8
‘Sarah. Je moet opstaan.’
Ze deed haar ogen open en zag Logan over haar heen gebukt staan. Ze had vast geslapen en heel even dacht ze dat ze weer in Taiwan was.
‘Schiet op. Hij is weggelopen. Ik kan niet in m’n eentje achter hem aan.’ Hij hobbelde half lopend, half hinkelend naar de deur. ‘Verrek, ik kan nog geen schildpad inhalen.’
Ze ging rechtop zitten en wreef in haar ogen. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Monty. Hij schoot als een pijl uit de boog door dat hondenluik naar buiten. Hij heeft iets gehoord.’
Ze zette haar voeten met een zwaai op de grond. ‘Wat dan?’
‘Dat weet ik niet. Ik hoorde niets. Ik deed net mijn ogen open toen ik zag dat Monty opstond. Hij bleef even luisteren en ging er toen vandoor.’ Hij deed de deur open. ‘Gaat hij vaak ’s nachts naar buiten?’
‘Nee, maar het gebeurt weleens.’
‘Hij heeft iets gehoord, wat ik je brom. We kunnen maar beter achter hem aan gaan.’
Logan was kennelijk ongerust en ze werd aangestoken door zijn bezorgdheid. Monty was waarschijnlijk alleen maar naar buiten gegaan om een plasje te doen, maar ze moest wel even gaan kijken. Ze pakte een zaklantaarn en liep achter Logan aan. ‘Monty!’
Ze wachtte even.
‘Monty!’
Voor het eerst liep er een rilling van angst over haar rug. Monty luisterde altijd naar haar.
Tenzij hij dat niet kon.
In de verte hoorde ze iets. Geen geblaf. Gekreun?
‘Ik hoor iets.’ Ze rende weg. ‘Ga weer naar binnen.’
‘Om de donder niet. Waar zijn de sleutels van de jeep?’
‘Die laat ik altijd in het contactslot zitten.’
‘Lekker veilig.’
Ze deed net alsof ze niets hoorde en holde naar het westen, in de richting van het geluid.
Duisternis.
Stilte.
‘Monty!’
Niets te horen.
‘Luister naar me!’
Een zacht gekreun in de verte.
Monty. Ze wist dat het Monty was. Ze stoof over het harde zandpad terwijl haar zaklantaarn een brede plas licht op de grond voor haar wierp.
Toen zag ze hem.
Bloed.
Monty lag in een plas bloed.
‘O god.’ Ze vloog op hem af terwijl de tranen over haar wangen stroomden. ‘Monty.’
Hij keek naar haar op, met ogen vol verdriet.
Ze was al bijna bij hem toen ze zag wat er achter zijn grote lijf schuilging.
Een grijze vacht, groene ogen die fel in het licht staarden, opgetrokken lippen die glimmend witte tanden ontblootten.
En een voorpoot die vastzat tussen de ijzeren klemmen van een val. Het bloed sijpelde uit de wolf, niet uit Monty.
Monty kroop nog dichter tegen de wolf aan. Pijn.
‘Ga bij hem weg, Monty. Hij zal je pijn doen.’
Monty verroerde zich niet.
Ze knielde naast hen neer. ‘Ik zal die val wel openmaken. Ga jij nou maar aan de kant.’
Hij bleef liggen.
‘Oké, doe dan maar stom.’ Hij was niet de enige. Om te proberen de wolf uit de klem te bevrijden zonder hem eerst te verdoven was vragen om moeilijkheden. Ze trok haar blouse uit en wikkelde die om de arm aan de kant van de wolf. ‘Ik haal je er wel uit,’ zei ze zacht. ‘Maar dan moet je me wel de kans geven, goed?’ De wolf hapte. Sarah kon haar arm maar op het nippertje wegtrekken.
‘Dan niet.’ Ze stak haar hand uit naar de ijzeren klemmen van de val. Snel. Ze moest heel snel zijn.
De wolf hapte opnieuw toe. Dit keer beet hij haar tot bloedens toe.
Ze ging op haar hurken zitten. ‘Hoor eens, wil je soms doodbloeden? Laat me je nou helpen.’
De wolf probeerde haar te bespringen, maar zakte met een kreet van pijn in elkaar.
Monty kroop nog dichter tegen de wolf aan.
‘Nee!’
Monty negeerde haar en legde zijn kop over de keel van de wolf.
Ze hield haar adem in. ‘Wat doe je nou, kerel?’ Ze verwachtte ieder moment dat de wolf zich op zou richten en Monty aan zou vallen.
Maar de wolf bleef doodstil liggen.
Bewusteloos?
Nee, ze kon zijn half dichtgeknepen ogen zien glinsteren. Waarom bleef ze nou zitten? Dat er zich iets vreemds afspeelde tussen Monty en de wolf deed er niet toe, ze moest er gewoon gebruik van maken. Ze begon aan de val te prutsen met het angstige gevoel dat de wolf ieder moment een uitval kon doen. Plotseling priemden koplampen door het duister.
De jeep.
‘Stop, Logan.’ Ze verstarde, haar ogen vast op de wolf gericht. Geen beweging. Alsof hij verlamd was door het gevoel van Monty’s kop op zijn keel.
‘Kan ik helpen?’ riep Logan vanuit de jeep.
‘Pak de verbandkist die onder de voorbank staat en kom me dan helpen met deze val. Ik heb niet genoeg kracht om het alleen voor elkaar te krijgen.’
Een ogenblik later knielde Logan naast haar neer en staarde met grote ogen naar Monty en de wolf. ‘Wat heeft dit te betekenen?’
‘Ik heb geen flauw idee. Ik denk dat Monty hem gehypnotiseerd heeft of zo.’ Ze deed de verbandkist open en pakte er een injectiespuit en een verdovend middel uit. ‘Bereid je voor om de val open te maken nadat ik hem deze injectie heb gegeven.’
‘Waarom doe je dat eerst?’
‘Anders loopt hij weg. Ik moet eerst die poot verzorgen, voor hij de benen neemt.’ Ze hield de wolf angstvallig in de gaten terwijl ze hem de injectie gaf. Geen reactie. Misschien had hij zoveel pijn aan die poot dat hij dat prikje niet eens opmerkte. Het was Monty die een zacht gekreun liet horen, alsof hij meevoelde met de pijn van de wolf.
‘Hou hem nog iets langer rustig, dan kunnen we hem bevrijden, Monty,’ mompelde ze. ‘Ik weet niet wat je doet, maar ga ermee door.’ Ze richtte zich tot Logan: ‘Zorg dat je die val open kunt trekken op het moment dat ik het zeg.’ Ze legde haar handen naast die van Logan om de ijzeren klem. ‘Ik tel tot drie. Een, twee…’ Ze wierp een blik op de wolf. Hij was helemaal slap geworden. ‘Drie.’
Samen met Logan trok ze uit alle macht aan de ijzeren kaken die langzaam van elkaar weken. ‘Kun je ze openhouden terwijl ik zijn poot eruit trek?’
‘Toe maar,’ zei hij steunend.
Voorzichtig bevrijdde ze de poot van de wolf. ‘Laat maar los.’ De val sloeg met een venijnige klap dicht. God, wat haatte ze die krengen. Ze trok haar blouse weer van haar arm, maakte er een drukverband van en verbond de poot. ‘Spring in de jeep, Monty.’
Monty aarzelde even, stond toen op en rende naar de jeep.
‘En nu?’ vroeg Logan.
‘Nu nemen we de wolf mee naar de blokhut waar ik hem kan verzorgen.’
‘Een wild dier?’
‘Een gewond dier.’ Ze tilde de wolf op en droeg hem naar de jeep. ‘Kom op. Je moet me helpen. Jij moet rijden terwijl ik een oogje op hem houd.’
‘Oké.’ Hij kwam moeizaam overeind terwijl zij de wolf op de achterbank legde. ‘Er zit bloed op je arm.’
‘Dat is maar een schram, hij heeft me nauwelijks geraakt.’ Ze ging haastig op de rechtervoorstoel zitten. ‘Schiet op. Ik weet niet zeker hoe lang hij buiten westen blijft en ik wil hem kunnen helpen zonder hem nog een injectie te geven.’
‘Prima.’
Nog geen vijf minuten later bracht Logan de jeep voor de blokhut tot stilstand en Sarah sprong eruit. ‘Loop voor me uit en zet de deur naast de open haard open. Die geeft toegang tot een kleine, afgesloten veranda aan de achterkant.’
Hij liep hinkend de blokhut in. ‘Verder nog iets?’
Ze volgde hem op de hielen. ‘Pak die plaid van de bank en leg hem op de vloer van de veranda.’
Hij deed wat ze zei en vroeg toen: ‘En nu?’
Ze legde de wolf voorzichtig op de plaid. ‘Pak de dokterstas uit het voorste keukenkastje en breng hem hier.’
Ze knielde en streelde zacht over de snuit van de wolf. ‘Wat ben jij een mooie jongen. Wees maar niet ongerust, we zullen goed voor je zorgen.’
Monty ging naast de wolf liggen.
‘Je zult echt aan de kant moeten,’ zei Sarah tegen hem. ‘Ik moet die wond hechten en de poot zetten. Die is gebroken.’
Monty ging met zijn kop op zijn poten liggen en bleef strak naar de wolf kijken.
‘Hier is de tas.’ Logan liet zich naast de wolf op zijn knieën zakken. ‘Zeg maar wat ik moet doen om je te helpen.’
Ze keek hem over de wolf aan. Tot dusver had hij zonder morren al haar bevelen opgevolgd en de hemel wist dat ze hulp nodig had. ‘Eerst moeten we de wond schoonmaken.’
‘Laat je Monty bij die wolf liggen?’ vroeg Logan een uur later toen hij achter Sarah aan de veranda af liep.
‘Ik geloof niet dat ik hem daar wegkrijg.’ Sarah zette de dokterstas op het aanrecht en waste onder de kraan het bloed van haar handen. ‘In ieder geval niet tot hij zeker weet dat alles in orde is met die wolf. Koffie?’
‘Hoe lang blijft hij buiten westen?’ vroeg hij, terwijl hij zich voorzichtig in de fauteuil liet zakken en zijn been op de poef legde.
‘Hopelijk nog een uurtje of zo. En het is een zij, geen hij. Aanvankelijk dacht ik ook dat het een mannetje was, tot ik haar ging helpen. Het verbaast me dat het jou niet is opgevallen.’
‘Ik heb aan andere dingen zitten denken.’ Zijn blik dwaalde naar het vuur. ‘Heb je het niet koud?’
‘Nee.’
‘Ik ook niet. Zou je een blouse aan willen trekken?’
Ze keek hem verbaasd aan. ‘Ik heb een beha aan. Dat is toch precies hetzelfde als een bikini?’
‘Geloof me, het maakt wel degelijk verschil.’
Ze hield even haar adem in toen hun blikken elkaar kruisten. Haastig wendde ze haar ogen af. ‘O, alsjeblieft. Ik veronderstel dat ik dat had kunnen verwachten, zelfs onder dit soort omstandigheden. Dat is typisch iets voor een kerel. Ik heb een keer een artikel gelezen waarin stond dat mannen om de acht minuten aan seks denken.’
‘Dan zal ik wel een kouwe kikker zijn. Ik weet zeker dat het mij hooguit om de tien minuten door het hoofd schiet.’
Zijn stem klonk spottend en ze besefte opgelucht dat het verontrustende moment voorbij was.
Ze liep naar de slaapkamer en kwam weer terug terwijl ze een wit T-shirt aan schoot. ‘Tevreden?’
‘Nee.’ Hij ging er niet verder op in. ‘Wat ben je met die wolf van plan?’
‘Zorgen dat ze beter wordt en haar dan overdragen aan de Vereniging tot Natuurbehoud zodat ze ergens anders uitgezet kan worden.’ Ze trok een gezicht. ‘Als ik tenminste kan voorkomen dat de veehouders uit de buurt zich met geweld toegang verschaffen om alsnog te proberen haar te doden.’
‘Misschien kan ik daarbij van dienst zijn.’
‘Wat zou je willen doen? Hen afkopen?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Die ranchers zijn zo onafhankelijk als de pest, die laten zich niet omkopen. Ze hebben vee verloren en ze zijn echt des duivels.’
‘Ik zal wel iets verzinnen.’ Hij hield even zijn adem in. ‘Ik vraag me af… zou je het heel erg vinden om je dokterstas nog even te pakken? Ik geloof dat ik ook eerstehulp nodig heb. Dat ik naast die wolf op m’n knieën heb gelegen was volgens mij net iets te veel van het goeie.’
Haar ogen vlogen naar het been dat op de poef lag. Aan de binnenkant van zijn dij zat een donkere plek die langzaam groter werd. ‘Verdomme, je hebt de hechtingen kapotgetrokken.’ Ze greep de tas van het aanrecht en liep naar de stoel. ‘Waarom heb je niets gezegd?’
‘Je was bezig. We waren allebei bezig. Je leven schijnt zich in een constante noodtoestand af te spelen. Ik begin gewoon bang te worden om mijn ogen dicht te doen als ik bij jou… wat doe je nu?’
‘Ik trek je je spijkerbroek uit.’
‘Je stoort je kennelijk niet aan bloot… van jezelf of van anderen.’
‘Bloot is niet iets om je over te schamen.’ Ze stroopte de broek over zijn heupen en trok hem naar beneden. ‘Ik kan het wel opnieuw hechten… tenzij je liever wilt dat ik een ambulance bel.’
‘Nee, doe jij het maar.’ Hij sloot zijn ogen en glimlachte flauw. ‘Maar laat alsjeblieft niet merken dat je het leuk vindt om die naald in me te steken.’
‘Ik vind het nooit leuk om iemand pijn te doen.’ Ze boog zich over zijn dijbeen. ‘Je hebt niet alle hechtingen losgetrokken. Dit is zo gebeurd.’
‘Mooi. Ik ben nooit een ster geweest in…’ Hij hield met een ruk zijn adem in toen de naald in zijn vlees werd gestoken. ‘Ik had moeten vragen om net zo’n injectie als onze vriendin de wolf heeft gekregen.’
‘Die had ik je best willen geven, maar ik heb alleen morfine en daar ben je allergisch voor.’
‘O shit. Ik had kunnen weten dat me dat zou blijven achtervolgen.’
‘Ik moet er nog maar een paar doen.’
Het werden er nog drie voor ze zover was dat ze de wond weer kon verbinden. ‘Dat viel toch best mee?’ vroeg ze, terwijl ze zijn spijkerbroek weer ophees en dichtmaakte.
‘Het was niet bepaald leuk.’ Hij deed zijn ogen weer open. ‘Maar aangezien het grotendeels mijn eigen schuld was, mag ik waarschijnlijk niet klagen. Heb je een kop koffie voor me? Daar ben ik wel aan toe.’
‘Natuurlijk.’ Ze liep naar het aanrecht. ‘Ik heb zelf ook wel zin in een kopje.’
‘Dat kan ik me best voorstellen. Je hebt een zware nacht achter de rug.’
Ze schonk de koffie in, gaf hem een kop en ging toen met haar eigen mok op de poef zitten. ‘Net als jij. En het was helemaal jouw schuld niet dat die hechtingen weer open zijn gegaan. Je hebt je best gedaan om eerst Monty en toen de wolf te helpen. Als iemand zich iets moet verwijten, ben ik het.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, ik ben degene die verantwoordelijk is.’
‘Dat heb je al eerder gezegd. Je neemt je verantwoordelijkheid wel zwaar op.’
‘Het is een van de weinige principes waar ik me strikt aan houd. Als ik iets doe, moet ik daar zelf de verantwoordelijkheid voor dragen.’
Ze nam een slokje koffie en bleef even stil. ‘Waarom ben je hiernaartoe gekomen, Logan?’
‘Waarom denk je?’
‘Ik weet het niet. Eerst dacht ik dat het door de medicijnen kwam dat je vanuit je ziekbed regelrecht hierheen kwam strompelen. Maar ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat jij zelfs onder invloed van een verdoving zo wazig kunt zijn. Dus was er een andere reden.’
‘Ga verder.’
‘Vertel jij het maar.’
‘Ik vind het wel leuk om te horen hoe jij je conclusies trekt. Heb ik je weleens verteld dat ik grote bewondering heb voor dat scherpe verstand van je?’
‘Je hoeft me niet te vleien, Logan.’
‘Ik zou niet durven. Ondanks de meningsverschillen die we hebben gehad, heb ik je nooit onderschat.’
‘Je hebt me alleen maar gebruikt.’
Zijn glimlach verdween als sneeuw voor de zon. ‘Dat is voorbij. Ik zal nooit meer misbruik van je maken, Sarah.’
Ze keek hem aandachtig aan.
‘Geloof me.’
Ze geloofde hem inderdaad. ‘Als dat waar is, blijven er niet veel redenen over waarom je plotseling hier kwam opdagen. Je hebt me beloofd dat je Madden aan zou pakken, maar je had niet hier hoeven te komen om je aan die belofte te houden.’
‘Wel als je tegen me had gezegd dat het meteen moest gebeuren.’
‘Maar dat heb ik niet gezegd.’ Ze hield haar hoofd schuin terwijl ze nadacht. ‘En je was veel banger dan ik toen Monty vanavond naar buiten was gegaan. Je was bang dat hem iets zou overkomen.’
Hij zei niets, maar wachtte af.
‘Verantwoordelijkheid.’ Haar blik kruiste de zijne. ‘Je was bang dat iemand Monty iets aan zou doen.’
‘Of jou. Je bezorgde me bijna een hartaanval door zo hard weg te rennen. Ik wist dat ik je met dit stomme been nooit in kon halen.’
Haar ogen werden groot. ‘Rudzak? Waarom?’
‘Hij moet je hebben gezien toen je uit de helikopter sprong om achter Monty aan te gaan.’
‘En dat is voldoende om mij tot doelwit te maken?’
‘Meer dan voldoende. Je hebt mij geholpen en als er iemand is die zich altijd wil wreken dan is het Rudzak wel. Hij zal zijn nederlaag als een vernedering ervaren en jij bent niet alleen getuige geweest van die vernedering maar je hebt er ook aan meegewerkt.’
Haar handen balden zich tot vuisten. ‘Ik dacht dat ik er van af was.’
‘Ben je bereid om samen met mij terug te gaan naar Phoenix?’
‘Nee. Volgens mij sla je de plank mis en dreigt er helemaal geen gevaar voor me, maar als dat wel zo is, kan ik best voor mezelf zorgen.’
‘Ik dacht wel dat je zo zou reageren. Ik heb Galen opdracht gegeven om hier voor bewaking te zorgen, maar het zou een stuk gemakkelijker zijn als je mee terugging naar Phoenix.’
‘Ik wil mijn eigen leven weer oppakken. Ik heb geen zin om het jou gemakkelijk te maken.’
‘Als je dan toch hier blijft, laat mij dan ook blijven. Ik zal wel als kok en keukenhulp fungeren. Je zult je handen vol hebben met Monty en die wolf.’
‘Ik heb je al verteld dat ik niet wil dat je hier blijft.’
‘Stel je eens voor hoe het zal zijn om mij naar je pijpen te laten dansen. Vind je dat geen aantrekkelijk idee?’
‘Het lijkt wel een droom. Maar waarschijnlijk zou je alleen die hechtingen weer opentrekken, zodat ik ook nog eens voor jou kan zorgen.’
‘Ik heb het volste vertrouwen in jouw hechtingen.’ Hij trok een gezicht. ‘Ze doen zoveel pijn dat ze zo vast als een huis moeten zitten.’
‘En jij zou mij hier meer in gevaar brengen dan achter die hekken in Phoenix. Het zit er dik in dat Rudzak dan naar mijn blokhut toe komt sluipen en hem gewoon opblaast om met jou af te rekenen.’
‘Nee, in feite zul je veiliger zijn als ik bij je blijf. Rudzak wil me nog niet doden. Hij wil me eerst laten lijden.’
‘Wat heb je hem in vredesnaam aangedaan?’
‘Ik heb hem vijftien jaar van zijn leven afgepakt. Als ik het voor elkaar had kunnen krijgen, had ik hem gedood, maar er liep iets mis.’ De woorden klonken kil en zijn stem was van elk gevoel gespeend. Toen glimlachte hij. ‘Maar dat is verleden tijd. Het is de toekomst waar we ons druk over moeten maken. Laat me in ieder geval blijven tot je die wolf hebt genezen. Misschien weten we tegen die tijd ook waar Rudzak uithangt. En ik kan wel voor elkaar krijgen dat de belastingdienst het die ranchers lastig gaat maken als ze weer achter de wolf aangaan.’
‘Ik zou de belastingdienst nog niet op mijn ergste vijand afsturen.’
‘Alleen maar een beetje pesten? Om de wolf te redden?’
‘Misschien.’ Ze stond op. ‘Ik moet even kijken hoe ze het maakt.’
‘Vind je niet dat we haar een naam moeten geven? Iets exotisch bijvoorbeeld, zoals Ivana of Dest…’
‘Ik haat dat soort slijmerige namen.’ Ze liep naar de verandadeur. ‘Ze heet Maggie.’
‘Margaret zal zich heel gevleid voelen… denk ik.’
‘Zij heeft er niets mee te maken. Ik vind het gewoon een leuke naam.’
‘Sarah.’
Ze keek om.
‘Wat ik heb gezegd, is echt waar,’ zei hij ernstig. ‘Ik weet dat Santo Camaro ver weg en onwerkelijk lijkt. Maar dat is het niet. Geloof me, Sarah.’
Hij had gelijk. Ze kon zich absoluut niet voorstellen dat Rudzak een bedreiging vormde. ‘Je zou je best kunnen vergissen.’
‘Ik vergis me niet. Laat me blijven. Laat me je helpen. Ik beloof je dat je geen last van me zult hebben.’ Hij trok een gezicht. ‘En denk je eens in hoe leuk het zou zijn om mij rond te commanderen.’
‘Dat zou het bijna de moeite waard maken.’
‘Denk er dan eens over na.’
Ze zweeg even. ‘Dat zal ik doen.’
Hij keek haar na terwijl ze naar de veranda liep. Had hij haar kunnen overtuigen? Hij was volkomen eerlijk geweest toen hij haar de feiten voorlegde. Elke andere aanpak zou een grote stommiteit zijn geweest. Misleiding was iets dat ze van niemand zou accepteren omdat ze zich er zelf ook nooit schuldig aan zou maken. Ze had een directheid die hij maar bij weinig vrouwen was tegengekomen en de intense manier waarop ze zich bekommerde om elk hulpeloos wezen was iets volkomen nieuws voor hem. Ze was met die wolf bezig geweest alsof het een kind was, ze had het dier gestreeld, ertegen gepraat en het getroost terwijl het haar helemaal niet kon horen. Op dat soort ogenblikken had Sarah Patrick iets moois. Fijngevormde handen die zowel teder als bedreven waren, verward haar dat hij zelfs een keer uit haar gezicht had moeten strijken omdat ze anders niet kon zien wat ze deed. Sterke schouders, borsten die op en neer gingen als haar emoties haar de baas werden…
O shit. Die lichamelijke reactie kon hij op dit moment missen als kiespijn. Zeker in verband met Sarah Patrick.
Dus moest hij het vergeten, er helemaal niet aan denken.
Maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Iedere keer als hij naar haar keek, zou hij zich weer herinneren hoe hij zich op dit moment had gevoeld.
Helaas was het leven niet gemakkelijk. Maar het kon niet anders. Hij moest vergeten hoe ze eruit had gezien in die simpele witte beha.
En alleen denken aan wat hij moest doen om haar in leven te houden.
Monty lag languit naast de slapende wolf, bijna neus aan neus. Hij tilde zijn kop niet op toen ze de veranda opliep. Mooi. Ze was blij dat ze een moment voor zichzelf had. Er was die nacht al te veel gebeurd en ze was een beetje overstuur en uit haar evenwicht gebracht. Logan had haar weer voor een voldongen feit gesteld en dat moest ze eerst zien te verwerken.
Deze blokhut was haar toevluchtsoord en dat wilde ze met niemand delen. Zeker niet met iemand die zo nadrukkelijk aanwezig was als Logan. Hij had gezegd dat hij haar niet tot last zou zijn, maar een zo krachtige persoonlijkheid zou altijd een soort stoorzender vormen.
Toch had hij daar niets van laten blijken toen hij haar had geholpen met de wolf. Hij had zich op de achtergrond gehouden, klaar om te helpen zonder zich ergens mee te bemoeien, precies zoals in Taiwan.
Maar de essentiële vraag was niet of ze het goed met hem zou kunnen vinden. Zouden zij en Monty echt veiliger zijn als hij bij hen bleef? Had ze vertrouwen in zijn oordeel en zijn motieven? Hij was een complexe man, maar ze had hem inmiddels een beetje leren kennen en ze had hem geloofd toen hij zei dat hij haar nooit meer zou misbruiken.
Ze staarde naar Monty en de wolf aan de andere kant van de veranda. ‘We hebben een probleem, kerel.’
Monty tilde zijn kop op en keek haar onderzoekend aan. Alles in orde?
‘Met mij of met de wolf? We worden allebei wel weer de oude. Je had eigenlijk niet naar buiten mogen gaan om haar te zoeken. Je bent zelf nog niet echt in topconditie en er had van alles kunnen gebeuren. Ze is niet bepaald een zachtaardig wezen.’
Monty legde zijn kop weer neer. Mooi.
‘Ja, dat is ze zeker, en ze is duidelijk een jonkvrouwe in nood, maar ze kan je in een oogwenk verscheuren. Jij hebt geen killerinstinct.’
Gewond.
‘Nu wel, maar over een paar weekjes is ze weer genezen. En ik wil niet dat je nog een keer die stunt uithaalt door je kop op haar keel te leggen. Op die manier vraag je erom toegetakeld te worden en jij…’
De wolf deed haar ogen open en keek Monty recht aan.
Mooi.
‘O shit.’ Sarahs hart zakte in haar schoenen toen ze naar het stel keek. ‘Nee, kerel. Ze komt echt uit het verkeerde nest. Wat heet, van de verkeerde planeet. Geloof me, jullie hebben niets gemeen.’
Mooi.
‘Bij het eerste het beste kibbelpartijtje zou ze je aan flarden scheuren.’
Mooi.
‘En denk eens aan de kinderen die jullie zouden krijgen.’
Mooi.
Dat zou best waar kunnen zijn. Een golden retriever en die schitterende wolf… ‘Maar het zou absoluut een avontuurtje voor één nacht worden. De Vereniging tot Natuurbehoud heeft andere plannen met Maggie.’
Monty likte teder over de vacht onder de ogen van de wolf. Maggie trok haar lippen op in een grauw.
Sarah verstarde, klaar om ertussen te springen en hem te verdedigen. ‘Hou op.’
Monty ging gewoon door.
En Maggies grauw verdween langzaam maar zeker. Ze sloot haar ogen en gaf zich over.
‘Ik mag barsten.’ Sarah schudde haar hoofd. ‘Misschien is het toch wederzijds.’ Ze liep naar voren en knielde bij de wolf neer. ‘Ik moet haar nog een injectie geven, kerel. Probeer haar even af te leiden.’
Maggie opende haar ogen en grauwde tegen Sarah toen ze de naald in haar stak, maar ze deed geen uitval. Even later sliep ze weer.
Monty ging opnieuw languit naast haar liggen.
‘Je luistert niet naar me,’ zei Sarah. ‘Dit is een klassiek voorbeeld van Romeo en Julia. Haar familie zal je nooit accepteren.’
Monty slaakte een diepe zucht terwijl hij strak naar de wolf bleef kijken. Mooi.
Logan lag in de stoel te slapen toen ze van de veranda kwam. Ze liep de kamer door en schudde hem wakker. ‘Je mag blijven. Maar zorg er wel voor dat je zo snel mogelijk beter wordt.
Ik ben van plan om je keihard te laten werken en van iedere minuut te genieten.’
Hij gaapte. ‘Fijn dat je me dat op zo’n vriendelijke manier vertelt.’
‘Ik voel me niet vriendelijk. Ik zit in de problemen.’ Ze liep naar haar slaapkamer. ‘Ik moet Maggie zo snel mogelijk weer op de been en het huis uit hebben, en misschien heb ik je hulp nodig bij de gevolgen daarvan.’
‘Welke gevolgen?’
‘Monty is helemaal hoteldebotel van haar.’
Logan grinnikte. ‘Nou en?’
‘Het is helemaal niet grappig. Ik moet ze uit elkaar zien te halen voor ze besluiten om te paren. Wolven kiezen hun metgezel voor het leven en Monty… Ik wil niet dat hij verdriet krijgt.’
‘Misschien is het voor Monty maar een kortstondig avontuurtje.’
‘Dat zou idioot zijn. Ik heb nog nooit zo’n aanhankelijke hond als Monty gezien.’
‘Ik begrijp het probleem.’
Ze bestudeerde zijn gezicht. Hij lachte niet meer en de spot was verdwenen. Hij begreep het echt. ‘De meeste mensen zouden denken dat ik niet goed wijs ben, maar voor mij is het… echt belangrijk.’
‘Dan is het ook belangrijk voor mij. En ik snap heel goed dat je niet wilt dat je beste vriend een ongelukkig huwelijk sluit.’ Hij deed zijn ogen weer dicht. ‘Maar mag ik nu weer gaan slapen? Als je echt van plan bent om me keihard te laten werken, heb ik alle rust nodig die ik kan krijgen.’
Hij wachtte tot de slaapkamerdeur achter haar dichtviel, voor hij zijn telefoon uit zijn zak pakte en Galen belde. ‘Ik ben in Sarahs blokhut en daar blijf ik wel een tijdje. Heb je nog iets gehoord?’
‘Nog niet. Ik ben nog steeds op zoek naar Sanchez. Hoe waren die laatste dagen in Kai Chi?’
‘Een hel.’
‘Alles goed met Sarah?’
‘Tot op zekere hoogte. Ze heeft wat huiselijke problemen, Monty is verliefd geworden op een wolf.’
Galen barstte in lachen uit. ‘Die teddybeer?’
‘Sarah vindt het helemaal niet grappig, dat verzeker ik je. Bel Margaret en laat haar zoveel mogelijk inlichtingen verzamelen over de Mexicaanse grijze wolven die in dit gebied zijn uitgezet.’
‘Waarom bel je haar zelf niet?’
‘Ze was al nijdig op me omdat ik hiernaartoe wilde en Taiwan zal haar humeur er niet beter op hebben gemaakt. Ik heb een zware nacht achter de rug en ik heb geen zin om nu met haar in de slag te gaan.’
‘Hou maar op. Daar zou ik ook geen zin in hebben.’
‘Heb je ervoor gezorgd dat de blokhut bewaakt wordt?’
‘Door zes van mijn beste mensen.’
‘Ik heb niemand gezien.’
‘Maar ze zien jou wel. Ze hebben hun kamp hoog in de bergen opgeslagen en ze kunnen elk probleem op kilometers afstand zien aankomen. Ik zal je het nummer van Franklin geven.’
‘Morgen. Ik heb geen pen bij de hand en ik wil niet opstaan. Ik barst van de pijn. Tot ziens.’
Hij moest een paar uurtjes slapen. De zon kwam al bijna op en hij twijfelde er geen moment aan dat Sarah bij het krieken van de dag op zou staan om de wolf te verzorgen. Zoals gewoonlijk zou ze zich verzetten tegen elke neiging om hem zachtaardig te behandelen en ze zou er geen been in zien hem ook echt ‘keihard te laten werken’ zoals ze had gedreigd.