Hoofdstuk 9

 

 

 

‘Wat betekenen die symbolen?’ vroeg Claire.

Ze zat rechtop in het bed, met de kussens achter zich tegen de muur gestapeld. Ze had de oude catalogus met messen en zwaarden voor de verzamelaar - het enige leesvoer dat ze in het eenkamerappartementje had kunnen vinden - al van voor tot achter doorgenomen. Een televisie was er niet, en ze hadden zelfs geen spel kaarten.

Volgens de klok naast het bed was het bijna drie uur, maar ze was te rusteloos om te slapen.

Het interessantste in de kleine gemeubileerde ruimte was zonder enige twijfel de man die aan de tafel bij het raam zat, slechts gekleed in zijn spijkerbroek. Met zijn gezicht naar de deur en zijn rug naar haar toe, was hij nu al drie kwartier bezig zijn wapens schoon te maken en ze om de beurt even te richten op de stoel waarmee hij de deurknop had klemgezet.

Uiteindelijk deed hij er één met klittenband om zijn enkel, één achter in de band van zijn broek en de grote zwarte - een ‘Glock’ noemde hij die - in zijn holster, die midden op tafel lag.

‘Verwacht je een invasie of zo?’

Het flauwe grapje ontlokte hem geen enkele reactie. Het leek wel of hij degene was met een gehoorbeschadiging.

‘Die tatoeages op je rug, die zien er nogal Chinees uit. Wat betekenen ze?’

Het was een prachtige rug, trouwens. Gespierd, gebruind, glad en bekroond met een paar brede schouders. Hoewel dat vertoon van mannelijkheid haar lichamelijk niet onberoerd liet, werd ze tegelijkertijd onaangenaam getroffen door de harde, onverzettelijke uitstraling van die rug. Ze kreeg het er een beetje koud van.

‘Waar is A.J. een afkorting van? Mijn vader zei dat hij je vader, Antonio, heeft gekend. Ben jij dan Antonio junior?’ Ze gooide de catalogus op de grond en trok haar benen op tot kleermakerszit. Zich afvragend hoe een sfeer die zo geladen was toch zo kil kon aanvoelen, sjorde ze het laken en de deken over haar schoot. ‘Ik heb nooit echt een bijnaam gehad. Ja, mijn stiefbroer noemt me “kleintje”, maar dat vind ik niks. Mijn tweede naam is Landers, naar de meisjesnaam van mijn moeder, maar C.L. bekt ook niet echt lekker. En Claire... nou ja, dat kun je niet korter maken. Dus heb ik altijd gewoon Claire geheten.’

De harde regen die tegen het raam sloeg, maakte het haar onmogelijk ook maar enig ander geluid op te vangen. Ze vreesde echter dat er helemaal niets op te vangen viel.

‘O, verdorie, A.J.! Geef je überhaupt nog antwoord?’ Al haar woede en frustratie kwamen naar buiten. ‘Ik kan niet zien of je iets zegt. Ik kan je niet horen.’

Net zo snel als de emoties in haar waren opgelaaid, doofden ze ook weer. Ze was moe, ze had het koud en ze zat te trillen.

‘Het enige wat ik kan voelen, is dat hij naar me kijkt,’ voegde ze eraan toe.

Net toen ze begon te geloven dat hij blijkbaar zo wreed was om haar helemaal alleen in haar stille wereld te laten, draaide hij zich om op zijn stoel. Zijn gezicht stond grimmig, en in zijn goudbruine ogen brandde niet het vuur dat ze gewend was daarin te zien.

‘Die staan voor vrede, kracht en eer. Ik heet Antonio Joseph, net als mijn vader. En ga nu maar slapen, Claire.’

‘Dat kan ik niet. Je maakt me bang, zoals je bezig bent met al die wapens. Zonder iets te zeggen.’

‘Je hebt alle reden om bang te zijn. Ik maak er een zootje van. Galvan heeft je al twee keer bijna te pakken gehad. Hij heeft een prima kerel gedood alleen omdat hij in de weg stond. En vanavond stonden we midden op straat, op een punt waar Galvan je vanuit tientallen verschillende plaatsen zou kunnen raken. En wat deed ik?’

Aardig zijn? Van het leven genieten? Van me houden?

Niet dus.

‘Ik stond daar als een hitsige puber die alleen nog maar aan seks kan denken! Mijn eerste prioriteit had moeten zijn jou in veiligheid brengen. Dat moet altijd mijn eerste prioriteit zijn. Altijd.’

Dat hij aan seks met haar had gedacht, stond haar wel aan. Dat hij het vreselijk vond dat hij dat had gedacht, bedierf haar plezier echter weer.

‘Je kunt niet de hele nacht opblijven.’ Ze besloot haar gekwetste ego opzij te schuiven en dit nuchter aan te pakken. ‘Je kunt niet vierentwintig uur per dag waken.’

‘Galvan slaapt ook niet.’

‘Natuurlijk wel. Hij is toch ook maar een mens, net als...’ Ja, net als wie eigenlijk? In elk geval niet als iemand die zij kende. En natuurlijk bedoelde A.J. het ook niet letterlijk. Hij wilde zeggen dat Galvan niet zou rusten voordat zij dood was. Of hijzelf.

O, nee. Opeens werd het haar zwaar te moede. Zou dit verstoppertje spelen uiteindelijk daarop uitlopen: op een confrontatie waarbij of Galvan of zij - of zij allebei - de dood zou vinden? Of A.J.? Of andere politiemensen en onschuldige omstanders, zoals haar leerlingen? Zoals Jordan Henley?

Tranen prikten in haar ogen. ‘Ik wil niet dat jij je leven voor mij geeft. Ik wil niet dat er nog meer doden vallen.’

A.J. kwam overeind en pakte de holster van de tafel. Vervolgens liep hij naar de hoekige bruine bank en schoof deze zo dat hij haaks op de deur kwam te staan. ‘Dat is het risico van het vak. Ik ben nu eenmaal politieman.’ Hij ging op de bank zitten, met zijn rug tegen de armleuning en zijn benen voor zich, zodat hij de deur in de gaten kon houden. Zijn Glock lag onder handbereik.

Haar tranen wegvegend, liet ze alles wat hij had gezegd goed tot zich doordringen. Maar dan ook echt goed. Hij moest zijn werk doen. Hij moest zich verantwoordelijk opstellen. En hij vond dat hij tot nog toe nogal wat steken had laten vallen. Hij was heilig van plan het van nu af aan allemaal beter te doen en geen fouten meer te maken. Ook al zou dat zijn dood worden.

Vrede, kracht en eer: symbolen van een man die veel meer was dan een politiepenning en een pistool. Het waren symbolen van karakter, van toewijding, van een geloof ergens in.

‘Je bent veel meer dan een politieman,’ zei ze kalm. ‘Je bent veel meer dan iemand die het recht en de orde moet handhaven. Je bent ook een man. Een broer. Een zoon. Een vriend.’ Je bent degene van wie ik hou. ‘Je moet het jezelf niet kwalijk nemen dat je vanavond meer in de ene rol zat dan in de andere. Politieman zijn is je werk, en volgens mij ben je daar verdraaid goed in, maar het is niet wie je bént.’

‘Maar wel wie ik moet zijn.’

Hoewel hij keek of hij een einde aan het gesprek wilde maken, liet zij zich niet langer afschepen. Dat was haar al te vaak overkomen. En had hij haar juist nu niet heel hard nodig?

‘Kom je niet in bed?’

Ze hadden het er al over gehad dat ze niet in een ongemakkelijke situatie zouden komen in het kleine tweepersoonsbed als de een op de deken zou gaan liggen en de andere eronder, maar kennelijk bleef hij er liever ongemakkelijk en alleen bij zitten.

‘Nee.’ Hij verplaatste de losse kussens van de bank, probeerde ze een beetje op te schudden en gooide ze er uiteindelijk allemaal af. ‘Ik zit hier prima. Ik wil jou goed in de gaten kunnen houden.’

De meter of zo die hen scheidde, leek plotseling een enorme afstand. Intuïtief begreep ze echter dat hij helemaal niet alleen wilde zijn. Maar hij vond dat dat moest. Dus liet ze zich uit bed glijden, de gele deken met zich meetrekkend.

‘Wat doe je nou?’ vroeg hij verrast.

Ze ging op het randje van de bank zitten. Na hem even recht aangekeken te hebben legde ze haar hoofd tegen zijn borst en strekte zich naast hem uit. De deken trok ze over hen beiden heen. ‘Kun je me zo goed genoeg in de gaten houden?’ Met ingehouden adem en doodstil bleef ze liggen, haar oor tegen zijn bonkende hart.

Pas toen hij een diepe zucht slaakte en ze zijn lippen op haar haar en zijn armen om zich heen voelde, nestelde ze zich ontspannen tegen hem aan en deed haar ogen dicht.

 

Amelia Ward was een lekker ding. Bij het zien van haar net iets te korte rokje besefte hij eens te meer waarom hij Valerie Justice had ingeruild voor een nieuwer model.

Het had er alle schijn van dat ze hier voor langere tijd zou kunnen blijven, vooropgesteld dat ze de Deirdre Winthrop-test zou doorstaan en van Deirdres echtgenoot zou afblijven - in het openbaar, althans. Volgens hem kon het Deirdre weinig schelen wat Cain privé deed zolang zij maar niet in verlegenheid werd gebracht, haar machtspositie en haar financiën niet werden aangetast en haar kinderen gewoon de miljoenen zouden erven waarop ze volgens haar recht hadden. Overigens, als Amelia al een oogje op de baas had, was ze daarover tot nog toe heel discreet geweest.

Het was trouwens bijzonder prettig dat ze zich zo snel bij Winthrop had ingewerkt en dat ze zo ongelooflijk efficiënt was. Dat kwam goed van pas in crisissituaties zoals moordonderzoeken, verdwenen dochters en uitgestelde directievergaderingen.

De president-directeur was eindelijk weer op zijn post, omdat hij daarop had aangedrongen, uiteraard. Hij verdiende een hoop geld met goede ideeën en doen alsof het bedrijf altijd op de eerste plaats kwam, en alsof de familie het bedrijf was.

Ook deze ingelaste directievergadering was zijn idee. De zaken moesten gewoon doorgaan, om investeerders en handelspartners ervan te overtuigen dat met Winthrop Enterprises alles prima ging, ondanks de aanslag op Claire en haar daaropvolgende verdwijning. Bovendien konden ze maar beter bezig blijven, om hun gedachten een beetje af te leiden van hoe het met Claire zou zijn, had hij geopperd.

Hij ging op de zwartleren bank in de hal zitten, naast Gina Gunn, en keek zogenaamd geïnteresseerd naar de kleurige vissen in het aquarium.

Alle directieleden, plus nog een aantal andere mensen, waren in de hal aanwezig. De meeste van hen waren verdiept in de papieren voor de vergadering. Peter Landers. Gabriel en Gina Gunn. Marcus Tucker. Rob Hastings. Amelia Ward.

Cain had hen bijeengeroepen om over het Japanse bod te praten, en over de nieuwe richting die Dwight Powers met zijn moordonderzoek in wilde slaan. Die hulpofficier van justitie vond zichzelf vast heel slim, dat hij de frequente reizen van de directieleden naar ontwikkelingslanden of verdachte gebieden wist te gebruiken om hen te dagvaarden op medisch gebied opening van zaken te geven, inclusief DNA-monsters. Iets met nationale veiligheid had hij ervan gemaakt. De bedrijfsadvocaten van Winthrop zouden hem ongetwijfeld de rechtbank uit honen als ze er een zaak van maakten.

Natuurlijk zou het heel goed voor de reputatie van zowel het bedrijf als de familie zijn als iedereen vrijwillig wat DNA zou afstaan, om te bewijzen dat ze niets met Valeries dood te maken hadden. Nou ja, haar veronderstelde dood, natuurlijk. Tegen de tijd dat ze haar lijk vonden, zouden alle eventuele sporen die in zijn richting wezen toch uitgewist zijn.

En zou het niet dóódsimpel zijn om iemand van het laboratorium voor een leuk bedragje zover te krijgen dat het DNA op heel iemand anders wees? Misschien wel op Galvan. Die obsessie voor Claire begon zo langzamerhand vervelend te worden. Ramon Goya zat te wachten met miljoenen aan ‘importgoederen’ die moesten worden gedistribueerd. Als hij van Claire af kon komen, kon Galvan doorgaan met waarvoor hij was aangenomen.

‘Weet u dat zeker?’

Zijn aandacht werd getrokken door de stem van Amelia, waarin zowel opwinding als ongerustheid doorklonk. Ze was aan de telefoon en boog zich net over haar bureau om iets op te schrijven. ‘Wat is uw adres? Als dit ergens toe leidt, zullen we u een cheque sturen.’

‘Amelia?’

‘Momentje.’ Ze legde haar hand op de hoorn en gebaarde hen dichterbij te komen. ‘Ik heb hier iemand die beweert te weten waar Claire is. Blijkbaar hebben sommige mensen dat bericht toch nog gezien. Moet ik dit tegen Mr. Winthrop zeggen? Als het nergens op uit loopt, raakt hij alleen maar nog meer van streek. Wat moet ik doen?’ Vragend keek ze de verzamelde directieleden aan.

‘Ik handel het wel af.’

Ze gaf hem de telefoon.

Een bekend gezicht dook op aan het eind van de bar. 'Weet je moeder wel dat je in een striptent werkt, Rodriguez?

‘Cole Taylor.’ A.J. grijnsde breed en drukte zijn voormalige partner en oudste vriend de hand. ‘Kun je soms niet lezen? Op het bord buiten staat dat hier exotisch gedanst wordt.’

‘O, een chique tent dus.’ Cole haalde zijn vingers door zijn korte zwarte haar en draaide zich om om te kijken naar de danseres op het podium, die net een ballon op een van haar borsten doorprikte. ‘Dan kan ik maar beter wat cultuur opsnuiven.’

A.J. schoot in de lach. ‘Als je je niet snel weer omdraait, bel ik je vrouw.’

In een gebaar van overgave stak Cole zijn hand op, en hij haalde wat geld uit zijn zak. ‘Bij nader inzien lijkt het me toch verstandiger gewoon maar een biertje bij je te drinken.’

A.J. pakte een glas en tapte het vol. ‘Hoe is het met Victoria?’

‘Mijn lieve vrouw is gelukkig en gezond, net als haar man.’

Weer iemand die zijn werk en zijn huwelijksleven zo wist te combineren dat niemand iets tekortkwam. A.J. zag nog steeds niet hoe dat Claire en hem ooit zou kunnen lukken wanneer deze hele toestand voorbij was. Als ze dit überhaupt zouden overleven...

Hij gooide een viltje op de bar en zette het glas erop. ‘Deze is van het huis, amigo.'

Maar Cole schoof een briefje van vijf over de bar en zei: ‘Bedankt, amigo, maar voor deze wil ik graag betalen.’

Hij begreep wat Cole probeerde te zeggen. Die blik kende hij. Zijn oud-collega was hier om hem, zonder dat iemand dat zou merken, een boodschap door te geven.

Dus pakte hij het bankbiljet, draaide de andere gasten even zijn rug toe en las op het papiertje aan de achterkant: lijk gevonden. Daaronder stond een telefoonnummer. Een adrenalinestoot ging door hem heen. ‘Dat meen je niet!’ Cole hief zijn glas op het moment dat de muziek stopte en het nummer afgelopen was. Op de een of andere manier leek hij hier helemaal thuis te horen. Dankbaar gebruikmakend van het gefluit en gejoel dat losbarstte, vertelde hij A.J.: ‘Politiehonden hebben Valerie Justice gevonden op een van de vuilstortplaatsen aan de zuidkant van de stad. Je kunt Holly Masterson op dat nummer bellen; ze doet vanavond de autopsie. Josh zegt dat zij aan het hoofd staat van het forensisch team dat deze zaak doet.’

‘Ik ken haar.’ Hij stopte het telefoonnummer in zijn zak. Hij wilde zo snel mogelijk van Holly horen of zij wellicht bewijzen had gevonden waardoor Claires getuigenis een stuk minder belangrijk werd.

Ook zou hij graag het lichaam willen zien, om enig idee te krijgen van wat Claire had doorgemaakt. Hij wilde dat alles precies zo was als zij her had beschreven, zodat hij naar haar vader - en haar stieffamilie en dat handtastelijke vriendje van haar - zou kunnen stappen om hun voor eens en voor altijd duidelijk te maken dat Claire geen verhaaltjes verzon. In dat koppie van haar zat een buitengewoon goed verstand, en in haar lichaam een groot hart. Als iemand van hen het ooit nog waagde haar te negeren of af te wijzen, dan zou hij...

Dan zou hij helemaal niets. Ze kon inmiddels behoorlijk goed voor zichzelf opkomen en had zijn hulp absoluut niet nodig.

‘En, wie is het nou?’ onderbrak Cole zijn sombere gedachtegang. ‘Ik wil die vrouw weleens zien die jou zo uit je evenwicht weet te brengen.’

‘Wie zegt dat iemand mij uit mijn evenwicht brengt?’

Die stoere praat kwam op Cole al net zo ongeloofwaardig over als op hemzelf. ‘Je hebt het tegen mij, hoor.’ Cole legde zijn handen om zijn glas en boog zich over de bar heen om te fluisteren: ‘Uit wat Josh me heeft verteld en uit wat ik zelf vanavond heb gezien, maak ik op dat je er niet helemaal bij bent. En dat is de A.J. die ik ken nog nooit overkomen.’

De A.J. die Cole kende, zou nooit het leven van een getuige in gevaar hebben gebracht omdat hij haar zonodig moest kussen. Hij zou zijn werk nooit hebben laten beïnvloeden door persoonlijke gevoelens. Hij zou persoonlijke gevoelens gewoon nooit hebben toegelaten.

‘Ik zal dit tot een goed einde brengen,’ verzekerde hij Cole.

Dat had hij zich al honderd keer voorgehouden, vanaf het moment waarop hij deze ochtend wakker was geworden met Claire in zijn armen. Nooit eerder had hij zo lekker geslapen als de afgelopen nacht, met haar als een tevreden katje tegen zich aan genesteld.

En toen ze was gaan verliggen, hadden haar heupen even langs het zijne gestreken, en haar borsten langs zijn borstkas. Nog steeds diep in slaap, had ze haar hand van zijn schouder naar zijn hals laten glijden, alsof ze van hetzelfde droomde als zijn maar al te wakkere hunkerende lichaam.

‘Je doet het weer,’ zei Cole op plagerige toon. Maar misschien was het ook wel als een vriendschappelijke waarschuwing bedoeld.

Weg met die gedachten aan heerlijke nachten en hartstochtelijke ochtenden, zei A.J. streng tegen zichzelf. Tenminste, als het om nachten en ochtenden met Claire ging.

‘Ik zal dit tot een goed einde brengen,’ zei hij nogmaals, maar nu met meer overtuiging, al wist hij niet helemaal zeker of hij het zelf wel geloofde.

Vanuit zijn ooghoeken zag hij iemand met een donkere bril en de houding van een ballerina op de bar af komen. ‘Hé, daar heb je Kiki.’

‘Kiki?’ herhaalde Cole.

Hij knipoogde. ‘Heeft ze zelf verzonnen. Ze wilde altijd al een coole bijnaam, zei ze. En dit was een stuk beter dan C.L.’

‘Hoezo C.L.?’

Claire Landers Winthrop. A.J. fronste zijn voorhoofd. Waarom had hij het belang van die naam niet eerder ingezien?

Claire zette haar lege blad op de bar. ‘Eén Iers biertje en eentje van de tap graag.’

‘Is Peter Landers familie van jou?’ vroeg A.J.

Haar ogen werden groot van verbazing. ‘Waar komt die vraag ineens vandaan?’

‘En? Is hij familie?’

‘Oom Peter is de broer van mijn moeder. Hij heeft haar aan mijn vader voorgesteld, toen het bedrijf nog in de kinderschoenen stond. Ze was dol op reizen, net als mijn vader. Als ze was blijven leven, zou mijn vader waarschijnlijk nooit voor een kantoorbaan hebben gekozen.’

‘En nu is Peter meestal degene die op reis gaat?’

Ze haalde haar schouders op. ‘Vaak wel, ja. Maar Gabe en Rob en Gina ook. Hoezo?’

‘Dat weet ik nog niet precies. Ik had alleen de link tussen jullie namen nog niet gelegd.’

‘Winthrop gaat er prat op een familiebedrijf te zijn.’ Het klonk als het bedrijfsmotto. Het volgende moment liet ze haar blik even onopvallend in Coles richting gaan en zei: ‘Maar ik dacht dat we hier niet over dat soort dingen zouden praten.’

‘Dat is in orde.’ Later zou hij er nog weleens over nadenken of de naam van haar oom eventueel een stukje vormde van de puzzel die dit hele onderzoek was. Terwijl hij de drankjes voor haar klaarzette, zei hij: ‘Dit is Cole Taylor, de grote broer van Josh. We zijn ooit, in een vorig leven, partners geweest. Cole, dit is... Kiki.’

‘Ik dacht al dat ik iets bekends zag.’ Glimlachend drukte ze Coles uitgestoken hand. ‘Je bent net Josh, maar dan met donker haar.’

‘Ik ben net Josh, maar dan knapper.’

Ze moesten allebei lachen.

Al snel werd ze echter weer serieus. Ze keek van Cole naar A.J. en terug, en vroeg: ‘Waarom ben je hier eigenlijk? Is er iets boven water gekomen?’

A.J. dacht aan het briefje in zijn zak, maar het leek hem beter haar het nieuws niet hier, te midden van al die mensen, te vertellen. Aan de ene kant zou ze vast blij zijn dat er nu eindelijk tastbaar bewijs was dat haar verhaal bevestigde, maar aan de andere kant zou ze het allicht heel akelig vinden dat er sectie op een vriendin moest worden verricht.

‘A.J.?’ Even raakte ze zijn pols aan. Zodra ze zich realiseerde wat ze had gezegd, schudde ze haar hoofd en zei: ‘Joe, bedoel ik. Wat is er aan de hand?’

Hij pakte haar hand en gaf er een kneepje in. ‘Breng je drankjes weg en kom dan even naar achter, naar het hokje van de beheerder.’

Ze duwde een lok achter haar oor, die ze automatisch onmiddellijk terug liet vallen, al was er op dit moment niets te verbergen. ‘Nou, nu maak ik me pas écht zorgen.’ Na haar een klopje op de hand te hebben gegeven liet hij haar los en zei: ‘Breng eerst die drankjes maar weg.’ Met een aarzelend knikje pakte ze haar dienblad, en ze begon zich een weg terug te zoeken tussen de tafeltjes door. Aangezien het volgende optreden zo zou beginnen, werd het steeds drukker in de club.

Hoewel A.J. uiteraard wist dat hij niet hoefde te wachten tot ze buiten gehoorsafstand was, wachtte hij tot ze bij haar klanten was voor hij achter de bar vandaan kwam en op dringende toon tegen Cole fluisterde: ‘Holly is dus nu met de autopsie bezig?’

‘Waarschijnlijk is ze al klaar en zit ze nu haar verslag te maken.’

‘Heb jij de komende paar uur iets te doen?’

Cole glimlachte. ‘Ik dacht al dat je dat zou vragen. Ga jij maar op zoek naar je antwoorden. Dan pas ik wel op Miss Kiki.’

Naast Josh was Cole waarschijnlijk de enige aan wie A.J. Claires veiligheid zou toevertrouwen. ‘Zorg dat haar niets overkomt.’

‘Ben je nu nog niet weg?’

‘Denk aan alles wat ik je heb geleerd.’

Dat hij Cole werkelijk nooit voor de gek kon houden, bleek ook nu maar weer eens. Cole zag zelfs meer dan A.J. tegenover zichzelf wilde toegeven. Dat bleek wel toen Cole opmerkte: ‘Je hebt het echt van haar te pakken, hè?’ A.J. wist niet goed wat hij daarop moest antwoorden. Hij wist niet eens of hij er al aan toe was de consequenties van dat antwoord te aanvaarden. Zijn eerste prioriteit was immers deze zaak? En ervoor zorgen dat Claire het er levend afbracht? En dus gaf hij Cole alleen maar een klap op de schouder en zei: ‘Zorg jij nou maar dat haar niets overkomt.’

Hij trof Claire in de gang aan de achterkant van het gebouw, waar ze aan het ijsberen was. Heel even bleef hij staan om te genieten van de aanblik die ze bood in dat strakke hemdje, met daaronder zijn iets te wijde spijkerbroek. Hoe chic en damesachtig ze ook kon zijn, hij wist dat dit de echte Claire Winthrop was: trots op een avond hard werken, energiek, taai, sexy, echt. En net zo scheutig met haar vertrouwen en kwetsbaar als hij cynisch en wereldwijs was.

Cole had het helemaal goed gezien: hij was als een baksteen voor haar gevallen.

‘A.J.’ Met een ruk draaide ze zich om. Zonder aandacht te schenken aan zijn starende blik, stormde ze op hem af en begon te ratelen: ‘Je gaat toch geen rare dingen doen, hè? Met al die wapens? Wat heeft Cole je verteld?’

Zodra hij haar vingers op zijn schouders voelde, legde hij zijn handen om haar middel. ‘Ik ga mijn werk doen en ik wil dat jij hier bij Cole blijft, zodat ik me geen zorgen over je hoef te maken.’

‘Ik wil met je mee. We zijn toch een team?’

Aangezien er om de haverklap een danseres voorbij kwam rennen, keek hij om zich heen om te zien of er een plek was die hun meer privacy bood. De deur links van hem, met daarop het bordje beheerder, leek hem te wenken. ‘Laten we hier naar binnen gaan.’ Nadat hij het licht aan had gedaan, duwde hij haar het kleine vertrek in.

Het stonk er vreselijk naar verf en ammonia, en er was amper ruimte om met zijn tweeën te staan, maar van herrie of nieuwsgierige blikken hadden ze hier in elk geval geen last. Bovendien had hij nu alle gelegenheid om zijn vingers in haar haar te vlechten, haar op haar tenen te trekken en een kusje te stelen. En nog een.

En toen kon je het nauwelijks nog stelen noemen, aangezien zij intussen haar armen om zijn middel had geslagen en zijn kus gretig beantwoordde.

‘A.J.?’ vroeg ze op een gegeven moment.

Nog eentje.

‘A.J., wat -’

Nog eentje dan.

In een uiterste poging de politieman in hem over zijn persoonlijke verlangens te laten zegevieren, maakte hij zijn mond van de hare los en haalde eens diep adem. Vervolgens trok hij haar stevig tegen zich aan, haar hoofd tegen zijn borst.

Met een tevreden zucht nestelde ze zich tegen hem aan.

Het liefst zou hij zo nog een hele poos zijn blijven staan, maar de klok tikte door. Dus boog hij zich een stukje naar achteren, legde zijn handen om haar gezicht en zorgde ervoor dat ze de woorden van zijn lippen kon lezen. ‘Het lichaam van Valerie is gevonden. Ik moet naar het lab om zo veel mogelijk informatie over de autopsie te verzamelen.’

‘En wat moet ik in de tussentijd doen?’

‘Ervoor zorgen dat je geen gevaar loopt. In leven blijven.’ Hij streek het haar van haar slapen en liet zijn vingers, trillend van verlangen, over haar oorschelpen glijden. ‘Ervoor zorgen dat ik hier weer bij je terug kan komen.’

Ze streelde zijn gezicht, waardoor ze de nieuwe, angstaanjagende emoties die door hem heen gingen weer enigszins tot rust bracht. Hij bespeurde diezelfde sereniteit die de vorige avond zo’n heilzame uitwerking had gehad op zijn twijfels en schuldgevoel.

‘Ik wacht op je,’ beloofde ze hem.

Nog heel even trok hij haar dicht tegen zich aan.

Hoe zou hij haar ooit kunnen laten gaan en zijn normale leventje kunnen oppakken wanneer dit voorbij was? Hij zag zichzelf nog niet bij de familie Winthrop aan tafel zitten. Bovendien, Claire met haar sprankelende persoonlijkheid had niets te zoeken in de duistere wereld waarin hij zich bewoog.

Maar hij wilde haar niet kwijt. Hij wilde dit niet kwijt. Hij wist dat dat hem helse pijnen zou bezorgen, maar hij wist ook dat hij er nooit meer overheen zou komen als ze gewond raakte. Of erger nog: als ze zou worden gedood.

Omdat hij nog het een en ander tegen haar wilde zeggen, dwong hij zichzelf een stapje achteruit te doen, zodat ze elkaar konden aankijken. ‘Mijn intuïtie zegt me dat we ons doel naderen, dat een belangrijke doorbraak in de zaak niet lang meer op zich laat wachten. Ik moet nu gaan kijken of ik de feiten kan vinden waarmee we die doorbraak kunnen realiseren.’

Ze knikte ten teken dat ze het begreep. ‘Alleen zullen Galvan en zijn medeplichtige als de druk wordt opgevoerd, ook sneller geneigd zijn tot actie over te gaan, toch?’

Blijkbaar had ze al aardig wat van hem geleerd. ‘Cole zal over je waken. Ik zou hem mijn eigen leven toevertrouwen, dus ook dat van jou.’ Hij legde zijn duim en wijsvinger om haar kin om er zeker van te zijn dat hij haar volle aandacht had. ‘Je gaat dit gebouw niet uit. Je gaat nergens in je eentje naartoe. Als er klanten zijn die moeilijk doen, zegje dat tegen Cole. Als je weer het gevoel krijgt dat er iemand naar je kijkt -’

‘Ik zal me keurig gedragen.’

Haar geruststellende glimlach deed zijn angsten bijna verdwijnen. Bijna.

‘Daar ben ik ook niet bang voor,’ zei hij. ‘Ik maak me meer zorgen om die ander.’ Waarom glimlachte ze nu nog steeds, vroeg hij zich af. ‘Ik word helemaal gek als ik bedenk dat iemand jou iets wil aandoen. Ik wil zeker weten dat jou niets overkomt.’

Opnieuw knikte ze.

Misschien begreep ze wel veel meer dan hij eigenlijk wilde.

‘En ik wil dat jij die antwoorden gaat zoeken,’ zei ze. ‘Ik wil dat je erachter komt waarom mij dit allemaal overkomt, A.J. Ik wil dat je ervoor zorgt dat het ophoudt. Ik wil mijn leven terug.’

En hij zou ervoor zorgen dat ze dat terugkreeg, ook al zou hij daar dan zelf geen deel van uitmaken.

‘Mocht iemand je ook maar iets willen doen, bijt van je af, geef ze ervanlangs,’ drukte hij haar op het hart.

‘Een paar uurtjes, toch?’

‘Cole is bij je.’

‘A.J., ik...’ Ze pakte hem bij zijn T-shirt. Dat wat ze niet onder woorden bracht, toverde een frons op haar gezicht.

‘Wat is er?’

Ze streek alles glad, inclusief haar voorhoofd, en zei met een glimlach: ‘Niets. Kom gewoon zo snel mogelijk terug.’

Hij boog zich naar haar over voor een laatste, snelle, hartstochtelijke kus, waarin alles besloten lag wat hij haar te bieden had.

En toen was hij weg.