13

 

 

In het midden van de maand maart zette de lente plotseling in. De wegen, die nog geen veertien dagen daarvoor onbegaanbaar waren geweest door de sneeuw, waren plotseling sneeuwvrij maar lagen vol modder. Lord Morgan kwam van Ashby om Delight op te halen. Hij was in onderhandeling met een Ierse lord, die voor zijn erfgenaam een Engelse vrouw zocht van goede komaf. De Ierse heer en zijn zoon zouden in mei naar Engeland komen om Delight te ontmoeten. Er werd nu geen onzin meer getolereerd wat Delight betrof. Ze zou in die zomer trouwen en als het niet met die Ier was, dan in ieder geval met een andere aanbidder die bij haar paste. Op 7 juni zou Delight achttien worden en ze was te oud voor haar kinderlijke grillen en kuren.

Delight trok een pruillip en vroeg haar vader smekend: 'Alsjeblieft, papa, mag ik tot na de Pasen op RiversEdge blijven?' Ze had niet geprotesteerd tegen het voorgestelde huwelijk. Waarom zou ze haar vader kwaad maken door een huwelijk met een Ier te weigeren dat tóch nooit zou plaatsvinden, net nu ze iets van haar vader gedaan wilde krijgen?

'O, alstublieft, meneer Morgan,' herhaalde Henriëtte het verzoek van Delight. 'Mag Delight tot Pasen blijven? Ik zal zo eenzaam zijn zonder haar!'

Robert Morgan begreep niet waarom zijn zachtaardige Delight bevriend was met het Franse meisje. Er was iets aan Henriëtte Wyndham dat hem niet beviel, hoewel hij niet precies kon aangeven wat het was. Maar Delight was tenminste niet furieus geworden toen hij haar over het voorgenomen huwelijk vertelde. Haar vroegere gehechtheid aan Blaze leek verdwenen en haar houding ten opzichte van haar oudste zuster was koel, maar haar vriendschap met het Franse meisje had haar duidelijk volwassener gemaakt en haar verblijf op RiversEdge gedurende die winter was dus niet voor niets geweest.

'Als jij het goedvindt, Blaze, mag Delight van mij nog wel een paar weken blijven,' zei Lord Morgan.

'O, alstublieft, mevrouw Blaze,' pleitte Henriëtte. 'Alstublieft!'

'Natüürlijk mag Delight blijven,' zei Blaze, die eigenlijk niets liever wilde dan haar zusje zo snel mogelijk naar huis sturen. 'Misschien mag Henriëtte weleens bij jullie op bezoek komen als Delight weer thuis is.'

'Natuurlijk!' zei Robert Morgan gemaakt enthousiast. 'Nadat het huwelijk van Delight geregeld is, zullen we juffrouw Henriëtte graag ontvangen.' Maar zeker niet eerder, zei hij in zichzelf. Ze is in staat om de Ierse jongeling voor de neus van mijn dochter weg te kapen!

Ze had haar vader nog maar net uitgezwaaid toen Delight van haar vriendin wilde weten wat voor plan ze gemaakt had. 'Wat ben je van plan, Henriëtte? Ik heb nog maar een paar weken vóór ik met een vreemde en woeste Ier ga trouwen! Mijn vader zal deze keer geen weigering meer accepteren, dat weet ik! Hij wil nu dat ik ga trouwen!' Haar stem klonk vreemd hoog en haar ogen stonden spookachtig.

'Kom, chérie, kom, kom.' Henriëtte nam Delight bij de hand en trok haar mee naar de stallen. 'Je moet je niet zo overstuur en boos maken. Laten we Johnny gaan zoeken, die zal ons wel troosten.'

'Ik weet niet of ik dat wel moet doen,' overwoog Delight.

'Dat zeg je nu iedere keer sinds je hem voor het eerst met je borsten hebt laten spelen. Waar ben je nu bezorgd over, chérie? Je bent nog net zo goed maagd als toen je geboren werd. Maar dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te blijven, chérie. Johnny is een goede dekhengst. Hij kan verschillende merries dekken op één middag en dan nog fris als een hoentje weggalopperen.'

'Nee,' zei Delight. 'Ik ben er niet van overtuigd dat ik kan doen alsof ik nog maagd ben. Ik blijf onschuldig tot ik met Tony trouw.'

Ze waren bij de afgelegen stal aangekomen, helemaal aan het eind van het gebouw, waar de staljongen hen al stond op te wachten. 'Ik zag jullie komen,' zei hij, greep Delight en liet zijn hand in haar lijfje glijden.

Even liet ze het toe, maar duwde hem toen weg en riep: 'Je zult mijn japon scheuren, grote pummel. Je stinkt naar uien en bovendien doe je me pijn!' Ze draaide zich om en zei vinnig tegen Henriëtte: 'Als je klaar bent, kun je me in de tuin vinden. Zorg dat je een plan hebt, anders vertel ik mijn zuster wat je met deze boer doet!' Toen liep ze stampend weg.

De staljongen grinnikte. Ze had veel pit, die kleine, ook al was ze een beetje gek. Hij zou haar best eens willen hebben, maar wist dat ze hem er dan van zou beschuldigen haar te hebben verkracht en dan zou zijn leven weleens bij de beul kunnen eindigen. Geen enkele vrouw was het waard om voor te sterven.

'Waar kijk je naar, beest?' De Franse hoer stond boos naar hem te kijken.

'Nergens naar, liefje,' zei hij en smeet haar giechelend in het stro.

Delight liep door de tuinen, waar kleine sleutelbloemen bloeiden. Over de grasvelden hing een zachtgroen waas en aan de rand van de tuin stroomde de rivier de Wye blauw en vrij van ijs. Hoe lang kon ze het nog verdragen? Hoe lang moest ze Blaze en Anthony nog samen zien? De laatste tijd veranderde Blaze zichtbaar. Ze werd liever en wierp lange, nadenkende blikken op Tony.

Haar arme Tony. Gedwongen tot een huwelijk met een vrouw van wie hij niet hield en die ook niet wilde. Gedwongen door de koning.

Maar spoedig, al heel spoedig zou ze hem van het koninklijke afval bevrijden, van de vrouw die hun in de weg stond. Weldra zou Delight in de grote hal naast Anthony aan tafel zitten, zou Delight in de vertrekken van de gravin slapen en de kostbare en langverwachte erfgenamen van de Langfords baren. Ze zou hem het speciale geschenk van haar maagdelijkheid geven en uit haar kuise liefde voor hem zou de volgende generatie Wyndhams geboren worden.

'Je kijkt niet bepaald vrolijk, Delight,' waarschuwde Henriëtte haar toen ze weer bij haar terug was.

'Heb je een plan?' vroeg Delight. Dat kan ze maar beter hebben, want ik zweer dat ik Tony anders zal inlichten over haar immorele gedrag! Zodra ik met Tony getrouwd ben, moet ze vertrekken, als ze dan tenminste nog niet uitgehuwelijkt is aan de een of andere onschuldige stakker.

'Maar natuurlijk, chérie. Ik denk er al wéken aan, maar nu is het tijd voor actie,' antwoordde Henriëtte. Ze kon wel zien dat Delight op instorten stond.

'Wat is je plan?'

'Je moet een heel speciaal geschenk voor je zuster maken, Delight, om haar te bedanken voor haar gastvrijheid van de laatste maanden.'

'Wat voor geschenk?' vroeg Delight achterdochtig. Speelde Henriëtte een spelletje met haar?

'Een nachtjapon van zuivere zijde. Er liggen verscheidene balen stof in de voorraadkamer. We zullen een kleur kiezen die het best bij mevrouw Blaze past en ik zal je erbij helpen. De hofdames vonden altijd dat ik heel mooi kon borduren. Als je japon klaar is, zal ik hem impregneren met een speciaal vergif. Ik weet hoe ik dat moet maken. Als je zuster het kledingstuk draagt, dringt het vergif in haar huid en zal ze sterven. Het zal een natuurlijke dood lijken en voila, meneer Anthony is voor jou!'

Delight dacht eraan dat het zo eenvoudig leek en ze was niet geschokt door het idee haar zusje te moeten vermoorden. Haar half krankzinnige geest vond het veel belangrijker om Tony voor zichzelf te krijgen. Toen bedacht ze iets. 'Als wij de japon met jouw vergif behandelen, sterven wij dan zelf ook niet als we Blaze de japon geven?' vroeg ze.

'Ik maak voor ons een speciale handlotion die ons beschermt tegen het gif als we de japon aanraken. Maar daarna moeten we wel heel goed onze handen wassen.'

'Laten we er vandaag al aan beginnen,' zei Delight. 'Het duurt nog wel een paar weken om de japon te ontwerpen, te naaien en netjes af te werken. We zullen amper genoeg tijd hebben, Henriëtte.'

'Daarom zal ik je ook helpen, chérie. We zullen je geschenk aan mevrouw Blaze overhandigen op de dag van je vertrek en dan ben je allang weg als ze sterft. Ik zal zorgen dat ze de nachtjapon die avond of de nacht daarop draagt. Je kunt me vertrouwen, chérie, net zoals je me eerder hebt kunnen vertrouwen.' Henriëtte glimlachte samenzweerderig naar Delight, maar het meisje was ver weg met haar gedachten en fantaseerde erover hoe haar huwelijksdag met Anthony Wyndham eruit zou zien.

De dagen werden weken en het werd volop lente. Het werd Palmpasen en toen brak het paasfeest aan. In de saaie dagen van de vastentijd hadden Delight en Henriëtte ijverig aan het geschenk voor Blaze gewerkt. Ze zaten met gebogen hoofden bij elkaar in de kleine hal en het zag er heel gezellig uit, maar ze wilden aan niemand laten zien waarmee ze bezig waren.

'Het is een verrassing!' zei Henriëtte.

'Een verrassing voor mijn zuster,' zei Delight tegen Lady Dorothy. 'Ze is ook zo lief voor me geweest, ondanks mijn slechte gedrag. Ik weet niet of ik haar al kan vergeven dat ze me Anthony ontnomen heeft, maar ik wil geen ruzie meer met haar maken nu mijn ouders een huwelijkskandidaat voor me hebben gevonden waardoor ik Engeland moet verlaten. Misschien zie ik mijn familie na mijn huwelijk wel nooit meer en ik wil niet dat Blaze en ik dan als vijanden uit elkaar gaan.'

Haar woorden klonken heel redelijk, maar de ogen van Delight deden denken aan een heel ander verhaal. Toch kon Lady Dorothy niet boos zijn op het meisje, maar ze voelde zich iedere keer onbehaaglijk als Henriëtte en Delight samen zaten te giechelen. Henriëtte Wyndham. Ze was veel sluwer dan Lady Dorothy eerst had gedacht. Blaze had gelijk. Een huwelijk was de enige oplossing, en dan liefst met een oudere man, die niet zo van haar onder de indruk zou zijn en haar zou slaan als dat nodig was, hetgeen volgens Lady Dorothy heel vaak zou zijn.

Nu Pasen voorbij was, naderde de dag van Delights vertrek en Lord Morgan kwam om zijn dochter op te halen. Alles was klaar. De koffers van Delight waren gepakt en werden ingeladen in de bagagewagen. Delight wilde liever naast haar vader rijden dan in een rijtuig. Iedereen zei elkaar gedag en toen de zon nog maar net op was, stonden vader en dochter klaar om te vertrekken.

'Ik heb een geschenk voor je,' zei Delight tegen Blaze. 'Ik weet dat we sterk van elkaar vervreemd zijn de laatste maanden, maar ik ben niet meer boos en wil niet naar een vreemd land vertrekken als er nog bitterheid tussen ons bestaat. Ik heb de laatste weken aan een speciaal nachtkleed voor je gewerkt. Henriëtte heeft me met het borduren geholpen en zal mijn geschenk vanavond bij je brengen. Draag het, wees gelukkig, en denk aan mij als je het draagt,' besloot Delight en ze omhelsde haar zuster met een brede glimlach om haar lippen, maar haar ogen lachten niet mee.

Op het laatste moment hadden de twee samenzweersters besloten dat Henriëtte de nachtjapon die avond naar Blaze zou brengen, omdat Delight echt bang was om hem aan te raken nu hij behandeld was met het vergif van het Franse meisje. Henriëtte besefte dat Delight alleen maar achterdochtig zou worden als ze niet toestemde. Delight had zich er zorgen over gemaakt of Tony niet vergiftigd zou worden, maar Henriëtte had haar vriendin verzekerd dat ze die avond een slaapmiddel in de wijn van Tony zou doen, waardoor het zou lijken of hij dronken was. Hij zou zó dronken lijken dat ze hem in zijn eigen bed zouden leggen, waarna hij pas 's morgens zou ontwaken en het droevige nieuws van het heengaan van zijn vrouw zou horen.

Blaze omhelsde haar zusje liefdevol. 'Lieverd,' zei ze. 'Ik heb nooit gewild dat je boos op me was. Het spijt me dat jouw leven niet gelopen is zoals je het zelf graag wilde. Geef de jonge Ierse lord een kans, Delight. Ze zeggen dat de Ieren een heel charmant volk zijn.'

Als laatste werd Henriëtte door Delight omhelsd en toen de meisjes uit elkaar gingen, keken ze elkaar op zo'n manier aan dat Lady Dorothy zich afvroeg wat ze in hun schild voerden en waarom haar dat zo van streek maakte.

Lord Morgan en Delight reden van RiversEdge door de beide dorpen Michaelschurch en Wyeton. Ze werden snel overgevaren door de veerboot van de Langfords en reden rustig verder tot de rivier achter een heuvel uit het zicht verdween. De weg naar Ashby, die tussen hop- en gerstvelden liep, lag voor hen; en ze reden langs de boomgaarden, die in bloei stonden. De roze en witte appelbloesems voorspelden nu al een rijke oogst in het najaar. Ze kwamen langs weilanden met dartele jonge lammeren, die wild heen en weer sprongen, met hun kopjes tegen elkaar liepen en elkaar achternaliepen, en langs vijvers waarin trotse witte zwanen zwommen met hun pas uitgekomen jongen. Het was een onwaarschijnlijk heldere dag, de lucht was blauw en volkomen onbewolkt.

Lord Morgan had aangenomen dat zijn dochter wel bedroefd zou zijn omdat ze RiversEdge moest verlaten, maar ze was heel prettig gezelschap-bijna vrolijk. 'Ben je blij dat je weer naar huis gaat, Delight? Of ben je zo vrolijk vanwege Blaze en haar blijde nieuws?' vroeg hij haar.

Delight draaide haar hoofd naar hem toe en keek nieuwsgierig en een beetje angstig naar hem. 'Wat voor blij nieuws?' vroeg ze.

'Ach,' antwoordde hij. 'Ik dacht dat Blaze het je al verteld had. Maar misschien wilde ze wachten tot jij verloofd bent en nu heb ik het bedorven.'

'Wélk blij nieuws?' herhaalde Delight en haar stem klonk gespannen.

'Blaze en Anthony verwachten hun eerste kind, laat in de herfst. Ze zei dat ze zich net zo voelt als toen ze haar zoontje verwachtte en daarom weet ze zeker dat het een jongen is. Is dat geen blij nieuws? Anthony is buiten zinnen van geluk!'

Bij het horen van haar vaders woorden werd Delight op slag weer normaal. Meteen was haar haat voor Blaze verdwenen en het besef van wat ze van plan was geweest drong in alle hevigheid tot haar door. Met een gil riep ze uit: 'Lieve hemel, wat heb ik gedaan?' Toen viel ze bewusteloos van haar paard.

Lord Morgan sprong van zijn paard en riep dat iedereen moest stoppen. Toen knielde hij naast zijn dochter en keek of ze niets had gebroken, maar wat hij ook probeerde, hij kon haar niet bij bewustzijn brengen. Hij legde haar uit de zon, in de schaduw van een boom en pas na een uur begon Delight weer bij te komen. Lord Morgan dwong haar wat sterke wijn uit zijn reisflacon te drinken en ze slikte die moeizaam door. Langzaam kwam er weer kleur op haar bleke wangen en ze opende haar ogen.

'Wat heb je gedaan, Delight?' vroeg haar vader rustig. 'Je móet me vertellen wat je gedaan hebt.'

'Tony houdt niet van haar,' fluisterde Delight. 'Écht niet! Hij is alleen maar met haar getrouwd omdat hij dat aan Edmund had beloofd. En de koning heeft hem gedwongen omdat hij genoeg had van Blaze.'

'Anthony houdt heel veel van Blaze, Delight,' zei haar vader vriendelijk. 'Waarom wil je dat toch niet inzien, kind? Ik zal je iets vertellen dat zelfs de koning niet weet. Edmund heeft Tony nooit iets laten beloven. Edmund was op slag dood. En Anthony houdt al van Blaze sinds hij haar voor het eerst zag. Toen zijn oom stierf, zag hij eindelijk een kans om zelf met haar te trouwen. En uiteindelijk slaagde hij daarin, doordat hij naar de koning ging en hem brutaalweg de leugen vertelde over die zogenaamde laatste wens van een stervende man. Wie kan er weten of hij loog of niet? Daarom is hij nooit met een andere vrouw getrouwd, Delight, zelfs niet met jóu!'

Delight begon zielig te huilen.

'Je moet me vertellen wat je hebt gedaan, mijn kind. Je moet snel vertellen of je iemand van de familie in gevaar hebt gebracht,' hield Lord Morgan vol.

'Ik wilde mijn zuster vermoorden,' snikte Delight. 'Lieve God in de hemel! Ik wilde haar vermoorden!'

Robert Morgan voelde een kille band om zijn hart. Zijn dochter verkeerde gevaarlijk op de grens van de krankzinnigheid! Hij moest haar niet de verkeerde kant opdrijven, want dan zou hij zowel Blaze als Delight verliezen. 'Vertel het me, Delight,' zei hij zacht. 'Zeg me hoe je Blaze wilde vermoorden.'

'De nachtjapon die ik gemaakt heb, papa,' zei Delight, en hij zag hoe ze haar best deed. 'Mijn afscheidscadeau voor Blaze, papa. Hij is behandeld met een speciaal vergif en als Blaze hem draagt, zal ze tegen de ochtend sterven.'

'Waar is dat nachthemd, Delight?'

'Henriëtte heeft het in haar kamer en ze zal het vanavond aan Blaze geven. Weet je niet meer, papa, dat ik dat tegen Blaze zei?'

'Vertel eens hoe je aan dat gif gekomen bent, Delight,' zei haar vader, die het antwoord wel kon raden.

'Van Henriëtte, papa. Zij heeft het gemaakt, samen met haar bediende, Cecile. Henriëtte is een slecht meisje, papa. Ze vrijt met een van de staljongens, Johnny, in de achterste stal.'

'Hoe weet je dat, kind?' De doortraptheid van het Franse meisje vervulde hem met afschuw. Waarom was ze door niemand betrapt? Ze was kennelijk bijzonder slim.

'Henriëtte liet me toekijken,' luidde het afschuwelijke antwoord. 'Ze zei dat, als ik keek, ik zou weten wat Anthony op een dag met mij zou doen als ik zijn vrouw zou zijn.'

Hopelijk heeft juffrouw Henriëtte haar niet nog meer laten doen, dacht Lord Morgan. Hij moest het haar wel vragen. 'Heeft de staljongen ooit...?' Hij aarzelde, omdat hij zich ervoor schaamde zoiets aan zijn eigen dochter te moeten vragen, maar Delight liet hem niet uitspreken.

'O, nee, papa! Ik heb nog nooit met iemand gevrijd. Dat zweer ik u! Ik bewaar mijn maagdelijkheid voor mijn echtgenoot,' zei ze trots. Maar ze vertelde hem niet wat de bediende wél gedaan had, want ze zag zijn bezorgde gezicht. Arme papa. Hij was zo lief!

Lord Morgan liet zijn dochter nog wat wijn drinken en zei toen: 'Ik ga nu terug naar RiversEdge, mijn kind, om deze zaak de wereld uit te helpen.'

'O, papa! Ik zal sterven als Blaze en Anthony te weten komen wat ik gedaan heb! Ze zullen me haten! Ze zullen het me nooit vergeven en het spijt me zo verschrikkelijk! Ik wil Blaze geen kwaad doen! Als ik maar eerder geweten had dat Anthony werkelijk van haar houdt, dan zou ik het nooit gedaan hebben!'

'Maak je niet bezorgd, mijn dochter. Ik zal proberen de zaak in het reine te brengen zonder je zusje te vertellen over jouw dwaasheid. Voel je je goed genoeg om te rijden?'

'Ja,' zei ze en knikte.

'Fijn,' antwoordde hij. 'Jij gaat verder naar Ashby. We zijn bijna halverwege. Ik rij terug, niet over de weg, maar door de velden, dat gaat sneller. Ik ga naar het huis van Lord Kingsley, want dat gaat veel vlugger dan wanneer ik naar de veerboot terugga. Nicholas zet me dan wel de rivier over naar RiversEdge. Dan ben ik er vóór donker en kan de zaak dan nog rechtzetten. Maar je moet me vertellen hoe de nachtjapon eruitziet, want dat Franse kreng probeert me misschien wel te misleiden.'

'Hij is van zachtpaarse zijde, papa, en we hebben viooltjes op het lijfje en de mouwen geborduurd met lavendelkleurig borduurgaren. Ik heb die kleur gekozen omdat er precies genoeg stof voor was. We hielden niets over. Als Blaze hem aantrekt, dringt het gif in haar huid en als dat gebeurd is, kan iedereen de nachtjapon weer gewoon aanraken. Henriëtte heeft een speciale handcrème voor haar eigen handen gemaakt.'

Hij knikte. 'Stap op je paard, kind,' zei hij en hielp haar in het zadel. 'Ik heb niet veel tijd, maar maak je niet bezorgd, ik zal het halen!'

Ze zaten nu al bijna twee uur langs de kant van de weg, dus was het paard van Lord Morgan goed uitgerust en hij ging op weg naar het huis van zijn schoonzoon, Nicholas Kingsley. Hij lette goed op waar het paard liep, want hij wist hoe belangrijk het was dat hij snel en veilig zijn doel bereikte. God verhoede dat zijn paard in een konijnenhol stapte en hem hulpeloos zou maken. Maar opgelucht bereikte hij uiteindelijk Kirkwood en prevelde een dankgebed. Hij steeg af en haastte zich naar binnen om Nicholas Kingsley te zoeken. Tot zijn opluchting was Blythe nergens te bekennen. Zijn schoonzoon kwam haastig de bibliotheek binnenlopen om hem te begroeten.

'Zeg tegen je bedienden dat ze niet vertellen dat ik er ben,' zei hij tegen Nicholas. 'Ook niet tegen Blythe.' En Lord Morgan begon de zaak uit te leggen. Hij besloot zijn relaas met de woorden: 'Blaze mag het niet weten.'

'En Anthony?' vroeg Nicholas.

'Hem móet ik het wel vertellen, want zijn Franse nichtje moet sterven, anders probeert ze wéér een van mijn dochters kwaad te doen. Ik geloof niet dat ze Delight alleen maar geholpen heeft met dit plan. Ik denk dat ze het bedacht heeft en de onbeantwoorde liefde van mijn dochter voor Tony gebruikt heeft. Ik denk dat ze hem voor zichzelf wilde. In deze omstandigheden mag ze niet blijven leven en als ik haar moet doden, moet Anthony wel weten waarom.'

Nicholas Kingsley knikte. 'Laten we gaan,' zei hij. 'We moeten die vrouw vóór zonsondergang bestraffen, anders helpen de machten van het duister haar nog om te ontsnappen.'

De beide mannen haastten zich naar de oever van de rivier, waar de roeiboot van Lord Kingsley lag te wachten. De rivier was op die late namiddag heel rustig en ze werden snel overgezet. De mannen renden over de gazons van RiversEdge naar het huis.

'Zoek de graaf en breng hem bij ons in de bibliotheek,' zei Lord Morgan. 'Niemand mag weten dat wij hier zijn. Begrepen?'

De bediende knikte en verliet de kamer. Binnen een paar minuten kwam Anthony binnen, met een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht. 'Wat is er?' vroeg hij. 'Robert, waarom ben je teruggekomen? Is alles in orde?'

'Ga zitten, Tony,' zei Lord Morgan, 'maar vertel me eerst waar Blaze is.'

'Ze telt het linnengoed, samen met mijn moeder. Hoezo?'

'Wat ik je ga vertellen is een afgrijselijk verhaal, maar je moet me niet in de rede vallen vóór ik uitgepraat ben.'

'Goed,' antwoordde de graaf. 'Ga je gang. Rob.'

Snel legde Lord Morgan uit waarom hij was teruggekomen naar RiversEdge en terwijl hij sprak, werd de uitdrukking op het gezicht van de graaf met de minuut bezorgder. Een heel scala van gevoelens werd zichtbaar op zijn gezicht. Woede, verdriet, medelijden. Toen Robert Morgan eindelijk had verteld wat de arme Delight hem in haar verdriet had willen aandoen, kon hij alleen nog maar zijn hoofd schudden.

'Dat Franse kreng moet worden gedood, Tony,' zei Lord Morgan. 'We kunnen haar niet toestaan Blaze of je kind kwaad te doen. En Nyssa is er ook nog. Heeft ze niet al geprobeerd mijn kleindochter in te palmen voor jij en Blaze van het hof terugkeerden, afgelopen herfst? Ze is een gevaarlijk wezen, Tony, en mag niet vrijuit gaan.'

'Wat wil je met haar doen?'

'Haar het nachtkleed laten dragen dat ze Blaze vannacht wilde laten dragen. Als ze niet gelogen heeft tegen Delight, zal het gif in haar huid dringen en haar doden en zal het lijken of ze een natuurlijke dood gestorven is.'

'En haar bediende?'

'Die vrouw heeft er ook iets mee te maken, maar ik kan haar niet van het leven beroven. Geef haar een klein pensioentje en stuur haar terug naar Frankrijk. Ze zal echt niets durven zeggen, omdat ze zichzelf dan ook in verlegenheid brengt.'

Anthony Wyndham knikte. 'Laten we het nu doen.'

'Henriëtte is in haar kamer. Laten we hopen dat in de paniek die op haar dood volgt niemand aan het afscheidscadeau van Delight zal denken. Blaze ook niet.'

De mannen knikten en nadat ze zich ervan overtuigd hadden dat niemand hen kon zien, liepen ze de bibliotheek uit en een trap op, naar de verdieping waar de slaapkamers lagen. De in het zonlicht badende hal was verlaten. Blaze en Doro waren in een ander gedeelte van het huis en Nyssa was buiten bij de stallen om te leren rijden op haar nieuwe pony. De graaf leidde Lord Morgan en Lord Kingsley naar de kamer van zijn nichtje en ze liepen naar binnen zonder te kloppen.

Eerst hoorde Henriëtte Wyndham niet dat er bezoekers waren, want ze was ijverig bezig in haar vijzel met een stamper iets tot poeder te vermalen. Ze was heel geconcentreerd bezig, maar ineens voelde ze dat ze niet alleen was. Ze keerde zich snel om en keek verbaasd naar de mannen.

'Tony,' zei ze, en toen ze Lord Morgan en de andere heer ontdekte, verstrakte haar gezicht. 'Dus de kleine gek kon haar geheim niet lang genoeg bewaren om te krijgen wat ze zo graag wil,' merkte Henriëtte op, en haar stem klonk boos.

'Het was helemaal niet het idee van Delight. Of wel?' vroeg Lord Morgan.

'Natuurlijk niet,' luidde het brutale antwoord. 'Denk je dat die simpele ziel net zo slim is als ik?'

Robert Morgan glimlachte kil. 'Nee, Delight is niet zo slim, want ze denkt meestal met haar hart. Maar jij hebt geen hart, is het wel, mademoiselle Henriëtte?'

Het Franse meisje lachte verrukt, alsof ze blij was met zijn ontdekking.

'En het was niet de bedoeling dat mijn dochter wel zou varen bij deze moord, is het wel, mademoiselle?' vervolgde Lord Morgan. 'Je zou haar op de een of andere manier verraden hebben en dan wilde jij de treurende weduwnaar voor jezelf hebben, n'est-ce pas, mademoiselle'?'

'Hoe komt het dat u zo intelligent bent en uw dochters zo dom zijn? Tenminste de twee die ik heb ontmoet?'

'Misschien omdat ze zo onbedorven zijn, mademoiselle,'' antwoordde Lord Morgan.

'U wilt zeker de nachtjapon hebben?' zei Henriëtte.

Lord Morgan lachte wreed. 'Nee,' antwoordde hij, 'ik heb hem niet nodig. Weet u, mademoiselle, ik geloof dat je veel te gevaarlijk bent om in leven te mogen blijven. Als we je in een klooster stoppen, zou je kunnen ontsnappen en als we je naar Frankrijk terugsturen, zou je kunnen proberen weer naar Engeland te komen. We kunnen je niet aan een fatsoenlijke man uithuwelijken, gezien je liefde voor staljongens. Trouwens, je zou misschien wel proberen snel weduwe te worden, op de manier die je wilde toepassen om je van mijn dochter te ontdoen. Daarom hebben we besloten dat jij het lot zult ondergaan dat je voor haar bestemd had.'

'Néé!' Henriëtte Wyndham siste het woord bijna als een slang. 'Dat kunt u niet doen! Dat kán niet! Anthony!' riep ze, 'we zijn familie van elkaar!'

'Het is jammer, mevrouwtje, dat je dit niet bedacht hebt toen je je plan uitbroedde om mijn vrouw en mijn ongeboren kind om te brengen,' antwoordde hij kil. 'Pak de nachtjapon, Henriëtte, en trek hem aan.'

Henriëtte rolde met haar ogen van angst. 'Grand-mère Cecile, aidez moi, je te prie!'

De oude vrouw stond op van haar plaats in een hoekje bij de haard, waar ze stil had zitten kijken en luisteren. Ze sprak hetzelfde Franse dialect dat haar kleindochter gebruikt had: 'Doe wat ze zeggen, mijn kind, zonder uitstel. Er is een tegengif voor het gif dat je gemaakt hebt. Ik heb het tegengif al klaargemaakt voor het geval iemand anders het nachthemd zou aanraken, want dat mochten we niet laten gebeuren, wel? Zodra ze weg zijn, zal ik het je geven en dan zullen we vluchten. Mevrouw Blaze is linnengoed aan het tellen met mevrouw Dorothy en Heartha. We kunnen gemakkelijk wat van haar juwelen stelen. Dan hebben we genoeg om de rest van ons leven comfortabel te leven. We zullen naar huis teruggaan, naar Frankrijk, ma petite. Vite, vite, nu! Doe wat je gezegd is!'

Terwijl de oude vrouw sprak, hadden Lord Morgan en zijn schoonzoon elkaar aangekeken. Henriëtte en haar grootmoeder waren zich er niet van bewust dat de drie mannen voldoende Frans kenden om zelfs het dialect van Cecile te verstaan en ze keken toe hoe de zogenaamde bediende haar handen insmeerde met de speciale lotion en daarna het dodelijke kledingstuk te voorschijn haalde. Het zag er precies zo uit als Delight had gezegd en Robert Morgan was tevreden.

'Goed dan,' zei Henriëtte met een quasi bang stemmetje. 'Ik zal de japon aantrekken. Maar mag ik eerst bidden? Als ik moet sterven, wil ik eerst biechten voor mijn God en vergiffenis vragen.'

'Eerst het nachthemd,' zei Lord Morgan onaangedaan. 'Dan kun je bidden. Hoewel ik vermoed dat je de duivel zult aanroepen en niet God.'

Henriëtte keek hem vuil aan. 'Laat me dan alleen,' zei ze.

'Nee,' zei Anthony. 'We blijven hier tot het gebeurd is.' Henriëtte haalde haar schouders op, knoopte haar lijfje los en trok het uit. Daarna maakte ze de tailleband van haar rokken los en liet die met haar petticoats op de grond glijden. Langzaam rolde ze haar kousen naar beneden en schopte haar schoenen uit. Uiteindelijk trok ze haar hemd over haar hoofd en gooide het opzij. Ze stond naakt voor hen met haar grote, peervormige borsten. Ze streelde zichzelf tot haar tepels harde punten werden. Geboeid keken de mannen toe hoe haar handen over haar buik naar beneden gleden en haar vingertoppen midden in de donkere krullen op haar venusheuvel stopten. Henriëtte sloot haar ogen en uitte een kreetje dat klonk als het spinnen van een poes.

Ze opende haar ogen wijd en mompelde: 'Kom, monseigneurs, wilt u al deze schoonheid werkelijk vernietigen? Vertel eens, hebben jullie weleens met z'n drieën een vrouw gedeeld? Ik heb voor jullie allemaal meer dan genoeg. Je kunt me om de beurt nemen, of allemaal tegelijk. Dat heb ik wel vaker gedaan. Eén van jullie in mijn brandende schede, die zelfs nu brandt van verlangen naar een hard lid, waarvan ik weet dat jullie dat allemaal bezitten. Een ander van jullie van achteren; mijn Franse en Italiaanse minnaars hebben me geleerd hoe dat moet. De derde in mijn mond; maar vergis je niet, want ik ben in staat om het grootste lid in te slikken nadat ik het met mijn tong vermaakt heb. Zo'n aanbod kunnen jullie toch zeker niet weigeren? Willen jullie me niet? Er zijn mannen die een moord hebben begaan voor mijn gunsten.' Haar tong gleed snel langs haar rode lippen.

Ze staarden naar haar alsof ze een of ander afgrijselijk reptiel of beest was. Alle drie voelden ze hun lusten door haar opgewekt, maar geen van hen zou haar slechte aanbod geaccepteerd hebben. Ze was de verleidelijkste slechte vrouw die ze ooit ontmoet hadden en ze waren het er allemaal over eens dat niemand het als een zonde zou beschouwen dat ze zo'n schepsel uit de wereld hielpen.

'Trek de nachtjapon aan, slechte teef!' beet Anthony haar toe. 'Als ik bedenk dat ik je onderdak heb geboden en dat je met mijn vrouw en mijn moeder bent omgegaan, beef ik van afschuw.'

Met de hulp van Cecile trok Henriëtte de japon aan. Toen Lord Morgan hem zag, bedacht hij dat het, door het borduursel, een zeer exclusief nachthemd was. Het was een prachtige maar dodelijk val. 'Bid nu, mademoiselle,' beval hij haar, en Henriëtte knielde vroom.

'Ga nu op het bed liggen,' beval Anthony haar. Hij keerde zich naar de geschrokken Cecile, die had verwacht dat de mannen nu zouden vertrekken en zei: 'Bind je meesteres met deze touwen vast op het bed,' en hij gaf de oude vrouw vier stukken sterk touw.

Cecile, die ineens bang werd, gehoorzaamde hem. Ze durfde hem niet te misleiden, want hij controleerde elke knoop die ze maakte. Toen ze klaar was, moest ze weer terug naar haar hoekje. Daar wilde ze blijven zitten tot ze haar hadden verlaten en dan zou ze haar kleindochter snel het tegengif geven.

Lord Morgan zei echter rustig: 'Ik blijf tot het wicht gestorven is. Nemen jullie de oude vrouw mee en sluit haar ergens op waar ze niet te vinden of te horen is tot mademoiselle dood is.'

'Rob...' begon de graaf van Langford, maar zijn schoonvader viel hem in de rede.

'Nee, Tony. Ik heb vandaag genoeg van jouw geweten en van dat van Nick gevraagd. De rest is mijn taak. Ga nu.'

'Anthony, ik sméék je,' pleitte Henriëtte vanaf het bed, 'laat me tenminste de troost van mijn bediende in het uur van mijn sterven! Wees niet zo wreed me te laten sterven onder de ogen van dit wrede monster.'

Anthony Wyndham liep naar het bed en staarde kil naar Henriëtte. 'Luister naar me, nicht, en luister goed! We hebben allemaal verstaan wat je zoëven tegen je grootmoeder zei. Ik ben absoluut niet van plan om haar hier te laten, zodat ze je een tegengif kan toedienen. Je bevrijden, de juwelen van mijn vrouw stelen en je dan de straf voor je slechte daden te laten ontlopen. Als je nog niet gebeden hebt en al dat gemompel en gedoe op je bidstoel alleen maar flauwekul was, dan is nu de tijd gekomen om God wérkelijk om vergiffenis te vragen.' Toen liep hij van haar weg en verliet samen met Lord Kingsley de kamer, met de tegenstribbelende oude vrouw tussen hen in, terwijl Henriëtte hen allemaal gillend vervloekte.

'Rob is een dappere man,' zei Nicholas Kingsley rustig.

'Ja, ik zou het echt niet prettig gevonden hebben om samen met die feeks opgesloten te zitten in haar doodsstrijd,' gaf Tony toe.

Ze duwden hun gevangene de trap op en een klein kamertje binnen in een ongebruikte torenkamer boven in het huis.

'Monsieurs, monsieurs,' jammerde Cecile, 'wat zal er van mij worden? U zult toch zeker geen onschuldige oude vrouw doden?' Haar gerimpelde gezicht was vertrokken van angst.

Anthony lachte ruw. 'Onschuldig? U niet, mevrouw! Wie heeft die adder die u aan uw borst heeft gekoesterd alles geleerd over vergif? Hebt u geprobeerd haar plannen te dwarsbomen, toen ze mijn arme, misleide schoonzusje in haar web van leugens lokte? U bent net zo schuldig als zij, maar u hebt meer geluk, want niemand van ons kan u veroordelen. Uw misdaad was minder ernstig dan de hare. Hoe lang duurt het voor het vergif haar zal doden?'

'Hoogstens drie uur, mijn heer,' zei Cecile met bevende stem.

'Als we zeker weten dat ze dood is, zullen wij u uit deze kamer bevrijden. U zult Henriëtte vinden en het vreselijke nieuws rondbazuinen. Henriëtte zal begraven worden in het familiegraf en niemand zal iets van haar misdaden tegen de Wyndhams weten. En u, mevrouw, wordt dan met een klein pensioen teruggestuurd naar Frankrijk. Als u één woord zegt over wat er vandaag gebeurd is vóór u RiversEdge verlaat, zal ik alles ontkennen en zorgen dat u gedood wordt. En als u iets zegt als u weer terug bent in Frankrijk, zal ik het óók weten. Zoals u wel gehoord zult hebben, staat mijn vrouw op zeer goede voet met koning Hendrik en de koning houdt altijd contact met zijn medevorst, François. Als u het waagt te vertellen wat hier vandaag gebeurd is als u weer terug in Frankrijk bent, zal ik zorgen dat u als een heks verbrand wordt. Ben ik duidelijk, mevrouw?'

Ze knikte. 'Was uw oom Hendrik maar geweest zoals u. Wat zou hij dan niet hebben kunnen bereiken! Helaas was hij maar een dromer, een dwaas. Ik begrijp u volkomen, monseigneur, en zal gehoorzamen.'

'Praktische oude heks,' merkte Nicholas Kingsley op, nadat ze haar achter de stevige eikenhouten deur hadden opgesloten en teruggekeerd waren naar de bibliotheek. 'Ik betwijfel of ze één traan zal laten om Henriëtte. Denk je dat ze wérkelijk de grootmoeder van het meisje is?'

'Waarschijnlijk wel. De moeder van haar moeder, want Henriëtte heeft me een miniatuur laten zien van mijn oom Hendrik en haar moeder. Nu ik erbij stilsta, is er een sprekende gelijkenis tussen de oude vrouw en de moeder van Henriëtte.'

De beide mannen wachtten tot Lord Morgan hun kwam vertellen dat het Franse meisje dood was. Terwijl ze wachtten, speelden ze een partijtje schaak en werden een beetje dronken van de rode bourgogne van Anthony. Plotseling werd de deur geopend en stapte Blaze binnen.

'Nick! Waarom heeft niemand me verteld dat je hier was? Is alles in orde op Kirkwood?'

'Ik kwam alleen om te schaken en een beetje te drinken met Tony,' zei Lord Kingsley.

'Hoe gaat het met mijn zusje?'

'Blythe voelt zich prima. Baby's krijgen is goed voor haar gezondheid,' zei hij tegen haar.

Blaze lachte. God zegene de mannen, dacht ze. Voor hen is het allemaal zo eenvoudig. 'En hoe gaat het met ons nieuwe neefje?' informeerde ze.

Edmund John Kingsley was op 25 februari geboren en genoemd naar zijn overleden oom, de graaf van Langford.

'Als Edmund niet zo vriendelijk en gul was geweest,' had Blythe verklaard, 'zou ik nooit een bruidsschat hebben gehad. En wat nóg erger is, ik zou mijn Nicholas nooit hebben ontmoet.'

'Mijn liefste,' had haar man galant geantwoord; 'ik zou je ook zónder bruidsschat genomen hebben.'

'De kleine jongen maakt het uitstekend,' antwoordde Lord Kings-ley op de vraag van Blaze. Hij was enorm trots op zijn dochter en zijn beide zoons.

'Nu ik weer op de hoogte ben, Nick, laat ik jullie weer alleen met je spel en die lekkere Franse wijn. Tony, waar is Henriëtte? Ik heb haar niet meer gezien sinds Delight vertrokken is.'

'Ik zag Cecile net toen Nick kwam. Ze zei dat mijn nicht hoofdpijn had en vanmiddag wilde rusten.'

'Henriëtte slaagt er altijd in te verdwijnen of ziek te worden als er gewerkt moet worden,' mopperde Blaze. 'Ik betwijfel of ze wel zo'n. goede hofdame was aan het Franse hof als ze ons wil laten geloven. Je moeder en ik hadden haar hulp vanmiddag best kunnen gebruiken, maar het geeft niet. Ze zal alleen maar gaan jammeren en zeuren als ik haar uit bed haal, dus kan ik haar maar beter laten liggen.'

'Vermoei je niet te veel, liefste,' waarschuwde Tony.

'Nee hoor,' beloofde ze, glimlachte naar hen en ging toen weg. Ze deed de deur dicht.

'Denk je niet dat ze van gedachten zal veranderen en je nichtje gaat halen?' vroeg Nicholas Kingsley zenuwachtig.

'Nee,' zei Anthony. 'Henriëtte maakt altijd een heleboel herrie als haar gevraagd wordt iets te doen wat zij als huishoudelijk werk beschouwt. Blaze heeft geen geduld met haar en eigenlijk is ze blij met het excuus om haar met rust te laten.'

Ze speelden verder tot een half uur later Lord Morgan de bibliotheek binnenkwam. Hij deed zorgvuldig de deur achter zich dicht en de twee jongere mannen keken hem vragend aan.

'Ze is dood,' zei Robert Morgan. 'Om er zeker van te zijn, heb ik haar hard in haar voetzool geprikt toen ze niet meer ademde, maar ze reageerde niet. God, wat heeft ze ons vervloekt nadat jullie weg waren gegaan! En ze gebruikte zülke platvloerse taal dat ik het er koud van kreeg. Toen leek ze haar lot te accepteren en heeft ze niets meer gezegd. Ik geloof dat de stilte erger was. Ik heb haar losgemaakt voor ik de slaapkamer verliet en heb de touwen verbrand in de haard. Toen heb ik de deken over haar heen gelegd, zodat het er natuurlijker uitzag. Ik was eerlijk gezegd heel bang om haar aan te raken uit angst dat ik het vergif aan mijn handen zou krijgen,' besloot hij.

'Laat de oude vrouw dat risico maar lopen bij de begrafenis,' zei Anthony.

De anderen knikten en toen zei Lord Morgan: 'Ik moet zien over de rivier te komen, heren. Het is nog zeker een uur licht en de rest van de weg vind ik wel in het maanlicht. Ik kan maar beter naar huis gaan en Delight geruststellen dat haar zuster in veiligheid is. Ze verkeert op het moment in een heel labiele toestand.'

'Wil je haar nog steeds met die Ierse jongen laten trouwen?' vroeg Tony.

'Ik denk van wel. Ik geloof dat Delight zich wel weer zal herstellen als ze zeker weet dat haar poging om Blaze van het leven te beroven op niets is uitgelopen én als ik haar kan vertellen dat alleen wij drieën er iets van weten, maar bovendien dat jij, Anthony, het haar vergeeft. Die Ierse jongeling zal een aardige afleiding voor haar zijn. Ik weet nu al bijna zeker dat ik het huwelijk zal laten doorgaan, tenzij de jongen geestelijk gestoord of uiterst wreed is. Volgens mij is het goed als Delight ver van jullie komt te wonen, Anthony. Het zal voorlopig niet eenvoudig voor haar zijn jullie tweeën te ontmoeten zonder dat ze zich dan schuldig voelt. Hoe verder ze verwijderd is, hoe gemakkelijker het voor haar zal zijn dit allemaal te vergeten. Er bestaat dan minder kans dat ze zich voortdurend schuldig voelt en ze zal meer kans hebben te genezen.'

'Je bent een wijze vader, Rob,' zei Anthony, en de mannen omhelsden elkaar. Toen liep de graaf naar een van de prachtige, met linnen bespannen panelen in de muur van de bibliotheek, die uiteenweek, tot verbazing van de beide anderen. 'Deze gang brengt je ongezien naar de aanlegsteiger,' zei hij. 'Ik denk dat het beter is dat jullie vandaag deze weg nemen.'

Lord Kingsley en Lord Morgan knikten en zonder nog een woord te wisselen liepen ze de gang door, elk met een brandende kaars, die ze uit de standaard aan de muur hadden genomen. De graaf sloot snel de geheime deur, liep naar het raam en een paar minuten later zag hij de boot van zijn zwager vertrekken naar diens eigen aanlegsteiger aan de overzijde van de rivier. Anthony Wyndham keerde zich om en liep snel de trap op naar de torenkamer waar ze eerder de oude Française hadden opgesloten. Hij draaide de sleutel om en wenkte haar. Ze kwam naar de hal en samen liepen ze naar de verdieping waar zich de slaapkamers bevonden, voor ze de kamer van Henriëtte binnengingen.

Het Franse meisje lag op bed en zag er heel onschuldig uit. Haar ogen stonden star en wijdopen. De graaf haalde twee koperen munten uit zijn jaszak, die de oude vrouw op de oogleden van haar kleindochter legde nadat ze de ogen had gesloten. Er was niets aan het al stijf wordende lichaam te zien en het leek of ze een natuurlijke dood was gestorven. Cecile trok de armen van haar kleindochter naar beneden en legde ze gekruist over de borst van het meisje.

'Trek haar dat vervloekte nachthemd uit en verbrand het,' zei Anthony. 'Ik wil dat het vernietigd wordt.'

Zwijgend trok de oude vrouw het nachthemd uit en gooide het in het smeulende vuur. De zijde vatte onmiddellijk vlam en al spoedig was er alleen nog een beetje as over.

'Maak haar gereed voor de begrafenis,' zei de graaf, 'ik wil niet dat iemand anders haar aanraakt.'

Cecile knikte. 'Ze kan nu niemand meer kwaad doen, monseigneur. Zodra het gif het lichaam door de huid is binnengedrongen, wordt het voor iedereen ongevaarlijk, behalve voor het slachtoffer.'

Hij keek toe hoe ze Henriëtte in een kamerjas wikkelde en zei toen: 'Ik ga terug naar mijn bibliotheek, Cecile. Over vijf minuten kom je gillend de kamer uitgerend omdat mijn nichtje dood is. Speel je rol goed, oude vrouw, dan kun je, nadat Henriëtte naast de andere Wyndhams begraven is - een eer die ze niet verdient - met je goud naar Frankrijk vertrekken en de rest van je vervloekte leven verzorgd doorbrengen. Versta je me of moet ik het in het Frans vertalen?'

Cecile glimlachte, 'Ik versta u heel goed, mijn heer de graaf, want mijn Engels is enorm verbeterd sinds ik hier woon. U hoeft het niet voor me te vertalen. Ik zal mijn rol goed spelen. Mijn dochter, haar man en mijn kleinkind zijn allen dood en ik heb alleen mezelf nog om voor te zorgen. Met uw geld zal ik in Bretagne een huisje kopen en zal zelfs geen honger lijden als de tijden slecht worden.'

Anthony liet de oude vrouw alleen en ging in de bibliotheek wachten. Toen hij bij de haard ging zitten, week de spanning van de laatste uren en voelde hij zich even heel zwak. Het had slechts weinig gescheeld of hij had Blaze verloren en hij voelde die wetenschap als een scherpe lichamelijke pijn in zijn borst. Alleen de echte en werkelijk diepe liefde van Delight voor haar zusje, en de beschaving die Robert Morgan en zijn vrouw haar hadden bijgebracht en die zij zich op het laatste moment had herinnerd, hadden zijn vrouw gespaard en zijn ongeboren kind gered. Hij had hen bijna allebei verloren, maar Blaze mocht dat niet te weten komen. Ze mocht niet te weten komen waartoe haar ongelukkige zusje gedreven was, noch mocht ze ooit te weten komen dat er zulke slechte vrouwen bestonden als Henriëtte, die niets en niemand ontziend probeerden te bereiken wat ze niet verdienden, alleen uit puur egoïsme.

Wat waren ze eigenlijk meelijwekkend, die vrouwen en ook de mannen die niet begrepen dat familie zo belangrijk was. Dat je zonder je familie nergens bent en er zonder familie geen liefde, geen vriendschap is. Niet de zekerheid te hebben dat je nooit alleen bent. Leven zonder doel. Geen reden om verder te leven. Iemand mag dan weleens alleen willen zijn, bedacht Anthony Wyndham, maar wat is het dan mooi om je eigen hal te kunnen betreden en begroet te worden door mensen die je liefhebben. De Henriëttes van deze wereld begrijpen dat niet en zoeken andere rijkdommen, maar familie is het kostbaarste bezit. Als het lot anders had beschikt, zou hij zijn familie verloren hebben en Anthony Wyndham dankte God in stilte dat het niet gebeurd was. Op dat moment klonk er een angstkreet door het huis. Hij stond op en bereidde zich erop voor verbaasd en geschrokken te kijken bij het vernemen van het nieuws.