7
Bliss en Blythe Morgan trouwden op de laatste dag van april in 1522. Na weken regen was het eindelijk een mooie dag. Pater John leidde de huwelijksplechtigheid in de kleine St.-Hildakerk van Ashby. Het gezelschap liep de korte afstand van het huis naar de kerk langs de met bomen omzoomde laan. De mensen van Ashby, die langs de weg stonden, konden de twee bruidjes goed bekijken en ze juichten luidkeels toen ze, met opgetrokken rokken voor de modder, langskwamen.
De tweelingzusjes droegen dezelfde jurken van zwaar, crèmekleurig satijnbrokaat; de lijfjes waren geborduurd met gouddraad en kleine pareltjes. Hun blonde haar hing los, vanwege hun maagdelijkheid, en ze droegen beiden ook een boeket van witte viooltjes, samengebonden met goudkleurige linten. Er was slechts één verschil. Bliss droeg om haar hals een schitterende parelketting met een gouden hanger in de vorm van een hart, bezet met parels en kleine diamantjes, en Blythe een ketting van kleine parels en granaten. De ketting was een geschenk van hun bruidegoms.
De plechtigheid waarbij de twee paren in de echt verbonden werden, vond buiten plaats, op de trappen van de kerk, zodat iedereen het kon zien, want de St.-Hilda was niet zo'n grote kerk. Daarna ging het gezelschap de kerk in voor de mis en kwam een uur later weer te voorschijn voor de juichende menigte. Vóór ze naar huis terugliepen, nodigde Lord Morgan alle aanwezigen officieel uit voor het bruiloftsfeest. Er waren tafels op het gras gezet, met een podium onder een roodzijden luifel voor de edellieden.
Er was voedsel in overvloed en toen het warmer werd, deed men zich tegoed aan de voorraad bier van Lord Morgan. Muzikanten begeleidden de levendige dansen die op het gras werden uitgevoerd op hun trommels, tamboerijnen en doedelzakken. Er werden twee bruidstaarten aangesneden en de dorpsmeisjes namen er alleen maar een klein hapje van en bewaarden de rest om vlak voor het slapen gaan op te eten. Men geloofde dat de man van wie je droomde als je een stukje bruidstaart had gegeten de ware liefde zou zijn.
De avond viel en de toortsen werden aangestoken, want het feest was nog in volle gang. Lord Morgan had nog bier over en niemand wilde al naar huis, want het was een heldere nacht. De maan was bijna vol en het was buiten aangenaam. Uiteindelijk, toen de zon al uren onder was, was het tijd om de bruiden en hun bruidegoms naar bed te sturen. Er waren twee bruidskamers in orde gebracht in het huis; een in de oude slaapkamer van de tweeling en een in de enige logeerkamer die het huis rijk was. Aangezien de kamers naast elkaar lagen, was het niet zo moeilijk de beide meisjes tegelijkertijd te helpen, hoewel er tussen de twee kamers heel wat heen en weer gedraafd werd.
Bliss bloosde van opwinding. Ze zag ernaar uit om ontmaagd te worden, hoewel ze toch wel een klein beetje bang was. Maar hun moeder had hen een paar weken geleden de les gelezen over de plichten van de vrouw, zodat ze wisten wat er van hen verwacht werd. Het bleek dat Vanora's verhalen dicht de waarheid naderden, maar pas nadat Blaze met de tweeling gepraat had, voelde Bliss zich echt op haar gemak.
'Vrijen is heerlijk!' had ze de vorige avond enthousiast verteld.
'Vertel op!' eiste de tweeling. Ze waren met z'n drietjes, want ze wilden hun andere zusjes er niet bij hebben.
'Het is niet te beschrijven,' zei Blaze. 'Je kunt het pas écht begrijpen als je het zelf doet.'
'Je moet ons toch iets kunnen vertellen,' zei Bliss geërgerd. 'De eerste keer! Hoe ging het de eerste keer?'
Blaze lachte zachtjes. 'Edmund en ik hebben onze huwelijksnacht pas weken na het huwelijk beleefd,' bekende ze.
'O!' Blythe keek werkelijk stomverbaasd.
Bliss was, zoals gewoonlijk, veel directer. 'Hoe kon je het eigenlijk opbrengen om te wachten?' vroeg ze. 'Ik weet er niets van, maar ik wil zo graag bij Owen zijn dat ik er 's nachts niet van kan slapen en, wat nog erger is, ik verlang zo naar hem dat ik het zelf niet begrijp!'
'Jij kent Owen en Blythe kent haar Nicholas. Ben je vergeten dat ik Edmund zelfs nog nooit had gezien voor ik zijn vrouw werd? Hoe kon ik nu naar een man verlangen van wie ik niet eens wist hoe hij eruitzag? Toen ik hem mijn angst had uitgelegd, begreep hij dat en nam de tijd om mij het hof te maken vóórdat hij me tot zijn vrouw nam. Ik geloof dat ik door zijn vriendelijkheid en geduld verliefd werd. Je vroeg me naar de eerste keer, Bliss. Het gevoel dat Edmund me gaf, was heerlijk. Ik kan het niet uitleggen, maar morgenavond zul je het begrijpen als je één wordt met je man. Eén ding nog. Heeft moeder jullie verteld dat het de eerste keer wel pijnlijk kan zijn?'
'Nee,' antwoordde Bliss voor hen beiden.
'Het komt doordat je man je maagdenvlies scheurt. Bij mij deed het maar even zeer en daarna is het nooit meer pijnlijk geweest. Ik vond dat je dat wel moest weten.'
Die gedachte was het enige waarover Bliss zich zorgen maakte. Ze zat rechtop in bed, in een maagdelijk, witzijden nachthemd. Haar slaapmuts met kantjes was met linten onder haar kin vastgebonden en ze wachtte opgewonden op Owen FitzHugh. Om haar heen giechelden en kletsten de vrouwen die heen en weer liepen tussen haar kamer en die van Blythe, die nu wel net zo in haar eigen kamer zou zitten.
Toen hoorde ze het rauwe geschreeuw en het harde gelach van de mannen en haar hart begon sneller te kloppen. De slaapkamerdeur vloog open en Owen FitzHugh werd de kamer ingeduwd, gekleed in een witzijden nachthemd. Met verbazingwekkende snelheid keerde de graaf van Marwood zich om en smeet de deur in het slot, waarna hij die snel vergrendelde. Even klonk er nog een geweldig gebons op de deur en Bliss dacht dat ze de deur kapot zouden slaan, maar dat viel mee.
'Owen,' hoorde ze iemand roepen, 'we hebben nog geen kandeel gedronken.'
'Drink maar zonder mij,' riep Owen FitzHugh terug. 'Ik heb wel wat leukers te doen en wil geen tijd meer verspillen.'
Er werd hard gelachen aan de andere kant van de deur en toen klonk er een koor van stemmen: 'Goedenacht dan maar, meneer en mevrouw,' gevolgd door een ogenblik stilte. De feestvierders gingen nu naar de andere kamer om de volgende bruidegom veilig naar bed te loodsen. Bliss hield de lakens tegen haar borst geklemd en was even in paniek.
Owen FitzHugh draaide zich om en grinnikte naar zijn vrouw. 'Zo, poes, daar zijn we dan eindelijk.' Hij liep naar het bed, trok het nachthemd over zijn hoofd en gooide het op de grond.
Bliss hield geschokt haar adem in, maar eigenlijk was ze veel te nieuwsgierig om zelfs haar ogen neer te slaan. Ze had nooit gedacht dat een mannenlichaam zo... zo... zo interessant was. Haar saffierblauwe ogen gleden van zijn brede schouders naar zijn borst, die behaard was met donkere krulletjes. Haar blik gleed lager en ze fluisterde met wijd opengesperde ogen: 'O!'
De graaf van Marwood grinnikte, zich goed bewust van hetgeen haar uitroep veroorzaakt had. 'Kom, poes,' zei hij en trok haar uit bed. 'Je hebt mij nu bewonderd, laat mij nu jou maar eens bekijken.' Hij maakte met zijn zachte handen haar slaapmuts los en liet die op de vloer vallen.
Ze was niet bang, besloot Bliss, en ze maakte de linten van haar nachthemd los en liet het naar beneden glijden. Nee, ze was niet bang voor hem, want ze hield van hem. Ze keek naar hem op en zei: 'Nu, mijn heer, en kan ik uw goedkeuring wegdragen?'
Owen stond naar haar te staren, beduusd en verrast. Bliss had niet alleen een knap gezichtje, maar ze was ook de mooiste vrouw die hij ooit had gezien. Haar huid was roomwit, haar dijen waren rond en goed gevormd en haar borsten hoog en puntig. Ze draaide langzaam voor hem rond en hij kreunde zacht toen hij besefte hoe graag hij haar wilde hebben.
'Kom, meneer, ben je behalve je hart ook je tong verloren?' spotte Bliss goedaardig.
'Lieve hemel, poes! Je schoonheid beneemt me de adem, maar vóór je denkt dat ik een armzalige minnaar ben, moet je me kussen, Bliss, want anders ga ik nog dood van verlangen.' Hij trok haar naar zich toe en zijn lippen vonden de hare en kusten haar vurig.
Toen ze zich aan hun gevoelens overgaven, had Bliss nog één laatste gedachte. Ze hoopte dat Blythe op dat moment net zo gelukkig was als zij. Haar hart was zó vol dat ze haar geluk wel met de hele wereld zou willen delen.
Verlegen Blythe. Zachtmoedige Blythe. Hij moest haar geen angst aanjagen, bedacht Nicholas Kingsley toen de feestvierders eindelijk vertrokken waren nadat ze nog een poosje flauwe grappen hadden slaan maken en een kop kandeel gedronken hadden om het paar geluk en veel kinderen toe te wensen. Hij sloot de deur achter de gasten, deed hem op slot en ging naast zijn mooie bruid in bed liggen.
'Je moet niet bang voor me zijn, Blythe,' begon hij.
'Nee hoor, ik ben helemaal niet bang,' zei ze rustig.
'Heeft je moeder je alles uitgelegd?'
Ze knikte. 'En Blaze ook, Nicholas.'
'Ik zal voorzichtig zijn, liefste, dat beloof ik je,' zei hij ernstig.
'Als je dat prettig vindt,' antwoordde ze.
'Maar ik wil dat het fijn voor je is!' zei hij haar.
'Ik hoop dat je opschiet, Nicholas!' luidde het antwoord.
Geschrokken staarde hij haar aan.
Blythe nam zijn hand in de hare en zei zacht: 'Mijn heer, luister naar me, alsjeblieft. Blaze zegt dat het bedrijven van de liefde heerlijk is. Bliss geeft toe dat ze naar Owen verlangt. Onze moeder heeft negen kinderen gekregen en hoewel ze bijna veertig is, glimlacht ze nog steeds verleidelijk naar mijn vader als ze denkt dat niemand het ziet. Dus zal het wel niet iets zijn om bang voor te wezen, maar meer iets om van te genieten. Ik weet dat ontmaagd worden pijnlijk is, maar Blaze zegt dat het daarna onbeschrijflijk fijn is. Maar als we niet beginnen, zal ik het nooit weten, nietwaar? Denk niet dat ik brutaal ben, mijn heer, maar kus me nu alsjeblieft!'
Nicholas zuchtte van opluchting, trok zijn kersverse vrouw in zijn armen en kuste haar grondig en tot haar volle tevredenheid vóór hij overging tot andere geneugten, die haar net zo verrukt van hem maakten.
Blaze bleef die nacht echter niet op Ashby en zou pas later horen hoe tevreden haar zusjes waren in hun getrouwde staat. Er was gewoon geen plaats in huize Morgan voor nóg meer slapers en dus reden de graaf en gravin van Langford met hun gevolg bij het licht van de maan terug naar RiversEdge. Het was een rustige nacht en het landschap kreeg een zilveren gloed door het licht van de maan.
'Je ziet er moe uit, liefje,' merkte de graaf bezorgd op. 'Ik moet je vader helpen, zodat hij een nieuwe vleugel aan Ashby kan laten bouwen. Er is nu al niet genoeg plaats voor ons en nu zijn nog maar twee van je zusjes getrouwd. Hoe zal het zijn als ze allemaal trouwen en er ook nog kleinkinderen komen?'
'Ja, want het eerste kleinkind zal vóór het eind van het jaar geboren worden, mijn heer,' zei Blaze zacht.
'Wat!' De graaf keek stomverbaasd. 'Wat zeg je me nu?'
'Dat ik een kind krijg, mijn heer. Ik wilde alleen zéker weten of het zo was en daarom heb ik het eerst aan mijn moeder gevraagd.'
'Mijn God, Blaze! Dan mag je niet rijden!'
'Waarom in vredesnaam niet?'
'Misschien verlies je mijn zoon, lieveling! Weet je dat dan niet?'
'Edmund, ik ben gezond. Ik zal ons kind niet verliezen. Ik ben net als mama en zal je gezonde kinderen geven, dat beloof ik! Mijn moeder reed altijd net zolang tot ze zó dik werd dat ze zich niet meer op het paard kon hijsen als ze zwanger was. En ze heeft nooit een baby verloren, zoals je weet.'
Hij schudde zijn hoofd. 'Ik wil het niet hebben,' zei hij, op een manier waarop ze hem nog nooit had horen praten. 'Als we thuis zijn, zal ik opdracht geven dat de stallen voor jou verboden gebied worden.'
'Dus je denkt dat een hobbelig rijtuig beter is voor een vrouw in mijn positie?' vroeg ze vinnig.
'Waar wil je dan heen gaan, dat je moet rijden of in een rijtuig zitten?' vroeg hij haar.
'Ik wil Blythe en Nicholas gaan bezoeken. Zij wonen niet zo ver van ons vandaan, aan de andere kant van de rivier. En wat dacht je van je zuster? Mag ik niet eens naar Riverside? Doro is zo eenzaam sinds haar man gestorven is. Wil je me opsluiten omdat ik een kind verwacht?'
'Je familie kan jou komen bezoeken,' zei hij koppig. 'Als je Doro wilt bezoeken, en dat vind ik best, neem je de hondekar maar.'
'De hondekar!' gilde ze en de gewapende mannen die hun escorte vormden grinnikten naar elkaar. 'Ik ben toch geen kind dat je in de hondekar laat rijden!'
'Wind je niet zo op, liefste,' smeekte hij haar. 'Ik zeg het alleen maar voor je bestwil en voor het kind. O, Blaze, mijn arme Catherine heeft zoveel baby's verloren en uiteindelijk raakte ik haar ook nog kwijt. Ik heb een nieuwe liefde gevonden, terwijl ik alleen maar een tweede vrouw zocht om een zoon te baren. Ik houd van je! Ja, natuurlijk wil ik graag een erfgenaam, maar ik wil jou daarvoor niet verliezen!'
'Edmund, een kind krijgen is een normaal, natuurlijk gebeuren. Ik ben niet van porselein. En Catherine, was haar gezondheid alleen slecht als ze zwanger was?'
'Nee, Catherine was altijd al een teer poppetje,' gaf hij toe.
'Maar ik ben niet teer, meneer. Ik ben sterk en dat blijft zo, ook als ik een kind verwacht.'
'Ik wil dit kind zo graag, Blaze!'
'Je krijgt het ook, mijn heer de graaf, maar je moet me niet ongelukkig maken omdat ik ons kind verwacht.'
'Niet paardrijden! Ik méén het, Blaze. Het is te gevaarlijk, lieveling en als jij gelukkig wilt zijn tijdens de zwangerschap, dan wil ik dat ook. Ik kan de gedachte niet verdragen dat ik een van jullie zou moeten verliezen.'
'Laat me dan ten minste de ponywagen gebruiken,' pleitte ze. 'De hondekar gaat véél te langzaam. Het zou me de hele dag kosten om op Riverside te komen.'
Hij grinnikte. 'We zullen het iedere keer opnieuw bekijken,' gaf hij toe en liet haar zo in de waan dat ze met hem kon onderhandelen.
Blaze glimlachte liefjes. 'Dat doen we,' zei ze en dacht stiekem dat hij er nog wel achter zou komen dat ze zich niet in de watten liet leggen, maar dat kwam later wel; ze wilde er voorlopig geen ruzie over maken.
De Wye, die een dag eerder nog een kolkende stroom geweest was, lag er nu bij als een zilveren lint tussen de donkere, groene heuvels. Rumford, de veerman, bracht hen over de rustige, gladde rivier en Blaze, die tegen haar man aangeleund stond, bedacht dat ze nog nooit zo'n heerlijke nacht had gezien. Toen ze op RiversEdge aankwamen, bleek dat Heartha opgebleven was en al snel lag ze heerlijk ontspannen in een warm bad, dat heerlijk rook naar zoete viooltjes, haar lievelingsgeur.
'Heartha, er is geen zeep,' klaagde ze.
'Die domme meisjes ook.' Heartha maakte zich druk. 'Ik had hen ook niet naar bed moeten laten gaan vóór ik hun werk gecontroleerd had. Ik word oud en slordig. Windt u maar niet op, mevrouw, en geniet maar van uw bad. Ik haal de zeep wel en ben zó terug.'
Blaze sloot haar ogen en deed wat haar gezegd was. Het was niet zo moeilijk om je te ontspannen in het warme, geurige water. Ze hoorde de deur opengaan en zei: 'Dat is snel, Heartha. Voor zo'n oude vrouw ben je nog aardig vlug. Geef me de zeep maar.' Ze stak haar hand uit, nog steeds met haar ogen dicht en ze schrok toen haar hand ineens gekust werd. 'O!'
Edmund lachte, stapte zonder pardon bij zijn vrouw in bad en gaf haar de zeep aan. 'Ik heb Heartha naar bed gestuurd, liefste. Ze wordt oud en ik zag dat ze moe was. Trouwens, ik ben er heel goed in om als kleedster voor mijn vrouw te fungeren.'
'Je hebt me nog nooit gewassen,' zei ze bedachtzaam.
'Jij hebt mij ook nog nooit gewassen,' antwoordde hij.
'Nee. Zal ik het nu doen, meneer?'
Zijn donkere ogen vernauwden zich. 'Denk je dat ik dat fijn vind,
meisje?'
'Als het niet zo is, mijn heer, mag je zelf zeggen wat ik in ruil ervoor moet betalen,' antwoordde ze.
'En als ik het wel fijn vind?' plaagde hij haar.
'Dan moet jij betalen, meneer.' Ze stopte het zoet geurende zeepje in het water en zei: 'Keer je om.' En toen hij dat gedaan had, met moeite en veel geknoei van water op de vloer, begon ze met lange halen zijn rug in te zepen.
Edmund deed zijn ogen dicht en genoot van het heerlijke gevoel. Haar vingers kneedden zijn schouderspieren en plotseling begreep hij hoe de oude kater, die de baas speelde in zijn stallen, zich moest voelen als iemand de tijd nam om hem te aaien. Hij spon bijna van genoegen terwijl zijn vrouw hem bekwaam masseerde.
'Waarom hebben we dit nog nooit eerder gedaan, mevrouw?' vroeg hij haar.
Blaze grinnikte, ik denk dat we er nooit aan gedacht hebben,' antwoordde ze. Ze liet haar handen in het water glijden en kneep hard in zijn billen.
Edmund gromde, maar niet van de pijn, meer van genoegen. 'Heks,' zei hij zachtjes, 'je vermoordt me nog eens met je aardigheidjes.'
'Keer je om, mijn heer, en gooi deze keer niet al het water uit het bad,' luidde haar antwoord.
Toen hij haar opdracht had uitgevoerd, begon ze zijn borst in te zepen. Haar slanke vingers draaiden rondjes om zijn tepels en hij rilde van plezier. Weer verdwenen haar handen onder water, over zijn buik naar zijn gespannen lid. Op haar hartvormige gezicht lag geen enkele uitdrukking, hoewel hij dacht te zien dat haar mondhoeken trilden van pret.
'Ga achterover liggen en geef me je voet,' zei ze eindelijk. Voorzichtig en heel ernstig waste ze zijn voet, zeepte hem helemaal in en stopte steeds één vinger tussen zijn tenen, waarna ze hem afspoelde. De tweede voet onderging dezelfde behandeling en toen ze klaar was, zei ze: 'U bent gewassen, meneer, en nu is het mijn beurt.' Met een glimlachje gaf ze hem de zeep.
Hij gebaarde dat ze zich moest omdraaien en begon haar rug te wassen, zoals zij de zijne had gewassen. Toen hij bij haar billen kwam, drukte ze zich heel uitdagend tegen hem aan. Hij liet zijn handen om haar natte borsten glijden en kneep zacht in het zachte vlees. Zijn duimen beroerden haar harde tepels en ze wiebelde weer tegen hem aan, wat hem veel pijn deed. 'Zit stil!' gromde hij in haar oor en beet er met zijn sterke, witte tanden in, om de pijn daarna snel weg te kussen.
'Ik kan er niets aan doen,' fluisterde ze.
'Schaamteloze kleine heks,' antwoordde hij, stond op en trok haar ook omhoog. Toen draaide hij haar om, trok haar natte lichaam hard tegen zich aan en vond haar mond. Hij kuste haar langzaam en liet zijn lippen langs de hare glijden.
Het warme water had haar loom gemaakt na de lange rit en ze liet zich tegen hem aan vallen. Ze voelde zijn mannelijkheid tegen haar dij kloppen en ze opende haar mond om zijn tong binnen te laten. Ze werd duizelig van zijn kussen, die voor haar op koppige wijn leken.
Hij tilde haar op en droeg haar naar het bed. Ze vielen er samen op, zonder erbij na te denken dat ze zich niet afgedroogd hadden. Hij streelde haar zacht en zijn hand gleed traag over haar arm naar haar heup.
'Ik wil je beminnen, Blaze,' mompelde hij in haar oor, 'maar ik wil het kind niet in gevaar brengen.'
Ze deed met moeite haar ogen open. 'Mama... mama zegt dat het best kan... tot eind juni.' Ze nam zijn hoofd, duwde het naar haar borsten en zuchtte toen zijn mond zich over een tepel sloot en erop zoog, tot hij haar bijna wild van verlangen maakte. 'Nu. O, alsjeblieft, nu!' snikte ze.
'Nee, liefje. We hebben de tijd en zullen van deze ogenblikken genieten, want binnenkort kan het niet meer tot het kind geboren is.' Hij streelde haar andere borst zacht voor hij zich vooroverboog om erop te zuigen.
Met veel moeite beheerste Blaze haar hartstocht en toen ze daarin geslaagd was, voelde ze zijn liefde door haar lichaam stromen en vond ze meer bevrediging in zijn armen dan ooit tevoren. Samen herontdekten ze elkaars lichaam, zacht strelend en met tedere aanrakingen, en ze keken zonder haast uit naar het uiteindelijke genot.
Toen hij eindelijk haar gretige lichaam binnendrong, rustig bewegend, was het alsof hij had besloten van elke seconde van dat samenzijn te genieten.
Haar borsten waren gespannen en haar tepels hard. De rest van haar lichaam voelde vreemd vol aan. Ze voelde zijn lid toen hij diep bij haar binnendrong en daarna een bijna akelige leegte toen hij zich weer terugtrok om weer binnen te stoten. Ze zweefde en voelde zich gewichtloos toen ze in een gouden mist van ongekend genot dreef. Wanhopig, alsof ze bang was dat ze zou vallen, klemde ze zich aan hem vast, haar nagels diep in zijn schouders toen hij met een schreeuw klaarkwam in haar wachtende lichaam.
Daarna vielen ze onmiddellijk in slaap en werden pas laat in de ochtend wakker.
Gedurende de weken daarna groeide hun passie voor elkaar, alsof de wetenschap dat ze zich binnenkort zouden moeten onthouden hen wanhopig maakte.
Hoewel Blaze 's middags misselijk werd, was er voorlopig verder nog niets van haar zwangerschap te zien.
Het nieuws van haar aanstaande moederschap ging echter al snel van mond tot mond, hoewel er officieel nog niets bekendgemaakt was. Toen de zomer kwam en het graan op het veld en het fruit in de boomgaarden begonnen te rijpen, werd Blaze ook steeds ronder. Om een ruzie met zijn vrouw te voorkomen, nodigde Edmund zijn zuster uit om te komen logeren tot na de geboorte van het kind. Dorothy Wyndham, die zich eenzaam voelde op Riverside, accepteerde de uitnodiging maar al te graag. Hoewel Anthony nog geen geschikte vrouw gevonden had, bleef hij aan het hof. Zijn nieuw verworven status van Lord Wyndham van Riverside had zijn kansen vergroot, maar als er al een vrouw was op wie hij zijn oog had laten vallen, had hij dat nog niet aan zijn moeder en oom meegedeeld.
Op zestien september waren Blaze en Edmund één jaar getrouwd. Het feest van St.-Michael werd gevierd in een uitzonderlijk regenachtige herfst en de laatste dag van november vierden ze de zeventiende verjaardag van de gravin van Langford. Ze was enorm in omvang toegenomen, maar straalde zóveel geluk uit dat iedereen om haar heen erdoor aangestoken werd. Wat Edmund betrof, hij was duidelijk veel rustiger dan zijn zuster hem in jaren had gezien, want elke maand van de zwangerschap van zijn vrouw ging voorbij zonder alle symptomen en incidenten die hij had verwacht, zoals altijd het geval was geweest als Catherine zwanger was, en hij begon er steeds meer in te geloven dat hij eindelijk een erfgenaam zou krijgen.
Uiteindelijk was hij zó overtuigd van de gezondheid van zijn vrouw dat hij niet eens protesteerde toen Blaze meedeelde dat Kerstmis zoals altijd op RiversEdge gevierd zou worden. Later bedacht hij zjch toch, maar zijn zuster verzekerde hem dat zij erop zou toezien dat Blaze niets zou doen wat haarzelf of het kind zou kunnen schaden in dat late stadium van haar zwangerschap.
'Kerstmis zonder de familie zou zó saai zijn, Edmund,' zei ze tegen hem. 'Trouwens, Rosemary Morgan wil natuurlijk bij haar dochter zijn als haar eerste kleinkind wordt geboren. En wie kan er je vrouw beter helpen dan haar eigen moeder, die zelf zoveel kinderen gebaard heeft?'
'Blaze is van het begin af aan een goede gastvrouw geweest,' antwoordde hij. 'Ze zal zich natuurlijk overal mee willen bemoeien!'
'Ze kan vanuit haar stoel in de grote hal alles onder controle houden, broeder. Stop met je gezeur! Zwanger zijn is een normaal iets voor een vrouw. Het is geen ziekte!' besloot Dorothy vinnig.
De ogen van Blaze schitterden van plezier toen haar schoonzus, met wie ze ondanks het grote leeftijdsverschil heel goed bevriend was, die conversatie herhaalde. 'Arme Edmund,' zei ze. 'Ik weet niet wie er na de geboorte meer opgelucht zal zijn, hij of ik.'
'Puh!' luidde het scherpe antwoord. 'Mannen hebben er geen idee van hoe het is om een nieuw leven onder je hart te dragen. Alleen een vrouw weet wat het betekent, liefje. Ik weet nog hoe blij ik was als ik een van Richards kinderen verwachtte. De opluchting van een man geldt alleen de eventuele geboorte van een erfgenaam, want dat maakt hem onsterfelijk. Mannen, God zegene hen, zijn simpele zielen en als je hun geeft wat ze willen, zijn ze meestal tevreden. Hun behoeften zijn heel primair. Voedsel, kleding, onderdak, vrouwen, zonen, rijkdom en macht.'
Blaze lachte hardop. 'Edmund zoekt toch geen macht, Doro!'
'Nee, hij niet. Maar er zijn genoeg mannen die dat wél doen. Pas op voor hen, want ze kunnen je te gronde richten.'
'Mijn leven is hier, Doro, samen met Edmund. Ik zal RiversEdge nooit verlaten, behalve voor een bezoek aan mijn zusjes of mijn ouders. Mijn wereld is slechts klein, precies zoals ik het hebben wil.'
De kersttijd was alweer aangebroken en de familie Morgan en de hele aanhang kwamen om de twaalf dagen te vieren. Blythe en haar man, Nicholas Kingsley, woonden slechts een paar kilometer van RiversEdge verwijderd aan de andere kant van de rivier de Wye. Lord Kingsley had een comfortabele roeiboot laten maken, zodat zijn vrouw en hij gemakkelijk de rivier konden oversteken, aangezien de jonge Lady Kingsley net zo hoogzwanger was als haar oudere zuster. Bliss, die zo mager was als haar tweelingzus dik, kwam met Owen en Anthony van het hof. Ze was volgens de laatste mode gekleed en liep over van de verrukkelijkste roddeltjes, waarmee ze de vrouwen dagenlang amuseerde.
Lord Morgan en zijn vrouw arriveerden en Blaze, die goed naar haar moeder keek, riep uit: 'Mama! Je bent...'
'Ik krijg een baby, Blaze, net zoals jij en Blythe. Het is helemaal niet raar dat ik een baby verwacht.' Ze glimlachte naar haar man. 'Je vader en ik hebben er een gewoonte van gemaakt en het huis was zó leeg nu jullie weg zijn. En Delight gaat van de winter naar Owen en Bliss. Ik kan me niet herinneren wanneer ik me voor het laatst zó alleen heb gevoeld. Ik weet dat het onzin is, want ik ben vierenveertig, maar ik wilde gewoon nog één baby erbij.'
'Behalve dat het er in uw geval slechts zelden één is,' lachte Bliss. 'Maar zeg eens, wanneer wordt dit zusje of broertje geboren?'
'Ergens eind maart of begin april,' antwoordde Lady Rosemary.
'Je hebt me mijn troef uit handen genomen, mama,' plaagde Blaze. ' Ik had nog wel gedacht dat ik deze Kerstmis in het middelpunt van de belangstelling zou staan.'
Rosemary Morgan lachte. 'Natuurlijk, Blaze, en dat zal heus wel lukken, want ik zie dat je kind niet erg lang meer op zich zal laten wachten.'
'Op eerste kerstdag,' zei Blaze. 'Ik weet nog dat ik daar vorig jaar om gebeden heb.'
Haar gebed werd echter niet verhoord en het feest van de geboorte van Christus ging voorbij zonder dat het kind aanstalten maakte geboren te worden. De gravin van Langford merkte dat ze ongeduldig werd. Ze staarde naar Bliss aan het andere eind van de hal en zuchtte diep. Hoe mooi slank was haar zusje. En Delight. Dat was eveneens een verrassing. Sinds het huwelijk van de tweeling, nu acht maanden geleden, was Delight groter geworden dan haar drie oudere zusjes en ze had een prachtige boezem gekregen, waar zelfs Bliss haar niet mee plaagde omdat ze eigenlijk jaloers was. Op bijna vijftienjarige leeftijd was al te zien dat Delight Morgan binnen een jaar of wat een adembenemende schoonheid zou worden.
Lark en Linnette waren nu elf en een half en Vanora werd in februari negen. De oudste twee gedroegen zich als pubers en ze fluisterden en giechelden heel wat af. Vanora zag er niet meer zo babyachtig uit. Ze was nu echt een jong meisje en nog net zo brutaal als altijd. Ze genoot ervan om Bliss af te snauwen, die, ondanks haar maandenlang verblijf aan het hof, nog steeds niet tegen haar kleine zusje op kon. Wat de jongste Morgans betrof, Gavin en zijn zusje Glenna, zij leken nog niet veel veranderd te zijn.
Op de laatste dag van het oude jaar kondigde het kind van Blaze zich aan. Als ze ooit dankbaar was geweest voor haar familie, dan zeker nu, want alle oude, akelige herinneringen kwamen weer boven bij Edmund en hij was doodsbang. Ze kon zich echter nu niet op hem en zijn angsten concentreren, want ze had al haar energie nodig om haar kind gezond ter wereld te brengen. En ze was opgelucht toen ze van Bliss hoorde dat haar vader, Anthony en haar zwagers Edmund hadden meegenomen naar de grote hal en hem dronken probeerden te voeren.
Bliss en Blythe werden eveneens naar de grote hal gestuurd om op de kinderen te passen, want Blythe werd niet in staat geacht bij de geboorte te helpen vanwege haar eigen hoogzwangere toestand. Bliss liep echter heen en weer tussen de twee partijen om nieuws uit te wisselen.
'Ik snap niet waarom Delight niet op de kleintjes kan passen,' klaagde ze tegen haar moeder.
'Bliss, wees nou eens redelijk. Delight doet wanhopig haar best om Anthony's aandacht te trekken. Waarom denk je dat ze deze winter zo graag bij jou aan het hof wil doorbrengen? Hij moet toch ééns een vrouw accepteren, en Delight is gereed voor het huwelijk.'
'Is ze wérkelijk vrouw geworden?' vroeg Lady Dorothy.
'Een jaar geleden al,' luidde het antwoord.
'Hmmm,' mompelde Lady Dorothy bedachtzaam. 'Misschien moeten we die twee een handje helpen. Als er niemand aan het hof van koning Hendrik is die hem kan bekoren, dan is Delight net zo'n goede partij als ieder ander, zou ik denken!'
Rosemary Morgan glimlachte, omdat ze wist hoe blij haar vierde dochter zou zijn met de woorden van Lady Dorothy. Delight had koppig alle huwelijkskandidaten geweigerd die haar ouders dat jaar hadden voorgesteld. 'We kunnen er natuurlijk over praten, Doro, maar laten we ons eerst concentreren op de geboorte van het kind van Blaze.'
De jonge gravin van Langford had gedurende de hele dag en de avond lichte weeën. Naarmate de avond vorderde, volgden de weeën elkaar sneller op en een paar minuten voor middernacht baarde ze haar kind. In de grote hal hoorden ze de luide, doordringende schreeuw van het kind en Edmund, die ondanks alle pogingen van zijn familie nog steeds broodnuchter was, sprong op uit zijn stoel. Bliss rende de hal uit, met haar rokken opgetrokken om niet te struikelen.
Ze wachtten in spanning en toen de kerkklokken het nieuwe jaar, 1523, inluidden, verscheen Dorothy Wyndham in de grote hal met een bundeltje in haar armen geklemd.
Ze liep naar haar broer, legde het kind in zijn armen en zei: 'Mijn heer, je dochter. Blaze heeft een mooi, gezond meisje gebaard.'
Edmund keek naar het kind in zijn armen. De baby's van Catherine waren altijd zwak en bleek, maar dit kind was mollig en roze. Op haar hoofdje groeide een weelderige bos donkere krullen en tot zijn grote verbazing zag hij dat ze hem met haar blauwe ogen recht aankeek. Ze knipperde plechtig met haar oogjes en hij lachte blij. Het was overduidelijk dat dit kind in leven zou blijven. Wat gaf het dat het een dochter was en niet de langverwachte zoon? Ze zouden nog meer baby's krijgen en daar zouden best zonen bij zijn. Hij keek naar Doro. 'Blaze?'
'Gelukkig, maar woedend dat het geen jongetje is. Je moet haar gaan geruststellen,' luidde het antwoord en Dorothy nam haar nichtje over uit de armen van haar broer.
Hij haastte zich naar boven, terwijl de rest van de familie verwoede pogingen deed een glimp van het nieuwste familielid op te vangen. Edmund liep langs oude Ada en hoorde haar mopperen: 'Breng die haby onmiddellijk naar mij, Lady Dorothy. Pas geboren en dan al die drukte!'
Toen hij de slaapkamer van zijn vrouw binnenliep, zag hij Blaze rechtop in bed zitten, haar goudbruine haar keurig gevlochten en met een schoon, zijden nachthemd aan. Rosemary Morgan nam net een zilveren beker mee, waarin ze een mengsel had gemaakt van kruiden, eieren en wijn, bedoeld als hartversterking voor de nieuwe moeder.
'Ze is geweldig,' schepte Bliss op over haar nichtje. 'Hoe ga je haar noemen?'
'Ik weet het niet,' zei Blaze. 'Ik heb er helemaal niet bij stilgestaan dat ik een dochter kon krijgen. Ik wilde een zoon!'
'Haar naam is Nyssa,' zei Edmund. 'Mijn dochter wordt Nyssa genoemd.'
'Nyssa? Wat betekent dat?' vroeg Blaze aan haar man.
'Denk aan je Grieks, liefste,' zei hij tegen haar.
Even fronste Blaze haar voorhoofd en begon toen te lachen. Haar moeder en zusje keken haar nieuwsgierig aan.
'Nyssa. Dat betekent "begin"!'
'Precies, lieveling, en dat is exact wat onze dochter is, een begin. Ze krijgt gauw genoeg broertjes en zusjes, liefste. Maar op het moment ben ik heel gelukkig. We hebben een gezonde dochter en jij ziet er prima uit. Hoe kan ik nu ontevreden zijn onder deze omstandigheden?'
'Maar ik heb zo vaak gebeden of ons eerste kind een zoon en erfgenaam mocht zijn,' zei Blaze.
'En ik heb gebeden of ons eerste kind gezond mocht zijn en zou blijven leven,' antwoordde hij. ik heb gebeden of jij de bevalling mocht overleven. Ik kon alleen nog maar aan de arme Catherine denken en aan al haar zwakke of doodgeboren baby's.'
'Nyssa moet een christelijke naam krijgen, want anders wil pater Martin haar vast niet dopen,' merkte Blaze op. 'Laten we haar ook Catherine noemen, mijn heer, ter nagedachtenis aan je eerste vrouw, als jij het goedvindt.'
Rosemary Morgan glimlachte in zichzelf en bedacht dat Blaze toch zo'n wijs klein ding was. Ze ving de blik van Bliss op en haar gezicht drukte duidelijk de mening uit dat haar tweede kind nog wel wat van haar oudste zuster kon leren. Toen gaf ze Bliss een seintje dat ze de nieuwbakken ouders alleen moest laten en samen glipten moeder en dochter de kamer uit.
Toen hij de deur hoorde dichtgaan, boog Edmund Wyndham zich naar zijn vrouw over en kuste haar. 'Het is een nieuw jaar, mijn liefste, en wat zijn we het op een geweldige manier begonnen!'
'Ben je écht niet teleurgesteld, mijn heer?' Ze keek hem bezorgd aan.
'Nee, liefste. Ik ben net zo blij met Nyssa als met haar mooie moeder. Je hebt me het mooiste nieuwjaarsgeschenk gegeven, Blaze, en daarom heb ik voor jou ook een cadeautje. Mijn kleine landgoed Greenhill is nu van jou. Ik heb de eigendomspapieren op jouw naam laten zetten. Het is van jou en je kunt ermee doen wat je wilt. Het vertegenwoordigt een klein maar behoorlijk inkomen en dat is ook voor jou, als dank dat je me zo'n prachtige dochter hebt geschonken.'
Ze was met stomheid geslagen door zijn gulheid. 'Dit geschenk was natuurlijk eigenlijk bedoeld voor het krijgen van een zoon en niet voor een dochter,' zei ze.
'Nee, Blaze, het is bedoeld als dank voor mijn eerste kind.'
Ze kon het niet bevatten! Nu bezat ze zelf onroerend goed en had ze zelf geld waarmee ze kon doen wat ze wilde. Blaze keek haar man aan. 'Dank je, mijn heer,' zei ze eenvoudig.
Hij greep haar hand beet en kuste die hartstochtelijk. 'Nee, liefste, ik bedank jou. Dank je voor Nyssa en voor al je liefde voor mij.' Hij stond op. 'Nu denk ik dat het beter voor je is als je wat rust, lieveling,' zei hij en liet haar alleen.
Blaze ging liggen en voelde zich plotseling volkomen gelukkig. En toen de oude Ada de kamer binnenkwam met de baby, zei ze tegen de kindermeid: 'Breng mijn dochter eens bij me, zodat ik haar nog eens kan bekijken. Ze maakten zo'n drukte bij haar geboorte dat ik het kleine wonder nog niet eens goed gezien heb.'
'Het is een lekker klein ding,' zei de oude Ada goedkeurend. 'Hoe gaat ze heten?'
'Haar vader heeft haar een naam gegeven. Haar roepnaam is Nyssa. Mijn dochter heet Lady Nyssa Catherine Wyndham.' Blaze keek naar de baby, die de oude Ada net in haar armen had gelegd en toen lachte ze. 'Ze lijkt helemaal niet op mij. Ze is een echte Wyndham.' De baby keek vriendelijk naar haar moeder en viel toen in slaap. Blaze voelde een golf van moederliefde en stopte beschermend de dekentjes dichter rondom haar slapende kind. 'Slaap lekker, kleine Nyssa,' zei ze en kuste haar dochter vederlicht op haar voorhoofdje. 'Wie past er op haar als ik slaap?' vroeg ze aan de oude Ada toen ze haar het kind aangaf.
'Ik heb zelf een kindermeisje uitgezocht, juffrouw Blaze, en heb haar sinds we hier zijn alles geleerd over de juiste babyverzorging. Ze heet Maisie, een lief meisje. Maar vannacht zal ik zelf waken. Ik heb op u gepast nadat u net geboren was en zal over kleine lady Nyssa waken. Morgen is het vroeg genoeg voor Maisie en haar hulpje, Polly, om hun taken uit te oefenen. Gaat u nou maar lekker slapen, juffrouw Blaze. U hebt nu slaap nodig, dat is het beste.'
Oude Ada legde de baby zorgzaam in haar wiegje, schuifelde de kamer door, schudde de kussens op voor Blaze en stopte haar toen lekker in. Daarna ging ze weer op haar plaats bij de haard zitten.
Blaze besefte dat ze inderdaad erg moe was. Haar moeder had haar verzekerd dat het geen zware bevalling was geweest, maar toch was ze erg moe. Met een zucht van geluk sloot ze haar ogen en viel meteen in slaap.