Hoofdstuk 7
Zelfs in de aardiger delen van de stad was observeren een rotklus.
A.J. nam een slokje van zijn koud geworden koffie en keek naar twee jongetjes die op hun fietsen voorbijreden. Ze zochten de diepste plassen op de stoep en reden daar joelend en spetterend doorheen. Een prima manier om een druilerige zaterdagmiddag door te komen, toch, als je een hele week opgesloten had gezeten in een klaslokaal?
Kon hij ook maar de stad uit rijden en een rustige gladde weg opzoeken om even lekker te scheuren en het nodige water te doen opspatten! Zijn wilde jaren lagen echter reeds ver achter hem, en sinds dat ontnuchterende telefoontje van zijn moeder - nu achttien jaar geleden - kwam ‘zorgeloos’ niet meer in zijn woordenboek voor.
Je vader is dood, A.J. Waar je ook bent, kom naar huis. Jij bent nu de man in huis.
Op dat moment was hij volwassen geworden.
Wellicht dat al die jaren van undercoverwerk, voortdurend opletten en ervoor zorgen dat zijn partners en hemzelf niets overkwam, nu toch hun tol begonnen te eisen. Het leven leek hem door de vingers te glippen. Een beetje lol, lekker lachen of gewoon de teugels laten vieren was er voor hem al een hele poos niet meer bij. Niet echt, tenminste. Daarom was hij de laatste tijd misschien ook zo rusteloos.
Hij zette zijn koffie in de bekerhouder en liet zijn blik over het donkergrijze L-vormige huis achter de witgepleisterde muur en de groene struiken gaan. Daarbinnen was zij. Met Reed en Henley. Die konden nu genieten van haar glimlachjes en van die prachtige handen van haar, altijd even sierlijk, of ze nu afwaste, een kaartje legde of een boek las.
Misschien dat Claires jeugdige vitaliteit hem daarom wel zo aansprak. Hij had behoefte aan iets meer in zijn leven dan werk alleen. Hij had behoefte aan meer in zijn hart dan louter plichtsbesef. Hij wilde kaartspelletjes doen en glimlachjes uitwisselen en -
Opletten en erbij blijven!
Zijn afdwalende gedachten vervloekend, pakte hij zijn telefoon en belde naar het politiebureau. ‘Josh, als je hierheen komt, wil je dan iets fatsoenlijks te eten voor me meenemen? En sterke koffie?’
‘Wat ben jij vroeg, amigo. Onze dienst daar begint pas om één uur.’ Er kraakte een stoel; blijkbaar ging Josh verzitten. ‘Of ga je me vertellen dat je daar de hele nacht hebt gezeten?’
‘Ik heb hier zitten nadenken.’ Wat moest je anders doen als je twaalf uur lang op de uitkijk zat?
‘Weet je wat ik denk? Ik denk dat je die vrouw gewoon moet versieren. Volgens mij is dat de enige manier om haar uit je systeem te krijgen.’
‘Hartelijk dank, Dr. Phil. Kunnen we het nu dan over politiezaken hebben?’
‘Wat jij wilt. Banning heeft drie verschillende bankrekeningen gevonden waarop Valerie Justice de afgelopen jaren ieder kwartaal zo’n tienduizend dollar heeft gestort. Winthrop geeft royale bonussen, maar echt geen veertigduizend dollar per jaar. Ze was met iets anders bezig.’
‘Al aanwijzingen over waar haar lichaam zou kunnen zijn?’
‘In haar appartement is niets gevonden, al wist Holly Masterson wel te melden dat Valerie de afgelopen week een man op bezoek moet hebben gehad.’
‘Sid Greenstreet?’ Het was maar een slag in de lucht.
Maar als ze konden aantonen dat Dominic Galvan en Valerie Justice elkaar kort voor haar dood hadden ontmoet, zou Claires getuigenis meteen een stuk geloofwaardiger worden.
‘Holly probeert vanochtend het DNA van het materiaal te bepalen, maar als dat van Galvan niet in de databank zit, kunnen we het daar niet mee vergelijken.’
De jongens op de fietsen kwamen terug geracet.
A.J. stak zijn hand op, toen ze naar hem zwaaiden.
Rond het grijze huis bleef het stil.
‘Kunnen we Galvan op de een of andere manier al in verband brengen met een van die dealermoorden?’
‘We hebben wel wat DNA-monsters van de plaats delict van die steekmoord. Die we zouden kunnen vergelijken. Maar van de auto van Slick is helaas bitter weinig overgebleven.’
‘Dat is me bekend.’ In de achteruitkijkspiegel keek hij even naar het roze litteken op zijn wang. De vorige dag waren de hechtingen eruit gehaald. ‘Er móét een verband zijn. Dat weet ik gewoon zeker.’
‘Ik dacht juist dat dat kenmerkend was voor de Renaissance Man: dat er geen enkel patroon is. Als hij verantwoordelijk is voor de moorden op al die dealers, is hij net zo handig met explosieven als in een gevecht van man tot man.’
‘En kan hij ook aardig overweg met vuurwapens.’ Hij deed zijn best om andere mogelijkheden te bedenken. ‘Wat voor iemand zou op al die terreinen vaardig kunnen zijn? En zo goed in vorm, dat hij zo’n carrière twintig jaar volhoudt?’
Josh dacht met hem mee. ‘Iemand van de SEAL-eenheid van de marine bijvoorbeeld?’
‘Of iemand van SWAT of Special Forces. Wie zegt ons dat Galvan niet zo’n soort opleiding heeft gehad?’
‘Zal ik in Tenebrosa navragen of Galvan een militair dossier heeft?’
Hoe weinig slaap A.J. in de voorbije dagen ook had gehad, nu ze op een nieuw spoor zaten, kreeg hij direct weer energie. Hij had het gevoel dat ze voor het eerst een beetje vooruitgang boekten. ‘Staatspolitie, huursoldaten, rebellen... In Tenebrosa woedt al dertig jaar een burgeroorlog tussen verschillende drugskartels. Het is dus heel goed mogelijk dat hij zo’n soort achtergrond heeft. In dat geval moet er toch iemand ergens een adres of een telefoonnummer van hem hebben. Iemand moet toch contact met hem kunnen opnemen als hij zijn uitkering moet krijgen of zo, of als ze hem weer ergens nodig hebben.’
Josh grinnikte. ‘Denk je dat er ook ergens een medisch dossier van hem te vinden is? Hij is vast wel een keer gekeurd.’
‘Laat Powers daar maar achteraan gaan. Die heeft meer middelen tot zijn beschikking dan wij. Goed bedacht, partner.’
A.J.’s nieuwe energie voelde net zo krachtig als de motor van de auto die op dat moment de straat in kwam rijden. De aanblik van de auto bleek overigens een stuk minder indrukwekkend: het was een nogal haveloze Chevrolet die wel een likje verf kon gebruiken.
Er was iets met het geluid van die motor.
Onmiddellijk stonden al zijn zintuigen op scherp. Hij nam het nummerbord in zich op en probeerde de bestuurder in beeld te krijgen.
Zo’n soort geluid had hij eerder gehoord.
De beige Chevrolet hield stil bij een huis een klein stukje verderop in de straat. De bestuurder, die een zwarte gebreide muts en een reflecterend oranje jack met veel zakken droeg, stapte uit, rekte zich eens uit en wreef over zijn rug, alsof hij heel lang had gereden. Vervolgens haalde hij uit de kofferbak een plunjezak, een koffer met visgerei en een paar hengels. De arme kerel had zijn vangst dus óf al opgegeten óf hij had helemaal niets gevangen.
Niet dat A.J.’s zichzelf toestond medelijden met de man te hebben. Hij startte zijn eigen auto en zei in de telefoon: ‘Josh, voor je hierheen komt, moet je even een auto checken. Een Chevy Malibu uit’78, kenteken 68C-4T3.’
‘Is er iets mis?’
De man deed de voordeur open en ging naar binnen. Hij oogde kleiner en gezetter dan Galvan, maar dat jack en al die spullen konden het beeld natuurlijk aardig vertekenen. Zijn gezicht had A.J. nog steeds niet goed kunnen zien.
Hij besloot langzaam langs het huis te rijden. ‘En ik wil graag weten wie er op de Fairway 7520 woont.’ Hopelijk een familie die bekendstond om haar buitenactiviteiten, want anders moest hij er toch maar eens aanbellen.
‘Dat is vlak bij Claires locatie,’ zei Josh. ‘Heb je versterking nodig?’
‘Nog niet. Maar blijf in de buurt van de telefoon.’ Hij verbrak de verbinding, reed de hoek om en toetste het nummer van het grijze huis in.
Een visser was zojuist thuisgekomen van een niet erg succesvol verlopen uitstapje. Dat waren de feiten. Zijn intuïtie zei hem echter dat hij heel snel versterking nodig zou hebben.
‘Nee. Zo.’ Claire boog de wijsvinger van agent Mike Reed in de goede richting. ‘Zo ja, dat is de x.’ Ze maakte de gebaren voor de laatste twee letters van het alfabet. ‘En de y en de z.’
Ze herkende het metalige geluid van de telefoon en zag dat agent Henley opnam en naar de andere kamer liep. Blijkbaar was het iets belangrijks.
De agenten die haar de afgelopen achtenveertig uur hadden bewaakt, hadden al snel doorgekregen dat ze haar hun gesprekken beter niet konden laten ‘zien’. Hoewel ze eigenlijk liever wel wist wat er om haar heen gebeurde, begreep ze dat de agenten hun best deden om haar niet nodeloos ongerust te maken.
Op haar beurt deed zij haar best daar niet al te geïrriteerd op te reageren, al was ze na twee dagen opsluiting wel iets prikkelbaarder dan normaal.
Ze trok haar benen onder zich op de bank en nam een slokje van haar frisdrank.
‘S-E-X-Y.’
Ze moest lachen om Mikes puberale pogingen om woorden in gebarentaal te spellen.
‘Denk je dat mijn vriendin onder de indruk zal zijn? En hoe zeg ik: “lekker ding vamme”?’
‘Ik ben blij dat je geen vieze woordjes wilt leren.’ Ze zette haar glas op tafel, naast het boek dat ze aan het lezen was, en liet hem wat dingen zien waarmee hij zou kunnen scoren. ‘Mooi. Vrouw.’
Intussen wilde ze maar wat graag weten waarover dat telefoontje ging. Was er een doorbraak in de zaak? Hadden ze Galvan?
‘Liefje’ deed ze Mike intussen voor.
Was het maar vast één uur; dan zou ze A.J. weer zien.
Niet dat hij in de tijd dat hij hier was met haar flirtte of zelfs maar pogingen deed haar beter te leren kennen, maar ze voelde zich veiliger bij hem, en niet alleen vanwege Galvan. Ze zat gewoon beter haar vel als hij haar was. Dan voelde ze zich rustiger, sterker, zelfverzekerder. Met hem in de buurt voelde ze zich niet langer gehandicapt - niet door haar gehoorafwijking, niet door haar geld, niet door haar familienaam. Dan was ze gewoon Claire.
Zonder twijfel zou hij het als een bevlieging afdoen, maar ze was als een blok voor hem gevallen. Omdat hij haar het gevoel gaf dat ze normaal was. Omdat hij haar het gevoel gaf dat haar mening er iets toedeed. Omdat hij haar het gevoel gaf dat ze een vrouw was, in plaats van een meisje. Omdat hij haar van alles liet voelen. Daarom.
‘Doe er nog eens een,’ bedelde Mike.
Ze vroeg zich af of hij niet meer indruk op zijn vriendin zou maken door gewoon naar haar te luisteren zoals A.J. naar haar luisterde.
Mike wilde echter ergens mee kunnen knallen, en dus zei ze: ‘Wat dacht je hiervan?’ Ze maakte van haar rechterhand een vuist en stak toen haar duim, pink en wijsvinger op. ‘Dit betekent: ik hou van je.’
‘Hoho, laten we nou niet te hard van -’
Buiten klonk een enorme knal - zo hard, dat zelfs zij het kon horen. De bank waarop ze zat, trilde ervan. ‘Wat-’
Het volgende moment gingen de ramen aan de voorkant aan diggelen en vlogen de scherven de kamer door. Buiten op straat schoten brandende brokstukken voorbij.
‘Plat op de grond!’
Door de kracht van de explosie was ze al half van de bank geschoten, en Mike drukte haar nu met zijn lichaam tegen de grond. Meteen daarop trok hij zijn wapen.
Ze hoorde dat er gegild en geschreeuwd werd, zowel binnen als buiten, maar kon daar weinig van maken.
Mike had zich intussen op handen en knieën gehesen en sleepte haar mee in de richting van de hal in het midden van het huis, waar geen ramen waren.
Ze begon zelf mee te kruipen, tot vlak voor haar een stuk van de deurpost versplinterde en ze door Mike weer tegen de grond werd gedrukt.
O God!
‘Henley!’
Dat geluid kende ze. Niet weer...
Agent Henley was in de deuropening verschenen. Een kogel trof hem in de hals, net boven zijn kogelvrije vest, en hij zakte ineen.
‘Nee!’ gilde Claire. Ze stak haar armen naar de getroffen man uit.
Tegelijkertijd werd ze echter door Mike bij de kraag gegrepen en achter de bank geduwd.
Boven haar hoofd werd een kussen aan flarden geschoten. De vulling dwarrelde over hen heen.
Op dringende toon zei Mike in zijn zendertje: ‘Het gaat hier mis! Er wordt geschoten! Collega geraakt!’ Hij duwde haar de zender in handen. ‘Hier blijven.’
‘Maar ik kan toch niet...’ Ze wilde zeggen dat de reactie aan de andere kant haar zou ontgaan, maar hij tijgerde al naar het dichtstbijzijnde venster.
Vlak naast hem sloeg een kogel in de vloer.
‘Mike!’
Met zijn rug tegen de muur, zijn kogelvrije vest zo hoog mogelijk opgetrokken, kwam hij overeind om een blik tussen de flarden van het gordijn door te werpen. Het volgende moment ging er een schok door zijn lichaam en leken zijn knieën het te begeven.
‘Mike!’
Hij wierp zich weer tegen de muur en liet zich op de grond zakken. Zijn hand hield hij tegen zijn schouder geklemd, waar een grote rode vlek zich in zijn witte overhemd aftekende. ‘Ga naar de schuilkamer!’ beval hij haar met opeengeklemde kaken. ‘Weg hier!’ Hij duwde zijn wapen in zijn goede hand door de kapotte ruit en begon te schieten. ‘Nu!’
Ze wist niet of haar ogen nu prikten van het stof of van de tranen. Er gingen hier mensen dood voor haar. Dood!
Ze moest hier inderdaad weg. Dan zouden ook zij niet langer een doelwit vormen. En dus drukte ze zich zo plat mogelijk tegen de hardhouten vloer, kroop onder de lage salontafel door en trok deze met zich mee toen ze op handen en voeten in de richting van Henleys lichaam ging. ‘Ik vind het zo erg...’ fluisterde ze. Even raakte ze zijn roerloze hand.
Een schot versplinterde een van de poten van de salontafel en stootte het ding van haar rug. Stukjes hout boorden zich in haar blote enkel en voet.
Zonder een kik te geven kroop ze razendsnel over Henley heen en tuimelde de hal in.
Een kogel kwam door de deuropening achter haar aan en bleef in de muur tegenover haar steken.
Wat moest ze in vredesnaam doen? Ze had A.J. nodig. En ze moest nadenken.
Haar blik vloog door de ruimte en bleef op de voordeur rusten, die amper een meter bij haar vandaan was.
Mike had gezegd dat ze naar de schuilkamer moest, oftewel de badkamer aan het andere eind van de hal, bij de keuken. Haar intuïtie zei haar echter dat ze toch wel iets meer zou moeten kunnen doen dan in een hoekje wegkruipen. Dus ging ze op haar knieën zitten, pakte Henley bij zijn kogelvrije vest en liet zich met alle kracht die ze in zich had achterovervallen om hem de hal in te trekken. Na nog een paar rukken had ze hem de hoek om weten te krijgen.
Weer een kogel, en weer vlogen de brokken hout en pleisterwerk haar om de oren.
Nadat ze het gruis van haar gezicht had geveegd, maakte ze Henleys vest open, waardoor zijn bloed over haar vingers stroomde. Door hem van zijn ene op zijn andere zij te rollen wist ze hem van het kledingstuk te ontdoen.
Toen ze het kogelvrije vest aantrok, moest ze haastig wegduiken voor een onverwachte regen van glasscherven van boven de voordeur. Kwam dat door een ricocherende kogel? Had de schutter zich dan verplaatst? Ging dat zo snel? Allemachtig, kon dan niemand Galvan tegenhouden?
Ze besloot Henley nog één offer te vragen. Ze nam zijn pistool uit zijn levenloze hand en kroop toen bloedend en met blote voeten de hal door. Het wapen was zwaarder dan ze had gedacht, en koud. Ze had niet verwacht dat het metaal van een vuurwapen zo koud zou zijn.
Overigens had ze geen flauw idee op wie ze zou moeten schieten. Ze wist niet eens hoe zo’n ding werkte. Het enige wat ze wist, was dat ze niet dood wilde, Ze was niet van plan als een braaf meisje Galvan zijn gang te laten gaan.
Ofschoon ze op het moment geen schoten kon horen of voelen, was er iets wat maakte dat ze zich abrupt omdraaide. Ze ging zitten en hield het wapen tussen beide handen geklemd.
Het hout rondom het voordeurslot explodeerde, en direct daarna vloog de hele deur op haar af.
Ze schreeuwde en hief haar wapen.
Een man in donkere kleren rolde over de vloer naar haar toe.
Haar vinger sloot zich om de trekker.
De man stortte zich boven op haar. ‘Nee, Claire!’
‘A.J.?’
Hij pakte het pistool uit haar hand en trok haar met zich mee.
Ze was zo verbijsterd door zijn onverwachte verschijning, zo lamgeslagen door de angst en nog zo vol adrenaline, dat ze alleen maar haar arm om zijn hals kon slaan. Gewillig liet ze zich over de vloer trekken, tot ze bij een muur kwamen.
Met zijn hele lichaam leek hij zich ervan te willen overtuigen dat ze nog leefde. Hij klemde zijn armen en benen om haar heen, drukte zijn ruwe wang tegen haar gezicht en maakte onverstaanbare geluidjes in haar oor.
‘A.J... A.J...’ Tegen de tijd dat ze in staat was zijn naam te zeggen en te beseffen hoe blij ze was dat hij haar was komen redden, kwam hij al overeind.
Met zijn arm om haar middel sleepte hij haar met zich mee naar de uit zijn scharnieren geblazen voordeur. Hij tilde haar over Henleys lichaam, waardoor hij zichzelf heel even in de vuurlinie plaatste.
Het volgende moment renden ze het betonnen trapje af en over het natte gras naar de zwarte Trans Am, die met draaiende motor midden op het gazon stond.
A.J. rukte het portier open en duwde haar naar binnen, waarna hij om de auto heen rende en achter het stuur sprong.
Toen een kogel tegen de voorruit knalde en daar een enorm spinnenweb in toverde, duwde hij haar hoofd tussen haar knieën. Het volgende moment schakelde hij en trapte het gaspedaal in.
Ze werd alle kanten op geslingerd, toen de auto zich eerst uit het gras en de modder moest ploegen, daarna over het trottoir stuiterde en uiteindelijk op de weg terechtkwam. De motor brulde, en de geur van schroeiend rubber steeg door de vloer van de auto heen naar hen op.
Tegen de tijd dat A.J. zacht in haar nek kneep en zei dat ze weer rechtop kon gaan zitten, reden ze de woonwijk uit, een vierbaansweg op. Te oordelen naar de borden gingen ze terug naar het centrum.
Met een kalme zelfverzekerdheid paste A.J. zijn snelheid aan aan die van de rest van het verkeer.
‘Henley is dood,’ was alles wat ze wist te zeggen.
Hij knikte. ‘Je moet je gordel nog omdoen.’ Hij deed zijn pistool terug in zijn holster en pakte zijn telefoon. Nadat hij een nummer had ingetoetst, klemde hij het toestel tussen zijn schouder en oor, zodat hij één hand vrij had om haar wang even aan te raken.
Het ontging haar niet dat zijn vingers trilden toen hij het haar uit haar ogen streek.
Ze sloeg haar armen om het kogelvrije vest heen en wilde alleen nog maar huilen. Niet omdat ze gewond was geraakt. Niet omdat ze bang was. Niet omdat Galvan een politieman had gedood en een ander had verwond in een poging haar te pakken te krijgen.
Nee, ze wilde huilen omdat A.J. tranen in zijn ogen had.
Het volgende moment knipperde hij ze weg. Zodra er aan de andere kant werd opgenomen, veranderde zijn gezicht in een emotieloos masker. ‘We hebben het pand verlaten.’
Ze kon de woorden zonder problemen van zijn lippen lezen.
‘Ik herhaal: we hebben het pand verlaten. Ik duik onder en neem Claire mee, Josh. Zodra dat enigszins mogelijk is, neem ik contact met je op.’ Even luisterde hij naar wat Josh zei en knikte. ‘Altijd, amigo.’’ Hij draaide zich even om om haar aan te kijken. ‘En ik zal ervoor zorgen dat ook haar niets overkomt.’
‘Wat heeft dat allemaal te betekenen?’ vroeg ze, zodra hij de telefoon weer in zijn zak had gedaan. ‘Hoezo onderduiken met jou?’
‘Van nu af aan zullen we het samen moeten opknappen, amor.’ Hij pakte haar hand en vlocht zijn vingers door de hare. ‘Vanaf nu is je schuilplaats bij mij.’