Hoofdstuk 11
Driemaal is scheepsrecht, dacht A.J.. Hij klemde zijn kaken op elkaar toen hij een heftige pijnscheut door zijn linkerdijbeen voelde gaan.
Hij begon zo onderhand een enorme hekel te krijgen aan het geluid van een krachtige, goed draaiende motor. Op de parkeerplaats, weg van het lawaai van al die mensen bij de deur, had hij hetzelfde geluid gehoord als vlak voor de dood van Slick Williams, én vlak voor die als afleiding bedoelde explosie bij het schuiladres.
Van de autobom was weinig over, en de taxi ernaast stond in brand. Mensen schreeuwden, kreunden of waren juist akelig stil.
‘Claire? Amor?' Hij trok de bril van haar gezicht en zag dat ze hem onnatuurlijk wazig aankeek. Om te voelen of ze ergens gewond was, liet hij zijn handen over haar hoofd glijden. Op haar achterhoofd vond hij een bult ter grootte van een walnoot, waarschijnlijk als gevolg van de smak waarmee hij haar tegen het trottoir had gegooid. Eerst vervloekte hij zichzelf in twee talen, daarna deed hij een schietgebedje in dezelfde twee talen. ‘Zeg eens iets, amor.' Hij streelde haar gezicht. Ze lag daar zo bewegingloos.
Zelf had hij zich echter ook niet verplaatst. Galvan was hier nog ergens, wachtend op een kans haar te raken.
Voorzichtig hief hij zijn hoofd om om zich heen te kijken. Al snel kwam hij tot de ontdekking dat de situatie hopeloos onoverzichtelijk was. Door het licht dat de brandende auto verspreidde, was het daarachter alleen nog maar donkerder. Mensen kwamen de club uit rennen om de gewonde gasten en voorbijgangers te helpen. Misschien waren er zelfs wel doden gevallen. Verscheidene mensen hadden zo veel gedronken, dat ze niet goed meer wisten wat ze met de shock en de pijn aan moesten. Hij zag een aantal mensen dat goed bezig was, maar hij zag ook mensen hysterisch rondlopen, en daartussen waren wel honderden plekken waar je je kon schuilhouden.
Zwart haar, zwarte ogen. Een enigszins pokdalig gezicht. Hij had Galvan alleen op een nogal vage zwart-witfoto gezien. Hoe zou hij hem hier, in deze chaos, in vredesnaam moeten vinden?
Hij draaide zich op zijn zij, waarbij hij onwillekeurig kreunde van de pijn, en viste zijn mobiel uit zijn zak. Hij toetste het alarmnummer in, vertelde kort en bondig wat er was gebeurd en kreeg de verzekering dat alle hulpdiensten onderweg waren.
Plotseling voelde hij Claire onder zich bewegen. Ze probeerde hem van zich af te duwen, maar hij wist dat hij haar niet aan Galvans blikken mocht blootstellen. Wel probeerde hij zijn gewonde been iets anders neer te leggen.
‘Au, het doet zeer als ik ademhaal. O, mijn hoofd...’ ‘Claire?’ Op slag vergat hij alles wat hij ooit over eerste hulp had geleerd, en hij kuste haar snel en stevig op de mond. ‘Zeg alsjeblieft dat je niks mankeert.’
‘Is die taxi de lucht in gevlogen?’ Ze streek het haar uit haar gezicht en deed vervolgens hetzelfde bij hem. ‘Het voelt alsof er een stapel bakstenen op mijn borst is geland.’ ‘Ik heb je nogal hard tegen de grond geduwd.’
Haar wangen kregen weer kleur, en haar ogen stonden nu helder. ‘Mijn hoofd doet ook zeer.’
‘Ik ben bang dat ook dat mijn schuld is.’
‘Volgens mij heb je zojuist mijn leven gered. Wat zwets je nou over schuld?’
Van opluchting glimlachte hij. Zo te horen kwam het weer helemaal goed met haar.
Ze keek om zich heen ‘O nee!’ Nogmaals deed ze een poging om hem van haar af te duwen en overeind te komen. ‘A.J., we moeten die mensen helpen!’
‘Jij moet alleen jezelf helpen,’ zei hij op strenge toon. ‘Galvan loopt hier rond.’
‘Heb je hem gezien?’
‘Nog niet.’
‘Ik wel, volgens mij, toen hij uit die taxi stapte. Zwarte baseballpet. Licht overhemd, loshangend.’
‘Er zijn hier nogal wat mensen die aan die beschrijving beantwoorden.’
Nog steeds probeerde ze onder hem vandaan te komen, en daarbij kwam zijn gewonde been tussen haar schenen terecht.
Hij vloekte.
‘Wat is dit?’ Ze bracht haar hand naar haar gezicht en hapte naar adem. ‘Bloed. Maar ik ben helemaal niet...’ Ze keek hem aan. ‘Jij bent gewond.’
‘Het is maar een schrammetje.’
‘Doe normaal!’
Haar boosheid was roerend, haar bezorgdheid stemde nederig, maar haar daadkracht was absoluut onaanvaardbaar.
‘Claire...’
Ze had zich echter al onder hem vandaan geworsteld. ‘Er staat een verbanddoos achter de bar.’
‘Jij gaat helemaal nergens heen.’
Ze stond al op.
Met dat pijnlijke been kostte het hem enige moeite ook overeind te komen. Tegen de tijd dat dat hem was gelukt, was zij de club al in gehold.
‘Claire!’
Met een pistool gaan zwaaien zou de paniek alleen maar groter maken. Bovendien was het onmogelijk in deze chaos alleen op Galvan te richten.
Een licht overhemd en een zwarte baseballpet. A.J. moest alert blijven.
Hij moest bij Claire blijven.
Tegen de tijd dat hij naar de deur was gestrompeld, kwam zij hem al weer tegemoet.
Oké, zij wilde per se doktertje spelen, maar dan wel op een veiliger plek dan midden op de stoep. ‘Hierheen,’ zei hij dus, naar binnen wijzend. Een paar tellen later liet hij zich op een krukje achter de kassa zakken.
Hij hoorde de sirenes al, maar totdat hij uniformen om zich heen zag, hield hij een pistool onder handbereik.
Claire knielde naast hem op de grond om de wond te inspecteren. Toen ze de zijkant van zijn been aanraakte, kromp hij ineen van de pijn.
‘Zo te zien zit er een stukje spiegelglas in.’ Vragend keek ze naar hem op. ‘Moet ik dat eruit trekken?’
‘Als je het er in zijn geheel uit krijgt.’
Ze trok zijn jas uit en wierp die op de tafel naast hem. Vervolgens trok ze ook een van haar hemdjes uit om dat ter bescherming om haar hand te draaien.
‘Het zal wel flink gaan bloeden,’ zei hij, ‘dus zorg dat je er gelijk iets op kunt drukken.’
‘Ik zal je broekspijp open moeten knippen om er goed bij te kunnen. O, A.J., ik vind het echt heel naar. Dit gaat vast heel erg zeer doen.’
‘Doe het maar gewoon. Ik kan wel wat hebben.’
Ze legde haar hand even tegen zijn gezicht en schonk hem een wrange glimlach. ‘Ik niet.’
Zodra haar blik weer op zijn been gericht was, fluisterde hij: ‘Je kunt veel meer hebben dan je denkt, liefje.’
Een blik op zijn jas leerde hem dat een van de mouwen aan flarden was. Als zij die jas niet aan had gehad, zou dat haar huid zijn en had hij nu haar moeten verzorgen.
Op het moment dat het stuk glas eruit schoot, moest hij een hartgrondige verwensing verbijten. Nou ja, de pijn hield hem in ieder geval scherp.
Ze drukte het hemdje tegen de wond om het bloeden te stelpen en wikkelde er vervolgens verbandgaas omheen om het op zijn plaats te houden. ‘Ik denk dat het gehecht moet worden.’
Hij knikte. ‘Bind het voorlopig maar gewoon af. Het is niet levensbedreigend. Het bloeden zal uiteindelijk wel stoppen.’
Tot zijn verrassing knipte ze met haar vingers en sprong overeind. ‘Debbie doet een verpleegstersopleiding. Die kan vast wel hechten.’
‘Nee!’
Ze was echter de hoek al om en de deur uit.
Gauw duwde hij zijn pistool achter zijn broekband en trok zijn T-shirt eroverheen. Half hinkend snelde hij achter haar aan. ‘Claire?’
Ze bleef even staan om iets tegen een man te zeggen die met zijn hoofd in zijn handen zat. Een andere man gaf ze een geruststellend kneepje in zijn hand. Hoewel ze wel zo verstandig was laag bij de grond te blijven, ging ze zo het hele slagveld over, waarbij ze om de haverklap de naam van haar vriendin riep.
En hij kon haar niet bijhouden!
De eerste politieauto was intussen gearriveerd. Twee agenten begonnen vragen te stellen en trachtten enige orde in de chaos te scheppen.
Eigenlijk zou hij bij hen verslag moeten gaan uitbrengen, maar eerst moest hij Claire weer te pakken krijgen.
Nu was er ook al een ambulance; de brandweer kwam eraan, en er hield een tweede politieauto stil.
Allemaal heel goed natuurlijk, maar het betekende ook dat er nóg meer mensen rondliepen tussen wie Galvan zich verborgen kon houden.
‘Claire?’ Ach, wat kon hem die pijn ook schelen. Wat hem betrof bloedde hij dwars door het verband heen als hij daardoor sneller bij Claire kon komen.
Op dat moment kreeg hij Debbie Dunning in het oog. Ze zat op de parkeerplaats, geknield naast een gewonde man. Hij zag dat ook Claire haar had gezien en versnelde zijn pas om haar in veiligheid te brengen.
Licht overhemd. Donkere pet.
O, shit...
‘Claire!’
Maar natuurlijk kon ze niet horen.
Zwart haar, zwarte ogen.
Dominic Galvan dook uit het donker op en ging achter haar aan. Doordat hij sneller liep dan zij, werd de afstand tussen hen steeds kleiner.
Nee!
A.J. zette het op een lopen. Zijn been protesteerde hevig en klapte zelfs even dubbel, maar onmiddellijk krabbelde hij weer overeind. ‘Het is Galvan! Claire!’ Hij trok zijn pistool en richtte.
De daaropvolgende seconden waren net een gruwelijke nachtmerrie die in slow motion werd afgespeeld.
Eindelijk draaide Claire zich om. Ze zag hem. Ze zag het wapen.
Ze zag Galvan.
Ze wankelde. Ze hapte naar adem. Ze deed een stap naar achteren.
Galvan trok een mes en bleef stug doorlopen.
Die verdomde Renaissance Man. Hij was getraind om op alle mogelijke manieren te doden.
‘Politie, Galvan! Laat dat mes vallen!’
Zonder zijn pas ook maar een moment te vertragen draaide de huurmoordenaar zich naar hem om.
A.J. keek recht in de kille, gewetenloze zwarte ogen die Claire zo goed had beschreven.
Galvan wilde dat A.J. hem zag. Hij wilde dat hij Claires doodsangst zou zien. Hij wilde dat ze allebei wisten dat hij zou winnen.
‘Pistool!’ De twee agenten trokken hun eigen wapen en schreeuwden A.J. toe: ‘Laat vallen!’
‘KCPD!’ riep hij terug, in de wetenschap dat ze hem nooit zijn politiepenning zouden laten pakken zolang hij zijn pistool niet had neergelegd. En dat was hij niet van plan.
Half struikelend kwam Claire op hem af. ‘Dat is Galvan! Dat is hem!’
Er stond niemand tussen Galvan en A.J.’s pistool. ‘Galvan!’
Debbie, die zich waarschijnlijk afvroeg wat er allemaal gebeurde, kwam overeind - precies in de vuurlinie.
‘Madre de Dios. ’ A.J. liet zijn pistool zakken.
Het volgende moment wierpen de twee agenten zich op hem. Ze maakten hem zijn pistool afhandig en werkten hem tegen de grond.
‘Blijf van hem af!’ riep Claire, een van de agenten bij de arm grijpend.
‘Laat maar, liefje,’ zei hij.
Ze kon echter niet zien dat hij iets zei. ‘Hij is een van jullie! Rechercheur A.J. Rodriguez van het KCPD.’ Ze gebaarde naar de parkeerplaats. ‘Dat is de man die jullie moeten pakken.’
Galvan was al verdwenen.
Tegen de tijd dat de agenten A.J.’s penning hadden gecontroleerd, hem zijn wapen hadden teruggegeven en hem hun excuses hadden aangeboden, was Galvan al als een geest opgegaan in de nacht.
Ofschoon A.J. een kruk had meegekregen, stond Claire erop hem ook nog eens persoonlijk te ondersteunen bij het lopen.
De arts die de wond aan zijn been had gehecht, had gezegd dat het allemaal goed zou komen en dat A.J., na een goede nachtrust, de volgende dag weer voorzichtig aan de slag zou kunnen.
Dat ze hem vasthield onderweg van de lift naar zijn appartement, was trouwens niet eens zozeer omdat hij dat nodig had, maar meer omdat ze zich zelf graag aan iets stevigs en betrouwbaars wilde vastklampen, zodat ze niet volledig zou doordraaien. Angst, uitputting, frustratie, schuldgevoel: alle gekmakende emoties van de voorbije week denderden van alle kanten op haar af. A.J. was de reddingsboei die haar weer naar de echte, normale wereld zou kunnen krijgen, en dus hield ze zich stevig aan hem vast.
Aangezien hij, sinds ze de Riverfront Gentleman’s Club hadden verlaten, bijna voortdurend óf zijn arm om haar schouders óf haar hand in de zijne had gehad, had het er alle schijn van dat ook hij behoefte had aan iets om zich aan vast te houden.
Tientallen agenten, al dan niet in uniform, plus een handjevol FBI-agenten en een hulpofficier van justitie, waren in actie gekomen na één telefoontje van A.J. aan Josh vanuit het ziekenhuis.
‘Ik heb hulp nodig, amigo,’ had hij gezegd. ‘Galvan opsporen, een medeplichtige ontmaskeren, Claire beschermen...’ Bij wijze van grap had hij eraan toegevoegd: ‘ Om nog maar te zwijgen van al het bijbehorende papierwerk.’ Hij kon het niet allemaal meer alleen.
Claire had bijna moeten huilen toen ze had gezien hoeveel vrienden en collega’s van A.J. waren komen opdagen om een cordon om het appartementencomplex waar hij woonde te leggen, zodat hij even kon rusten en bijkomen. Anderen hadden zich op het politiebureau op de verslagen geworpen, en weer anderen namen op dit moment bij de Riverfront Gentleman’s Club getuigenverklaringen op.
Blijkbaar wisten ze allemaal wat zij inmiddels ook wist: die rustige man, die kameleon van het KCPD, de rechercheur die een aantal heel bekwame mensen had opgeleid, was meer dan een goede politieman. Hij was een goed mens.
A.J. deed de deur open en duwde haar naar binnen. Nadat hij de grendels op de deur had geschoven, pakte hij haar hand en nam haar mee de woonkamer in.
De laatste keer dat ze hier was geweest, had ze amper iets van haar omgeving gezien. Nu had ze echter wel degelijk oog voor het warme mediterrane interieur in bleek turquoise en donkere aardetinten, dat door de naar binnen vallende zonnestralen werd beschenen.
‘Leuk,’ zei ze.
‘Niet mijn verdienste. Mijn zussen hebben de inrichting voor hun rekening genomen. Die dachten dat ik me er anders met simpele witte muren en een bed vanaf zou maken.’
‘Ze hebben in ieder geval smaak.’
‘Weet je zeker dat je niet naar huis wilt?’
‘Heel zeker.’
Ten eerste wist ze nog steeds niet wie ze kon vertrouwen bij haar vader thuis en wie haar dood wilde. En ten tweede was ze bang dat A.J., als ze eenmaal wegging, wel één of andere nobele reden zou verzinnen om haar daarna nooit meer uit te nodigen.
‘Honger?’ vroeg hij.
‘Als een paard, maar ik denk dat ik te moe ben om te eten.’
‘Iets drinken dan?’
‘Een beetje water zou wel lekker zijn.’
‘Komt eraan.’
Toen hij naar de keuken liep, zag ze nog nauwelijks iets aan zijn been, al wees de groene ziekenhuisbroek die ze hem in plaats van zijn kapot geknipte spijkerbroek hadden gegeven, er natuurlijk duidelijk op dat er iets niet goed was.
Doordat hij voor haar opgekomen was.
Even kneep ze haar ogen stijf dicht. Snel deed ze weer open, in de hoop al die akelige beelden kwijt te raken: A.J. die op haar af kwam rennen om haar te redden, die zich tussen haar en de bom had geworpen, die op het punt had gestaan de man die haar terroriseerde te doden, maar die de gelegenheid voorbij had laten gaan omdat hij bang was geweest onschuldige mensen te raken. Die onschuldige mensen had zij in gevaar gebracht, want ze had geweten dat het Galvan weinig kon schelen hoeveel mensen hij verwondde of doodde voor één perfecte moord.
‘Alsjeblieft.’ A.J. gaf haar een flesje water en gebaarde naar de comfortabele bank en stoelen. ‘Maak het je gemakkelijk. Ik denk dat ze ons wel zo’n vierentwintig uur rust gunnen.’
Ze gunnen je wel vierentwintig jaar, dacht ze, maar ze was te moe om daarover in discussie te gaan. Op het randje van de bank gezeten, draaide ze het flesje open. ‘Je vrienden hebben duidelijk heel veel waardering en respect voor je.’
‘Ja, hoe is het mogelijk, hè?’ Hij liet zich in de stoel tegenover haar zakken en legde zijn been op het voetenbankje. Vervolgens maakte hij het flesje sinaasappelsap open dat hij voor zichzelf had meegebracht.
In de daaropvolgende stilte nam ze een paar slokjes water. Twee nachten eerder had ze zich door heel wat goede bedoelingen en misvattingen heen moeten worstelen om uiteindelijk in zijn armen te kunnen slapen. De afgelopen nacht was er van slapen geen sprake geweest, alleen maar van vernietiging en pijn. En deze ochtend zag het er ook niet echt hoopvol uit.
Nogmaals probeerde ze een gesprek op gang te brengen. ‘Ze lijken me heel aardig allemaal.’
‘Ja.’
Nou ja, hij had haar tenminste niet de rug toegekeerd.
Maar nu hij verder niets zei, was ze overgeleverd aan haar schuldbewuste herinneringen en haar angsten.
Toen ze het dopje terug op de fles draaide, viel haar oog op het opgedroogde bloed onder haar nagels. A.J.’s bloed. Door haar had hij nu negen hechtingen. Een taxichauffeur was dood. Door haar.
Met de nagel van haar duim probeerde ze het bloed onder haar andere nagels vandaan te halen.
Negentien mensen waren gewond geraakt, van wie zes zo ernstig, dat ze inmiddels in het ziekenhuis waren opgenomen.
Bij de gedachte aan Galvans kille zwarte ogen, met daarin de boodschap dat hij haar ieder moment te pakken kon krijgen, voelde ze de adem in haar nog ietwat gevoelige longen stokken. Het zwaaien met dat mes was niet zozeer een dreigement geweest als wel een belofte. Hij kon haar op zo veel manieren treffen: met een vuurwapen, een bom, een mes...
Waarom kreeg ze dat bloed nu toch niet weg?
Haar vermoorden was voor Gal van een spelletje, een uitdaging misschien ook wel, met A.J. erbij. Hij was vast van plan haar zo veel mogelijk te laten lijden. En dat lukte hem al aardig.
Ze sprong zo abrupt overeind, dat A.J. van schrik zijn been van het voetenbankje haalde.
‘Zou ik nog een keer van je douche gebruik mogen maken?’ vroeg ze.
‘Natuurlijk.’
‘Ik voel me vies.’
Ook hij kwam overeind, en hij nam het flesje water uit haar gespannen vingers. ‘Weet je nog waar alles is?’
Ze knikte, al had ze niet echt gezien wat hij had gezegd. ‘Ik ben doodmoe, maar ik kan niet ontspannen.’
‘Je hoeft je niet te verdedigen. Ga maar.’ Hij pakte haar bij de elleboog en duwde haar naar de badkamer. Nadat hij haar een handdoek en een washand had gegeven, deed hij de deur achter haar dicht.
Daar stond ze dan, alleen, midden in de badkamer. Ze draaide de douchekraan open, zodat het water warm kon worden. Ze wilde dat de ruimte zich vulde met warmte en stoom, en ze wilde net zo lang onder de douche blijven staan tot ze tot in alle poriën van haar huid schoon was.
Ze schopte haar schoenen uit, maakte haar riem los en liet A.J.’s spijkerbroek op de grond zakken. Vervolgens trok ze haar hemdje uit, of liever gezegd dat van Debbie. Het zag er niet meer uit. ‘Ik zal nieuwe kleren voor je kopen, Deb,’ beloofde ze haar vriendin hardop. ‘En je kostuum zal ik ook vervangen,’ voegde ze eraan toe terwijl ze de rode beha die ze nog steeds aanhad bij gebrek aan een sluiting over haar hoofd trok. ‘Of nee, ik betaal je studie gewoon. Dan hoef je daar helemaal niet meer te werken.’
Misschien zou ze ook de club een schadevergoeding moeten aanbieden. En wellicht kon ze zorgen voor wat meer verlichting op de parkeerplaats. En een nieuwe taxi voor de gemeente? Misschien moest ze al die mensen maar schadeloosstellen die er de dupe van waren geworden dat zij per ongeluk op een moord was gestuit op de avond dat ze eindelijk eens tegen haar vader in opstand had willen komen.
Mensen zetten voor haar hun leven op het spel, raakten gewond, gingen dood. Het was allemaal haar schuld. Alles.
De elastieken band van de beha bleef in haar haar hangen. Toen ze eraan trok, ging er een pijnlijke steek door haar hoofd. De tranen sprongen in haar ogen, en het volgende moment rolden ze over haar wangen. Ze bleven maar komen.
Met haar armen stijf om zich heen geslagen, stond ze in de stoom te huilen.
Ongetwijfeld had hij geklopt, maar ze merkte pas dat de deur openging toen ze de koude luchtstroom voelde.
Hij had zijn T-shirt uitgetrokken en zijn wapens en holster weggelegd. Slechts gehuld in de groene ziekenhuisbroek, die haar onmiddellijk weer met haar neus op alle akelige feiten drukte, stond hij daar. Hoewel hij heel kalm leek, lag om zijn mooie mond een bezorgde trek. Ook dat was vast haar schuld.
‘Ik dacht dat ik er goed aan deed.’ Haar ademhaling kwam met horten en stoten, en haar kin trilde gênant. ‘Het was niet mijn bedoeling dat jij gewond zou raken. Het was niet mijn bedoeling dat er ook maar iemand gewond zou raken. Waarom raken er zo veel mensen
Hij sloeg zijn armen om haar heen.
Automatisch drukte ze haar gezicht tegen zijn hart.
En terwijl hij haar stevig vasthield, huilde ze.
Misschien dat hij iets tegen haar zei, ze wist het niet, maar ze was emotioneel zo aan haar eind, dat ze niet eens protesteerde toen hij zijn broek en onderbroek uitdeed en samen met haar de douchecabine in stapte. Ze schrok van het water op haar blote rug en drukte zich nog iets dichter tegen hem aan.
Zachtjes duwde hij haar terug onder de warme stralen. Terwijl het water over haar hoofd en schouders stroomde, begon hij haar rug en nek met kalme bewegingen te masseren.
Na een paar minuten voelde ze de warmte van het water in haar lichaam doordringen en kwam ze weer een beetje tot leven. Ze liet haar armen, die ze nog steeds stijf om zich heen geslagen had gehad, zakken en sloeg ze om A.J. heen, haar handen op zijn natte rug. Ze drukte haar bovenlijf tegen het zijne. Met haar ogen dicht kuste ze zijn natte huid, genietend van het contact tussen hen.
Toen hij haar losliet, wilde ze protesteren, maar haar keel was nog rauw van alle tranen die ze had vergoten. Hij trok haar naar voren en deed zelf een stap achteruit. Het water kletterde nu op haar rug. Pas toen ze zijn sterke, maar tedere vingers in haar haar en over haar hoofdhuid voelde, begreep ze wat hij wilde doen.
De kruidige mannelijke geur die haar neusgaten binnendrong, ontlokte haar bijna een glimlach. Geen meisjesshampoo voor deze stoere kerel. Schuim droop in haar nek en gleed langs haar ruggengraat naar beneden.
Rond de bult deed hij heel voorzichtig, maar bij haar slapen pakte hij het wat steviger aan, in een poging de spanningshoofdpijn weg te masseren.
Bij het uitspoelen hield ze haar armen om hem heen geslagen, maar ze boog haar bovenlichaam vol vertrouwen achterover. Daarmee stelde ze haar horsten bloot aan het warme water... en aan A.J.’s hunkerende blik.
Haar adem bleef in haar keel steken door een mengeling van fascinatie en hoop, toen hij zijn hoofd boog en een van haar borsten kuste. Zijn lippen waren teder en stevig, en warmer dan het water dat hen omhulde. Bij het voelen van zijn baardstoppels tegen haar huid huiverde ze even. Bij wijze van tegenwicht beroerde hij hetzelfde stukje huid even later met zijn tong.
Onervaren als ze was, probeerde ze haar lichaam voor zich te laten spreken.
A.J. had maar weinig aanmoediging nodig. Voorzichtig sloot zijn mond zich eerst om de ene en vervolgens om de andere uitnodigend naar voren stekende tepel.
Ze klauwde haar vingers in zijn rug en hapte naar adem bij het voelen van het pure genot dat haar lichaam - dat kennelijk als vanzelf wist hoe het op de aanrakingen van deze man moest reageren - doorstroomde.
Met zijn handen volgde hij het water dat over haar rug stroomde, voordat hij haar billen omvatte. Hij trok haar bekken tegen het zijne om haar de onmiskenbare reactie van zijn eigen lichaam te laten voelen.
Ze kreunde, en onmiddellijk drukte hij zijn mond op haar keel. Even later lagen zijn lippen weer op de hare.
Ze het haar handen over zijn gezicht dwalen, beroerde zijn mondhoeken een voor een met haar duimen en genoot intussen van zijn kus. Toen ze haar handen om zijn hals sloeg en op haar tenen ging staan, liet hij zijn tong haar mond binnen gaan.
Aan de ene kant verwarmd door het water, aan de andere kant door A.J. - en daartussen door een hoog oplaaiende, allesverzengende hartstocht - voelde ze de vermoeidheid van de afgelopen uren van zich af glijden. Het schuldgevoel, de angst, de frustratie en de woede leken steeds minder belangrijk te worden naarmate A.J.’s strelingen en kussen hartstochtelijker werden.
Een primitieve hunkering maakte zich van haar meester. Haar lichaam wist al wat het wilde voor dit tot haar verstand was doorgedrongen. Dit ging over zuiveren, over sterker worden, over vernieuwen. Ze wist alleen niet hoe ze het moest vragen. Ze wist niet hoe ze datgene waarnaar haar lichaam en geest verlangden, onder woorden kon brengen.
Toen ze A.J.’s handen plotseling niet meer voelde, vreesde ze dat het te laat was, dat ze haar kans voorbij had laten gaan en zijn bedoelingen verkeerd begrepen had. Haar hart bonkte tegen haar ribben, en ze slaakte onwillekeurig een zachte jammerkreet.
Het volgende moment voelde ze een washandje op haar rug. Hij waste haar, iets waartoe zijzelf nog niet in staat was geweest.
Haar hart kneep zich even samen en zwol toen op. Steeds weer had hij voor haar gezorgd, steeds weer had hij haar beschermd. Dat hij zo lief en attent was, maakte haar bijna weer aan het huilen. Het liefst zou ze voor hem hetzelfde doen. Als ze dat kon. Als ze maar wist hoe.
Na een kus op haar lippen te hebben gedrukt deed A.J. een stap naar achteren. Hij liet zich op zijn knieën zakken om haar buik in te zepen. Het rode broekje dat ze nog steeds aanhad, trok hij omlaag. Steeds kuste hij een plekje, en maakte het vervolgens schoon.
Het water spoelde wel het schuim weg, maar de plek waar zijn mond haar had aangeraakt, bleef tintelen.
Hij kuste haar heup, haar dij, en kwam heel dicht bij haar intiemste delen. Maar net toen ze dacht dat haar knieën het zouden begeven, draaide hij haar om en begon haar billen te wassen.
Het water van de douche werkte intussen eerder verkoelend nu de temperatuur in haar lichaam zo was opgelopen. Ze hapte naar adem toen ze zijn tanden speels aan haar huid voelde knabbelen.
En toen nam ze een besluit. Ze draaide zich om, pakte het washandje uit zijn hand en trok hem overeind. Daarna duwde ze hem onder de stralen, deed royaal douchegel op de washand en deed wat hij ook bij haar had gedaan. Met het vuil van de lange dag en nacht probeerde ze de angst en het schuldgevoel van hem af te wassen.
Daarbij leerde ze hem als terloops dat een kus op het puntje van zijn kin kriebelde, en eentje op het net geheelde litteken op zijn wang hem een deed huiveren.
Ze liet de washand over zijn platte bruine tepels glijden en zag deze direct reageren. Dus deed ze hetzelfde met haar blote handen. Bij het voelen van de kreun die zijn borstkas deed trillen, begreep ze dat hij dat nog prettiger vond. Daardoor aangemoedigd, ging ze verder met haar tong, wat hem ongeveer eenzelfde reactie ontlokte als haar even daarvoor. Vervolgens liet ze zich op haar hurken zakken om voorzichtig zijn gewonde dijbeen te wassen.
Plotseling drong tot haar door dat ze nu oog in oog zat met het overduidelijke bewijs van zijn opwinding. Heel even joeg haar dat een beetje angst aan, maar al snel maakte dat gevoel plaats voor een soort ontroering. Dat hij zo naar haar verlangde, gaf haar een - misschien minder zichtbare, maar minstens zo krachtige kick.
Misschien hoefde haar gebrek aan ervaring dan toch niet per se een nadeel te zijn, bedacht ze. Haar zelfvertrouwen groeide met de minuut. Aan de juiste man, op het juiste moment, met het juiste doel voor ogen, zou ze misschien precies dat te bieden kunnen hebben waaraan hij behoefte had. Dezelfde kracht, dezelfde begeerte wellicht die hij ook haar had gegeven.
Ze kwam overeind en legde haar hand even op dat bewijs van mannelijkheid. De macht die een man en een vrouw over elkaar konden hebben, verbaasde haar.
Bij het zien van de hartstocht en de belofte in A.J.’s ogen wist ze dat ze niet meer terug konden. En dat wilde ze ook niet.
Het water was intussen koud geworden, maar A.J. sloeg zijn armen om haar heen en verwarmde hun lichamen met een laatste vurige kus. Daarna draaide hij de kraan dicht, wikkelde een handdoek om haar heen en droeg haar naar zijn slaapkamer, waar hij haar op het bed vlijde. Hij vouwde de handdoek weer open en kwam naast haar liggen, met één been over haar benen.
Toen hij het haar uit haar gezicht streek, viel er een druppel water van zijn neus op haar wang. Met een teder gebaar, dat haar diep raakte, veegde hij de huid weer droog.
‘Weet je zeker dat je wilt dat ik de eerste ben, amor?'
Ze wilde dat hij de enige zou zijn. Maar dat zei ze niet. In plaats daarvan glimlachte ze en trok zijn hoofd naar zich toe voor een kus.
Het duurde niet lang voor ze door het gewicht van de man van wie ze hield in de zachte matras werd gedrukt.
‘Het zou een beetje onaangenaam kunnen zijn,’ zei hij.
‘Misschien zelfs pijnlijk. En ik wil je geen pijn-’
‘Je zult me geen pijn doen. Tenzij je nu ophoudt.’
‘Nee, Claire, amor, ik wil niet stoppen.’
En toen waren zijn handen en zijn lippen op haar mond, op haar borsten.
Ze liet haar vingers over zijn natte gespierde rug glijden en kuste hem op zijn kin, in zijn hals. Toen ze zijn vingers eindelijk voelde waar ze ze het liefst wilde hebben, kreunde ze. ‘Dat voelt heerlijk.’
Op het moment dat hun lichamen met elkaar versmolten, bestond er voor haar geen pijn meer. Het enige wat ze wist, was dat het goed was zo, dat alles klopte.
Al snel voerden hun lichamen een rituele dans uit die hen met iedere beweging, iedere stoot dichter bij het ultieme genot bracht.
Op het moment dat ze het uitschreeuwde, drukte A.J. een tedere kus in haar hals. Bijna onmiddellijk daarop bereikte ook hij zijn hoogtepunt.
Terwijl ze nog lagen na te genieten, nog niet helemaal terug op aarde, dacht ze onwillekeurig aan de oudewijvenpraat dat ze hierdoor een vrouw was geworden. Met een tevreden glimlach besefte ze echter dat A.J. haar al lang voor hun eerste kus het gevoel had gegeven dat ze een vrouw was.
En nu had hij haar tot zijn vrouw gemaakt.
Voldaan maar volkomen uitgeput, kropen ze onder de lakens, met hun naakte lichamen dicht tegen elkaar: haar rug tegen zijn borstkas, zijn hand op een van haar borsten, zijn knie tussen haar benen, zijn lippen tegen haar oor. En zo, in een innige verstrengeling van lichaam, hart en ziel, vielen ze in slaap.