15
‘Waar is Jane?’ Eve legde Logan meteen het vuur aan de schenen toen hij de volgende ochtend de telefoon oppakte. ‘Je zei dat ze veilig zou zijn. Verdomme nog aan toe, waar is Jane?’
‘Wat?’ Hij werd bekropen door een gevoel van paniek. ‘Waar heb je het over?’
‘Ik heb het over Jane. Joe heeft me net gebeld en me verteld dat Jane vermist wordt.’
‘Waar zou ze moeten zijn?’
‘Bij mijn moeder in Atlanta. Joe heeft haar daar gisteravond gebracht nadat ik hem had gevraagd of hij op het vliegtuig hierheen kon stappen. Toen mijn moeder vanmorgen naar Janes kamer ging om haar wakker te maken, was ze verdwenen. Verdomme, je zei dat ze veilig zou zijn.’
‘Was er iets dat erop wees dat iemand het huis was binnengedrongen?’
‘Nee, dat geloof ik niet. Joe is nu op weg naar mijn moeder om met haar te praten en het huis te controleren.’
‘Kan ze weggelopen zijn? Ze was de laatste tijd een beetje overstuur.’
‘Niet zo erg dat ze zou weglopen.’
Die indruk had Logan ook, maar hij klampte zich vast aan een strohalm. Elke andere verklaring maakte hem doodsbang.
De kam was niet voor Sarah.
De woorden van Rudzak hadden hem sinds de avond ervoor niet meer met rust gelaten.
Was die kam voor de kleine Jane McGuire bestemd geweest? ‘Waarom zeg je niets?’ wilde Eve weten.
‘Ik zat na te denken. Hang maar op, dan kan ik meteen Galen bellen. Als Jane naar je moeder is gebracht, moet hij ervoor gezorgd hebben dat haar huis bewaakt werd.’
‘Neem dan maar gauw contact met hem op en bel me terug.’ Eves stem klonk onvast. ‘Zorg dat ik mijn Jane terugkrijg, Logan. Ik wil niet nog een dochter verliezen.’
‘Wat is er aan de hand?’ Sarah was de woonkamer binnengekomen. ‘Wat is er met Jane?’
‘Ze is verdwenen uit het huis van haar grootmoeder.’ Logan toetste Galens nummer in. ‘Eve is helemaal over haar toeren.’
‘Ja, natuurlijk,’ zei Sarah. ‘Dat doet haar vast weer denken aan de ontvoering van Bonnie en alle ellende die…’
‘Galen, wie heb je voor de duivel in Atlanta zitten? Jane McGuire wordt vermist.’
‘Het kind? Godsonmogelijk. Ik heb gisteravond twee goeie krachten bij het huis van haar grootmoeder gestationeerd. Die zouden me onmiddellijk op de hoogte hebben gebracht als er iets mis was.’
‘Nou, die goeie krachten van jou hebben een miskleun begaan. Ze wordt vermist. Bel ze maar om erachter te komen wat zij daar voor de duivel van weten.’ Hij verbrak de verbinding. ‘Galen wist nergens van. Volgens hem werd het huis bewaakt.’
‘Rudzak,’ fluisterde Sarah.
‘Dat weet ik niet.’
‘Ze is nog maar een klein meisje, Logan.’ Ze huiverde. ‘Maar die jongelui bij Apache Lake waren eigenlijk ook nog kinderen, hè? Dat maakt hem niets uit.’
‘Nee, dat maakt hem niets uit.’ Hij kneep zijn lippen op elkaar. ‘Maar we moeten geen overhaaste conclusies trekken.’
‘Waarom niet? Met dat monster op vrije voeten?’ Ze stak haar hand uit naar de telefoon. ‘Ik moet Eve bellen.’
‘Nu niet.’
‘Ik heb haar hiernaartoe gehaald. Als ze bij Jane was gebleven, was dit misschien niet gebeurd.’
‘En wat wil je dan tegen haar zeggen? Dat het je spijt? Zou ze zich dan beter voelen? Laat de lijn nou maar vrij voor het geval iemand contact met haar wil opnemen.’
‘Je lijkt de politie wel,’ zei ze dof. ‘Die zeggen dat toch ook altijd als er een kind wordt vermist?’
‘Quinn heeft de zaak in behandeling, hij is op zoek naar Jane. Zodra hem ook maar iets ter ore komt, zal hij Eve bellen.’ Hij zweeg even. ‘Het hoeft Rudzak niet te zijn, Sarah.’
‘Dus dit is zomaar een toeval? Heb je jezelf dat ook niet wijsgemaakt in het geval van Kai Chi?’
Dat kon hij niet ontkennen. ‘Trek geen overhaaste conclusies.’ Ze liep naar de deur. ‘Mag dat pas als een van Chen Li’s kunstvoorwerpen naast Janes lijk wordt aangetroffen?’
Hij was blij dat ze de kamer uit was. Hij was niet van plan om haar te vertellen wat Rudzak had gezegd, maar zijn gezichtsuitdrukking zou hem kunnen verraden.
De kam was niet voor Sarah.
‘Is er al nieuws over het kind?’ vroeg Margaret terwijl ze samen met Sarah naar de voordeur liep.
Sarah schudde haar hoofd. ‘Galens mannen zweren dat ze niemand in de buurt van het huis hebben gezien.’
‘Dat is goed nieuws.’
‘Het betekent alleen maar dat Rudzak slim is. Ik kan niet langer wachten. Ik rij naar de blokhut om met Eve te praten.’
‘Je kunt toch niets doen.’
‘Maar dan ben ik in ieder geval bij haar. Goeie genade, het is al bijna donker en ze zijn er vanmorgen achter gekomen dat ze weg was. Ik had gehoopt dat we meteen iets zouden horen.’
‘Wacht nog heel even,’ probeerde Margaret haar te paaien. ‘Laten we eerst maar een eindje gaan wandelen met Bassett, en als Logan nog niets weet als we terugkomen, kun je nog altijd de benen nemen. Dan zorg ik wel dat Logan dat niet meteen in de gaten krijgt.’
‘Dat hoeft helemaal niet.’
‘En dan kun jij ervoor zorgen dat hij niet in de gaten krijgt dat ik mijn taak verwaarloosd heb door je gedachten niet af te leiden van Jane.’
‘Heeft Logan je daar dan opdracht toe gegeven?’
Margaret schudde haar hoofd terwijl ze deur opendeed. ‘Sommige dingen spreken vanzelf. Bassett staat al op ons te wachten.’
Sarah haalde haar schouders op. Het kon geen kwaad om nog een kwartiertje te wachten. ‘Oké, dan lopen we één keer de tuin rond.’
‘Hartstikke fijn.’ Margaret liep met vastberaden pas langs Bassett en ging op weg naar de achterkant van het huis. ‘Zet ’m op, Bassett. Zorg dat je bloedsomloop op gang komt.’
‘Jawel, mevrouw.’ Bassett gaf Sarah een knipoogje terwijl hij achter Margaret aan liep. ‘Daar gaan we weer. Die vrouw is een nagel aan m’n doodskist.’ Hij werd ernstiger. ‘Logan heeft me verteld van dat kleine meisje. Hebben jullie al iets gehoord?’ Sarah schudde haar hoofd terwijl ze haar tempo aan het zijne aanpaste. ‘Galen is vanmiddag naar Atlanta gevlogen.’ En inmiddels zou hij al kennis hebben gemaakt met Joe.
‘Er hoeft niets met haar aan de hand te zijn. Kinderen kunnen rare dingen doen. Misschien heeft ze zich verstopt of probeert ze hen alleen maar ongerust te maken.’
‘Zo is Jane niet.’
‘Nou ja, misschien heeft haar grootmoeder alleen…’
‘Schiet eens op.’ Margaret zwaaide naar een van de bewakers die een eindje verderop bij het hek stond. ‘Hallo, Booker. Heb je ooit zulke slappelingen gezien als dat stel?’
De bewaker grinnikte. ‘Moet ik daar echt antwoord op geven?’
‘Lafaard.’ Margaret ging het pad op dat om het huis liep. ‘Schiet op, je hebt niets aan lichaamsbeweging als je hartslag niet opgevoerd wordt.’
‘We komen er al aan.’ Bassett begon iets sneller te lopen. ‘We volgen je op de voet.’
Ze volgden haar helemaal niet op de voet. Margaret liep zeker een paar meter voor hen uit. Ze draaide zich om en wenkte hen minachtend. ‘Ik zei toch dat jullie voort moesten maken om…’ Ze bleef verstijfd staan, met haar blik op het hek. ‘Booker?’
De wolf zat weer te huilen. Eve had zin om mee te doen.
O god, laat alles in orde zijn met Jane.
Ze kon maar beter even naar Maggie gaan kijken om zich ervan te overtuigen dat er niets aan de hand was. Dan had ze tenminste iets te doen. Ze liep naar de achterveranda en stak haar hoofd om de deur. De wolf wierp haar een boze blik toe en tilde haar kop op om opnieuw te huilen.
‘Ik kan niets voor je doen,’ fluisterde ze. ‘Ik kan ze niet terugbrengen.’
En ze kon ook niets voor zichzelf doen.
Of voor Jane.
Verdomme, Logan, zorg dat je haar vindt.
Ze verstijfde toen er op de deur werd geklopt.
Langzaam liep ze de kamer door.
Als ze haar hadden gevonden, zouden ze meteen opgebeld hebben. Ze stuurden alleen iemand naar je toe als er slecht nieuws was. Dan stond er een politieagent voor de deur die zei hoe erg ze het vonden dat je kleine meid dood was.
Bonnie.
Nee, het ging om Jane en God zou haar dit geen tweede keer aandoen. Er moest een universele wet zijn waarbij het verboden was…
Er werd weer geklopt.
De wolf huilde.
Ze leunde even met haar voorhoofd tegen de deur. Ze moest het onder ogen zien. Ze deed een stap achteruit en gooide de deur open.
Herb Booker klemde zich vast aan het hek, terwijl hij strak voor zich uit stond te kijken. Uit zijn schouder stroomde bloed. Plotseling ging er een rilling door zijn lichaam.
‘Christus, iemand heeft op hem geschoten.’ Bassett holde langs Margaret de oprit af. ‘We moeten hem hélpen.’
Geschoten? Sarah voelde een golf van paniek opkomen. ‘Bassett, blijf bij dat hek weg!’
‘Laat je op de grond vallen.’ Margaret rende al naar Bassett en de gevallen Booker toe. ‘Duik in elkaar, Bassett.’
‘Wat is er verduiveld aan de hand? Booker is neerg…’ Bassett draaide zich met een ruk om en hield zijn pols vast.
Weer een schot.
En Sarah zag het bloed uit Margarets borst gutsen toen ze langzaam op haar knieën zeeg. ‘Sarah?’ fluisterde ze ongelovig.
Sarah gilde en rende naar haar toe.
‘Bel de veiligheidsdienst,’ zei Bassett versuft. Hij klemde nog steeds zijn pols vast en het bloed stroomde tussen zijn vingers door. ‘In godsnaam, bel…’
‘Ga plat op de grond liggen en blijf daar,’ schreeuwde Sarah tegen hem. ‘Je kunt toch niets doen. Monty, blijf bij hem.’
Een kogel vloog langs haar wang toen ze naast de in elkaar gezakte Margaret neerknielde. ‘Margaret?’
Margarets ogen staarden strak voor zich uit. ‘Ga… liggen…’ Ze deelde nog steeds bevelen uit, besefte Sarah. Moest ze haar weghalen? Wat als die kogel dan verschoof?
Hulp. Ze had hulp nodig.
Ze deed haar mond open en gilde.
‘Je zult wel heel boos op me zijn.’ Jane spande strijdlustig haar schouders. ‘Dat is dan jammer. Ik ben hier en ik blijf hier. Je kunt niet zomaar weggaan en verwachten dat… Laat me los. Ik stik bijna.’
‘Dat is heel naar voor je.’ Eves armen sloten zich nog vaster om Janes magere lijfje. ‘Maar ik laat je niet los.’ Ze schraapte haar dichtgeknepen keel. ‘Nou ja, de eerste paar minuten nog niet. Daarna draai ik je je nek om.’
‘Ik wist dat je kwaad op me zou zijn. Ik had wel iets tegen Joe of tegen je moeder kunnen zeggen, maar die zouden me vast tegengehouden hebben. Ze denken dat ik nog een kind ben.’
‘Verdomme, je bent ook nog een kind.’
Jane keek haar aan.
‘Oké.’ Jane was net zomin een kind als Eve op haar leeftijd was geweest. Ze waren allebei opgegroeid op straat en dat was ten koste gegaan van hun jeugd. ‘Dan had je volwassen genoeg moeten zijn om mij niet de doodsschrik op het lijf te jagen.’
‘Je had me nooit mee willen nemen.’ Ze week een stap achteruit. ‘Maar nu ben ik er toch. Moet je Joe niet opbellen om hem te vertellen dat ik hier ben?’
‘Ja.’ Ze had geen zin om zich te verroeren. Ze wilde alleen maar naar haar dochter blijven kijken. ‘Hoe ben je hier gekomen?’
‘Ik heb via het Internet een elektronisch ticket gekocht en dat van jouw creditcard laten afboeken. Ik ben je geld schuldig.’
‘Mocht je zomaar alleen het vliegtuig in?’
‘Ik heb ze zover gekregen. Is dat de wolf die zit te huilen? Waar is ze?’
‘Op de achterveranda. En hoe ben je van het vliegveld hier gekomen?’
‘Ik heb gelift.’ Ze stak haar hand op om Eve de mond te snoeren. ‘Ik weet dat het gevaarlijk is. Ik heb een oude man uitgezocht die z’n vrouw bij zich had en die hebben de hele weg tegen me zitten preken. Ze zijn buiten in hun truck blijven zitten tot jij de deur opendeed. Ik wil de wolf zien.’ Ze liep in de richting van de deur die Eve had aangewezen. ‘Bel jij Joe nou maar, dan kun je me later wel uitfoeteren.’
‘Daar kun je op rekenen.’ Ze liep naar de telefoon. ‘En blijf bij Maggie uit de buurt. Ze is kribbig.’
‘Waarom?’
‘Ik denk dat ze zich eenzaam voelt.’
Jane keek naar haar om. ‘Dat is een ontzettend naar gevoel. Dat doet… verdriet.’
‘Ja, dat is zo.’
Jane wendde haar blik af. ‘Bel Joe nou maar.’
Er vloog weer een kogel langs Sarahs oor en ze boog zich over Margarets lichaam terwijl ze met twee handen de wond dichtdrukte.
‘Sarah!’ Logan kwam vanuit het huis naar haar toe rennen, op de voet gevolgd door Juan Lopez. ‘Zorg verdomme dat je samen met Margaret onder de bomen komt.’
‘Dat was ik ook van plan. Ga jij maar naar Bassett en Booker toe. Ze zijn allebei geraakt.’
‘Lopez, bel het alarmnummer,’ schreeuwde Logan.
Voor het hek klonk het geluid van piepende banden en een donkere Camaro stoof de straat uit.
Lopez rende het hek uit en keek de auto na. ‘Vuile smeerlap.’
‘Laat maar zitten. Bel het alarmnummer.’
‘Komt het weer in orde met haar?’ Bassett stond op Margaret neer te kijken terwijl hij nog steeds zijn pols vasthield. ‘Dit had nooit mogen gebeuren. Ik dacht dat we hier veilig waren. Blijft ze leven?’
‘Ze haalt het wel.’ O god, ze kon het bloeden niet stelpen. ‘Heb niet het lef om in slaap te vallen, Margaret. Blijf bij ons.’
Eve liep naar de achterveranda en bleef naast Jane in de deuropening staan. ‘Ik heb Logan gebeld, maar ik kan hem niet te pakken krijgen. Ik heb een boodschap achtergelaten op zijn voicemail. Je hebt hem echt ontzettend veel moeilijkheden bezorgd. Ik heb Joe wel gesproken. Hij springt meteen op het volgende vliegtuig. Hij is van plan om je te villen. Ik heb hem verteld dat ik je dan wel vast zal houden.’
‘Ze is mooi, hè?’ Janes ogen waren op de wolf gevestigd. ‘Maar je hebt gelijk, ze is kribbig. Het is maar goed dat ik er ben om voor haar te zorgen.’
‘Jij?’
‘Joe vond het geen leuk idee dat jij hier bij die wolf moest blijven. Dat had ik meteen in de gaten. Daarom ben ik gekomen om voor haar te zorgen.’
‘Alleen voor haar? Of ook voor mij?’
Jane keek Eve aan. ‘Tuurlijk. Daar ben ik goed in. Ik ben Bonnie niet. Ik kan voor jou nooit de plaats van Bonnie innemen. Ik geloof ook niet dat ik zo zou willen zijn. Ik heb met je moeder over haar gepraat en Bonnie was zo lief dat ik niets eens weet of ik haar wel aardig zou hebben gevonden.’
‘Je had vast heel goed met haar kunnen opschieten.’
‘Misschien. Maar ik weet in ieder geval zeker dat ik jou aardig vind.’ Ze keek weer naar de wolf. ‘Misschien… hou ik zelfs wel van je.’
‘Dat is fijn. Ik hou in ieder geval van jou.’
Jane knikte. ‘Gisteren toen je weg was, ben ik de heuvel opgelopen en naar Bonnies graf gegaan.’
Eve verstarde. ‘Waarom heb je dat gedaan?’
‘Dat weet ik niet. Ik deed het gewoon. En toen heb ik besloten dat het helemaal niet gaf dat jij nog steeds van haar houdt. Ik ben niet zo lief als zij was, maar ik kan dingen voor je doen die zij niet kon. Zij zou nooit zo goed voor je kunnen zorgen als ik. Ik ben slim en ik weet precies dezelfde dingen als jij. Dat heeft toch wel iets te betekenen.’
‘Het betekent een heleboel.’
‘Dus je hebt geluk dat je mij hebt.’
‘Zeker weten.’
Jane wierp haar een geringschattende blik toe. ‘Je gaat toch niet huilen?’
Eve schudde haar hoofd. ‘Ik zou het niet in mijn hoofd halen.’ Ze schraapte haar keel. ‘Je bent immers alleen maar verstandig.’
‘Mooi. Het zou stom zijn om te gaan huilen.’ Jane liep naar de wolf toe. ‘Laat me nu maar zien hoe ik Maggie moet verzorgen.’
Sarah verstrakte toen Logan de wachtkamer in het ziekenhuis binnen kwam lopen. ‘Blijft ze leven?’
‘Dat weet ik niet. Ze hebben de kogel er wel uit gehaald, maar haar toestand is kritiek. Het zal nog een tijdje kantjeboord blijven.’ Hij ging zitten en sloeg zijn handen voor zijn gezicht. ‘Ik weet het gewoon niet.’
Ze bleef even stil. ‘Ze is al heel lang bij je.’
‘Al bijna vijftien jaar.’ Hij hief zijn hoofd op en het viel haar op hoe verwilderd hij eruitzag. ‘We hebben al zolang samengewerkt dat ik het gevoel heb dat ze familie van me is. Maar ik had nooit gedacht dat Rudzak… ik dacht dat zij veilig zou zijn.’
‘Ze bevond zich achter een elektrische omheining op een bewaakt terrein.’
‘Toch had het niet mogen gebeuren. Ik had voorzichtiger moeten zijn. Ik had moeten voorkomen dat ze telkens met Bassett een wandeling ging maken.’
‘Dat was veilig genoeg, zolang ze uit de buurt van het hek bleven. Dat is de enige plek met genoeg uitzicht om een schot af te kunnen vuren. Jij kon ook niet weten dat de schutter eerst Booker op de korrel zou nemen om ons naar het hek te lokken.’
‘Dat wil nog niet zeggen dat ik niet verantwoordelijk ben. Ik had moeten…’
‘Hou je mond, Logan.’ Ze pakte zijn hand en hield die tussen de hare. ‘Je hebt gedaan wat je kon. Je bent geen helderziende en God ben je zeker niet. Hou dus op met jezelf verwijten te maken.’
Hij glimlachte moeizaam. ‘Bedankt voor de tedere woorden.’
‘Heb je behoefte aan tederheid?’ Ze hield met moeite haar tranen in bedwang. ‘Dat spijt me dan. Ik kan alleen mezelf zijn. Als ik deze last van je schouders kon nemen, zou ik het zeker doen. In ieder geval komt het met Booker en Bassett weer helemaal in orde. De dokter heeft gezegd dat Booker niet in levensgevaar is en Bassett heeft alleen een fikse wond in zijn hand.’
‘Hij is behoorlijk overstuur. Hij wil het onderzoek in Dodsworth afmaken.’
‘Hij weet best dat hij in Dodsworth misschien ook niet veilig is.’
‘Toch kiest hij voor dat risico. En ik ben het eigenlijk wel met hem eens. Dodsworth levert minder gevaar op.’ Hij stond op. ‘Ik heb behoefte aan beweging. Zal ik een beker koffie uit de automaat halen?’
Ze schudde haar hoofd.
‘Ik heb Lopez opdracht gegeven om je tas in te pakken. Galen komt jou en Bassett ophalen om jullie naar Dodsworth te brengen.’
‘Mij ook?’
‘Ik moet hier blijven en ik wil jou op een plek hebben waar Galen je kan beschermen. Hij moet in Dodsworth blijven.’
‘Is het bij je opgekomen dat ik misschien liever bij jou wil blijven?’ vroeg ze onvast.
‘Dat is inderdaad bij me opgekomen. Ondanks het feit dat je geen tedere gevoelens voor me koestert.’ Hij legde zijn hand even tegen haar wang. ‘Maar als je me wilt helpen, ga dan naar Dodsworth. Dan hoef ik me tenminste over jou geen zorgen te maken.’
‘Maar ik wil niet…’
‘En al die mensen in Dodworth dan? Ben je vergeten dat je misschien aan de bel moet trekken?’
‘Dat ben ik helemaal niet vergeten.’
‘Ga dan mee en zorg ervoor dat Galen zijn werk doet. Ik kom zodra het weer iets beter met Margaret gaaf.’
Verdomme, hij had verdriet en ze wilde hem helemaal niet alleen laten. Ze wilde hem in haar armen sluiten en hem deze afschuwelijke nacht door helpen, precies zoals hij na Apache Lake met haar had gedaan.
‘Rudzak zal in Dodsworth zijn, Sarah. Dat weet ik absoluut zeker. En ik heb je hier niet nodig en ik wil ook niet dat je blijft.’ Hij liep de wachtkamer uit.
Ze onderschepte hem halverwege de gang. ‘Kom me niet aan met dat soort lulkoek.’ Ze sloeg haar armen om zijn middel, draaide hem om en omhelsde hem stevig. ‘Dat wens ik niet te horen. Je wilt wel dat ik blijf. Dat weet ik gewoon. Je geeft wel degelijk iets om me en ik zou je best kunnen helpen.’ Ze liet haar armen zakken. ‘Maar ik ga wel naar Dodsworth. Om ervoor te zorgen dat die mensen daar niets overkomt, zodat jij niet voor de rest van je stomme leven met een schuldcomplex opgezadeld wordt.’ Ze deed een stap achteruit. ‘Ik ga naar de kamer van Bassett. Zeg maar tegen Galen dat hij me daar kan oppikken.’
De ivoren spiegel had de vorm van een ankh. Een subtiel uitgesneden adder kronkelde om het teakhouten handvat. Het was zijn laatste geschenk aan Chen Li geweest.
En het zou zijn laatste geschenk aan Logan worden.
‘Een ANKH?’ Chen Li hield de spiegel omhoog. ‘Dat is toch het symbool voor onsterflijkheid?’
‘Daarom heb ik hem voor je meegebracht. Om je te laten zien dat je het eeuwige leven hebt.’
Ze trok een gezicht. ‘Ik voel me op het ogenblik niet echt onsterflijk, Martin. Hoewel ik vergeleken bij vorige week wel opgeknapt ben. Misschien word ik toch weer beter.’
Ze werd helemaal niet beter. Zoals ze daar in die stoel bij het raam zat, zag ze er mager, zwak en bleek uit. Ze zou nooit meer de oude Chen Li worden. Ze werd hem door de dood ontstolen, precies zoals ze hem door Logan was ontstolen. En Logan zou ervoor zorgen dat ze tot het einde de zijne bleef en haar hoop geven, terwijl hij tegelijkertijd tegen Rudzak bleef beweren dat ze zich niet goed genoeg voelde om hem te ontvangen. ‘Ben je gisteravond vroeg gaan slapen? Logan zei dat ik niet naar je toe mocht.’
Ze wendde haar ogen af. ‘Ik was een beetje moe.’
‘Die vermoeidheid zal wel gauw verdwijnen.’ Hij ging achter haar staan en legde zijn handen op haar schouders. ‘Dit is een heel bijzondere spiegel. Hij is van een hogepriester geweest en zal je het eeuwige leven bezorgen.’
‘Misschien moeten we dat aan mijn artsen vertellen. Die kunnen wel wat hulp gebruiken.’ Ze boog zich voorover, zodat zijn handen van haar schouders gleden. Ze was al zover dat ze probeerde zijn aanraking te vermijden, besefte hij met ongelovige woede. Ze was voor hem al verloren.
Maar hij kon haar wel terugkrijgen. Hij kon haar van Logan afpakken.
‘Laten we het maar eens proberen,’ zei hij. ‘Kijk maar in de spiegel.’
‘Wat ik tegenwoordig in de spiegel zie, bevalt me helemaal niet.’
‘Maar dat zou wel het geval moeten zijn. Je bent mooi.’
‘Ja, dat zal wel. Dat zegt John ook altijd.’
Hij wilde helemaal niet horen wat Logan zei. Dit ogenblik behoorde hem toe. ‘Omdat het waar is.’ Hij boog zich over haar heen en legde zijn handen op haar nek. ‘Het staat in mijn ogen te lezen. Kijk maar in de spiegel. Als je niet naar je eigen spiegelbeeld wilt kijken, kijk dan maar naar het mijne en dan zul je weten dat je het eeuwige leven hebt en voor mij altijd even mooi zult blijven als je nu bent. Til de spiegel maar op.’
Ze tilde langzaam de spiegel op. ‘Maar Martin, wat is er aan de hand? Je hebt tranen in je…’ De spiegel viel uit haar hand toen hij met één felle ruk haar nek brak.
‘Vaarwel, Chen Li.’ Teder kuste hij haar wang en pakte toen de spiegel op. ‘Vaarwel, mijn liefste.’
Hij vouwde het vloeipapier zorgvuldig om de spiegel en stopte hem in de doos. Hij legde het briefje dat hij had geschreven boven op de spiegel en sloot het deksel.
Hij adresseerde de doos aan Sarah Patrick in Dodsworth.
Gemeentehuis
Dodsworth, North Dakota
Had hij iets gehoord?
Was dat een deur die dichtviel?
Het zou wel niets belangrijks zijn. Hij had zich de hele avond al verbeeld dat hij in dit gehorige oude gebouw geluiden hoorde, dacht Bill Ledwick. Als je je zo zat te vervelen als hij ging je verbeelding met je op de loop. Hij zou blij zijn als hij weer terug was bij de jongens in het lab.
Hij kon beter controleren wat dat geluid was geweest. Galen hield niet van mensen die voetstoots aannamen dat het wel in orde zou zijn.
Hij stond op uit zijn stoel en liep de lange, donkere gang in. Buiten het zachte geluid van zijn rubberzolen op de marmeren vloer was het doodstil.
Hij bleef even staan bij de glazen deur van het archief. Hij stapte opzij en gooide de deur met een klap open. Hij wachtte nog een minuut, stak toen zijn hand naar binnen en knipte het licht aan. Er was niemand in het vertrek.
Natuurlijk niet. Gewoon verbeelding.
Toch maar controleren. Voor alle zekerheid.
Hij liep naar de archiefkast aan de andere kant van het vertrek en trok de la open. Hij wist precies waar het dossier zat. Hij had het vaak genoeg gecontroleerd.
Hij sloeg de map open.
Shit!
‘Ik heb bericht gehad van mijn man in het gemeentehuis,’ zei Galen toen hij Logan de volgende dag belde. ‘De bouwtekeningen van het laboratorium zijn uit het archief verdwenen.’
Logan was even stil. ‘Daar had ik al op gerekend. Rudzak is er de man niet naar om te vertrouwen op een vrachtwagen vol dynamiet die in de buurt van zijn doelwit staat geparkeerd. Toevalstreffers zijn niets voor hem. Hij wil zeker weten dat hij me te pakken krijgt.’
‘Dan had hij ervoor moeten zorgen dat zijn huurmoordenaar Lou neerschoot in plaats van Margaret.’
‘Dat zou hem niet bevredigd hebben. Dat gebaar is niet groots genoeg. Hij wil me in Dodsworth begraven, zoals ik hem in die gevangenis heb begraven. Als een laatste eerbetoon, zowel aan hem als aan Chen Li.’
‘Hoe gaat het met Margaret?’
‘Ze is nog niet buiten levensgevaar, maar wel iets beter. Ik mag over een paar minuten even bij haar. Haar familie is gisteravond uit San Francisco gearriveerd en haar broers hebben haar mogen bezoeken op intensive care.’ Hij zweeg even. ‘Hoe is het met Sarah?’
‘Een regelrecht lastpak. Ze heeft samen met Monty het hele lab centimeter voor centimeter bekeken, op zoek naar zwakke plekken in mijn veiligheidsmaatregelen. Ze weet meer van ontruimingsprocedures dan mijn onderbevelhebber en ik mag barsten als ze de plattegrond van het hele gebouw niet uit haar hoofd heeft geleerd.’
‘Heeft ze lacunes gevonden?’
Een korte aarzeling. ‘Eén. Maar dat was een miniem gaatje.’
‘Dus ze is er inmiddels van overtuigd dat Dodsworth veilig is?’
‘Ja, maar nu snapt ze weer niet waarom Rudzak dit per se als voornaamste doelwit zou uitkiezen.’
‘Vertel haar maar dat die bouwplannen verdwenen zijn.’
‘Dat zal ik doen. Maar dan zal ze zich toch nog steeds zorgen maken over al je andere fabrieken.’
‘Het is jouw taak om haar gerust te stellen.’
‘Tot ze weer om vier uur ’s ochtends op inspectie gaat.’ Zijn stem klonk onmiskenbaar zuur. ‘Ik zorg nog liever voor Maggie. Wanneer kom je me van haar verlossen?’
‘Ik kom zodra ik kan, maar je kunt er verzekerd van zijn dat Rudzak niets zal uithalen voordat ik er ook ben. Heb je al iets van hem gehoord?’
‘Alleen die vermiste bouwtekeningen. Dat is een teken waar je niet omheen kunt. Wens Margaret uit mijn naam beterschap.’ Hij verbrak de verbinding.
Logan stopte de telefoon in zijn zak en liep naar de afdeling intensive care. Het was niet zo vreemd dat Sarah Galen het vuur na aan de schenen legde. Ook al vond ze iemand nog zo aardig, dat zou haar er nooit van weerhouden om haar werk te doen en in dit geval bestond haar werk uit het voorkomen dat er zich een ramp in Dodsworth zou voordoen.
‘Wat spook jij hier uit?’ Margarets stem was nauwelijks meer dan een gefluister dat hij maar net kon verstaan omdat hij nog in de deuropening stond.
Hij liep de kamer door en pakte haar hand. ‘Hoe voel je je?’
‘Belazerd.’ Ze wierp hem een nijdige blik toe. ‘En boos. Waarom sta jij hier te kreunen en te steunen in plaats van achter die klootzak aan te gaan die me neergeschoten heeft? Dacht je soms dat ik dood zou gaan?’
‘Dat is geen moment bij me opgekomen.’
‘Leugenaar. Maar ik ga niet dood en…’ Ze moest even op adem komen. ‘…en ik heb al genoeg problemen met die broers van mij die zich als een stel moederkloeken gedragen. Maak dus maar dat je wegkomt.’
Hij stond haar aan te kijken.
‘Goed, goed, ik beloof je dat ik niet doodga, John.’ Door de felle manier waarop ze haar tanden ontblootte, leek ze wel een tijgerin. ‘En wil je me alsjeblieft in plaats van bloemen het hoofd van Rudzak op een presenteerblaadje aanbieden?’
‘Ik zal mijn best doen.’
‘Mooi.’ Ze sloot haar ogen. ‘Maak dan maar dat je wegkomt. Ik ben moe.’
‘Zal ik een verpleegster roepen?’
‘Zijn hoofd, John.’ Ze deed haar ogen niet open. ‘Blijf daar niet staan kniezen, ga maar gewoon weg en zorg voor dat hoofd.’
‘Jawel, mevrouw.’ Hij draaide zich om en liep naar de deur. ‘Zoals u wenst, mevrouw.’
19.45 uur
‘Joe is hier gisteren aangekomen,’ zei Eve toen Sarah haar belde. ‘Hij blijft net zolang als je me nodig hebt. Heb je enig idee hoe lang dat gaat duren?’
‘Ik wou dat het waar was.’
‘Maakt niet uit. Ik zou het gewoon prettig vinden om weer thuis te zijn met mijn gezin.’
‘Is alles met Jane weer in orde?’
‘Ja, maar niet dankzij mij. Ze heeft het allemaal zelf opgelost… dat denk ik tenminste.’
‘Wat bedoel je?’
‘Je staat ervan te kijken hoe helder en eenvoudig alles wordt als je het verleden van je afzet. Wat spook jij daar in Dodsworth uit?’
‘Ik hou mezelf bezig.’
‘Is de bewaking net zo goed als je hoopte?’
‘Nog beter. En dat zit me dwars. Hoe komt Rudzak op het idee dat hij dit lab met de grond gelijk kan maken?’
‘Ben je bang dat hij een van de andere fabrieken als doelwit zal kiezen?’
‘Ja, maar kennelijk ben ik de enige. Voor Galen en Logan vormen de gestolen bouwplannen een onweerlegbaar bewijs. Ik ben bang dat het een truc is.’
‘Logan laat zich echt niet in de luren leggen.’
‘Dat weet ik wel. Alleen…’ Ze zweeg even geïrriteerd. ‘Ik ruik gewoon dat we op de verkeerde weg zijn. En mijn neus bedriegt me nooit.’
Eve grinnikte. ‘Je klinkt alsof je Monty bent.’
‘Monty heeft het meestal bij het rechte eind.’
‘Ik ben de laatste om dat tegen te spreken. Je moet doen wat je instinct je ingeeft. Maar nu moet ik ophangen. Ik moet Maggie voeren.’
Het was ook tijd dat Monty iets te eten kreeg. ‘Kom, kerel.’ Sarah verbrak de verbinding en liep met Monty op haar hielen naar het restaurant. Ze had al zijn voer en vitamines in een van de keukenkasten opgeborgen en ze probeerde hem zoveel mogelijk ’s avonds te voeren, als hij niet constant afgeleid werd door de wetenschappers. Monty werd inmiddels al praktisch als een mascotte beschouwd en hij liet zich zo graag aanhalen dat hij de belangstelling voor zijn etensbak verloor.
Bassett zat aan een van de tafeltjes en keek op toen Sarah het vertrek binnenliep. ‘Kom je even gezellig bij me zitten?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Ik wou alleen Monty eten geven. Ik ben zonder cafeïne al zenuwachtig genoeg.’
‘Echt waar? Ik voel me hier veel veiliger.’ Hij stond op en volgde Sarah en Monty naar de keuken. ‘Grappig. Tot die laatste dag voelde ik me in Phoenix prima op m’n gemak. Heb je nog iets over Margaret gehoord?’
‘Ze leeft nog steeds.’
‘Ik heb me vaak over haar beklaagd, maar ik vond haar toch ontzettend aardig.’
‘Dat weet ik wel. Hoe bevalt je lab hier?’
‘Prima. Ze hebben me Hilda Rucker als assistent gegeven. Ze is briljant.’ Hij keek met opgetrokken neus naar zijn verbonden linkerhand. ‘En ze heeft twee gezonde handen om de computer te bedienen. Dat is niet misselijk.’ Hij dronk de rest van zijn koffie in één slok op. ‘Ik kan maar beter weer aan de slag gaan. Hilda is Margaret niet, maar ik moet toch zorgen dat ze me niet op de kop gaat zitten. Hou me wel op de hoogte van de toestand van Margaret.’
‘Dat zal ik doen.’
Galen kwam hem bij de keukendeur tegen en gaf hem een knikje voor hij naar Sarah liep. ‘Logan komt hiernaartoe. Hij heeft me net gebeld en vertelde dat Margaret hem de deur uit heeft geschopt. Over een paar uur is hij hier.’
‘Mooi.’ Ze bukte zich en zette Monty zijn etensbak voor. ‘Dus het gaat beter met haar?’
‘Nou, het lijkt me duidelijk dat ze weer in haar gewone doen is.’ Hij trok een gezicht. ‘Ik ben blij dat ze in Phoenix blijft. Ik heb meer dan genoeg aan één bazige vrouw.’
‘Nee dat is niet waar. Maar je zult het met mij moeten doen. Tussen twee haakjes, als we het toch over bazige vrouwen hebben, ik heb net met Eve gesproken. Volgens haar zit Maggie voortdurend te mokken of te treuren. Ze blijft maar huilen.’
‘Waarom ga je dan niet naar huis? Dan kun je zelf voor je wolf zorgen.’
Ze keek hem even sluw aan. ‘Misschien moet ik Eve en Maggie op laten halen.’
‘Vergeet het maar.’ Hij liep naar de deur. ‘Ik ga ervandoor.’
‘Wordt het je te veel?’ Maar hij was al weg.
De grote keuken leek plotseling op een eenzaam donker hol. Haar glimlach verdween terwijl ze tegen het aanrecht leunde en toekeek hoe Monty stond te eten. Die kibbelpartijtjes met Galen werkten ontspannend en dat had ze hard nodig. De spanning groeide met het uur en ze begon er meer dan genoeg van te krijgen.
Monty keek naar haar op. Verdrietig?
Ze schudde haar hoofd terwijl ze zijn drinkbak vulde. Niet verdrietig, gewoon niet op haar gemak. En eenzaam. Het was raar hoe eenzaam je je voelde als die ene persoon niet bij je was. ‘Eet je bak leeg. Sinds we uit de blokhut weg zijn heb je nog niet fatsoenlijk gegeten.’
Verdrietig.
‘Dit is ons werk. Ik moest je wel bij Maggie weghalen.’
Verdrietig.
‘Lieve hemel, ik heb echt geen behoefte aan een tot over zijn oren verliefde…’ Waarom ergerde ze zich aan Monty, terwijl ze nog geen minuut geleden zelf ook zat te dromen? ‘Het maakt niet uit, hoor,’ fluisterde ze terwijl ze zich bukte om hem achter zijn oor te krabben. ‘Ik weet dat het naar is, maar we moeten doorzetten. Eet nou braaf je bak…’
‘Sarah.’
Ze draaide zich om en zag Galen in de deuropening staan. ‘Waarom ben je terug…’ Ze verstijfde. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Een pakje voor jou.’ Hij liep de keuken in en gaf haar een keurig ingepakte doos. ‘Dat is net gekomen. Per expres.’
Alle pakjes die bij het lab afgeleverd werden, werden doorgelicht. ‘Wat is het?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat kon ik niet zien. Iets raars. Maar het is geen bom.’
Langzaam trok ze het pakpapier eraf en deed het deksel open. Het voorwerp in de doos was oud, heel oud, en het ivoor was in de loop der jaren vergeeld, maar de van een laagje goud voorziene spiegel glom nog steeds. Haar maag kromp samen.
‘Chen Li.’
Galen verstijfde. ‘Daar was ik al bang voor. Lees het briefje maar niet. Dat kunnen we beter aan Logan overlaten.’
‘Het is aan mij geadresseerd.’ Ze vouwde het vel open.
Sarah,
Ik heb Logan al verteld dat het laatste geschenk niet voor jou was bestemd. Dit cadeau is veel toepasselijker. Zie je die adder? Die mag je met Logan delen.
Martin Rudzak