Tijdens de volgende lesuren zoemt het nieuws dat een meisje op school de eerste ronde van YoungStars heeft overleefd, via mobieltjes en social media de school rond. In de korte pauze merkt Daisy al dat van alle kanten nieuwsgierige en onderzoekende blikken op haar worden geworpen. Het voelt wat ongemakkelijk, en ze hoopt dat het zal wennen. Toch durft blijkbaar niemand haar iets te vragen. Net of ze al een ster is. Daar stap je ook niet zomaar op af om een praatje mee te maken.
Milo, die in de parallelklas zit, moet wél aan iedereen vertellen wat ze heeft gezongen, hoeveel rode lampjes ze heeft gehad, door wie ze is uitgekozen en meer van dat soort dingen.
‘Ik ben opeens hartstikke hot, Daisy,’ komt hij glunderend vertellen.
Zelfs Amy, die nooit enorm populair is geweest, staat volop in de belangstelling en lijkt er niet moe van te worden om aan iedereen te vertellen wat ze precies weet.
Na de pauze volgt een leuk uurtje wiskunde. De leraar laat de klas uitrekenen hoeveel procent van de YoungStars kandidaten de selectieronde en de eerste ronde heeft overleefd. Zestien van de zevenduizend blijkt slechts 0,229 procent te zijn, met een speling van 0,3. Te verwaarlozen, want er waren vast niet exact zevenduizend kandidaten, volgens de leraar.
‘Maar stel nou dat Daisy de finale haalt, dus één van de drie wordt. Hoeveel procent heeft ze dan achter zich gelaten?’ luidt zijn volgende opgave. Dat blijkt 99,957 procent te zijn, met een speling van 0,1.
Daisy weet nog niet goed hoe ze met al die belangstelling om moet gaan, maar ze vindt het wel leuk.
In de middagpauze komen Sofie en Juliette onverwachts bij haar aan tafel zitten. ‘We hebben een voorstel, Daisy,’ zegt Sofìe.
‘Als je een middagje met ons gaat shoppen, dan helpen wij je om andere kleren uit te zoeken,’ stelt Juliette voor.
‘Want dit kan écht niet.’ Sofie kijkt afkeurend naar haar spijkerbroek en haar shirt.
‘Je moet ook andere schoenen kopen. En’ – ze bestudeert Daisy’s gezicht – ‘je ogen anders opmaken. Daar kan ik je wel bij helpen.’ ‘Als je wilt, kun je er hartstikke sexy uitzien.’
Waarom ook niet? denkt Daisy. Ze bedoelen het goed.
Maar wil je dat allemaal wel? vraagt een stemmetje ergens in haar hoofd. Ze legt het snel het zwijgen op. Ze wil door met YoungStars, omdat ze later zangeres wil worden, net als Lois. Wie iets wil bereiken moet nu eenmaal offers brengen en pijn lijden, zoals haar zus al zei. Als het echt niet anders kan, moet ze maar een beetje van zichzelf inleveren, tijdelijk uiteraard. Zodra ze heeft bereikt wat ze wil, kan ze weer gewoon zelf uitmaken waaraan ze wel of niet wil meedoen.
Als ze thuiskomt uit school wacht haar de volgende verrassing. Een groot landelijk dagblad wil een foto van alle zestien kandidaten publiceren, met een reportage van de volgende ronde. Bij de foto komen kort wat gegevens, zoals haar leeftijd, op welke school ze zit, of ze zangles heeft gehad, zulke dingen. Of ze snel een foto wil opsturen.
‘Zal ik een pasfoto opsturen?’ stelt ze aan haar moeder voor.
‘Nee, natuurlijk niet. Het moet er een zijn waarop je aan het zingen bent, met een microfoon in je hand,’ beslist Laura. ‘Zo’n foto blijft in hun archief zitten. Als je nog een ronde verder komt, kunnen ze die nog een keer gebruiken. Je moet er beter opstaan dan op een pasfoto, hoor.’
‘Een foto met mijn gitaar misschien?’
‘Zou kunnen,’ aarzelt Laura. ‘We hebben het er straks nog wel over. Heb je geen huiswerk?’
Alsof haar hoofd daarnaar staat. Op haar kamer gaat ze braaf achter haar bureautje zitten met de lesboeken opengeslagen voor zich. Vrijwel niets van wat ze leest dringt tot haar door. Aanstaande zaterdag is haar eerste afspraak met Lois en de leden van het team dat de kandidaten begeleidt. Dan zal ze ook kennismaken met haar concurrenten. Ze weet niet eens of er meer jongens dan meisjes door zijn naar de volgende ronde.
Met een zucht klapt ze haar boeken dicht en pakt haar gitaar van de standaard. Hij is behoorlijk ontstemd. Een voor een stemt ze de snaren. Volgens haar oma heeft ze een absoluut gehoor. Ze kan zonder stemfluitje of ander hulpmiddel haar gitaar stemmen. Een gave, volgens haar oma. Daardoor kan ze ook een toon ragzuiver inzetten als ze zingt. Zelf merkt ze daar natuurlijk niets van, maar het is wel fijn om te horen dat het nooit vals is.
Wanneer ze klaar is met stemmen speelt ze het intro van een song van Lois. Het zijn getokkelde akkoorden, met de D-mineur als basis. Die klinkt zo mooi, zo dromerig, vooral als je hem zacht speelt. Als vanzelf zet ze het lied in over een meisje dat besluit te gaan dagdromen, omdat ze het leven te ingewikkeld vindt worden. Het is een nummer dat ze zelf had willen schrijven.
‘Daisy,’ roept haar moeder in de hal, voordat ze iets anders kan gaan spelen. ‘Kom eens beneden.’
Met tegenzin zet ze haar gitaar terug en loopt de trap af. Laura staat haar met de telefoon in de hand op te wachten.
‘Het Overijssels Dagblad. Ze willen je een paar vragen stellen over YoungStars, dan kom je morgen al in de krant,’ zegt Laura trots.
‘Hebben ze daar dan toestemming voor gekregen?’
Haar moeder fronst haar wenkbrauwen. ‘Wat bedoel je?’
‘Dat staat in mijn contract. Ik mag alleen een interview geven als een journalist toestemming heeft van iemand van YoungStars.’
‘Weet je het zeker?’ De frons wordt dieper.
‘Het staat er echt in, hoor. Vraag zo maar aan papa. We hebben het contract samen doorgelezen.’
‘Dit zijn toch gewoon een paar vragen door de telefoon?’
‘Dat noemen ze ook een interview, mam. Ik weet het zeker. Die krant moet maar opbellen naar YoungStars. Als ze het daar geen probleem vinden, mogen ze me terugbellen.’
‘Niet te geloven.’ Laura brengt de telefoon naar haar oor en legt uit wat Daisy heeft verteld. Daarna luistert ze naar de reactie van de journalist.
‘Dat wil ik wel doen, hoor,’ zegt ze. ‘Als dat wel mag … Een moment alstublieft.’ Ze kijkt Daisy weer aan. ‘Mag ik hun vragen dan wel beantwoorden, uit jouw naam?’
‘Ja zeg, dat weet ik niet hoor. Dat moet papa straks maar uitzoeken. Als ik me niet aan het contract houd, dan kost ons dat geld. Dat weet je toch?’
‘Ik heb niet begrepen dat het zo ingewikkeld ligt.’ Laura kijkt een beetje ontstemd. ‘Belt u toch maar liever eerst naar YoungStars,’ zegt ze tegen de journalist. ‘Dan weten we zeker dat we geen regels overtreden.’ Ze zet het toestel terug in de oplader. ‘Best wel raar hoor, Daisy, dat we opeens over zulke dingen moeten nadenken. Mogen we eigenlijk wel een foto opsturen naar de krant?’
‘Volgens mij wel. Ze mogen er alleen geen reclame mee maken zonder toestemming van YoungStars. Papa en ik hebben dat gisteren twee keer gelezen omdat we het niet geloofden. Net of ik al super beroemd ben. En waarom ik geen interview mag geven, snap ik al helemaal niet. Dat vertelt het contract namelijk niet.’
‘Het heeft te maken met de arbeidstijdenwet voor minderjarigen,’ legt haar vader een half uurtje later uit. Op haar leeftijd mag ze maar een beperkt aantal uren per jaar optreden. Het geven van een interview valt daaronder. ‘Stel nou dat je de finale haalt, of die zelfs wint, dan gaan ze een album met je maken. Daarna komen er zeker aanvragen voor optredens, of je wordt gevraagd om mee te werken aan een commercial. Allemaal zaken waarmee YoungStars veel geld kan verdienen.’
‘Wat zeg je nou?’ reageert Laura verontwaardigd. ‘Je bedoelt waarmee Daisy veel geld verdient, toch? En Daisy mag zeker zelf wel uitmakenwatzewelennietdoet.’
‘Toch niet.’ Jack kijkt moeilijk. ‘Zulke dingen lopen allemaal via YoungStars. Daar kijken ze wat het beste in Daisy’s programma past en wat het meeste oplevert natuurlijk. Daisy krijgt uiteraard een percentage van de opbrengst. Als ze het allemaal anders wil, dan hoeft ze dat contract toch niet te tekenen, is hun redenering.’ ‘Ja, hallo. Dan mag ik niet verder,’ zegt Daisy ongerust. ‘Je hebt de envelop vanochtend toch wel op de bus gedaan hè, pap?’
‘Wat dacht je dan?’
‘Waarom heb je me dit gisteren niet verteld?’ vraagt Laura. ‘Daisy is pas vijftien. Om je dan zo te moeten vastleggen …’
‘Hoe je er ook over denkt, zo’n kans krijgt Daisy nooit meer. Het zou dus wel stom zijn om niet te tekenen.’
‘Helemaal mee eens. En nu wil ik er niet meer over hebben. Ik moet een foto opsturen naar een krant, pap. Vind jij dat een gewone pasfoto goed genoeg is?’