Epiloog

Zodra ze uit de jeep stapten, hoorde ze de wolf al huilen.

‘De hemel zij dank.’ Eve had de voordeur van de blokhut wijd opengedaan en stond hen inmiddels geërgerd aan te kijken. ‘Ik wil gedurende de rest van mijn leven geen wolf meer horen. Misschien zeg ik zelfs wel mijn abonnement op National Geographic op. Het scheelde maar een haar of ik had dat beest een slaapmiddel gegeven zodat we in ieder geval een oog dicht konden doen.’

‘Sorry.’ Sarah keek haar schaapachtig aan. ‘We zullen het meteen weer van je overnemen. Waar zijn Joe en Jane?’

‘Die zijn een eind hard gaan lopen. Volgens mij gewoon om bij Maggie uit de buurt te zijn.’

‘Was het zo erg?’

‘Zo erg.’ Eve wierp een blik op Logan. ‘Dat gips om je arm zou weleens goed van pas kunnen komen.’

Maggie huilde.

Monty begon vrolijk te blaffen en verdween in het huis.

‘Ik zou maar een oogje houden op die ontmoeting als ik jou was,’ zei Eve tegen Sarah. ‘Ze is ontzettend slechtgehumeurd. Misschien bijt ze hem zijn strot wel al.’

‘Ik denk dat het wel in orde komt,’ zei Sarah. ‘Meestal duldt ze hem wel. Maar we zullen even gaan kijken.’

‘Wat gaan jullie met haar doen?’

‘Dat is de grote vraag,’ zei Logan. ‘Denk je dat Californië haar zal bevallen?’

‘Nee.’ Sarah fronste. ‘Ze mag de staat niet uit. Dat vinden de autoriteiten niet goed.’

‘Ik denk dat ik wel durf te garanderen dat ze voor ons de hand over het hart strijken.’

‘Maar ook al krijg je dat voor elkaar, wat moeten we dan doen? Haar rond laten dwalen tussen al die landhuizen aan de goudkust? Hier heeft ze het veel beter.’

‘Met het risico dat een van je boerenvriendjes haar neerschiet?’

‘Nee, natuurlijk niet.’ Ze zuchtte. ‘Het komt alleen doordat Monty…’

‘Ik weet het,’ zei Logan. ‘Hij heeft een probleem.’ Hij hield zijn hoofd schuin. ‘Wat was dat?’

Sarah had het ook gehoord, een geluid dat het midden hield tussen gegrom en gekweel.

‘Monty?’ Nee, dat was Monty niet. Ze liep haastig naar de achterveranda. ‘Wat is hier aan de…’

Monty lag op zijn rug met zijn poten in de lucht. Hij slaakte een verrukt woef-woef-gejodel.

Maggie gromde vol walging maar bleef Monty’s snuit likken. ‘Volgens mij is hiermee bewezen dat uit het oog bepaald niet uit het hart betekent,’ mompelde Logan. ‘Dat is meer dan dulden. Tenzij je bereid bent om Monty vrij met haar rond te laten zwerven, lijkt het me beter om een huiselijke oplossing te zoeken. Ik denk dat nageslacht niet lang op zich zal laten wachten.’

‘Ik wens je veel geluk,’ zei Eve. ‘Je zult het nodig hebben.’

‘Over geluk maak ik me niet druk.’ Sarah wendde haar ogen af van Maggie en Monty en glimlachte naar Logan. ‘Als we dat niet hebben, dan zorgen we wel dat we het krijgen. Waar of niet, Logan?’

‘Ik beroep me op het recht om te mogen zwijgen. Je hebt me er al eens van beschuldigd dat ik schaamteloos misbruik van je heb gemaakt en het heeft me moeite genoeg gekost je zover te krijgen dat je het met mij wilt proberen. Als ik per ongeluk je argwaan wek, trek je misschien samen met je hond de heuvels in.’

‘Wat zou je dan doen?’

‘Achter je aangaan. Maggie en ik zouden jullie wel opsporen. We weten allebei wat we willen en we zijn geen van beiden bereid om het op te geven. Je hebt me eens verteld dat als Maggie een metgezel kiest, dat voor het leven is.’

‘En hoe zit het met jou?’

Hij lachte. ‘Neem de proef maar op de som.’