Hoofdstuk 9

 

 

 

Met haar schoenen in haar handen glipte Laura de volgende ochtend om acht uur Nicks kamer uit. Hoewel Nick in diepe slaap verzonken was, bleef ze tot halverwege de gang op haar tenen lopen. Pas toen trok ze haar pumps aan. Peinzend liep ze de hoek om naar haar eigen kamer.

Drie keer had ze er die nacht over gedacht uit Nicks kamer weg te sluipen. Drie keer had ze haar plan niet uitgevoerd. Ze had allerlei excuses bedacht. Hij had zijn arm om haar heen geslagen, zij wilde hem niet storen, het was te koud, er was te weinig licht.

Eén nachtje, zei ze tegen zichzelf. Eén nachtje, Laura, dat was alles wat je wilde. Dat nachtje heb je nu achter de rug, dus wat doe je dan nu nog moeilijk? Er zijn toch geen problemen meer?

Er waren nog problemen te over.

Bij de deur van haar kamer aangekomen, maakte ze haar tasje open om de sleutel te zoeken. Het was nooit haar bedoeling geweest tegen hem te liegen. Haar vingers tastten tussen lippenstift, een borstel en een portemonneetje. Het was nooit haar bedoeling geweest die ene keer in een goedkoop licht te plaatsen door Nick de indruk te geven dat ze gewoon een lekker nachtje wilde. Ze graaide tussen een aantal oude kwitanties en een flesje parfum. Eindelijk had ze de sleutel te pakken. Het had een haar gescheeld of hij had haar littekens ontdekt. Eigenlijk was het een wonder dat het niet zover gekomen was. Alleen een volslagen dwaas zou de risico's hebben genomen die zij had genomen.

Ze stak de sleutel in het slot. Het grootste probleem was haar enorme begerigheid. Eén nachtje was niet voldoende. Door met hem naar bed te gaan was de liefde juist ingesloten in plaats van buitengesloten. Hij gaf zoveel. Hij had zoveel nodig. Hij...

Met een zucht duwde ze de deur open. Toen bleef ze stokstijf staan. Voordat de angst haar bekroop, was er sprake van diepe geschoktheid.

De vorige middag had ze wel een lampje laten branden, maar niet het plafondlicht. Ook had ze het bed keurig opgemaakt achtergelaten. Haar koffer was dicht geweest. De gordijnen waren open geweest. Schoenen en toiletartikelen had ze netjes opgeborgen.

Het bed was helemaal afgehaald en iedere lade was uit de kast getrokken. Haar koffer was opengebroken. Haar blouses, haar gele mantelpakje, haar kousen, haar ondergoed — alles was aan stukken gescheurd. Zelfs de bekleding van haar koffer was opengereten.

Niets was gespaard. In de badkamer was haar tube tandpasta opengesneden, haar lippenstift was geknakt en haar parfumflesje was aan gruzelementen gesmeten.

Het was zo akelig stil, dat ze haar eigen hart hoorde bonzen. Haar blik gleed over het slagveld, maar nog steeds drong het niet werkelijk tot haar door wat er gebeurd was. Dit kon toch onmogelijk realiteit zijn? Waarom zou iemand een tube tandpasta kapotsnijden?

Ze keek naar het bandje van haar gouden horloge, dat op de toilettafel lag. Het was het enige van waarde dat ze had meegenomen. Welke dief zou al die moeite doen en dan dat horloge laten liggen?

Laura drukte haar trillende handen tegen haar slapen.

Terwijl ze dat deed, besefte ze dat er niets gestolen was. De kamer zelf was ongeschonden. Alleen haar persoonlijke bezittingen waren vernield. Niet gestolen. Vernield.

Een golf van angst joeg door haar lichaam. Enkele ogenblikken was ze niet in staat zich te verroeren. Het was zo weerzinwekkend. Geweld in welke vorm dan ook was weerzinwekkend, maar het idee van geweld dat zó duidelijk op een bepaalde persoon was gericht, maakte haar helemaal misselijk. Plotseling oogde het felle licht van de plafondlamp dreigend. Haar blik schoot naar de telefoon. Ze kon zich er echter niet toe zetten erheen te lopen.

Ze deed een stap naar achteren en vervolgens nog een. Toen draaide ze zich bliksemsnel om en holde de gang in. De kamernummers flitsten voorbij - 709, 711, 713, 715. Ze klopte op Nicks deur. Toen ze geen gehoor kreeg, begon ze te bonzen.

Met zijn broek aan maar nog niet dichtgeknoopt, greep Nick de deurklink vast. Hij zou dat kamermeisje eens goed de les lezen. Bij het zien van Laura's gezicht was hij meteen klaar wakker.

'Hallo. Het spijt me dat ik je wakker heb gemaakt, maar

'Wat is er aan de hand?'

Ze probeerde iets te zeggen, maar plotseling kon ze zelfs niet meer normaal ademen. Het was net of er iemand anders in haar lichaam was gekropen, iemand van ijs. Ze was Laura niet meer. Dat bracht haar nog het meest in paniek.

Een voorbijganger bleef nieuwsgierig bij de deuropening talmen. Nick trapte de deur dicht en nam Laura in zijn armen. 'Eén vraag. Geef snel antwoord. Heb je lichamelijk pijn?'

'Nee. Nee, ik-' Verder kwam ze niet.

'Goed. Stil maar. Niet praten. Ontspan. Het is allemaal in orde.' Hij drukte haar koude wang tegen zijn blote borst. Haar satijnen blouse was volledig verkreukeld. Hij maakte het nog erger door met zijn handen rusteloos over haar nek, schouders en rug te wrijven, in een poging iets van zijn lichaamswarmte op haar over te dragen.

'Ik weet niet wat er met me aan de hand is! Ik

'Sst.' Kennelijk had ze nooit eerder een angstaanval gehad. 'Je bent veilig. Je bent veilig, Laura.'

'Ik kan daar niet meer naar binnen gaan -'

'Jij gaat nergens naar toe.'

'Het was niet zomaar toeval! Dat maakte me juist zo bang. Als het toevallig was geweest, hadden ze mijn horloge wel meegenomen. Ik —'

'Wil je nu eens even stil zijn?' Hij streelde haar, wreef over haar haar, troostte haar. Langzaam maar zeker begon haar bloedcirculatie weer op gang te komen. Ze rilde niet langer zo hevig. Haar ademhaling werd regelmatiger. Teder hield hij haar een stukje van zich af om naar haar gezicht te kunnen kijken. Haar wangen waren nog spierwit, haar lippen waren paarsrood. Haar ogen drukten uitputting, angst en schaamte uit. Ze deed een poging zich uit zijn armen los te maken.

'Ik voel me net...' Het lukte haar nog steeds niet op een normale toon te spreken. 'Een volslagen idioot. O, Nick, het spijt -'

'Waag het niet die zin af te maken!' Hij streek haar haar naar achteren. Er drongen zich allerlei vragen aan hem op. Zijn hele lichaam was gespannen, als reactie op datgene wat haar die angstaanval had bezorgd - wat het ook precies geweest mocht zijn. Over één ding was hij in ieder geval opgelucht: ze was naar hèm toe gekomen. In nood had ze bij hem steun gezocht.

'Verdorie, Nick, sta daar niet te glimlachen. Je begrijpt het niet. Ik zal je vertellen wat er is gebeurd.'

'Ja, en wel meteen,' reageerde hij met een knikje.

Zijn glimlach was snel verdwenen. Toen hij eenmaal naar de telefoon greep om de beveiligingsdienst van het hotel te bellen, vertoonde zijn voorhoofd een diepe frons. Binnen vijf minuten stonden er drie mannen van de hotelleiding voor de deur.

Nick liet Laura in zijn kamer achter en liep met de mensen van het hotel naar die van haar. Hij zinderde van woede toen hij de schade zag. Zoals hij al had vermoed, was het hotel tegen dergelijke gebeurtenissen verzekerd. De hotelleiding was bang voor negatieve publiciteit. Men had zich altijd veel inspanning getroost om voor de gasten een veilige omgeving te creëren. De drie mannen wisten ook geen verklaring voor het gebeurde te geven.

De politie stond eveneens voor een raadsel. Men bleef rare vragen stellen over wrokgevoelens, oude veten en persoonlijke vijanden. Iedereen die de kamer zag, was het erover eens dat het een actie tegen Laura persoonlijk betrof, maar verder waren er slechts onopgeloste vragen. Waarom was er niets meegenomen? Wie was de dader? Welk motief stak er achter de daad?

Motief. Dat woord bleef door Nicks hoofd gonzen. Zijn parels waren kennelijk het motief geweest. Het probleem was echter dat slechts een handjevol mensen van hun bestaan wist, en in New York was dat alleen Saul Rothburn. Maar Saul had de parels juist in zijn bezit.

Nick was met Laura alleen, toen haar gezicht opeens lijkbleek werd. Tot dat ogenblik had zij nog geen verband gelegd tussen zijn parels en de inbraak. Struikelend over haar woorden, vertelde ze hem over een buurman, over suiker in een benzinetank en over een ontslagen werknemer.

'Ik had het je misschien eerder moeten vertellen, maar dat is nooit in me opgekomen. Thuis weet niemand iets van jouw parels, Nick. Ik zou het je meteen hebben verteld als ik het vermoeden had gehad dat jouw parels iets met mijn zakenproblemen te maken hadden. Zo'n verband was onmogelijk. Zelfs nu kan ik nog geen verband leggen tussen hetgeen hier is gebeurd en hetgeen er in Tennessee is voorgevallen.'

Dat verband wist Nick evenmin te leggen, maar nu had hij wel een indruk van de problemen die haar de afgelopen weken hadden gekweld. Hij belde Saul op, zegde de afspraak voor de contra-expertise af en veranderde hun vluchtreservering.

'Wacht nu eens eventjes,' zei Laura telkens weer.

Die reactie herhaalde ze nog enkele malen tijdens zijn tweede serie telefoontjes. Hij wist dat ze toiletspullen nodig had en hij wist ook dat die zwarte rok en die verkreukelde satijnen blouse op dit moment haar enige kledingstukken waren. Ze had behoefte aan kleren, aan een douche en aan iets te eten. Al die dingen ontkende ze. Ze wilde hem zelfs niet vertellen welke schoenmaat ze had.

De pakjes werden bezorgd door iemand van roomservice. Laura was nog steeds aan het protesteren toen Nick haar in een taxi trok, die hen naar het vliegveld zou brengen.

Ondanks al het gehaast, ondanks alle onbeantwoorde vragen en ondanks alle problemen voelde Nick zich merkwaardig ontspannen. Hij was er zich heel goed van bewust dat Laura zijn reactie overdreven vond. Het was geen overdreven reactie. Hij reageerde slechts op behoeften.

Zijn liefdesnacht met Laura had hem pas goed duidelijk gemaakt hoezeer hij haar nodig had. Zij had hem eveneens nodig, zo was die ochtend opnieuw gebleken. Misschien niet zo sterk als hij haar nodig had, maar hij kon niet te veel ineens verlangen.

Hij zou niet bij haar weggaan. Dat stond als een paal boven water.

 

'Wilt u biefstuk of kalfsoester?' vroeg de stewardess.

Laura schudde haar hoofd. 'Ik wil niets. Dank u

'Voor ons allebei biefstuk,' viel Nick soepeltjes in. 'En voor mevrouw graag een glas wijn bij de maaltijd.'

De stewardess klapte de bladen uit, zette de bestelling neer en liep verder.

'Nick, ik heb geen trek,' zei Laura.

'Dacht je dat ik voor jou had besteld? Die maaltijden in vliegtuigen zijn zo klein, dat ik er wel twee op kan. Maak het nu eerst maar eens open en kijk hoe het eruitziet.'

'Dat zal ik doen, maar ik kan je nu al verzekeren dat het geen verschil maakt.' Laura verwijderde de aluminiumfolie. Gebakken aardappeltjes, worteltjes met peterselie en biefstuk. Ze rommelde wat met het bestek, enkel en alleen om iets te doen te hebben.

Nick pakte de vork uit haar hand en prikte er een aardappel aan. 'Probeer nu eens één aardappeltje,' zei hij op overredende toon.

'Ik heb je iets te melden, Mr. Langg.'

'Zo, zo.'

'Ik ben vanochtend niet ineens in een bang wezeltje veranderd.' Ze stak de aardappel in haar mond, omdat ze ervan overtuigd was dat Nick anders de hele tijd met die vork voor haar neus zou blijven zwaaien.

'O.'

'Ik ben een beetje moe. Het is een verschrikkelijke dag geweest. Goed, ik geef toe dat ik vanochtend doodsbenauwd was, maar dat betekent niet dat ik nu nergens meer heen durf zonder jou.'

'Nu je dat hebt gespuid, moetje eens een stukje van die biefstuk proberen.'

'Ik heb geen trek.'

'Natuurlijk het je wel trek. Je hebt de hele dag nog niet gegeten.'

Vertwijfeld sloot ze haar ogen. Hoe kon een vrouw die doodop was een woordenwisseling aangaan met een stoomwals?

Toen ze haar ogen weer opensloeg, zag ze dat hij er nog niet tevreden mee was dat ze de biefstuk naar binnen had gewerkt. Nu zat hij weer met een vork met wat worteltjes voor haar neus te zwaaien.

'Ze zijn heerlijk. Je moet ze echt proeven.'

Ze nam een hap, in de ijdele hoop dat ze nu eindelijk eens gewoon met hem kon praten. 'Nick, je kunt niet met mij mee naar huis gaan, en je kunt al helemaal niet in mijn huis logeren. Er is geen enkele reden toe. Jij hebt deze hele zaak tot belachelijke proporties opgeblazen.'

'Je hebt je wijn nog niet aangeraakt.'

Een zucht ontsnapte haar. 'Nick, heeft dit soms met vertrouwen te maken? Heb jij het idee dat ik iemand iets over het project heb verteld? Dat is niet zo.'

'Dat idee heb ik ook nooit gehad.'

'Ik zou je wel iets hebben verteld over de problemen die ik de laatste tijd heb gehad, als ik de indruk had gehad dat ze op een of andere manier iets met jouw parels te maken hadden. Die indruk had ik niet, en die indruk heb ik nog steeds niet. Voordat we dat voedingsrecept van jou op grotere schaal gaan toepassen, zal ik geheel nieuwe beveiligingsmaatregelen treffen. Ik zal mijn zaken anders opzetten...'

'Dat is een van die dingen die we thuis zullen bespreken,' zei Nick. Laura was er kennelijk vast van overtuigd dat hij uitsluitend met haar mee terugging vanwege het project met het voedingsrecept. Het was misschien beter dat hij haar voorlopig in die waan liet.

De stewardess kwam terug om op te ruimen. Nick klapte de bladen weer in de stoelen, zodat hij meer beenruimte had. Daarna draaide hij zijn gezicht naar Laura toe.

Het enige dat hij deed, was haar aankijken. Dat had niettemin tot gevolg dat er zich een wee gevoel door haar lichaam verbreidde. De hele dag had ze haar best gedaan het gebeurde van de vorige avond uit haar hoofd te zetten. Ze had wel wat beters te doen dan te denken aan het moment waarop hij hen één had gemaakt. Ze probeerde het vuur van de hartstocht dat in de duisternis was opgelaaid, te vergeten. Het gevoel dat hij haar had bezorgd, zou ze echter nooit kunnen vergeten - het gevoel dat ze mooi, aantrekkelijk en ongeschonden was.

'Niet doen,' fluisterde ze.

'Wat moet ik niet doen?'

'Me zo aankijken.'

'Liefje,' zei hij zacht, 'jij zit me op precies dezelfde manier aan te kijken.'

'Dat doe ik helemaal niet. Dat kan ik niet doen.' Het was net of ze niet meer normaal kon denken.

'Toch is het zo. Ik zie het met mijn eigen ogen.' Hij grijnsde breed.

'Nick, zou je nu eens éven serieus kunnen doen?'

De duivelse glinstering in zijn ogen werd milder. 'Doe jij dan ook serieus?'

'Ik doe serieus!'

'Goed, luister dan,' zei hij kalm maar vastberaden. 'Jij bent trots, sterk en zelfstandig. Dat zijn allemaal kwaliteiten die ik in je bewonder. Je hebt de afgelopen weken allerlei moeilijkheden gehad. Ik twijfel er niet aan dat jij die moeilijkheden niet zelf het hoofd kunt bieden, maar ik wil je gewoon helpen. Als je dat nu eens toegaf, Laura... als je nu eens simpelweg toegaf dat je het prettig vindt dat er iemand in de buurt is die jou wil helpen.'

'Ik...' Ze aarzelde. 'Ik geef toe dat ik in jouw geval het recht zou willen hebben bij alles betrokken te worden wat met beveiliging te maken heeft —'

Op niet mis te verstane wijze gaf Nick haar te kennen wat hij van die reactie van haar vond.

'Goed,' vervolgde ze met een zucht. 'Ik vind het prettig dat jij daarginds bij me bent, Nick. Ik heb in de rats gezeten. Ik stel prijs op jouw oordeel en ik vind het prettig om met iemand te praten die ik kan vertrouwen. Als dat het is watje wilde horen

'Dat is wat ik wilde horen.'

'Maar-'

'Over de "maars" zullen we ons wel druk maken wanneer we thuis zijn. Nu niet.'

 

Vijf dagen later stond Laura bij haar keukenraam, met de ene hand in de zij en de andere om een verse kop koffie geklemd. Haar samengeknepen ogen waren op de binnenplaats gericht.

Het hek was niet mooier of lelijker dan andere hekken, en over drie dagen zou haar hele land ermee omgeven zijn. Het was een hek dat zij zich niet kon veroorloven. Het werd geplaatst door mannen die zij niet had ingehuurd. Het hele project was opgezet door de man die er kennelijk een groot genoegen in schepte haar hele wereld op zijn kop te zetten.

Naast de drie uur per dag die hij aan interlokale telefoontjes besteedde, spendeerde hij zijn tijd vooral aan het veranderen van haar leven. Het kwalijkste van alles was dat zij dat toeliet.

Ze hield van die man.

Hij begon haar te beangstigen. Hoe lang zou het nog duren voordat hij weer op een lichamelijke relatie zou aandringen?

Hoe lang zou zij zich nog wijsmaken dat hij hier voor zijn parels was? Elk beveiligingssysteem dat hij liet aanbrengen, kon worden gezien als een poging om de toekomst van zijn parelrecept te verzekeren. Zij wilde dolgraag die parels samen met hem kweken.

Er waren een heleboel dingen die ze dolgraag van Nick Langg wilde, dingen die ze domweg niet kon krijgen - de luxe iemand te kunnen vertrouwen, op iemand te kunnen steunen, iemand te hebben die niets liever wilde dan alleen bij haar zijn. Acht jaar van zorgvuldig gekweekte trots leken ineens vergeefs. Haar littekens waren echter niet verdwenen. Kon ze het risico lopen dat ze een relatie tot louter medelijden zou zien verschrompelen?

Nee.

Er verscheen een lichte frons op haar voorhoofd toen ze twee vrachtwagentjes de binnenplaats zag oprijden. Achter het stuur van de ene zat Sam, achter het stuur van de andere zat Nick. Ze stapten op hetzelfde moment uit en liepen naar elkaar toe.

Sam veegde met zijn onderarm over zijn voorhoofd en wierp vervolgens lachend het hoofd in de nek als reactie op iets dat Nick had gezegd.

Laura's nieuwsgierigheid was gewekt door een bouwseltje met rood dak, dat ze in de laadbak van het voorste vrachtwagentje ontwaarde. Ze zette haar kop koffie op het aanrecht en liep op de deur toe.

De twee mannen wisselden een blik toen ze Laura naar buiten zagen komen.

'Wat zijn jullie aan het doen?' vroeg ze.

Sam wisselde nogmaals een blik met Nick, gaf een klopje op de laadbak en draaide zich vervolgens om. 'Ik ga even een paar mannetjes halen die nu aan dat hek bezig zijn. Over een kwartiertje ben ik terug. Dan kunnen we dit zaakje afhandelen.’

'Welk zaakje gaan jullie afhandelen?' Laura stapte op de zijkant van het voorste vrachtwagentje toe om een blik in de laadbak te kunnen werpen. Het bouwsel met het rode dak was te klein voor een opbergschuur en te groot voor een poppenhuis.

'Kom, kom, Laura —'

'Als ik die woorden nog één keer uitjouw mond of uit die van Sam of uit die van Mattie hoor, dan —'

'Ik heb een cadeautje voor je meegebracht,' zei hij zonder haar te laten uitspreken. Met een grijns op zijn gelaat knikte hij naar het achterste vrachtwagentje. 'Het is alleen vervelend dat één cadeautje opeens in negen cadeautjes is veranderd.'

Laura schudde haar hoofd. 'Ik weet niet wat je nu weer van plan bent.' Ze deed haar best de frons op haar voorhoofd te houden toen ze zich over de laadbak van het achterste vrachtwagentje boog. Tot ze zag waaruit de lading bestond.

Op een oude deken lag een reusachtige Duitse herder met de tong uit de bek. Het dier spitste de oren toen het Laura zag. Daarna begon het met de staart te kwispelen. Dat het een vrouwtje was, was boven iedere twijfel verheven. Het was een vrouwtje dat zich moeilijkheden op de hals had gehaald, zo bleek uit de aanwezigheid van acht pups, die zich tegen haar aan hadden genesteld.

'Ik weet wel dat ze op het ogenblik niet veel van een waakhond weg heeft, maar de eigenaar heeft me verzekerd dat ze afgericht is. Die pups moeten nog drie weken gezoogd worden. Misschien kun je er een paar houden en die ook africhten.'

Laura stak haar losjes tot vuist gebalde hand in de laadruimte. De moeder snoof er een ogenblik behoedzaam aan en begon toen aan haar knokkels te likken.

'Ze is pas twee jaar en ze is altijd goed behandeld. We hebben een hok voor haar gekocht en doordat we nu overal hekken hebben, beschikken ze over een echte kennel. Sam zal haar laten zien welk gebied ze dient te bewaken. Je kunt haar overdag het beste aan de lijn houden, maar 's nachts moetje haar los laten lopen. Ik moetje eerlijk bekennen dat ik niet meer dan één hond had willen kopen, maar het was een aantrekkelijk aanbod met die pups erbij.' Nick nam haar een ogenblik onderzoekend op. 'Hoe zit het, zeg je nog wat? Ben je soms boos?'

Laura was wel van plan hem te antwoorden, alleen niet meteen. Ze kon toch niet schreeuwen en die pups laten schrikken? De moeder keek haar met haar geduldige bruine ogen aan, alsof ze wilde zeggen: 'Mannetjes zorgen zowel in de hondenwereld als in de mensenwereld voor problemen.'

'Laura?'

Ze voelde Nicks hand in haar nek. 'Zij zal nooit een waakhond worden,' zei ze ten slotte.

'Als jij haar maar niet vertroetelt.'

'Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Je weet heel goed dat ik zo'n hond inderdaad zal gaan vertroetelen.' Ze keek hem aan. 'Mattie zal jou met liefde en plezier neerschieten.'

Hij grijnsde bij het zien van de blik in haar ogen. 'Nee, hoor. Mattie heeft het nooit prettig gevonden dat jij 's nachts alleen was.'

Laura schudde meewarig haar hoofd. 'Nick, je moet nu eens ophouden met dit soort dingen.'

'Wat voor soort dingen?'

Haar zo aankijken, bijvoorbeeld. Ze las verlangen in zijn ogen. Telkens wanneer hij haar aankeek, las ze verlangen in zijn ogen - onverholen, onstuimig verlangen. Ze las er ook liefde in, al had hij dat woord nooit uitgesproken.

'Heb je alles nagegaan wat je wilde nagaan?' vroeg ze hem.

'Een aantal dingen. Hemming heeft zijn sporen zorgvuldig uitgewist. En de man die jij ontslagen hebt... schijnt in cafés nogal wat geld over de balk te smijten, terwijl niemand begrijpt hoe hij aan dat geld is gekomen.'

'Dat zegt niets.'

'Dat hoeft inderdaad niets te betekenen te hebben,' reageerde Nick met een knikje.

'En sinds ik terug ben, is er niets gebeurd, Nick. Ik heb je toch gezegd dat het geen zin had de gangen van die twee mensen na te gaan? Er kan onmogelijk een verband bestaan tussen dat incident in mijn hotelkamer en jouw parels. New York is een wereldstad. Dergelijke dingen gebeuren daar dagelijks, mag je aannemen.'

'Wie weet.' Ze bewoog niet toen zijn handpalm haar hals begon te strelen. Zijn duim streek over haar blouse, ter hoogte van haar kloppende halsslagader. Haar ogen sperden zich opeens, alsof het donker was geworden, maar ze verroerde zich niet.

'Ik weet dat jij je eigen werk hebt,' zei ze. 'Dat werk zal er ongetwijfeld onder lijden als jij al die tijd afwezig bent. Er is geen enkele reden om hier nog langer te blijven, Nick. Ik zal alle veiligheidsmaatregelen uitvoeren die jij maar wilt, maar we moeten eerst eens met elkaar praten. Als beveiliging de enige reden is waarom je tot nog toe hebt vermeden over een compagnonschap te praten —'

'Wanneer vertel je het me nu eindelijk eens?' viel hij haar in de rede.

'Wanneer vertel ik je wat eindelijk eens?'

'Waarvoor je écht bang bent, Laura.' Teder en weloverwogen streek hij met zijn vingers over de kraag van haar blouse, zich ervan bewust dat ze opeens naar adem hapte.

Haar vingers sloten zich om zijn pols, maar het was net of ze ineens een elektrische schok kreeg. Haar hand trilde, vlak voordat ze hem wegtrok. Haar lippen gingen vaneen, alsof ze iets wilde zeggen. Dat deed ze echter niet. Ze liep naar het huis toe, zonder ook maar één keer om te kijken.

'Die pups kosten je heel wat tijd en inspanning, nietwaar, liefje? Op mannen hoefje in dergelijke gevallen niet te rekenen. Die willen alleen het plezier ervan hebben. Maar wie moet het werk doen?' Mattie schudde haar hoofd.

‘Ik meen me toch te herinneren dat ik jou gisteren heb horen zeggen dat die hond niet in de buurt van het huis mocht komen,' zei Laura droogjes.

'Wat kon ik anders doen? Het arme beest kwam helemaal uitgeput op de deur toe. Zodra ze weer naar buiten gaat, wordt ze besprongen door die kleintjes van haar.'

'Als ik het goed heb begrepen, is het een waakhond. Een waakhond hoort toch niet als een schoothondje te worden vertroeteld?'

'Dat moet jij nodig zeggen! Wie is er gisteren speciaal naar de slager gegaan om een enorme hoeveelheid botten te halen? Ik niet. Jij bent nog veel erger dan ik. Eigenlijk gedragen wij ons allebei verkeerd. Je zou bijna denken dat we nooit eerder een hond hadden gezien.' Mattie slaakte een zucht. 'Nou? Waar blijven die twee? Het eten is al een kwartier klaar. Nick begint alle slechte gewoonten van Sam over te nemen, en dan te bedenken dat hij hier pas één week is!'

'Waar Sam is, weet ik niet. Nick was zojuist bezig de mannen die aan het hek hebben gewerkt uit te betalen.'

'Is nu alles klaar?' vroeg Mattie, onderwijl in de bestekbak rommelend.

'Ja. Vanmiddag is het laatste hek geplaatst.' Laura schonk ijswater in de glazen die op tafel stonden.

'Het is een goeie vent, die Nick. Als het iemand anders was geweest, zou ik hebben gezegd dat het niet goed is om een man zomaar in je huis te laten logeren. Silverwater is nu eenmaal geen San Francisco. Dat zijn dingen waarover de mensen gaan praten.' Mattie schudde even haar hoofd. 'Ik heb gisterenmiddag gezien hoe hij die Hank Shull behandelde, toen die hier aanwipte. Die arme Hank liep te trillen op zijn benen tegen de tijd dat hij weer wegging. Ik heb me in hem vergist, Laura.'

Laura legde de servetten op tafel. 'Mag ik ook vragen in wie jij je hebt vergist?'

'In Hank. Het is een aardige vent, hoor, daar niet van. Maar hij zou nooit op het idee komen een beleg te slaan. Het is misschien niet de gewone manier van doen, maar ja, de gewone manier van doen is in dit geval nu eenmaal niet van toepassing. Als een vrouw al zevenentwintig jaar lang een en al koppigheid is, blijft er voor een man niets anders over dan een beleg te slaan - alsof het om een militaire actie gaat. Zo'n man moet een ijzeren doorzettingsvermogen hebben, want hij zal zijn doel niet snel bereiken. Hij moet op een slijtageslag rekenen.'

Laura keek Mattie aan alsof ze in de verste verte niet begreep waar de vrouw het over had. 'Ik weet niet welke vrouw van zevenentwintig je bedoelt. Die ken ik waarschijnlijk niet.'

Mattie was immuun voor Laura's sarcasme. 'Hij aanbidt de grond waarover jij loopt, en jij kijkt hem vaak aan alsof je na dagen van regen en storm eindelijk de zon weer eens aan de hemel ziet. Ik weet wel dat het mij niet aangaat, hoor

'Het gaatje inderdaad niet aan.'

'Toch heb ik het idee dat hij die slijtageslag gaat winnen. Het zou mij niet verbazen als hier over een jaartje een baby in huis te bewonderen is.'

Laura keek haar ontzet aan. 'Nee maar, Mattie, ben jij zwanger? Op jouw leeftijd?'

Mattie ging niet op haar reactie in. 'En geloof nu maar niet dat ik nog langer naar die praatjes over zaken tussen jullie tweeën luister. Je moet wel een heel groot bord voor je kop hebben als je denkt dat die man voor zaken hier is.' Ze liet een schamper lachje horen. 'Zaken! Laat me niet lachen.'

Vergeleken bij andere avonden was het deze keer een milde preek. Gewoonlijk werd Mattie op een zeker ogenblik moe van haar inspanningen en ging het gesprek ongemerkt op een geheel ander onderwerp over. Laura deed de ovenwanten aan en haalde de schaal met lasagna te voorschijn. Meestal hield ze haar mond wanneer Mattie met haar terechtwijzigingen begon, maar ditmaal kon ze het niet laten zich kort maar krachtig te verdedigen.

'Hij gaat binnenkort weg.'

'Hij kan dan wel weggaan, maar hij zal jou niet in de steek laten. Dat kan ik je op een briefje geven.'

'Hij heeft een bedrijf ongeveer aan de andere kant van de wereld -'

'Hij zal jou niet in de steek laten,' herhaalde Mattie resoluut.

'Mattie, zou je misschien je pogingen om mij uit te huwelijken even kunnen staken? Dan kunnen we in alle rust aan ons eten beginnen.'

'Waar blijven die twee kerels nu toch in vredesnaam?'

Sam en Nick verschenen enkele minuten later. Na één blik op hun gezichten te hebben geworpen, wist Laura dat er iets aan de hand was. Sam keek alsof hij graag iets dwars doormidden zou slaan; Nick deed haar denken aan een panter die op het punt stond zijn prooi te bespringen.

'Na het eten krijgen we de sheriff op bezoek, Laura.'

'Lieve hemel, wat is er gebeurd?'

Sam was degene die haar vraag beantwoordde. 'Er zijn toch nog mensen zo vermetel geweest om jouw terrein te betreden. Ze hebben gaten in de bodem van de vlet geboord. Die ligt nu op de bodem van de kreek.'