In de dagen voor de kwartfinale begint de spanning op te lopen. Voor het eerst lukt het Daisy twee nachten niet om in slaap te komen, maar misschien komt dat ook omdat ze’s avonds vaak heel lang met Dennis belt.
Op school lijkt iedereen snel aan haar nieuwe status te wennen. Steeds minder nieuwsgierige blikken, geen jongens meer die haar voor onduidelijke feestjes komen vragen. Juliette en Sofie hebben het opgegeven om haar mee te tronen naar hun favoriete shops. Het lijkt opeens een omgekeerde wereld als ze belangstellend komen vragen waar Daisy haar nieuwste T-shirt heeft gekocht en of ze al weet wat ze tijdens de kwartfinale gaat aantrekken.
Niet dus. ‘Zaterdagochtend moet ik eerst naar een styliste, dan naar een visagiste en naar een kapper,’ vertelt ze alsof het heel gewoon is.
De meiden vinden het prachtig en vragen of ze daar volgende week alles over wil vertellen.
‘Tuurlijk,’ belooft ze.
‘Weet je al welk duet je zaterdag met Dave moet zingen, Daisy?’ vraagt Eikelenboom tijdens de les op woensdagmiddag.
‘Ja, dat weet ik.’ Ze trekt een geheimzinnig gezicht.
‘En mogen wij dat ook weten?’
Lois heeft liever niet dat van tevoren bekend wordt welke nummers gezongen gaan worden. Zou dat ook voor een duet gelden?
‘Het is misschien leuk als we de tekst al kennen.’
‘Voor de les Engels zeker?’ reageert Sjoerd.
‘Of voor mijn les. Het kan ook een Nederlandse tekst zijn. Duetten zijn soms heel poëtisch, lyrisch ook. Dan is het leuk om zo’n tekst te interpreteren en te analyseren.’
‘Het is geen Nederlandse song,’ zegt Daisy. ‘Maar als u de Engelse tekst wilt vertalen, dan mail ik u die vanavond. Jullie mogen zelf de titel raden en wie de zangers zijn. Ik heb niets verklapt.’
‘Graag Daisy. Dankjewel.’
Uiteraard wordt donderdag moeiteloos geraden dat ze Everytime I think of you zullen gaan zingen en’s middags is de hele school al op de hoogte.
Aan het eind van de schooldag ontstaat er een run op de kaartjes voor de drie bussen die de directie onverwachts toch heeft gehuurd om belangstellenden naar Almere te brengen. Binnen een half uur zitten ze vol, ondanks de eigen bijdrage van tien euro. In een brief, die bestemd is voor de ouders, verklaart de directrice dat ze er ongelooflijk trots op is een leerling als Daisy de Wit op school te hebben. Daarom doet ze er alles aan om iedereen die haar optreden wil bijwonen met bussen naar de kwartfinale te brengen. Ze vraagt er begrip voor dat de school niet ook de toegangskaartjes kan betalen. Voor het geval Daisy in de halve finale, of zelfs in de finale komt, onderhandelt de directie alvast met de organisatie van YoungStars om tegen gereduceerde prijs zoveel mogelijk toegangskaarten te kunnen kopen.
Op vrijdag laat de directrice omroepen dat het haar is gelukt om nog een bus te charteren. In de pauze ontstaat opnieuw een stormloop op de kaartjes.
Het zijn allemaal dingen waar Daisy van moet genieten, heeft Lois gezegd. Toch wordt de spanning vrijdag zo groot, dat ze aan het eind van de ochtend aan haar afdelingsleider vraagt of ze alsjeblieft naar huis mag. Ze voelt niet helemaal lekker. Geen enkel probleem. Hij heeft er alle begrip voor dat ze zich wil ontspannen voor morgen.
Laura is gelukkig thuis. Ze neemt Daisy onderzoekend op.
‘De druk wordt nu wel groot, hè? Ga lekker in bad liggen, oefen je nummer daarna nog een paar keer met je gitaar, en neem vanavond een valeriaantabletje,’ adviseert ze.
Ze trekt haar dochter naar zich toe en streelt over haar hoofd. ‘Je moet er morgen voor honderd procent staan, Dais. Je hebt al een paar nachten niet goed geslapen.’
‘Helpt valeriaan dan wel?’ Daisy neemt zich voor als ze weer niet in slaap valt stiekem een slaappil van haar moeder te pakken, want zonder slaap redt ze het morgen misschien niet.
‘Zodra je het podium opkomt, valt alle spanning van je af,’ probeert Laura haar gerust te stellen.
Daisy glimlacht maar wat. ‘Vorige keren was dat ook zo. Alleen … Iedereen verwacht nu zo veel van me. Er komen vier bussen van school, Lois rekent erop dat ik de halve finale haal. Ik heb geloof ik al meer dan vijfduizend vrienden en volgers op internet. Die hopen allemaal dat ik doorga. En jullie rekenen er ook op dat ik volgende week in de halve finale sta, toch?’
‘Als je het niet haalt, ben ik nog steeds apetrots op je, hoor.’ Laura trekt haar dichter tegen zich aan. ‘Wat hoor ik trouwens van Sandrine?’ Ze neemt Daisy met een speciale blik op. ‘Je hebt al een paar weken een vriendje, hè? Waarom hou je hem voor ons verstopt?’
‘Zo lang kennen we elkaar nog niet, hoor.’
‘Maar je hebt hem wel meegenomen naar de studio en een kaartje voor hem geregeld, op de voorste rij, naast ons?’
‘Je bent al net zo nieuwsgierig als Sandrine.’
‘Een leuke jongen,’ vervolgt Laura. ‘Zo te zien tenminste.’
‘Dat meen je niet! Heb je soms stiekem met Sandrine op Facebook zitten kijken?’
‘Ik moet toch weten wat mijn dochter allemaal uitspookt. En …
eh … Daisy. Je kijkt toch wel uit, hè?’ Er verschijnt iets bezorgds in de ogen van haar moeder.
‘Ik kan heel goed op mezelf passen hoor, mam.’
‘Dat weet ik, en ik vertrouw je ook. Ik bedoel alleen. Die jongen is ouder dan jij en hij komt uit een heel andere wereld.’
‘Nog geen twee jaar, als je dat per se wilt weten. Papa is zes jaar ouder dan jij, toch?’
‘Vat het niet verkeerd op. Ik wil alleen maar voorkomen dat …’
‘Hoeft niet. Hij is te vertrouwen en hij is hartstikke lief!’
‘Wat kan jij verontwaardigd kijken, zeg.’ Laura lacht. ‘Ik wilde het alleen gezegd hebben, Daisy. Je stelt hem zaterdag maar aan ons voor. Goed? Ik ben echt vreselijk nieuwsgierig.’
‘Ik weet niet of dat gaat lukken. Ik kan niet zomaar de zaal in lopen, snap je. Als hij bij jullie komt zitten, herken je hem vast, en anders doet Sandrine dat wel.’