om hem precies te vertellen hoe ik erover dacht. Dat hij een slome zak en een stumper was en dat hij voor mijn part weg mocht rotten in die kutflat, als hij dat nou zo graag wilde. Hij zei dat ik op moest hoepelen, maar ik bleef hem toch opzoeken. Soms vertikte hij het zelfs om de deur open te doen. Dan schreeuwde ik door het sleutelgat tegen hem.'
Hemel, wat een taalgebruik! Dat iemand zulke onwelvoeglijke taal kon uitslaan! Het getuigde van weinig beschaving en het was platvloers!
Ellinor zweeg plotseling en Maj-Britt vermoedde dat dat was omdat ze adem moest halen. Zelfs zij kon blijkbaar haar onuitputtelijke woordenvloed niet laten stromen zonder zuurstoftoevoer. Jammer dat sommige mensen zo snel konden ademhalen. Ellinor keek Maj-Britt recht in de ogen en ging verder.
'Blijf jij hier maar zitten, stomme lafbek, en verpest je leven maar. Maar je moet niet denken dat je van me af bent, ik zal hier om de haverklap blijven opduiken om je eraan te herinneren wat voor stompzinnige idioot je bent.'
Maj-Britt klemde haar kaken zo stijf op elkaar dat het pijn deed.
'Dat zei ik dus tegen mijn broer.'
Ellinor aaide Saba nog één keer over haar rug voordat ze opstond.
'Nu is hij getrouwd en hij heeft twee kinderen, want hij kon ten slotte niet meer tegen mijn gezeur op. Is er nog iets speciaals wat ik voor de volgende keer moet kopen?'