9
'Zal ik de koning écht ontmoeten?' vroeg Blaze voor de derde keer aan haar jongere zusje.
Bliss lachte. Het was vreemd, maar ze voelde zich op dat moment jaren ouder en wijzer dan Blaze. 'Owen is een van de beste vrienden van de koning,' zei ze weer, voor de zoveelste keer. 'Je zult hem echt ontmoeten, maar ik zal hem vertellen dat je in de rouw bent, voor het geval hij wil dat je deelneemt aan de festiviteiten. Dat hoor je écht niet te doen, weet je.'
'Je lijkt mama wel,' antwoordde Blaze, en nu was het haar beurt om te lachen, ik wil nu nog niet echt bij het hof betrokken raken, Bliss. Misschien wel helemaal nooit. Maar ik wist gewoon niet waar ik anders heen moest. Dat wéét je toch?'
Bliss hield wijselijk haar mond. Voor iemand van haar leeftijd had ze verbazingwekkend veel mensenkennis. Hoeveel verdriet haar zusje ook had, het zou mettertijd verdwijnen. Bliss sprak niet over een nieuwe echtgenoot, maar ze wist hoe de wereld werkte en Blaze zou te zijner tijd natuurlijk hertrouwen. En waar kon ze nu beter een nieuwe man ontmoeten dan aan het hof? En Bliss was edelmoedig genoeg om toe te geven dat Blaze heel mooi was. Misschien niet zo mooi als zijzelf was, maar toch mooi genoeg om vele harten te veroveren.
Maar ondanks een huwelijk van drie jaar was Blaze nog steeds onschuldig, dacht Bliss. Ze zou haar zusje zorgvuldig langs de klippen van die gevaarlijke maar fascinerende wereld moeten loodsen, maar onschuldige zielen zoals Blaze leerden óf heel snel hoe ze zich moesten handhaven, óf werden opgeofferd, zoals zovele onschuldige lammeren. Het hof wachtte gretig op mooie meisjes, maar als je verstandig was, kon je je wel handhaven.
De kamer die Bliss haar zo vriendelijk had afgestaan, was inderdaad klein, en terwijl haar zus en zwager zich haastten om hun rollen te gaan oefenen, maakten Blaze en Heartha het zich gemakkelijk.
'Ik weet dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we een kamer hebben,' mopperde Heartha, 'want dat heeft Betty van uw zuster mij vaak genoeg verteld, maar Lady Bliss heeft zeker niet overdreven toen ze zei dat de kamer klein was, mevrouw.' Ze keek met scheve ogen rond in de bijna vierkante, betimmerde kamer met één glas-in-loodraam en een kleine haard. Er stonden verder alleen maar een groot bed, een onderschuifbed en een enkele rechte stoel in de kamer. Er hingen geen gordijnen om het bed, dat bijna de gehele ruimte in beslag nam.
'Het zal best lukken, Heartha. Het is geen RiversEdge, met alle herinneringen, en ook geen Ashby, waar ik me niet meer thuisvoel. Deze kleine kamer is nu mijn thuis, en het jouwe! Laten we proberen er iets van te maken vóór de avond valt.'
Hoewel de kleedster steeds zei dat Blaze stil moest blijven zitten terwijl zij de kamer gezellig maakte, wilde Blaze daar niets van horen. Tot hun verbazing was de kamer heel schoon en pas geveegd. Samen hingen de vrouwen de gordijnen, van groen fluweel op naturelkleurig linnen, op om het bed. Blaze had prachtige linnen lakens, die ze uit een hutkoffer haalde, maar legde eerst haar zachte veren bed over de stromatras. De lakens roken naar zoete viooltjes, haar lievelingsgeur, en het bed zag er al snel comfortabel en uitnodigend uit. Door hun samenwerking zag de kamer er al heel aardig uit toen Bliss en Owen terugkwamen. Er hingen gordijnen voor de ramen, er stonden kaarsen aan weerszijden van het bed, de kleine kisten met de kleren van Blaze stonden strategisch opgesteld en de japonnen van Blaze hingen al in een hoekje van de kleedruimte van haar zusje, dat Betty, de kleedster van Blaze, haar had aangewezen.
Ze zaten bij Lady Adela Marlowe en haar man, sir John, tijdens het avondeten. John Marlowe was kamerheer van de koning en zijn vrouw sinds ze aan het hof was de beste vriendin van Bliss. Adela Marlowe was een mooie vrouw met gitzwarte krullen en levendige, bruine ogen.
'Uw verlies spijt ons zo, Lady Wyndham,' zei ze. 'Maar u had gelijk om naar het hof te komen. Het is de beste plaats om een nieuwe man te vinden!'
Bliss stikte haast in een hap konijnepastei, maar zei vlug: 'Lieve Adela. Blaze is niet gekomen voor een nieuwe echtgenoot.'
Adela Marlowe keek ongelovig, maar toen ze de pleitende blik in de ogen van haar vriendin zag, stamelde ze: 'N-nee? O...? Dat... uh... wist ik niet...'
'Ik ben niet van plan te hertrouwen, Lady Marlowe,' zei Blaze zacht. 'Niemand kan de plaats van Edmund innemen.'
'Nee, nee, natuurlijk niet,' mompelde Lady Marlowe en ze vroeg zich af of Lady Wyndham soms gek was. Maar Bliss vertelde haar vriendin later alles, zeer tot opluchting van deze dame.
De dag daarop lieten de twee vrouwen Blaze Greenwich zien. Het paleis was in de vorige eeuw gebouwd en heette oorspronkelijk Bella Court. Door de jaren heen was het in verschillende handen geweest en heette Pleasaunce toen koningin Margaret van Anjou, de vrouw van Hendrik de Zesde, eigenaresse was. Ze had de vloeren laten betegelen en alle ramen van glas laten voorzien. Ook had ze een bergruimte laten maken voor haar juwelen en een aanlegsteiger in de rivier voor haar boot. Hendrik de Zevende gaf het paleis weer een andere naam, en noemde het Greenwich Palace, waarna hij de buitenmuren opnieuw liet optrekken in rode baksteen.
Het paleis was rondom drie vierkante binnenpleinen gebouwd, die de Fontein-, de Kelder- en de Tennishof werden genoemd. De hoofdingang bevond zich recht tegenover de aanlegsteiger van koningin Margaret. Aan de andere kant van het paleis lagen tuinen en een omheind jachtgebied. Bliss vertelde haar zusje dat koning Hendrik het liefst in dat paleis verbleef.
'Hoeveel paleizen heeft hij dan?' vroeg Blaze nieuwsgierig, want ze vond het vreemd dat iemand meer dan één huis nodig had, zelfs al was hij koning.
'Nou,' zei Bliss, 'je hebt Westminster in de stad, maar daar heeft de koning sinds de grote brand van 1512 niet meer gewoond, ook al werd zijn slaapkamer, de Geverfde Kamer, niet verwoest. Dan is er natuurlijk de Tower, en Baynards Castle in de Thames Street, dat heel mooi moet zijn, het is heel groot en modern. En dan is er Bridewell nog, in Londen. Dat heeft de koning nog maar een paar jaar geleden laten bouwen, maar we verblijven er haast nooit. Buiten de stad heb je Richmond, Eltham, Windsor, en Woodstock in het graafschap Oxford, dat is alleen maar een vervallen jachthut, waar het hof nooit heen gaat. En dan natuurlijk Greenwich.'
'Ik begrijp nog steeds niet waarom hij zoveel kastelen nodig heeft,' zei Blaze.
'Omdat hij koning is, suffie,' lachte Bliss.
Ze hadden elkaar die ochtend kerstgeschenken gegeven. Blaze had haar zwager een mooie, met juwelen versierde dolk met een gouden heft gegeven en voor Bliss had ze een paar oorhangers met parels en saffieren uitgekozen. Bliss had een kreet van verrukking geslaakt, want ze was dol op mooie juwelen. Op hun beurt hadden zij Blaze een prachtige gouden, zwart geëmailleerde ketting gegeven, waaraan een grote parel hing met een roze gloed erover.
'O, wat prachtig!' riep Blaze uit. 'Ik zal hem vanavond dragen.'
's Avonds, na de maaltijd, liet Bliss haar oudste zus bij Lady Mar-lowe achter om zich te gaan verkleden voor het toneelstuk. De koning was ook in de eetzaal, maar Blaze had hem slechts uit de verte gezien. Het leek er inderdaad op dat hij was zoals haar zusje had verteld. Het zou spannend zijn om echt aan hem te worden voorgesteld, wat na het toneelstuk zou gebeuren.
Het toneelstuk was schitterend om te zien. Jonge bedienden, gekleed in roodfluwelen en goudkleurige kostuums, rolden een kasteel met vier torens naar binnen. Het geheel was gemaakt van hout en bedekt met zilverpapier en verguldsel. Plotseling klonk er een doffe dreun en steeg er een rookwolk op waaruit een angstaanjagende draak te voorschijn kwam met rode ogen en groenig gouden schubben, die het kasteel bewaakte.
'Kijk,' zei Adela Marlowe en ze wees naar de vier torens, waarin plotseling voor elk raam een mooie vrouw verschenen was. 'Dat zijn Onschuld, Bekoring, Wijsheid en Deugdzaamheid,' zei Lady Marlowe. 'De draak is Somberheid en Bedrog.'
Blaze zag dat de vrouwen prachtige zijden gewaden droegen. Bliss was gekleed in hemelsblauw met goud, de anderen in roze met zilver, groen met zilver en rood met goud. Toen verschenen er uit een in duisternis gehuld gedeelte van het vertrek vier ridders, elk gekleed in een andere kleur. Er was een gouden ridder - Adela mompelde dat het de koning was - en een zilveren, een groene en een rode ridder.
'Dat zijn Vurige Wens, Tedere Passie, Wereldwijsheid en Zoete Geneugten,' zei Lady Marlowe, 'en zij moeten de draak verslaan om bij hun geliefde te komen.'
Blazes viooltjesblauwe ogen stonden wijdopen van verbazing. Ze had nog nooit iets anders gezien dan dansgroepen en gemaskerde toneelspelers uit de dorpen en nooit vermoed dat er zulk verfijnd vermaak bestond. Ze keek gefascineerd toe hoe de strijd tussen de dappere ridders en hun angstaanjagende tegenstander gestreden werd. Eén keer spoog de draak rook en vlammen en ze gilde van verbazing, samen met de andere toeschouwers. Uiteindelijk werd het grote beest toch verslagen. En uit het kasteel kwamen Onschuld, Bekoring, Wijsheid en Deugdzaamheid in hun schitterende gewaden, om sierlijk te dansen met Vurige Wens, Tedere Passie, Wereldwijsheid en Zoete Geneugten.
'Wat vond je ervan?' vroeg Lady Marlowe, toen de vier paren wegdansten in de duisternis.
'Het was geweldig!' zei Blaze, haar gezicht blozend van opwinding. 'Ik ben in de rouw en voel me bijna schuldig dat ik me zo heb vermaakt.'
'Je hebt je keurig gedragen,' zei Lady Marlowe. 'Je hebt niets gezegd en danst vanavond niet, hoewel ik heb gezien dat menig heer daarover teleurgesteld zal zijn.'
'Waarom zou er een heer naar mij kijken?' vroeg Blaze onschuldig.
Adela Marlowe lachte zachtjes. 'Lieve Blaze, ik zie dat Bliss en ik écht een oogje in het zeil zullen moeten houden. Je bent wel erg naïef voor een weduwe. De heren aan het hof kijken naar je om verschillende en zeer uiteenlopende redenen. Ten eerste ben je heel mooi en een nieuwe verschijning aan het hof. En natuurlijk is het voor het overgrote deel een hongerige troep die elke nieuwkomer als prooi beschouwt.'
Blaze bloosde, want ze begreep haar nieuwe vriendin heel goed. 'Ik zie de koningin niet,' zei ze, om van onderwerp te veranderen.
'Die krijg je ook niet te zien,' luidde het antwoord. 'De koning heeft haar weggestuurd, want hij is boos op haar. En prinses Mary is ook weg.' Ze begon te fluisteren. 'Weet je, de koningin wil namelijk niet redelijk zijn, wat het grote probleem van de koning betreft.'
'Ik kan er niets aan doen, maar ik heb écht medelijden met haar,' zei Blaze.
Adela Marlowe knikte. 'Ze is een goede en deugdzame vrouw, maar veel te trots en ze stelt haar eigen trots en haar eigen belangen boven die van Engeland. Maar wat kunnen we eigenlijk ook van haar verwachten? Ze is tenslotte een buitenlandse, ondanks de tijd die ze al in Engeland woont.'
Bliss voegde zich weer bij hen, nu weer gekleed in haar eigen middelblauwe, fluwelen japon, die geborduurd was met pareltjes, zilverdraad en roze kwarts. 'Owen haalt de koning om je aan hem voor te stellen,' zei ze opgewonden en zette daarna de hoofdtooi van Blaze recht. 'O, ik wilde dat je een wat feestelijker jurk had aangetrokken.'
'Ik ben in de rouw, Bliss,' herinnerde Blaze haar zusje. 'Mijn jurk is heel gepast.'
'Inderdaad,' stemde Lady Marlowe in.
'Ik heb jullie schitterende ketting om,' zei Blaze, om Bliss op te vrolijken.
'Dat helpt wel een beetje,' gaf ze toe, terwijl ze haar oudste zuster nog eens kritisch opnam.
De zwartfluwelen japon van Blaze had alleen wat versiering op het lijfje en zelfs haar onderrok was van effen zwart satijn. Alleen het tere kant van haar crèmekleurige onderjurk, dat langs de hals en de polsen te zien was, maakte het geheel wat minder streng. Bliss vond het heel jammer dat het prachtige honingkleurige haar van Blaze bijna geheel schuilging onder haar hoofdtooi, die gelukkig wel versierd was met goud en parels. De zwarte zijden sluier was geborduurd met gouddraad.
'Daar komt hij!' siste Adela Marlowe en ze maakte een charmante knieval, onmiddellijk gevolgd door de beide andere dames.
'Sire,' zei Owen FitzHugh, 'mag ik u mijn schoonzuster, Lady Blaze Wyndham, weduwe van de vorige graaf van Langford voorstellen?'
Hendrik Tudor keek neer op de drie vrouwen. Zowel Bliss als de knappe Lady Marlowe glimlachten tegen hem. Hij stak zijn grote hand uit en beroerde het gezicht van de derde vrouw bij de kin om haar te kunnen bekijken. 'Zoveel schoonheid, Lady Wyndham, mag niet verborgen blijven voor uw koning,' zei hij met zijn zachte, diepe stem.
Blaze deed haar ogen merkbaar verder open, waardoor de irissen wel zwart in plaats van viooltjesblauw leken. Ze kon even niets uitbrengen en naast haar kreunde Bliss bijna hardop. Besefte haar zusje dan niet dat het belangrijk was bij de koning in de gunst te komen? Hendrik stond nog even naar haar te staren en Blaze bloosde diep, waar de koning om moest glimlachen.
'Met je roze wangen ben je nog mooier,' merkte hij op. 'Ik zie hier aan het hof maar heel zelden zo'n oprechte en onschuldige blos. Welkom, Blaze Wyndham.'
Eindelijk was ze weer in staat om te spreken. 'Uwe Majesteit is heel vleiend en ik dank u,' zei ze.
De koning hielp haar overeind, waarna de andere vrouwen ook konden opstaan. 'Owen heeft me verteld dat je nog maar pas weduwe bent. Het spijt me dat een tragedie je naar mijn hof heeft gevoerd, maar ik kan niet zeggen er rouwig om te zijn dat zo'n uitzonderlijk mooie vrouw mijn hof met haar aanwezigheid komt opluisteren.'
'Mijn heer kwam twee maanden geleden om het leven, door een ongeluk,' zei Blaze zachtjes.
'Dan kan ik je niet vragen met mij te dansen, mevrouw, en dat doet me verdriet, want ik denk dat je goed kunt dansen. Maar op 1 mei zal ik je ten dans vragen, want tegen die tijd zul je jezelf dat pleziertje wel mogen gunnen.' Zijn blauwe ogen gleden taxerend langs haar. Ze was heel mooi, dacht hij. Haar huid leek zo wit tegen het zwarte fluweel van haar japon! Hij bedacht hoe aardig het zou zijn die huid te strelen, want die zou vast net zo zacht zijn als hij eruitzag. En hij was jaloers op de parel die precies tussen haar borsten hing. Langzaam aan, maande hij zichzelf. Hij kon zien dat ze, ondanks haar huwelijk, nog heel onschuldig was, maar hij verborg zijn lustgevoelens met koninklijke waardigheid.
Ze sprak opnieuw. 'Ik geloof dat ik Uwe Majesteit niet zal kunnen weigeren als u mij op 1 mei ten dans vraagt. Ik zou het als een grote eer beschouwen.' Ze glimlachte naar hem en Henry Tudor besefte dat ze niet zomaar een aardig gezicht had, maar ongelooflijk mooi was!
Hij glimlachte ook naar haar en liep toen, zonder nog iets te zeggen, verder. Dus ze zou het een eer vinden om met hem te dansen. De koning glimlachte nog breder. Hij had nog veel meer in petto voor de mooie weduwe van de graaf van Langford.
'Je valt bij hem in de smaak!' grinnikte Bliss verheugd. 'Mijn God, ik dacht eerst dat je jezelf en ons in verlegenheid zou brengen toen je je mond niet opendeed.'
'Wees niet zo vreselijk ambitieus wat je zusje betreft, Bliss,' zei Lord FitzHugh bestraffend tegen zijn vrouw. 'De koning heeft begrip voor verdriet, want hij heeft zijn moeder en zijn broer Arthur verloren. En trouwens, hij houdt niet van brutale vrouwen. Blaze gedroeg zich perfect!' Misschien wel een beetje té perfect, bedacht de graaf van Marwood bezorgd. Hij woonde al vele jaren aan het hof en kende de blikken van Henry, hoewel de koning zelf dacht dat hij zijn gedachten altijd uitstekend verborgen kon houden. De koning verveelde zich wat de vrouwen betrof. Bessie Blount was niet langer zijn minnares, maar meer een goede vriendin. De mooie, kleine Mary Boleyn had het te druk met het moederschap. Ze was nooit erg geestig en spitsvondig geweest, ondanks haar lichamelijke charmes. Nee, Henry verveelde zich en Owen FitzHugh kende zijn vorst goed genoeg om te weten dat hij weer op zoek was. En hij kon heel geduldig zijn als hij iets erg graag wilde. Alleen de tijd kon leren hoe serieus zijn plannen waren wat Blaze betrof.
De winter ging rustig voorbij en toen de vastentijd begon, verlieten velen het hof om hun bezittingen te gaan inspecteren, want de vastentijd aan het hof was altijd saai, zonder al het normale vertier. Maar de graaf en gravin van Marwood en Blaze bleven aan het hof, want de koning kon niet helemaal zonder gezelschap achtergelaten worden. Owen FitzHugh was de favoriete tennistegenstander van de koning, want de jonge graaf speelde altijd om te winnen en dat vond de koning prettig. Henry won de wedstrijden tegen Owen FitzHugh niet altijd, maar hij won vaker dan hij verloor en als hij won, wist hij dat het verdiend was. In februari werd het weer wat milder en de koning tenniste als hij niet aan het jagen was of op de schietbaan stond.
De avonden werden rustig pratend doorgebracht of ze speelden een woordspel en luisterden naar rustige muziek, want alle frivoliteit was in dit jaargetijde verboden. Lady Wyndham was inmiddels heel geliefd bij de heren, die vaak haar gezelschap zochten. Voor degenen die alleen haar gezelschap zochten om te praten of met haar door de schilderijengalerij te wandelen, was ze charmant en geestig. Maar helaas waren vele heren aan het hof, zelfs de getrouwde mannen, uit op veel meer dan alleen het gezelschap van Blaze en ze ontdekten tot hun verrassing dat de zachtaardige gravin over veel temperament beschikte. Menig heer had al een klap gekregen toen hij probeerde haar te kussen en daarom beweerden de teleurgestelde en rancuneuze heren dat Lady Wyndham een koelbloedige plaaggeest was. Een paar van hen spraken hun teleurstelling echter heel wat duidelijker uit.
'Het kleine kreng is er gewoon op uit om ons een blauwtje te laten lopen,' gromde Thomas Seymour op een avond.
'Zo, Tom, is het jou ook al niet gelukt bij Lady Wyndham?' zei Lord Arden spottend. 'Nou, troost je, je bent de enige niet hoor, jongen, want geen van ons heeft haar zover kunnen krijgen.'
'U bedoelt, heren,' lachte Charles Brandon, de hertog van Suffolk, die niet alleen de zwager van de koning was maar ook zijn beste vriend, 'dat geen van jullie de rokken van de dame heeft mogen oplichten?'
'Heel grappig, broeder Charles,' grinnikte de koning, 'maar ik moet jullie zeggen dat ik het geen goede zaak vind dat jullie proberen een hulpeloze, jonge weduwe van haar eer te beroven.'
'Je zou niet zeggen dat ze zo hulpeloos is als je een keer door haar geslagen bent, sire,' klaagde Thomas Seymour. 'Goeie genade, ik sta nog te suizebollen van de klap!'
'Houd je mond, Seymour,' siste Lord Arden. 'Heb je nu nóg niet in de gaten dat de koning Lady Wyndham zelf wil?!'
Seymour keek onderzoekend naar de koning, maar die had zich al afgewend en zat nu met een andere vriend te praten.
Het weer werd milder en ineens leek het alsof de lente losgebarsten was in het land. Het hof was tijdens de lange wintermaanden twee keer verhuisd, eerst naar de stad, naar Baynards Castle, en later naar Bridewell, dat nog maar drie jaar oud was. Maar nu het Pasen werd, verhuisden ze weer naar het lievelingspaleis van de koning: Greenwich. Daar was het gras helder groen en de lanen waren omzoomd met sleutelbloemen.
Met de komst van het paasfeest keerde de vrolijkheid weer terug aan het hof en dus ook alle lieden die het eerder dat jaar verlaten hadden. De koning zocht steeds vaker het gezelschap van Blaze. Hij stond erop dat ze naast hem reed tijdens de jacht, naast hem door de schilderijengalerij wandelde, waar hij haar voorstelde aan al zijn voorvaderen, en dat ze naast hem zat bij de haard en met hem schaakte.
'Goeie genade,' zei Bliss op een dag opgewonden tegen haar man, toen de koning Blaze meenam om in de paleistuinen te gaan wandelen. 'Betekent dit wat ik denk dat het betekent?'
'Bid God dat het niet zo is!' antwoordde Owen FitzHugh verhit.
'Doe toch niet zo dom!' zei Bliss tegen hem. 'Blaze heeft veel meer karakter dan Bessie Blount of die stomme koe van een Mary Boleyn. Ze zou een echte maitresse en titre kunnen worden, zoals de maitresse van de Franse koning. Als ze hem een kind schenkt, is dat nóg beter, zeker als het een zoon zou zijn! God weet dat het de koning ook gelukt is bij Lady Tailboys en juffrouw Carey. Als ze zijn hart verovert, zitten wij allemaal goed! Het kan, zoals je weet, helemaal geen kwaad om familie van de maitresse van de koning te zijn.'
Owen FitzHugh schudde zijn hoofd. 'Wat jij voorstelt, ligt niet in de aard van je zuster. Jij, lieve, ambitieuze Bliss, zou het heel goed doen als je in de omstandigheden van Blaze verkeerde, maar je zusje is niet dat soort vrouw.'
'Ze kan de koning niet weigeren,' zei Bliss.
'Nee,' zei de graaf van Marwood bedroefd tegen zijn vrouw, 'dat kan ze niet doen. Maar als het zover is, zullen jij en ik haar alle mogelijke steun moeten verlenen.'
'O, poeh!' riep Bliss uit. 'Zelfs Blaze, met al haar naïviteit, moet zich toch wel realiseren wat een geweldige kans het voor haar zou zijn.'
De koning had Blaze in de tuin in een doolhof van struiken geleid en vroeg plagend: 'Zal ik je hier achterlaten, mevrouw, zodat je zelf de weg terug moet zoeken?'
'Ik geloof niet dat ik dat zou kunnen,' zei Blaze glimlachend. 'U plaagt me natuurlijk, Sire.'
'Kennis is niet gratis, mevrouw, en u hebt mijn kennis nodig om uit deze groene gevangenis te kunnen ontsnappen. Wat voor prijs wil je me betalen?' Hij hield zijn hoofd scheef, zodat de veer op zijn platte, fluwelen baret nog zwieriger stond.
Ze wachtte even, alsof ze nadacht over zijn woorden. Ze was nu lang genoeg aan het hof om te weten dat de koning een spelletje met haar speelde. Ze wist echter niet of ze moest lachen of bang zijn. Hendrik Tudor was heel machtig. Beter net doen alsof ik niet bang ben, bedacht ze en lachte.
'Goed dan, mijn heer. Welke prijs zou u willen ontvangen voor die geweldige kennis van u die mij uit dit labyrint kan bevrijden?'
'Een heel bijzondere, mevrouw. Ik wil een kus van u.'
Gevaarlijk, maar toch kon ze hem nauwelijks weigeren. 'Ik zal betalen,' zei ze, quasi met een diepe zucht, 'maar niet voordat wij weer uit de doolhof zijn, Sire.'
Nu was het zijn beurt om te lachen. Ze was een slimme kleine kat, ondanks haar deugdzaamheid en bescheidenheid. 'Aangenomen!' zei hij met een grijns en hij greep haar kleine hand om haar uit de doolhof te leiden. Uiteindelijk stond hij stil en zei: 'Om de hoek gloort de vrijheid. Nu moet je betalen, maar wel hier, waar we veilig zijn voor nieuwsgierige ogen.' En daarop trok hij haar in zijn armen.
Plotseling merkte Blaze dat ze bang was. Ze zette haar handen op zijn brede borst om hem tegen te houden en zei: 'Mijn heer... alstublieft... ik...'
'Stil, liefje,' zei de koning vriendelijk. 'Ik zal je geen pijn doen. Je bent nog nooit door iemand anders gekust dan door je vroegere echtgenoot. Maar hoe deugdzaam je ook bent, mevrouw, ik wil je lippen kussen, dus stop maar met je nutteloze gepraat,' en de koning sloot zijn mond stevig over de hare.
Het was een hartstochtelijke en dwingende kus en hij duurde veel langer dan zij had aangenomen. De lippen van de koning gleden zacht over de hare en zonder het te willen, reageerde ze erop. Ze was zó verbaasd dat ze zachtjes kreunde.
De koning hield haar met zijn ene arm vast en trok met de andere arm heel bedreven de veters los van haar lijfje, waarna hij zijn hand over haar borst liet glijden. Zijn duim wreef snel en dwingend over de gevoelige tepel, die hard werd onder zijn aanraking.
'Néé!' riep ze en probeerde zich los te rukken. 'O, alstublieft, niet doen!'
'Sst, liefje, vecht niet met mij,' smeekte hij haar en boog zich om de zachte, geparfumeerde huid van haar borsten te kussen. 'O, schoonheid, je bent zo mooi! Zo heel, heel mooi!'
Met een uiterste krachtsinspanning en luid snikkend van angst rukte Blaze zich los uit de omhelzing van de koning. Ze klemde haar open lijfje tegen haar bonzende hart, draaide zich om en rende de doolhof uit, de eigenlijke tuin in. Een eind verderop probeerde ze zo goed mogelijk de veters van haar lijfje te strikken en vluchtte daarna naar de vertrekken van Bliss. Ze was opgelucht toen ze zag dat er niemand was, glipte haar kamer in en ging op het bed zitten huilen.
Dat de koning haar zó had benaderd, had haar volkomen verrast. Ze was niet meer zó onnozel dat ze niet wist dat hij zich graag met de dames vermaakte, maar zij was niet zoals Bessie Blount of Mary Boleyn. Ze was er niet op uit geweest om zijn aandacht te trekken en had geloofd dat haar zedige gedrag, hoewel het haar niet had beschermd tegen de meer opdringerige heren, toch voor de koning een signaal was geweest. De koning, van wie ze gedacht had dat hij toch zeker de galantste heer zou zijn! Wat had ze dat verkeerd ingeschat! En wat moest ze nu beginnen?
Er werd op haar deur geklopt en haar hart sloeg over van schrik. Had hij haar gevolgd naar haar eigen slaapkamer? Nee. Zelfs de koning zou zoiets niet doen. 'Binnen,' riep ze, en er kwam een jonge page binnen.
'Zijne Majesteit wil dat u zich dadelijk bij hem voegt, mevrouw Wyndham,' zei de jongen met een piepstem.
Blaze was geschokt. 'Dat kan niet!' De woorden waren eruit voor ze erover nagedacht had.
De jongen verbleekte en keek geschrokken. 'Mevrouw, om Gods wil, stuurt u mij niet weg naar de koning met zo'n boodschap. Ik word dan onmiddellijk ontslagen en ik ben een jongere zoon. Ik kan alleen maar succes in het leven hebben door mijn positie aan het hof!'
'Nee,' zei Blaze en ze stond op. 'ik meende het niet en ga met je mee.' Arme jongen, dacht ze. Hij was net zo goed als zij slachtoffer. Ze volgde hem op de voet en hij bracht haar naar de koninklijke vertrekken. Eerst door de grote voorkamer, waar zich de helft van de mannen bevond die aan het hof waren, die zo getuige waren van haar schande. Daarna liet hij haar alleen achter in het privé-vertrek van de koning, nadat hij de deur voor haar had geopend.
De koning stond voor het raam. Hij draaide zich om en zei: 'Bent u weer tot rust gekomen, mevrouw?'
Wat kon ze zeggen? Hij was de koning. Ze knikte berustend.
'Ik zal het kalm aan doen, voor jou, Blaze,' zei de koning. Het was de eerste keer dat hij haar voornaam gebruikte.
'Begrijp wel, mevrouw, dat ik u voor mijzelf wil hebben.'
'Sire...' begon ze.
'Wees stil! Ik heb je geen toestemming gegeven om te spreken. Je hebt een kind, hè?'
'Ja, mijn heer, een dochtertje. Ze heet Nyssa.'
'Grieks! Spreekt u Grieks, mevrouw?'
'Mijn man heeft het me geleerd, Sire.'
'Hoe oud is je dochter?' vroeg de koning.
'Ze is twee, Sire.'
'En wie is voogd over de kleine Lady Nyssa en haar fortuin, voor zover ze dat bezit?'
'Ik, denk ik, Sire,' antwoordde ze aarzelend.
'Nee, mevrouw, een vrouw kan zonder mijn uitdrukkelijke toestemming niet in zo'n positie verkeren en nu heb je die toestemming niet van mij gekregen. Wat voor bezittingen heeft het kind?'
'Nyssa heeft een klein landgoed met twee dorpen en een prachtig huis, dat Riverside heet.'
'Ik moet nadenken over een voogd, een geschikte voogd voor de kleine erfgename. Ze zal natuurlijk ook in het huis van haar voogd opgroeien. Ik denk dat ik wel een geschikte kandidaat zal kunnen vinden.'
Blaze voelde haar hart in haar borst hameren. 'Sire, u wilt mijn dochter toch niet van me afnemen?'
'Een kind met zoveel bezittingen moet een geschikte voogd hebben,' zei de koning. 'Een vrouw, en vooral een ongehoorzame vrouw, die niet weet hoe ze zich tegenover haar vorst hoort te gedragen, is geen geschikte opvoeder voor een onschuldig kind.'
'Benoemt u dan mijn ouders, Lord en Lady Morgan van Ashby, tot voogden van Nyssa. Zij hebben elf kinderen, acht zijn er nog thuis. Mijn dochter is nu ook bij hen!'
De koning dacht even na, maar zei toen: 'Nee, een kind dat zo rijk is als jouw dochter heeft een machtiger man nodig om voor haar opvoeding te zorgen. Iemand met invloed, iemand die bij de koning in de gunst staat. Ik moet erover nadenken, mevrouw, en mijn beslissing wordt natuurlijk mede beïnvloed door uw gedrag in de toekomst. Begrijpt u dat, mevrouw?'
'Ja, Sire, ik begrijp het,' zei Blaze zacht.
'Kom dan en geef me een kus, liefste, want ik vind het niet leuk om ruzie met je te maken. Er zijn veel leukere dingen om samen te doen, Blaze.'
Ze liep langzaam naar hem toe en ontving zijn kus.
'Open je mond, Blaze, en ontvang mijn tong,' beval hij haar en sloeg zijn armen om haar heen. Ze zat gevangen in zijn sterke greep.
Ze gehoorzaamde hem en rilde toen zijn tong de hare raakte, hoewel ze dat probeerde te voorkomen. Zijn tong gleed zonder haast rond. Zijn arm lag stevig om haar taille en hij drukte haar hard tegen zich aan. De geur van vioolwortel drong in haar neusgaten. Ik val flauw, dacht ze, en voelde hoe ze weggleed in zijn omhelzing.
De koning voelde hoe ze tegen hem aanleunde en in een snelle beweging tilde hij haar op en droeg haar naar een stoel bij de haard, die brandde om de kilte van de rivier te verdrijven. Hij ging zitten met haar op zijn schoot, wiegde haar als een klein kind en zei: 'Toe, liefje, wees niet bang voor mij. Ik wil alleen maar een beetje van je houden.'
Lieve hemel, dacht Blaze, die haar snikken probeerde te onderdrukken, hoe veranderlijk is hij! Het ene moment bedreigde hij haar en het volgende moment speelde hij de tedere minnaar. Nu begreep ze wat echte macht inhield, en het was een bittere les. Waarom was ze niet veilig op het platteland gebleven? Het zou gemakkelijker geweest zijn met de pijn van haar gelukkige herinneringen te leven dan overgeleverd te zijn aan de genade van Henry Tudor.
Hij maakte haar lijfje los en betastte haar borsten met zijn grote handen. 'Ik verlang er zo naar je in je natuurlijke staat te zien, zoals God je geschapen heeft,' zei hij zacht. 'Wat heb je mooie borsten, Blaze!'
Ze probeerde nog eens hem op andere gedachten te brengen. 'Mijn heer, alstublieft, ik smeek u, ik ben niet zoals de anderen! Ik ben heel kuis opgevoed en ben altijd kuis gebleven!'
'Dat is overduidelijk, mijn kleine plattelandsvrouwtje. De heren aan mijn hof hebben er de hele winter over gepraat dat je al hun amoureuze toenaderingen hebt afgewezen. Tom Seymour beweert dat je hem zó hard geslagen hebt, toen hij probeerde je te kussen, dat zijn hoofd er dagen later nóg pijn van deed. Ik ben echter niet zomaar een gewone heer aan het hof. Ik ben de éérste heer van dit koninkrijk! Hebben je ouders je niet geleerd dat je eerste plicht bij de koning ligt?'
'Mij is geleerd dat mijn eerste plicht bij God lag, mijn heer, en wat u wilt, is door God verboden!' reageerde Blaze met meer felheid dan ze eigenlijk voelde.
'Je eerste geestelijke plicht, mevrouw, ligt inderdaad bij God; maar je eerste tijdelijke plicht ligt bij mij, jouw koning,' antwoordde hij, een beetje beduusd door de logica van haar snelle weerwoord.
Het bleef lange tijd stil, terwijl de koning haar borsten liefkoosde en warme kussen drukte op de zachte huid van haar keel. Uiteindelijk begon hij weer te spreken.
'Waar woon je in dit paleis, mevrouw?'
'Bij de graaf en gravin van Marwood, Sire,' antwoordde ze zachtjes.
'Ik kan natuurlijk niet door de gangen van mijn paleis sluipen om bij je te komen in de vertrekken van Owen. Er zouden weleens verkeerde conclusies getrokken kunnen worden door sommige lieden Je krijgt je eigen vertrekken, Blaze. Ze liggen pal boven die van mij en ik kan via een geheime trap bij je komen. De mensen mogen zeggen wat ze willen, maar niemand zal werkelijk weten of en wanneer ik je bezoek.'
'O, nee, heer, alstublieft niet! Ik zal u overal in gehoorzamen, maar verlang niet van mij dat ik uw officiële maitresse word!' smeekte Blaze.
'Waarom niet, liefje?' zei Henry Tudor vriendelijk. 'Het is geen schande dat je mij toebehoort. Ik zal opdracht geven dat je vertrekken onmiddellijk gestoffeerd worden. Je kunt ze op 1 mei betrekken. Die dag zal je de Koningin van Schoonheid en Liefde zijn en over heel het hof regeren. Tot die tijd zal ik een geduldige aanbidder zijn en je alleen maar kussen en knuffelen, want ik vind het heel opwindend een poosje te moeten wachten.'
Hij hield haar nog even op schoot en genoot van haar aanwezigheid. Daarna maakte hij haar lijfje weer vast en liet haar met een vriendelijke kus vertrekken. Blaze verliet de privé-vertrekken van de koning met opgeheven hoofd, maar haar wangen waren vuurrood van schaamte. En zo liep ze langs de heren van de koning, die allemaal glimlachten of haar een veelbetekenende knipoog gaven.
Thomas Seymour ging brutaal voor Blaze staan om haar de weg te versperren. 'Zo, Lady Wyndham, je hebt je kostbare deugdzaamheid dus voor de koning bewaard,' zei hij spottend.
'Beter een koning dan een boer!' reageerde ze bits. Ze duwde hem opzij en spoedde zich de koninklijke vertrekken uit, terwijl achter haar de kamer vol vrolijk gelach en gegrinnik was.
Bliss wist het! Hoe kon zij het weten? Wist dan het hele paleis van haar vernedering? 'Zeg niets tegen me,' waarschuwde ze haar jongere zusje, toen ze de kamer binnenkwam.
'Doe niet zo dwaas, Blaze,' antwoordde Bliss, in het geheel niet onder de indruk van de woorden van haar oudste zus. 'Lieve hemel! De koning heeft jóu uitverkoren!'
'Ik wil helemaal niet uitverkoren worden! En waarvoor ben ik dan wel uitverkoren, Bliss? Ben je je ervan bewust dat hij met mij wil slapen? Denk je dat ik het een eer vind de koninklijke hoer te zijn? Lieve hemel, was ik maar nooit aan het hof gekomen! Ik wil weer veilig thuis zijn bij mijn kind! Waarom, o, waarom heeft God me Edmund afgenomen?' En ze barstte in snikken uit.
Bliss greep haar bij de arm en schudde haar door elkaar. 'Houd op!' gebood ze Blaze. 'Houd ogenblikkelijk op! Wil je heel Greenwich in opschudding brengen? De koning zou ervan horen en hij zou zich vernederd voelen als de door hem uitverkoren dame zegt dat ze zijn aandacht zo afschuwelijk vindt. Lieve help, Blaze. We hebben het niet over een of andere wellustige heer, maar over de koning, liefje!'
'De koning is de wellustigste heer van allemaal!' snikte Blaze.
'Je kunt hem niet weigeren, zusje. En nu je door hem uitverkoren bent, moet je je van je beste zijde laten zien. Er is nog nooit een maitresse van de koning geweest die openlijk klaagde en huilde over haar lot, en dat kun jij ook niet doen. Denk eens even na, liefje, er zijn ook nog andere mensen die hierbij betrokken zijn. Als jij de koning beledigt, zal hij niet alleen jou straffen, maar Owen en mij ook. Tenslotte ben je onder onze bescherming aan het hof gekomen,' zei Bliss op redelijke toon en ze trok haar zusje naar de haard, waar ze samen gingen zitten. 'Kom, Blaze,' zei ze vriendelijk. 'Wat is er zo erg aan? De koning wil met je vrijen en hij is, dat wordt tenminste beweerd, een uitstekend minnaar. Dat is toch niet zo vreselijk, wel?'
'De koning is getrouwd, Bliss! Vind jij dat dan niet erg? Nou, ik toevallig wel!'
'De koning heeft al heel lang geen gemeenschap meer met de koningin . Trouwens, het is helemaal niet zo dat de koning ontrouw is aan zijn koningin, als hij een maitresse heeft. Hij is toch niet van plan zijn maïtresse de plaats van zijn echtgenote te laten innemen? De koningin doet altijd net alsof zij niets van de pleziertjes van de koning weet. Het enige dat haar stoorde bij Mary Boleyn en Bessie Blount was het feit dat zij beiden hem een gezonde zoon schonken, waartoe zij zelf nooit in staat is geweest. De koning wil op de een of andere manier van Catherine van Aragon af, Blaze. Hij heeft een vrouw nodig die hem zonen kan geven en hij zal er een krijgen ook. Wat jammer dat je geen hogere rang hebt, zusje, anders zou jij nog kunnen proberen de plaats van de Spaanse Catherine in te nemen.'
'Bliss!' Blaze vond de uitspraken van haar zusje weerzinwekkend.
Bliss haalde elegant haar schouders op. 'Nu, je huilt tenminste niet meer,' merkte ze praktisch op.
'Wat moet ik nu doen, Bliss? Help me, alsjeblieft!'
Bliss zuchtte. 'Aanvaard het onvermijdelijke, Blaze. De koning heeft zijn bedoeling heel duidelijk gemaakt. Je hebt eigenlijk geen keuze, behalve misschien dat je de kleur van de nieuwe gordijnen mag uitkiezen,' lachte ze.
'Hoe...?' riep Blaze verbaasd uit.
'Jij wordt de maitresse van de koning, dwaas! Dit is niet een of ander avontuurtje in een achterafkamertje tussen een ongetrouwde hofdame en een heer van geen betekenis! Natuurlijk geeft de koning jou je eigen vertrekken en wel vlak bij de zijne, denk ik.'
'Recht boven hem en met een privé-trap,' zei Blaze droog. De situatie leek haar nu griezelig humoristisch.
'O,' zei Bliss, diep onder de indruk. 'Je zult een schitterend uitzicht over de rivier hebben. We moeten direct een paar extra dienstmeisjes voor je regelen. Wanneer verhuis je?'
'Denk je dat ik behoefte heb aan een stel wildvreemde, giechelende meisjes die over elke kus en zucht zullen roddelen? Nee, dank je wel! Heartha is de enige die ik nodig zal hebben,' viel Blaze uit.
'Lieve hemel!' zei Bliss. 'Mijn Betty zal zo jaloers zijn! Ze is heel ambitieus sinds we aan het hof zijn en ze had al haar hoop op mij gevestigd, weet je.'
'Bliss! Je zou Owen toch zeker niet ontrouw zijn?'
'Nee,' lachte Bliss. 'Ik zou mijn man nooit écht ontrouw kunnen zijn. Helaas houd ik van de schurk. De koning laat zich trouwens zelden in met gelukkig getrouwde vrouwen. Daarvoor is hij té veel heer.'
'Wat bedoel je eigenlijk met Owen niet écht ontrouw kunnen zijn?' vroeg haar oudste zus.
'Nou...' zei Bliss, 'ik vind het helemaal niet erg als een knappe heer mij probeert te kussen. Dat is niet écht ontrouw zijn.'
'O, Bliss,' lachte Blaze hulpeloos, 'ik besef eigenlijk nu pas hóe verschillend wij zijn. Jij bent zo echt werelds en ik ben maar een plattelandsmeisje, zoals de koning me verteld heeft.'
'Heeft hij je gekust?' vroeg Bliss, zonder op de woorden van Blaze in te gaan.
'Ja.'
'Was het geweldig?'
'Het was gewoon een kus,' zei Blaze, die niet wilde toegeven hoezeer ze zich door zijn kus tot hem aangetrokken had gevoeld.
'Toe nou, zusje, zeg nooit tegen een man dat het "gewoon een kus" was. Doe desnoods net alsof, zeker met de koning. Doe maar net of je in zwijm valt. Dan voelt een man zich geweldig machtig. Heeft hij je geliefkoosd?'
'Ja.'
'Ja, alleen maar ja! Vertel me alles!' zei Bliss.
'Er valt niets te vertellen,' zei Blaze, en ze stond op. 'Laat me met rust, Bliss! Ik ben uitgeput en moet slapen. Zelfs ik, met mijn plattelandsmanieren, weet dat ik vanavond stralend en glimlachend aan het diner moet verschijnen, anders hebben de bewoners van Greenwich nog meer aanleiding om over de koning en mij te roddelen. Er wordt tóch al zoveel gepraat.'
Vanaf die dag werd Blaze als koninklijk bezit beschouwd en met eerbied behandeld. Die avond merkte ze voor het eerst dat hooggeplaatste functionarissen die haar eerder geen blik waardig hadden gekeurd, voor haar bogen, glimlachten of knikten als ze voorbijkwam. Er werden talloze uitnodigingen voor kaartavonden en picknicks bezorgd bij de graaf van Marwood. De koning liet zijn verlangen naar Lady Wyndham duidelijk blijken. Haar werd nu verzocht plaats te nemen aan zijn zijde aan de grote tafel in de eetzaal, zodat hij haar slokjes wijn uit zijn eigen beker kon geven en lekkere hapjes van zijn eigen bord.
Ze gedroeg zich voorbeeldig. Volgens Bliss was er nog nooit zo'n elegante koninklijke maitresse geweest, want Blaze gedroeg zich charmant tegen iedereen, maar zorgde er wel voor niemand voor te trekken. Ze was verstandig genoeg om te beseffen dat de hartstocht van de koning voor haar niet eeuwig zou duren en dus probeerde ze met allen op goede voet te blijven.
'Ik ben nog niet de maitresse van de koning,' protesteerde Blaze tegen Bliss.
'Het zal niet lang duren en dat weet iedereen,' zei Bliss luchtig. 'Denk je nu écht dat je Henry Tudor nog van je af kunt houden als je morgen je nieuwe kamers betrekt? Hij is op en top man en ik verbaas me erover dat je hem zo lang aan het lijntje hebt kunnen houden. Lieve hemel! Ben je niet opgewonden? Bemind worden door een koning! Wat lijkt me dat heerlijk!'
Het lijkt me vréselijk! dacht Blaze in stilte. Bliss had natuurlijk ge-lijk dat ze de volgende dag de koning niet meer zou kunnen tegenhouden. Morgen was het 1 mei en zou zij, op uitdrukkelijk verzoek van de koning, de belangrijkste vrouw van de viering van de eerste mei zijn. Ze zou de Koningin van Schoonheid en Liefde zijn. Bliss had zelfs haar eigen naaister uit Londen laten komen om een japon voor Blaze te ontwerpen. Blaze moest toegeven dat de vrouw een kunstenares in haar vak was, maar ze had een hekel aan haar onderdanige manier van doen. Waarom vond iedereen het toch zo'n eer om de minnares van de koning te zijn? Hadden zij dan toch gelijk en zij niet? Stak er nou wel of geen kwaad in?
De eerste dag in mei begon helder en zonnig. Blaze en de andere jonge vrouwen aan het hof stonden vroeg op om bloesemtakken en bloemen te plukken vóór de dauw eraf was, zoals het gebruik wilde. Ze zouden Greenwich met de bloemenweelde versieren.
Op het grasveld stond een overdekt paviljoen opgesteld in de koninklijke kleuren - paars met gouden strepen. Er was ook een podium en vóór het paviljoen stond de meiboom in het gras. Na de mis, die iedereen aan het hof die morgen moest bijwonen, begonnen de festiviteiten.
De koning zag er schitterend uit in een kort, nauwsluitend jasje van grasgroene zijde, geborduurd met gouddraad, glinsterende oranje topazen en vergulde pareltjes. De mouwen waren ingesneden, zodat de mouwen van zijn crèmekleurige zijden overhemd, die helemaal bezaaid waren met stofpareltjes, te zien waren. Over zijn jasje droeg de koning een openhangende mantel, die tot zijn knieën kwam, gemaakt was van flessegroen fluweel en afgezet met een rand van hermelijn, van de nek tot aan de zoom. De wijde pofmouwen waren geborduurd met gouddraad en parels. De kanten randen van zijn overhemd kwamen eronderuit. Hij droeg een nog donkerder groene kniebroek en zijn kousen, waarin zijn welgevormde kuiten goed uitkwamen, waren appelgroen en omwonden met goudkleurige banden. Zijn schoenen met vierkante neuzen waren met juwelen versierd.
Zijn dunner wordende roodblonde haar was volgens de laatste Franse mode gekapt, met een rechte pony, en hij droeg een platte, groene baret, die versierd was met drie struisvogelveren. Rondom zijn dikke nek droeg Hendrik verscheidene schitterende gouden kettingen, sommige met smaragden en andere met veelkleurige edelstenen. Aan elke vinger droeg hij een mooie gouden ring, waarvan enkele met een edelsteen erop. Zijn kostuum was aangepast aan dat van zijn geliefde.
De zijden japon van Blaze, die ze over enkele zijden onderrokken heen droeg, was grasgroen en had een klokkende rok. De crèmekleurige onderrok was geborduurd met madeliefjes en sleutelbloemen in gouddraad en bezaaid met oranje topazen. De hele onderrok was ook nog bezaaid met vergulde pareltjes en de mouwen van haar japon waren ingesneden, net zoals die van de koning. Het was een buitengewoon duur uitziende japon, zeker geschikt om door een koningin gedragen te worden. Ze droeg een kostbaar parelsnoer om haar slanke hals, samen met de mooie gouden ketting die ze met Kerstmis van Bliss had gekregen. Op verzoek van de koning hing haar haar los, als bij een maagd. In het kapsel droeg ze alleen een zijden lint, dat helemaal geborduurd was met stofpareltjes.
'Dat honingkleurige haar van Lady Wyndham is prachtig,' merkte Charles Brandon op tegen de koning. 'Wat jammer dat die kappen in de mode zijn.'
Blaze danste met elf andere jonge vrouwen, onder wie Bliss en Lady Adela Marlowe, die ze beiden had uitgenodigd. Tot haar verrassing had ze ontdekt dat haar woord wet was, wat het feest betrof. Dit was dus macht, bedacht ze, en ze vroeg zich af of ze het prettig vond of niet. Misschien was de prijs wel té hoog. Ze dansten steeds om de meiboom heen in een dans die heel ingewikkeld was en hielden hun veelkleurige linten hoog boven zich. Toen de meiboom helemaal omwikkeld was, koos elke dame een heer, met wie ze verder dansten op het gras, dat vol stond met kamille. Blaze moest natuurlijk wel de koning kiezen.
Samen dansten ze de sierlijke dansen van het hof en daarna, omdat het 1 mei was, de vrolijker volksdansen. De koning was een onvermoeibaar en zeer bedreven danser en er waren maar weinig vrouwen die hem konden volgen, maar Blaze had er geen enkele moeite mee. Even vergat ze haar omgeving en genoot ze van het feest. Haar wangen zagen algauw rozerood en haar gelach klonk op boven de herrie en de muziek, toen hij haar optilde. Ze lachte heel spontaan naar hem. Ten slotte hielden ze op met dansen, om de anderen te sparen, die de koning en Blaze écht niet konden bijhouden. Ze kregen een beker wijn van een bediende en wandelden samen tussen de gasten. Plotseling waren er ook andere mannen, die stiekem jaloerse blikken naar de lieflijke Lady Wyndham wierpen, ondanks het feit dat ze naast Hendrik Tudor liep. Blaze lachte en praatte veel gemakkelijker dan ze tot dan toe aan het hof gedaan had. De koning volgde haar met zijn ogen en zijn honger naar haar nam toe. Haar prachtige boezem bewoog toen ze diep ademhaalde. De anderen keken ook naar haar en sommigen durfden zelfs openlijk blijk te geven van hun interesse in de vrouw die Hendrik Tudor als zijn eigendom beschouwde. Op dat moment besefte hij ineens dat ze pas werkelijk van hem zou zijn als hij haar helemaal bezeten had. Ze was zo mooi en onschuldig, zijn kleine meisje van het platteland. Hij móest haar hebben en hij wilde niet langer wachten! God alleen wist hoe geduldig hij geweest was. Soms was het beter de leiding over te nemen als een vrouw niet wilde. Het gelach van Blaze klonk boven dat van de anderen uit toen haar zusje een bijzonder grappig verhaal vertelde. De koning verloor ineens zijn zelfbeheersing.
Hij greep haar stevig bij de hand, trok haar bij de groep vandaan en zei: 'Kom, mevrouw! Wij hebben iets anders te doen.' Haastig liep hij met haar over het grasveld en trok zich niets aan van de verbaasde blikken van de mensen om hen heen. Hij nam haar mee het paleis in en leidde haar naar zijn eigen vertrekken.
'Wat is er, mijn heer?' riep Blaze uit. Ze was bang dat ze hem op de een of andere manier beledigd had en daarom maakte ze zich zorgen over haar familie.
Hendrik smeet de kamerdeur dicht. 'Wat er is, mevrouw? Ik zal je vertellen wat er is! Je bent dag en nacht in mijn gedachten. Ik bied je mijn liefde en jij maakt bezwaar! Ik verlang naar je zoals naar geen andere vrouw en jij weigert! Ik heb geduld gehad, mevrouw, maar nu is mijn geduld op! Ik wil en zal je nu hebben! Ik wil je hier en nu!' Hij trok haar met geweld naar zich toe en kuste haar heftig. Zijn harde mond deed haar lippen pijn.
Blaze tilde haar handen op om hem opnieuw af te weren, maar de koning moest daar niets meer van hebben.
'Nee, mevrouw! Ik accepteer je weigeringen niet langer. Niet langer!' Hij trok haar naar de andere kant van de kamer, waar een grote, eikehouten tafel stond en draaide haar ruw om, zodat ze met haar gezicht naar de tafel stond. Toen zei hij: 'Buig voorover, mevrouw, en zet je handen plat op de tafel.'
'Mijn heer, ik smeek u...' begon ze, maar hij viel haar ruw in de rede.
'Als je nog één keer zonder mijn toestemming spreekt, behalve als het uit hartstocht is, benoem ik Tom Seymour tot voogd over je kind,' dreigde hij. 'Doe wat ik je gezegd heb!'
Langzaam zette ze haar handen op de tafel en boog naar voren. Ik mag niet huilen, zei ze stilletjes in zichzelf. Nyssa's leven hangt af van hetgeen ik nu doe. Ik kan hem niet meer tegenhouden en als hij kwaad op me wordt, zal mijn dochter daarvoor moeten boeten.
De koning greep haar vast, tilde haar zware, zijden rokken op en stopte ze tussen de tailleband van haar rok. Het duurde eindeloos lang voor Hendrik weer sprak. Hij bekeek haar naakte achterkant, die er voor hem nog aanlokkelijker uitzag door de zwarte kousen, die zo schril afstaken tegen haar blanke dijen. 'Spreid je benen,' zei hij bevelend. 'Ja, zo is het goed. Buig nu je mooie nek, Blaze. Dat maakt je onderwerping aan je koning nóg completer. Ja, liefje, heel goed zo.'
Ze voelde dat hij haar lijfje losmaakte en ruw aan de zijde trok. Ineens trok hij de stof van voren open, zodat haar borsten vrijkwamen. Ze onderdrukte een kreet. De koning maakte zijn broek los en zijn gespannen lid sprong eruit. Hij boog zich over haar heen, duwde haar zachte haar weg en kuste haar nek. 'Weet je wel hoezeer de koning naar jou verlangt, liefje? Je hebt me bijna wild van verlangen gemaakt.'
Ze voelde hoe hij haar heupen vastpakte met zijn grote handen en zijn mannelijke orgaan, hard en zoekend naar haar vrouwelijke passage. En toen hij eindelijk gevonden had wat hij zocht, drong hij zonder meer haar hulpeloze lichaam binnen.
'Ahh,' kreunde de koning, toen hij bij haar binnendrong, 'nu heeft mijn vogeltje eindelijk de weg naar jouw warme nestje gevonden!' En hij begon haar energiek te bewerken. Het duurde enkele minuten. Toen zijn eerste honger gestild was, stopte hij, hoewel hij in haar bleef. Hij leunde naar voren, zodat hij bijna met zijn volle gewicht op haar leunde, en zocht en vond haar naakte borsten. 'Ik ben zo van deze appeltjes van jou gaan houden, liefje,' zei hij, terwijl hij met haar tepels speelde. Hij kneep, trok en plaagde haar, tot Blaze tot haar grote schrik merkte dat haar lichaam op de hartstochtelijke liefdesbetuigingen van de koning reageerde.
'O,' fluisterde ze, en verbaasd merkte ze dat haar heupen als vanzelf begonnen te bewegen.
Hendrik grinnikte en begreep haar verwarring. Zijn kleine plattelandsmeisje wist niet dat een vrouwenlichaam, zelfs dat van een heel kuise vrouw, op een man reageerde als het vakkundig bespeeld werd, zelfs als die man niet haar echtgenoot was. Hij begon zijn onderlichaam in haar ritme te bewegen en speelde ondertussen voortdurend met haar volle borsten.
'O, mijn heer,' kreunde Blaze. Ze schaamde zich, maar ze kon het niet helpen. 'O, wat doet u met me? O!'
'Niets dat een man en een vrouw niet al eeuwenlang doen, liefje,' antwoordde hij. 'Lieve hemel, je bent lief en zo heel erg nauw! Ik geloof niet dat mijn grote jongen ooit in zo'n lief, nauw spleetje heeft gezeten!' Zijn bewegingen werden sneller. O, God, dacht Blaze, dit kan niet! Het kan niet! Ik reageer net zo op hem als op Edmund en toch houd ik niet van hem! Zeker niet! Waarom kan hij maken dat ik me zo voel? Ze begon de controle over haar emoties te verliezen, zoals ze allang de controle over haar mooie lichaam had verloren. De koning ging maar door en ze voelde hoe het prettige gevoel bezit van haar nam en haar meevoerde in een draaikolk van genot. Ze merkte niet eens dat ze begon te kreunen en besefte niet dat ze, op haar hoogtepunt, de naam van de koning riep.
Plotseling lag ze huilend in zijn armen en vroeg zich af of ze het leven aan het hof, dat zo heel anders was dan haar eigen leven tot nog toe, ooit zou kunnen begrijpen. De koning streelde haar lange, zachte haar en mompelde lieve woordjes in haar oor. 'Stil maar, liefje, nu is het vreselijke gebeurd en hoef je nooit meer bang voor me te zijn, is het wel?'
'Hoe kan dit nu?' vroeg Blaze. 'Hoe komt het dat je mij dat gevoel kunt bezorgen?' Ze verborg haar gezicht tegen zijn brede borst, want ze durfde hem niet recht in de ogen te kijken.
'Mijn kleine plattelandsmeisje,' legde de koning vriendelijk uit, 'een vrouwenlichaam is als een fijn instrument. Of haar gezicht nu mooi of lelijk is, haar lichaam is een fijngevoelig en teer ding. Ik ben heel bedreven in het bespelen van dat instrument. Misschien wel de beste speler ter wereld, hoewel de Fransman François beweert dat hij dat is, die pokdalige fat! Misschien moet hij wel zo opscheppen, want hij is een enorme, onhandige en lelijke man en niet zoals jouw koning.' Hendrik bleef haar haren strelen. 'Dit was maar een voorproefje van mijn passie voor jou, Blaze. Vanavond kom ik bij je en ik beloof je dat we dan samen nog meer genoegen zullen beleven.'
Nóg meer! Ze viel bijna flauw bij het horen van zijn woorden. De diepe hartstocht die ze bij hem had gevoeld, had haar bang gemaakt, want die was allesoverheersend. Bij Edmund had ze zich altijd tevreden en sterk gevoeld, maar nu voelde ze zich leeg, want ze merkte dat de koning niet alleen haar lichaam wilde bezitten maar ook haar ziel. Toch kon ze hem niet ontlopen in het belang van haar kind.
'Heb je je voldoende hersteld om te kunnen opstaan zodat ik je jurk kan dichtmaken?' vroeg de koning.
Ze knikte. Ze bleef heel stil staan toen hij haar heel vakkundig weer aankleedde en liep toen rustig naar een kleine, zilveren spiegel, die op een andere tafel stond. Ze bekeek zichzelf en vond dat ze niet veranderd was. Toen maakte ze haar kapsel in orde en bond het lint weer om haar hoofd. Ze ving een glimp op van de koning, die zijn nu slappe lid weer in zijn broek stopte. Zelfs in die staat leek het haar bijzonder groot en ze moest er niet aan denken hoe groot het in opgewonden staat moest zijn. De komende nacht zou ze daarop het antwoord weten, bedacht ze, en huiverde.
Hij legde zijn handen op haar schouders en draaide haar om. Hij was zo groot, dacht ze, en ze voelde zich zo klein naast hem. 'Kun je niet een beetje tegen me lachen, Blaze?' vroeg hij. Ze hoorde heel even een verdrietige klank in zijn stem.
Hij is eenzaam, bedacht ze verbaasd. Te midden van dat geweldige hof van hem is hij eenzaam én bedroefd! Die plotselinge ontdekking maakte dat Blaze medelijden met de koning kreeg, ondanks het feit dat hij haar zo bruut behandeld had. Ze hoorde de echo van een kleine jongen in zijn stem en ze glimlachte tegen hem. 'Je moet me tijd geven om aan deze nieuwe omstandigheden te wennen, mijn heer,' zei ze zacht.
'Zeg me dat ik je geen pijn gedaan heb, liefste!' riep hij uit en drukte haar tegen zijn brede borst. 'Ik kon er niets aan doen, Blaze! Ineens wilde ik je en kon niet langer wachten! Ik ben gewoonlijk niet wreed tegen mijn vrouwen. Nee, liefje, als ik al een fout heb, dan is het mijn zwak voor het vrouwelijk schoon.'
'Je hebt me geen pijn gedaan, mijn heer. Misschien was ik in het begin wel bang, maar je hebt me geen pijn gedaan,' stelde ze hem gerust. Hij was kwetsbaar. Zo kwetsbaar als iedere man, ondanks het feit dat hij de koning was. Wat vreemd eigenlijk dat ze er nooit eerder bij stilgestaan had dat een koning ook maar een mens is. Weliswaar een mens met veel macht, maar toch gewoon een sterfelijk mens. Het maakte hetgeen ze zojuist had ondervonden en wat ze in de toekomst zou moeten meemaken een klein beetje draaglijker voor haar. 'Moeten we niet naar de anderen teruggaan vóór onze afwezigheid gaat opvallen, mijn heer?'
'Als we samen zijn, noem je mij voortaan Hendrik,' zei hij. Hij nam haar bij de arm en leidde haar terug naar de anderen.
'Lieve hemel,' zei Charles Brandon zacht tegen de hertog van Norfolk toen hij hen over het gazon zag wandelen, 'hij heeft haar dus eindelijk te pakken!'
'Waarom denk je dat?' vroeg Lord Howard hem.
'Hij gedraagt zich ineens zo joviaal en de dame is zo stilletjes. Ja, het is hem gelukt. En zo te zien heeft hij er nog niet genoeg van. Hij wil méér!'
'De vraag is nu of ze het net zolang uithoudt als mevrouw Tailboys of mijn nichtje Mary,' antwoordde de hertog van Norfolk. 'En zal zij hem ook een zoon schenken? Het is maar beter zo. Elke keer als een van zijn knappe tijdverdrijfjes hem een zoon schenkt, raakt hij er meer van overtuigd dat hij gelijk heeft dat hij van de Spaanse koningin af wil. Als zijne heiligheid nu ook eens meewerkt, krijgen we snel een vruchtbare, jonge prinses die met de koning zal trouwen. En dan zal Engeland gezonde troonopvolgers krijgen.'
De festiviteiten onder de welwillende leiding van de Koningin van Schoonheid en Liefde namen geen einde. Er was een worstelwedstrijd en de koning daagde iedereen uit die durfde, maar hij versloeg hen allemaal. Blaze beloonde hem met een lauwerkrans en een warme kus. Er werd een steekspel gehouden, maar de punten van de lansen waren zorgvuldig afgeschermd. Blaze en de koning zaten op het podium onder het afdak zoete witte wijn te drinken en keken naar het steekspel. Uiteindelijk was alleen de hertog van Suffolk nog over. Hij was de overwinnaar en kreeg van de meikoningin een met juwelen versierde beker als beloning.
'Wat nu, mevrouw? Geen kus voor de kampioen?' plaagde de hertog.
'Nee, mijn heer,' antwoordde Blaze snel. 'Mijn kussen zijn alleen voor mijn heer, de koning.'
De schietschijven werden neergezet en veel mannen trokken hun fraaie overjassen uit om gemakkelijker te kunnen schieten. De koning was een uitstekend boogschutter en erg dol op de sport. Hij stelde een wedstrijd voor, maar zijn mannen weigerden lachend. Ze zeiden dat er toch niemand was die zo'n goede boogschutter als Hendrik Tudor kon verslaan en dat ze liever voor hun plezier schoten.
Tegen het eind van de middag werden er tafels op het gazon van Greenwich geplaatst en werd er een feestmaal bereid zoals dat op het platteland gebruikelijk was. Daarna werd er weer gedanst. Zo langzamerhand begonnen de gasten twee aan twee in de schaduwen te verdwijnen. De koning leunde voorover en zei heel zacht tegen Blaze, zodat zij alleen het kon horen: 'Ga nu en bekijk je nieuwe vertrekken op je gemak, liefje. Ik kom dadelijk naar je toe.'
Ze sprak hem niet tegen, omdat ze wist dat het zinloos was, stond op en zei zacht: 'Geef me een uur, mijn heer. Ik wil graag eerst een bad nemen.'
Hij knikte nauwelijks merkbaar en ze haastte zich het paleis in.
'Was ze het wachten waard?' mompelde zijn zwager, Charles Brandon, honingzoet terwijl hij op de stoel ging zitten die Blaze zojuist verlaten had.
De koning glimlachte even. 'Ja!'
'En als je haar nu met Bessie of Mary vergelijkt, hoe komt ze er dan van af?'
'Ze is beter, broeder Charles, want ze is nog nooit met een andere man dan haar echtgenoot geweest. Ze is zo lief als een maagd, zonder maagd te zijn, maar haar gebrek aan ervaring is heel opwindend. Ik verheug me er al op haar de dingen te leren die ze blijkbaar nog niet kent.'
'Je bent te benijden! Lady Wyndham is een bijzonder schepsel. Ik vraag me alleen af wat je van haar zult vinden als je haar tot je volle tevredenheid geschoold hebt.'
'Ze zal bijna perfect zijn, Charles, én nog steeds van mij zijn.'
De hertog van Suffolk lachte. Hij hief zijn beker op om met zijn vorst te toosten, half uit bewondering en half uit jaloezie. Hendrik accepteerde de toost met een jongensachtige grijns, maar in gedachten was hij bij de vrouw van zijn dromen.
Ondanks haar positie zou Blaze een heilige hebben moeten zijn om niet verliefd te worden op de prachtige kamers die nu voor haar waren. Ze waren niet bijzonder groot, maar wel ruim en gerieflijk. Er was een prachtige kamer met muren met eikehouten panelen, grote glas-in-loodramen die op de Theems uitkeken, en een open haard. Op de glimmende vloer lagen rode en donkerblauwe wollen kleden, die de koning van een groep kooplieden uit Londen gekregen had. Het meubilair was van sierlijk bewerkt, licht eikehout. Er stonden verse bloemen in porseleinen vazen en kruiden om de lucht in de kamer op te frissen. De kaarsen in de zilveren kandelaars waren van de fijnste bijenwas gemaakt.
Blaze had ook een kleine, betimmerde eetkamer met daarin een tafel waaraan een twaalftal mensen kon plaats nemen, en een schitterend dressoir. Soms zou de koning alleen met haar willen eten of misschien zouden hij of zij vrienden uitnodigen voor het diner. Verder was er een kleedkamer met garderobe voor de groeiende garderobe van Blaze. En er was een aparte kamer voor Heartha. Zowel in de eetkamer als in de kamer van Heartha bevond zich een open haard.
'Wat een weelde, mevrouw! Zoiets heb ik nog nooit gezien, zelfs niet op RiversEdge,' zei Heartha, diep onder de indruk.
'Inderdaad, wat een weelde, Heartha. Maar tegen welke prijs?' zei Blaze bedroefd.
'Het is toch geen schande, mevrouw, dat de koning u voor zijn genoegen heeft uitverkoren?' antwoordde de kleedster. 'U bent weduwe en de koningin speelt geen enkele rol meer.'
Blaze schudde zacht haar hoofd. Heartha was haar oude moraal net zo vlug vergeten als Betty, de bediende van Bliss. Ze keek rond in haar prachtige nieuwe slaapkamer. Het bed was uitzonderlijk groot, maar dat moest ook wel voor zo'n grote man als de koning. Hendrik was niet dik, maar lang en heel grof gebouwd. Hij had een dikke nek en benen als boomstammen. Het bed was bekleed met paarse, fluwelen gordijnen en de linnen lakens roken naar lavendel. De muren waren betimmerd met eikehout en bespannen met linnen en tegenover het bed was een grote haard. De poten van het bed waren bewerkt met druiventrossen en bloemen; heel mooi! Er stonden aan weerszijden van het bed dezelfde kandelaars met zilveren kaarsen en voor het glas-in-loodraam stond een grote tafel. Er stonden ook verscheidene stoelen in de kamer en hoewel het vertrek zeker niet schaars gemeubileerd was, was er nog ruim voldoende loopruimte in de kamer.
Er werd een grote eikehouten tobbe in de kleedkamer gezet en Heartha hielp haar in het warme water, dat naar viooltjes rook. Toen droogde Heartha haar af met voorverwarmde handdoeken en poederde ze haar lichaam met een heel fijn poeder. Daarna liet ze een doorzichtig nachtgewaad over haar hoofd glijden, dat gemaakt was van zwarte zijde en waarvan de lange rok overdekt was met kleine plooitjes. Er zaten lange mouwen aan, die in een punt over haar handen vielen en de V-vormige halsuitsnijding onthulde meer dan ze bedekte.
'Waar komt dit nachthemd vandaan?' vroeg Blaze. 'Het is zeker niet van mij!'
'Het is een geschenk van Lady FitzHugh, mevrouw,' antwoordde Heartha. 'Ze heeft het vanmiddag gestuurd, met de instructie dat u het vannacht moest dragen. Ik heb zoiets zelf ook nog nooit gezien.'
Blaze lachte om Heartha's woorden. Echt iets voor Bliss om haar zoiets te sturen. 'Nee, Heartha,' antwoordde ze haar bediende. 'Zoiets heb ik ook nog nooit gezien. Het lijkt me iets dat een Franse courtisane draagt, maar het geeft niet. Als mijn zuster denkt dat het goed is, wat zal ik dan moeten zeggen? Ik ben toch maar een veldmuisje in de klauwen van de hofkat.'
'Het doet me goed dat u erom kunt lachen, mevrouw,' zei Heartha. 'Ik weet dat u de laatste weken niet gelukkig bent geweest.' Ze pakte een borstel en begon het haar van Blaze te borstelen.
'Ik heb besloten dat ik me bij mijn lot zal neerleggen, Heartha. Wat moet ik anders, onder de gegeven omstandigheden?' antwoordde Blaze.
Heartha borstelde het kapsel van haar meesteres met lange slagen, tot het mooie, goudbruine haar glansde. Plotseling werd er een verborgen deur geopend en de koning stapte binnen, gekleed in een doorgestikte, blauwfluwelen kamerjas. Geschrokken liet Heartha de borstel vallen, die op de vloer kletterde.
'En wie is dit, liefje?' vroeg de koning met een glimlach. Hij was die dag op zijn charmantst.
Blaze stond op en boog voor hem. 'Dit is Heartha, mijn kleedster, mijn heer de koning.'
Heartha, bekomen van de schrik, maakte een heel diepe knieval voor Hendrik.
'Ben je allang in dienst van je mevrouw, Heartha?' vroeg de koning.
'Sinds ze trouwde met mijn heer Edmund, Sire,' zei Heartha. ik ben op RiversEdge geboren.'
De koning haalde een smalle gouden ring van zijn pink en gaf die aan de bediende. 'Neem dit kleine blijk van mijn dankbaarheid voor je trouwe zorgen voor Lady Wyndham, Heartha. Ik weet dat je goed voor haar zult blijven zorgen.'
Heartha's mond viel open van verbazing en pas toen Blaze haar in haar zij porde, stak ze een hand uit om de ring van de koning aan te pakken. Ze boog weer heel diep. 'O, dank u, hoogheid! U kunt gerust zijn wat mijn goede zorgen voor mevrouw betreft,' zei ze verward. Toen liep ze achteruit de kamer uit.
'U hebt haar bijna de adem benomen.' Blaze glimlachte. 'Dat was heel vriendelijk, mijn heer. Ze zal het zich altijd blijven herinneren en op een dag zal ze haar kleinkinderen vertellen dat de koning zelf met haar gesproken heeft en haar een ring van zijn eigen vinger heeft geschonken.'
'Heeft ze kinderen?' vroeg hij.
'Verscheidene, maar ze is weduwe, en de kinderen zijn al groot. Ze zijn eveneens in dienst van de familie Wyndham.'
'Laat me je eens bekijken,' zei Hendrik, en hij liep een stukje naar achteren. Zijn blauwe ogen gleden langzaam over haar lichaam. Toen zei hij: 'Die japon is heel uitdagend, mevrouw. Loop eens voor me uit door de kamer.' Toen ze aan zijn wens voldeed, glimlachte hij breed. 'Ik kan je mooie blote benen zien als je loopt.'
'Het ding is een geschenk van mijn zusje,' zei Blaze.
'De mooie Lady FitzHugh weet heel goed hoe ze je zo mooi mogelijk kan maken,' merkte de koning op. 'Maar ik zie dat jij je er niet prettig in voelt.'
'Misschien, Sire, vind ik de japon een beetje te uitdagend,' zei Blaze rustig. Ze was niet meer zo erg bang voor de man voor haar. Alleen de gevoelens die hij bij haar opriep, waren beangstigend.
De koning greep de japon beet en trok heel bewust de zwarte zijde kapot. Hij gooide de stukken in het vuur, waar ze sissend verschrompelden. Blaze vertrok geen spier, hoewel ze diep geschokt was.
De koning bekeek haar voor haar gevoel een hele tijd en zei toen: 'Zo wilde ik je zo graag zien, in je natuurlijke staat, zoals God je geschapen heeft. En ik ben niet teleurgesteld.' Hij trok haar de kamer door naar de spiegel, zette haar ervoor en ging zelf achter haar staan. Toen liet hij zijn armen om haar heen glijden, zodat hij haar borsten kon aanraken. Het gewicht van het warme vlees tegen zijn handpalmen was bijna ondraaglijk opwindend.
'Wat een geweldige borsten heb je,' mompelde hij. Hij bukte en kuste haar ronde schouder, terwijl zijn duimen met haar tepels speelden.
Blaze zuchtte diep en toen ze dat deed, voelde ze een bekend verlangen in haar lichaam. Wat deed hij toch met haar dat ze zich zo opgewonden voelde? Ze hield niet van hem. Hij was haar koning, die haar had gedreigd met het welzijn van haar kind als ze zich niet aan hem gaf. Hij had haar bruut genomen en toch stond ze in vuur en vlam als hij haar aanraakte. Gedroegen alle vrouwen zich op die manier? Ze leunde tegen het lichaam van de koning en haar ronde borsten duwden tegen zijn handen. Door haar halfgesloten oogleden zag ze dat hij glimlachte.
'Zo liefje, je begint al naar me te verlangen, hè?' Zijn lippen gleden onderzoekend langs de kromming van haar slanke hals en stopten op het zachte gedeelte tussen haar nek en schouder. 'Ach, lief kind, je zet mijn hart in vuur en vlam!' Hij keerde haar om, nam haar in zijn armen en droeg haar naar de slaapkamer, waar hij haar zachtjes op het grote bed legde.
Blaze lag rustig naar de koning te kijken. Hij trok eerst zijn kamerjas uit en daarna zijn witte zijden nachthemd. Haar ogen gingen verbaasd open toen ze hem naakt zag. Als haar lichaam in zijn ogen mooi was, dan was het zijne voor haar volmaakt. Hij had brede, goed geproportioneerde schouders en zijn borst was ook breed en bedekt met roodblonde krulletjes. Hij had een smalle taille en slanke heupen en zijn benen waren lang en fraai gevormd en eveneens bedekt met roodblond haar. Tussen zijn dijen had hij een driehoek van kastanjebruine krulletjes, waaruit zijn mannelijkheid stak. Toen ze zijn wapen zag, waarmee hij haar eerder op de dag genomen had, was ze verbaasd over de grootte ervan en over het feit dat hij in staat was geweest daarmee bij haar binnen te dringen.
Hij lachte om haar blik en om haar zwijgen. 'Ja, liefste, dit is nu mijn grote jongen, die vanmiddag verstoppertje in jouw holletje heeft gespeeld. Kijk maar eens goed en bedenk dat hij goed uitgerust is en alweer naar jouw lichaam verlangt. Hij zal nu niet zo snel zijn, want de eerste keer met jou heeft zijn geweldige honger naar jou alleen maar vergroot.' De koning liet zich op het bed vallen en trok haar bovenop zich, zodat ze hem recht in het gezicht keek. Haar gevoelige tepels raakten de stugge krullen op zijn borst.
'Kus me nu, mijn kleine plattelandsvrouwtje,' smeekte hij haar. 'Ik verlang naar je mooie lippen.'
Ze bukte zich en kuste hem verlegen. Ze had nog nooit op een man gelegen en bloosde bij de gedachten die haar positie bij haar opriep. Hij kuste haar ook, zijn lippen dwingend, en zijn tong stak hij in haar mond om haar te plagen. Ze voelde zich schuldig en opgewonden tegelijk en hij voelde haar aarzeling.
'Nee, liefje,' fluisterde hij tegen haar mond, 'ga niet van me weg. Weet je niet dat ik van je houd, Blaze?'
Hij rolde haar zachtjes op haar rug en keek haar diep in de ogen. 'Je koning houdt van je, klein plattelandsmeisje, en legt zijn hart aan je voeten. Zou je hem bespotten, liefje? Kun je zó wreed zijn?'
'Sire, ik voel me schuldig tegenover uw vrouw,' zei Blaze, die zijn romantische woorden niet werkelijk durfde te geloven. Moest ze hem wél geloven of was het gewoon iets wat een man zei om een terughoudende vrouw te paaien? Wat jammer dat ze zo weinig ervaring had!
'Lieve Blaze,' zei de koning, 'ik héb geen vrouw. Mijn eigen geestelijken hebben me ervan verzekerd dat mijn huwelijk met de prinses van Aragon al die jaren niet wettig is geweest in de ogen van God, omdat zij getrouwd geweest is met mijn broer, Arthur. Daarom heeft God mij geen wettige zonen geschonken. Mijn hüwelijk was een vreselijke zonde, en eigenlijk is het nooit een echt huwelijk geweest. Mijn zonen bij Bessie Blount en Mary Boleyn zijn Gods manier om mij te vertellen dat ik met een wettige echtgenote de zonen zal krijgen naar wie ik zozeer verlang.'
'Jij, mijn liefste, bent weduwe, en ik ben vrijgezel. Dat zal spoedig door de paus bevestigd worden. Dat weet ik zeker! We mogen gewoon van elkaar houden, Blaze! Ontzeg me je liefde niet langer, want je breekt mijn hart!'
'O, Hal!' riep ze uit. Ze wist best dat het onzin was, maar ze kon hem niet weerstaan. 'Houd van me, mijn heer de koning! Houd van me!' Haar instinct zei haar dat ze daar spijt van zou krijgen. Uiteindelijk zou hij haar bedriegen, maar ze was zo vreselijk eenzaam sinds Edmund dood was. En ze moest eerlijk toegeven dat ze het samenzijn tussen man en vrouw gemist had. Ze kón de koning niet weigeren. En waarom zou ze er dan niet van genieten? Niemand aan het hof zou haar erom veroordelen. Ze werd voortdurend gefeliciteerd, omdat ze de aandacht van de koning had getrokken.
Hendrik Tudor was zich bewust van zijn overwinning en hij bedekte haar gezicht met kussen. Zijn hoofd verschoof naar haar borsten. Eerst ontdekte hij de ene ronde borst en daarna de andere. Hij beet zachtjes in haar tere vlees en veroorzaakte rillingen van genot bij haar. Hij zoog verwoed op haar tepels en ze snikte van genoegen. Toen drukte hij zijn knie tussen haar dijen en ze opende die voor hem. Hij ging tussen haar benen liggen en bracht zijn mannelijkheid in één vloeiende beweging bij haar binnen en ze slaakte een kreet van pijn. Toen trok hij zich langzaam terug en kwam nog langzamer weer bij haar binnen. Het werd het toppunt van verrukking, iedere keer dat hij dieper binnendrong.
Er kwam een jammerend geluid uit haar keel en ze krabde met haar nagels over zijn sterke, brede rug. Ze bewoog zich wild onder hem en toen ze voor de eerste keer een hoogtepunt bereikte, schreeuwde ze het uit en groef haar nagels nog dieper in zijn gespierde lichaam.
'Zo,' gromde de koning in haar oor, 'mijn kleine poesje heeft scherpe klauwen. Dan vindt ze dit zeker prettig? Zeg eens, liefje! Je vindt het fijn hè?'
'Ja, ja,' hijgde ze. 'O, mijn Hal! Niet stoppen! Niet stoppen alsjeblieft!'
Hoe meer hij gaf, des te meer ze van hem verlangde. Eindelijk heb ik een vrouw gevonden die net zo hartstochtelijk is als ikzelf, dacht hij. Tot voor vanavond zou hij het niet voor mogelijk gehouden hebben dat dit lieve, onschuldige vrouwtje in werkelijkheid een verscheurende tijgerin was. Hij ging net zolang door tot ze onder hem in zwijm viel en hij eindelijk klaarkwam.
Alle kleur was uit haar gezicht verdwenen, maar terwijl hij, nog nahijgend, naast haar lag, keerde haar kleur langzaam terug. De koning stond op en liep naar een tafel waarop een karaf met sterke, rode wijn stond. Hij schonk twee bekers vol, liep terug naar het warme bed en sloot de gordijnen. Toen trok hij haar zacht tegen zich aan, hield een beker aan haar mond en zei haar wat te drinken. Zich half verslikkend, dronk ze de koppige wijn en ontdekte dat ze zich meteen een stuk beter voelde. Nu hij er zeker van was dat het haar beter ging, dronk de koning zijn eigen beker in drie slokken leeg.
'Je hebt me behaagd, Blaze,' zei hij eindelijk. 'Je hebt me zeer behaagd.'
'U mij ook, mijn heer,' zei ze.
Hij lachte en bedacht dat er nog nooit maar dan ook nooit een vrouw zoiets tegen hem had gezegd. Hij was er altijd zonder meer van uitgegaan dat het zo was, maar nog nooit had een vrouw dat openlijk tegen hem gezegd. 'Je bent een frisse bries in mijn bestaan, Blaze Wyndham. Ik heb nog nooit eerder van zo iemand als jij gehouden.'
Daar was het weer. Die woorden. 'Houden van'. Hoe makkelijk rolden die van zijn lippen, maar meende hij het ook? Wat maakte het uit? Ze was zijn maitresse, of ze nu wilde of niet, tot hij er een eind aan maakte. En ondanks haar naïviteit wist Blaze best dat hij haar uiteindelijk terzijde zou schuiven. En zelfs als de kerk werkelijk zijn huwelijk met de koningin ongeldig verklaarde, zou Hendrik Tudor niet trouwen met de dochter van een arme baron uit Herefordshire, ondanks haar vruchtbaarheid. Hij zou met een prinses trouwen.
De koning lag met zijn indrukwekkende hoofd op haar schouder te doezelen. Onder de koninklijke macht school een jongen. Ze zag het in zijn gezicht, bloot en onbewaakt in zijn slaap. Ze voelde een moederlijke liefde voor hem en glimlachte in de door de vlammen van de haard verlichte kamer. Hij vrijde echter niet als een jongen, dat wist ze wel, ondanks haar gebrek aan ervaring. Het was de plicht van een onderdaan om de koning trouw te dienen, bedacht ze, en dus zou ze hem met haar lichaam dienen zolang hij dat wilde.
Hij zei van haar te houden en ze nam aan dat hij dat op zijn manier ook wel deed, of althans geloofde dat het zo was. Hendrik Tudor was geen gemeen mens en daarom wist ze dat hij, als hij genoeg van haar had, haar op de een of andere manier zou verzorgen. Hij zou waarschijnlijk een man voor haar zoeken en tenzij die man een beest was, zou ze gehoorzaam hertrouwen, want ze begreep nu dat een vrouw de bescherming van een man nodig had om zich in de wereld staande te houden. Tot dan zou ze veilig zijn in de armen van de koning en, wat nog belangrijker was, Nyssa was veilig. Daarin had ze ten opzichte van Edmund tenminste niet gefaald.