6

 

 

Het verjaarsfeest van Blaze was voorbij en een dag later waren haar zusjes weer vertrokken, vol van het idee dat ze de week voor Kerstmis weer terug zouden komen, maar dan met de hele familie. Bliss en Blythe straalden van geluk en reden trots naast hun toekomstige echtgenoten, ondanks het koude weer. In het rijtuig zat Delight somber ineengedoken in een hoekje. Ze had zich nog nooit zó naar gevoeld. Blaze was stralend gelukkig in haar huwelijk. De tweelingzusjes waren beiden op het eerste gezicht verliefd geworden. Delight wist wel dat haar vader zowel Lord Kingsley als de graaf van Marwood heel geschikte partners zou vinden en in de lente zouden beide bruiloften wel op Ashby gevierd worden.

Delight zuchtte diep uit zelfbeklag. Volgend jaar juni zou ze veertien worden en ze was al bijna vrouw. Ze was net zo goed geschikt voor een huwelijk als haar drie oudste zussen. Waarom zag niemand dat? Waarom zag Anthony Wyndham dat niet? Zijn moeder vond haar aardig, dat had ze wel gemerkt, en Lady Dorothy wilde graag dat haar zoon trouwde. Waarom besefte die aardige vrouw niet dat Delight Morgan de perfecte keus was voor Anthony Wyndham?

De tranen stroomden langs het knappe gezichtje van Delight en ze was blij dat Bliss en Blythe niet in het rijtuig zaten. Wat zouden ze lachen! Alleen haar zwager, Edmund, begreep wat ze werkelijk voor Anthony voelde. Hij had haar de vorige avond, toen ze zich zo moedeloos voelde, op zijn knie getrokken en gezegd dat de man die eens met haar zou trouwen heel gelukkig zou zijn. En toen had hij haar verteld dat Tony na Kerstmis naar het hof zou gaan om een vrouw te zoeken. Toen ze op zijn fluwelen schouder had uitgehuild, had hij lief tegen haar gepraat en gezegd dat Tony haar niet eens waard was. Maar dat was hij natuurlijk wél!

Ze huilde nog harder bij de herinnering en bedacht ineens dat ze zich gewoon afschuwelijk voelde. Ze had hoofdpijn, was misselijk en haar buik deed zeer. Ellendig rolde ze zich op tot een bal en probeerde in slaap te vallen. En ze had stiekem plezier toen haar zielige verschijning op Ashby meer aandacht kreeg dan de tweeling met hun geweldige nieuws. Haar moeder haastte zich om de oude Ada te halen die, toen ze het meisje uitkleedde, ontdekte waarom ze zich zo naar voelde.

'Kijk, mevrouw! Kijk! Ik zei toch al dat Delight vrouw ging worden? En nu is ze voor het eerst ongesteld! Ik heb altijd gelijk,' zei de oude vrouw verheugd. Ze nam de bebloede onderrokken van het meisje en gaf ze aan een dienstmeid. 'Breng ze naar de wasvrouw, Mab!'

Delight was opgetogen over die plotselinge omwenteling en ze voelde zich meteen beter! Nu kon niemand meer beweren dat ze te jong was voor het huwelijk en had ze meer kans op Anthony Wyndham. En met de kerst zou ze haar kansen benutten! Ze stond stil terwijl oude Ada haar waste en haar moeder haar uitlegde hoe een vrouw zich onder die omstandigheden dient te verzorgen. Toen werd ze in bed gestopt met een warme steen die in een lap flanel gewikkeld was cn kreeg ze warme kruidenwijn te drinken. Ze viel algauw in slaap en droomde heel prettig.

Op achttien december vertrok de hele familie Morgan met een aantal uitverkoren bedienden naar Rivers Edge.

'Ik hoop dat er genoeg ruimte voor ons is,' zei Lady Rosemary bezorgd. Ze had geen idee hoe groot het huis van haar oudste dochter was. 'De hele familie lijkt me wel wat veel van het goede, vooral nu de verloofden van Bliss en Blythe ook komen. En de moeder van Lord Kingsley, die weduwe is, is eveneens uitgenodigd. Ik hoop maar dat ze Blythe aardig zal vinden.'

'Ik weet zeker dat Blaze weet wat ze doet,' stelde Lord Morgan zijn vrouw gerust. 'Als er geen ruimte was, zou ze ons heus niet allemaal gevraagd hebben. En wat de oude Lady Kingsley betreft, ik weet zeker dat zij net zoveel van Blythe zal gaan houden als wij doen.'

Maar Rosemary Morgan bleef tobben tot het moment dat ze RiversEdge voor het eerst zag. Haar mooie mond hing open van verbazing. 'Het is een paleis!' hijgde ze, want hoewel ze nog nooit een echt paleis gezien had, dacht ze dat het er zo zou uitzien als RiversEdge.

'Welnee, gewoon een groot huis,' antwoordde haar man, zelfbewuster dan hij zich werkelijk voelde. Hij had wel wat meer gezien in zijn leven dan zijn vrouw, maar hoewel hij het haar niet wilde bekennen, was zelfs hij verrast door het magnifieke huis van zijn dochter.

De rijtuigen met Lord Morgan, zijn vrouw en gezin en zijn bedienden reden de heuvel af het dorp uit en het grote park van RiversEdge in. Toen het hele gezelschap uit de rijtuigen stapte, werd het warm begroet door Blaze en Edmund, die snel naar buiten waren gekomen. Ze namen hen even snel mee naar binnen, waar alle haarden vrolijk brandden.

'We hebben alleen de naaste familie gevraagd en de verloofden,' verontschuldigde Edmund zich. 'Ik hoop niet dat u zich zult vervelen, lieve moeder.'

'Welnee, mijn heer, ik vind het juist fijn tijdens feestdagen alleen met de familie samen te zijn,' zei Rosemary Morgan, die zo al meer dan twintig mensen had geteld in de grote hal, de bedienden niet meegerekend.

Blaze had met de versiering van het huis tot de komst van haar zusjes gewacht en dus gingen de vrouwen de volgende morgen op zoek naar mooie hulst en takken, terwijl de mannen uitreden voor hun eerste jacht op wilde zwijnen voor het kerstfeest. Toen ze die avond onverrichter zake naar huis terugkeerden, ontdekten ze dat de vrouwen meer succes hadden gehad op hun zoektocht. RiversEdge was versierd met dennegroen, hulst, palmhout, laurierbessen en kransen. Elke kamer rook heerlijk naar dennegroen en er stonden overal kerstkaarsen, die de ster van Bethlehem symboliseerden, op de schoorstenen, de dressoirs en op elk vlak stuk waar een kaars kon blijven staan.

Anthony Wyndham werd met algemene stemmen gekozen tot leider van de festiviteiten en hij gaf onmiddellijk opdracht tot een spelletje blindemannetje. Ook Blaze werd door haar man aangemoedigd mee te doen. Dat deed ze met veel plezier en was al snel even opgewonden als de rest van de gasten. Delight liet zich expres vangen door Anthony en toen hij haar vroeg wat voor pand ze wilde betalen, zei ze brutaal: 'Een kus!' Maar omdat hij haar figuur en haar stem herkende, draaide hij precies op het juiste moment zijn hoofd om en belandde Delights kus op zijn wang, tot grote teleurstelling van het meisje, want zó had ze het natuurlijk helemaal niet bedoeld. Maar voor ze kon protesteren, was ze zelf al geblinddoekt.

Op eenentwintig december, het feest van de Heilige Thomas, gaven ze een feest voor de kinderen uit de negen dorpen die bij het graafschap hoorden. Zij kwamen de grote hal van RiversEdge in en zongen:

 

'Gezondheid, gezondheid voor heel de stad,

als je appels hebt, gooi er wat!

Heb je geen appels, dan maar geld,

de mok is wit en bier is bruin,

dit is het beste huis in heel de stad...!'

 

Hun enthousiaste stemmetjes klonken luid voor hun meester en meesteres en de verzamelde gasten. Elk kind kreeg een klein, zilveren geldstuk en Lord Morgan en zijn vrouw verbaasden zich over de gulheid van hun schoonzoon.

Op drieëntwintig december hadden de heren eindelijk geluk tijdens de jacht en ze brachten een groot everzwijn met gebogen slagtanden mee naar huis. Het beest was stevig vastgebonden tussen twee palen.

Kleine Gavin Morgan, bijna zes jaar oud, reed opgewonden voorop toen het jachtgezelschap terugkeerde en hij blies triomfantelijk op zijn jachthoorn. Het was de eerste keer dat hij mee mocht op jacht en 's nachts kon hij van pure opwinding niet slapen.

Op vierentwintig december werd een groot blok hout voor het kerstvuur uit de stam van een enorme, omgevallen es gehakt, door de grote hal naar binnen gesleept en in de grootste open haard gezet, die daardoor bijna helemaal vol was. Iedereen, van de jongste bediende tot de graaf toe, had het houtblok naar de plaats van bestemming getrokken en geduwd, want men geloofde dat dat geluk bracht.

Het was de taak van Blaze, als meesteres van RiversEdge, het houtblok aan te steken. Het gebruik wilde dat het houtblok werd aangestoken met een spaander van het houtblok van het vorig jaar, die veilig bewaard was onder het bed van de meesteres van het huis. Maar aangezien Edmund Wyndham het jaar daarvoor geen Kerstmis gevierd had, in verband met de dood van zijn vrouw, was het een spaander van twee jaar geleden, die hij nu aan Blaze gaf. Ze keken elkaar aan toen ze de brandende spaander in het droge aanmaakhout gooide en ze had het gevoel dat dit simpele gebaar haar écht tot Edmunds vrouw, de gravin van Langford, maakte. Catherine Wyndham, God hebbe haar ziel, was nu alleen nog maar een herinnering.

Er was veel gezongen en gelachen en nu het enorme haardblok brandde in de grote haard van de grote hal werd er bier geserveerd en iedereen wenste elkaar vrolijk kerstfeest. Er kwam muziek van de galerij voor de minstreel. Er werd speciale kerstcake geserveerd met warme kersttarwepap, pap gemaakt van fijngemalen tarwe, gekookt in melk en gezoet met suiker. Het was een heel speciale lekkernij voor de bedienden, want suiker kregen ze slechts zelden.

Kort voor middernacht vertrokken ze naar de St.-Michaelskerk en ze kwamen er precies aan op het moment dat de klokken in de kerktoren begonnen te luiden, net zoals alle kerkklokken in heel Engeland. De klokken luidden niet alleen om de geboorte van Christus te vieren, maar ook omdat men heilig geloofde dat Zijn komst de vernietiging van de duivel betekende. Ze stapten uit hun rijtuigen en gingen de kerk binnen om de kerstnachtmis te vieren. Het was een stille, donkere nacht. De sterren straalden vast net zo helder als in de nacht dat Jezus werkelijk geboren was. Uit de St.-Michaelskerk klonken de zuivere, heldere stemmen van de koorknapen. Hun heldere liederen klonken toen ze zongen:

 

'Venite adoremus, Dominum!

Venite adoremus, Dominum!'

 

en:

 

'Gloria! Gloria in excelsis Deo!'

 

In de kerk was er nauwelijks ruimte om zich te bewegen, want iedereen, van de oudste tot de jongste bewoner uit de dorpen en van de boerderijen van Michaelschurch en Wyeton, was naar de kerstnachtmis gekomen om die samen met de graaf en zijn bekoorlijke gravin te vieren. Blaze had het gevoel dat ze nog nooit zo gelukkig geweest was.

Ze stond hand in hand met haar man en had heel haar familie in de buurt. Eén ding zou haar leven helemaal perfect kunnen maken. Een kind. Volgend jaar, bad ze. Laat U mij volgend jaar Kerstmis alstublieft hier met mijn eigen kind staan, Heer!

Nadat ze weer thuisgekomen waren, overtuigde Blaze zich er eerst van dat iedereen naar bed was vóór zij zelf naar boven ging. 'Ik heb Heartha al naar bed gestuurd,' zei ze tegen Edmund. 'Dus jij moet me vandaag helpen met uitkleden, mijn heer.'

'Dat vind ik helemaal niet erg, liefste,' vertelde hij haar en keerde haar om teneinde haar jurk los te maken. Hij gooide het met juwelen versierde lijfje opzij en liet zijn handen onder haar onderjurk glijden, tot zijn handen haar volle, ronde borsten omvatten. Plagend wreef hij met zijn duimen over haar tepels en grinnikte zachtjes toen hij voelde hoe haar zachte vlees daarop reageerde. Haar tepels werden hard en stevig toen hij zachtjes haar schouders en nek kuste.

'Hmmmmm!' murmelde ze en strekte haar rug op zo'n wijze dat haar kleine billen zijn kruis raakten, waarop ze met haar heupen begon te draaien. Toen ze zijn hardheid voelde, glimlachte Blaze op haar beurt.

'Heks!' gromde hij door opeengeklemde tanden, terwijl ze doorging met haar sensuele bewegingen.

Blaze lachte nu hardop en bevrijdde zich uit de greep van haar man. En terwijl ze zich naar hem toe keerde, liet ze haar rokken en petticoats op de vloer glijden. Ze stapte over de kleurrijke kleding heen en trok de rest van haar kleren uit. Op haar zwarte kousen en fluwelen schoenen na was ze naakt.

'Kom, meneer, mijn nachtjapon,' plaagde ze hem.

De donkerbruine ogen van Edmund Wyndham brandden van verlangen toen hij naar zijn mooie vrouw staarde. Vlug trok hij zijn eigen kledingstukken uit en stond toen naakt voor haar, zijn verlangen naar haar duidelijk zichtbaar. Hij greep Blaze bij de hand en trok haar naast zich op het bed.

'Ik heb mijn kousen en schoenen nog aan,' protesteerde ze.

Hij deed de schoenen van haar voeten en trok daarna één voor één haar kousen van haar mooie benen. 'Ik wacht niet meer,' zei hij. 'Je hebt me zó opgewonden dat ik me echt niet langer kan beheersen.'

'Ik ben klaar voor u, mijn hartstochtelijke heer,' fluisterde ze en trok zijn hoofd naar beneden om hem te kussen.

Met een kreun van wanhoop, vermengd met opluchting, kuste hij haar ook, terwijl hij zijn zwaard in haar vurige schede bleef duwen. Zoals altijd was ze vóór hem klaar en wilde ze het voor hem net zo prettig maken als voor zichzelf.

Blaze voelde hem in zich en ze gaf zich bijna onmiddellijk over aan het heerlijke gevoel dat hij altijd weer veroorzaakte. Was het verkeerd om zo te genieten van het samenzijn van man en vrouw? Ze was nog te verlegen om het haar moeder te vragen. En trouwens, het leek haar iets dat je niet zo gauw aan je moeder vraagt. Ze zou blij zijn als Bliss en Blythe ook getrouwd waren, zodat ze elkaars ervaringen konden vergelijken, maar ze hoopte dat zij net zo van dit deel van het huwelijk zouden genieten als zij.

'O,' riep ze zachtjes toen ze haar eerste hoogtepunt bereikte. 'O! O! O!' toen ze door haar gevoel werd meegesleurd. Ze drukte zich omhoog om zijn ritme te volgen. 'O, Edmund!' snikte ze, toen hij steeds dieper bij haar binnendrong. Zou het weleens niet fijn zijn?

Uiteindelijk verloor de graaf zijn zelfbeheersing en kwam kreunend klaar voor hij zich zwaar op haar borsten liet vallen. 'Lieve hemel, wat houd ik van je!' mompelde hij vurig in haar oor.

Hier moest toch zeker een kind uit voortkomen, dacht ze slaperig toen hij naast haar lag te doezelen. Volgend jaar Kerstmis! Ik weet zeker dat we dan een zoon hebben!

Het kerstdiner werd laat in de middag opgediend en weer was Lady Morgan overweldigd door de enorme overvloed in het huis van haar dochter. De vele soorten vis, zo ver van de zee verwijderd, waren een luxe waaraan zij zich graag te goed deed. De mannen genoten van de oesters, die werden opgediend in met ijs gevulde eiken vaten. Ze kraakten de schelpen, verslonden de koude schaaldieren in hun geheel en maakten voortdurend dubbelzinnige opmerkingen tegen de dames over hoe goed oesters wel voor hen waren.

Er werden grote schalen geroosterde zalm, versierd met waterkers, binnengebracht en schalen gekookte karper en garnalen in witte wijn, kreeft, snoek, zeeprik gestoofd in rode wijn met kervel en tong in een romige marsalawijnsaus. Er was forel uit hun eigen rivieren, die met citroen werd geserveerd. De zusjes van Blaze keken hun ogen uit. Zoveel vis hadden ze nog nooit gezien en ze verbaasden zich erover dat wat er zo mooi uitzag, soms zo vies smaakte.

Bij de eerste gang hoorde ook een brij van pruimen. Deze werd bereid met vleesnat en broodkruimels, waarna het mengsel aangevuld werd met gedroogde pruimen - vandaar de naam - stukjes suiker, krenten, rozijnen en fijne kruiden zoals kaneel, gember en nootmuskaat en afgemaakt met zoete wijn. Dit speciale kerstgerecht werd door alle gasten met gejuich begroet.

De volgende gang bestond uit vers hertevlees, nog maar twee dagen geleden geschoten, met daarnaast wildbraad, geroosterd in een laag zout, verscheidene kruidige hammen en een half dozijn lamspoten, geroosterd en gekruid met knoflook en rozemarijn. Ook waren er zwaan, fazant en een hele pauw, die met veren en al op een gouden schaal lag. Er was kapoen in een gember-citroensaus, duivenpastei, leeuwerik en konijn en een dozijn sappige ganzen en eenden, die aan het spit goudbruin geroosterd waren en met drie per schaal geserveerd werden, in een saus van gedroogde pruimen en kersen. Er waren schalen met in witte wijn gekookte sla en kleine doperwten en daarbij wittebroden en schaaltjes zoete boter voor allemaal.

Het hoogtepunt van het kerstdiner was het moment dat de kop van het wilde zwijn werd binnengebracht. De traditie wilde dat de jongste zoon van het huis de eer kreeg toebedeeld het beest binnen te dragen, maar aangezien er geen erfgenaam van de Langfords was op dat moment, had Edmund die taak opgedragen aan zijn zwager, Gavin Morgan. De kleine Gavin, die over drie maanden zes werd, was nog te klein om de zware schaal alleen te dragen. De kop lag op een gouden schaal, met een appel in de bek en versierd met kransen van rozemarijn en laurierbladeren. Het grote presenteerblad was op een speciaal versierd wagentje gezet en de kleine jongen trok het trots de hal in. Alle gasten stonden op en zongen het traditionele kerstlied dat hoort bij de binnenkomst van de kop van het everzwijn:

 

'Caput apri defero,

Reddens laudes domino.

Ik breng de zwijnenkop naar binnen,

Getooid met laurier en rozemarijn;

Zingt allen vrolijk bid ik u,

Quot estis in convivio...'

 

'Dit is het mooiste kerstfeest dat ik me kan herinneren,' zei Blaze zachtjes tegen haar man.

'Het is het gelukkigste kerstfeest dat ik ooit gevierd heb omdat jij nu mijn vrouw bent,' antwoordde hij haar, met ogen vol liefde.

De bedienden ruimden de borden en de schalen weg die bij het hoofdgerecht gebruikt waren en het nagerecht werd de hal binnengebracht. Er was zoete malvezijwijn met fijne suikerwafeltjes en er waren gekonfijte rozeknoppen, viooltjes en selderijachtige engelwortels. Verder werden taarten van gedroogde appel, kersen en pruimen aangedragen, die met slagroom geserveerd werden, cake, die in met honing gezoete wijn gedrenkt was en puddingen die met ingemaakte kersen geserveerd werden. De jongere familieleden genoten vooral van de marsepein, die in verschillende vormen gekneed was, zoals bloemen, vruchten en dieren en sterren en versierd met gekleurde suiker.

Er kwam een groep toneelspelers binnen, die bestond uit mannen uit de twee dichtstbijzijnde dorpen van de graaf, Michaelschurch en Wyeton. Ze boden de graaf uitgebreid hun excuses aan, want het was gebruikelijk dat ze op kerstavond kwamen. Maar, vertelden ze diep beschaamd, ze hadden de vorige avond zó genoten van hun eigen succes en zoveel cider gedronken in hun eigen dorpen dat het al middernacht - en dus tijd voor de nachtmis was vóór ze het beseft hadden.

Voordat Edmund Wyndham de toneelspelers op hun gemak kon stellen, zei zijn vrouw luid en duidelijk: 'Beste mannen, u hoeft zich niet te verontschuldigen. Uw komst naar ons huis op deze gezegende kerstdag brengt ons vreugde. Het is een eer u te mogen ontvangen. Treedt alstublieft voor ons op en God zegene u ervoor!'

Onmiddellijk verscheen er een glimlach op de zwart gemaakte gezichten van de spelers. 'God zegene u, mevrouw, en hopelijk schenkt Hij u een zoon vóór het volgende kerstfeest!' riepen ze in koor.

Ze hadden hun gezicht zwart gemaakt omdat men geloofde dat hun verborgen identiteit geluk zou brengen aan hun gastheer en hun uitvoering tot een succes zou maken. Zelfs wie de spelers herkende, deed alsof hij ze niet kende.

Toen voerden de spelers hun klassieke kerstspel op, waarin St.-George, de patroon van Engeland, en een Turkse ridder en een draak voorkomen, die St.-George allebei moet verslaan. De spelers droegen geen speciale kostuums en dus moest hun acteertalent het gebrek hieraan goedmaken. Deze groep dorpelingen was heel bekwaam en het stuk kwam geloofwaardig over. Toen St.-George na het verslaan van de draak dodelijk verwond werd door de boosaardige Turk, kwam de vierde hoofdrolspeler op, de kwakzalver, die probeerde de gevelde held te genezen. Het publiek moedigde de spelers luidkeels aan en de kwakzalver probeerde het ene middeltje na het andere, tot hij uiteindelijk een toverdrank ontdekte die de dappere heilige onmiddellijk beter maakte.

De Turk keek knarsetandend toe en stampvoette van woede toen het wonder geschiedde. Hij viel de juichende kinderen gemeen aan en ze schreeuwden het uit, gedeeltelijk uit angst, maar ook van opwinding. Zijn schrikbewind was echter snel voorbij, want de zojuist genezen held sprong naar voren en viel de Turkse ridder aan, waarbij het publiek hem toejuichte. Ze waren het er allemaal over eens dat dit de beste uitvoering van het stuk was die ze ooit hadden gezien. De succesvolle groep werd luid geprezen en uitvoerig bedankt voordat zij een zak zilverstukken kreeg en naar de keuken gestuurd werd voor cake en bier.

De dag na Kerstmis vierden zij de mis van St.-Stephanus, de eerste christelijke martelaar. Daarna werd, zoals gebruikelijk op die dag, de speciale doos met geld geopend door pater Martin. Het geld dat gedurende het voorgaande jaar opgehaald was, werd verdeeld onder de armen van de gemeente. Daarna werd bij een van de mooiste paarden van de graaf een ceremoniële aderlating uitgevoerd om de gezondheid van alle paarden van het landgoed voor het komende jaar te verzekeren.

De festiviteiten op RiversEdge duurden twaalf volle dagen. Op oudejaarsavond waren op alle heuvels in de omgeving vreugdevuren te zien, terwijl de klokken het nieuwe jaar 1522 inluidden. Op nieuwjaarsmorgen gaf de familie elkaar cadeautjes. Edmund verraste Blaze met een elegante cape van dik bruin fluweel, gevoerd met konijnebont. De gesp die de cape bij elkaar moest houden, was van goud en de knoop bestond uit een grote topaas. Blaze verraste haar echtgenoot met een grote, grijze hengst, die gefokt was door een van haar buren en waarvan ze wist dat Edmund hem graag wilde hebben om mee te fokken.

'Hoe wist je...' begon hij, maar zij lachte.

'Doro heeft me erbij geholpen,' beantwoordde ze zijn onuitgesproken vraag.

De andere cadeaus die de families voor elkaar hadden uitgezocht, waren al net zo overdadig, maar het geschenk dat Blythe Morgan voor haar toekomstige schoonmoeder had, overtrof alles. Lady Mary Kingsley was een toegewijde vrome vrouw die, nadat haar man vele jaren geleden gestorven was, haar leven geheel aan haar God gewijd had. Met toestemming van de kerk had ze een kleine religieuze orde gesticht, de Orde van de Heilige Frideswide, genoemd naar de Angelsaksische heilige uit de achtste eeuw, die de patroonheilige van de stad Oxford was. Ze had als moeder-overste de leiding over bijna vijftig nonnen, die als voornaamste taak het verzorgen van zieken en armen hadden. Nadat Blythe over de vroomheid van Lady Mary had gehoord, was ze meteen aan het werk gegaan en had ze al haar tijd doorgebracht met het maken van een heel exclusief altaarkleed dat ze Nicholas' moeder op nieuwjaarsdag aanbood.

'Lief kind!' Het lieve, zachte gezicht van Lady Mary straalde van vreugde. 'Je had me niets mooiers kunnen geven! Hoewel mijn zoon alle tijd heeft genomen om een vrouw te vinden, heeft God mijn gebeden eindelijk verhoord en hem jou gestuurd. God zegene je, lieve Blythe.'

'Zei ik het niet?' fluisterde Lord Robert tegen zijn vrouw. 'Wie houdt er nu niet van Blythe?'

Rosemary Morgan knikte instemmend, maar zei toen: 'Het is maar goed dat Lord FitzHugh geen naaste familie heeft om Bliss te beoordelen. De liefde heeft haar tong beslist niet minder scherp gemaakt. Ik hoop maar dat ze haar verloofde niet verjaagt vóór de huwelijksplechtigheid.'

Robert Morgan grinnikte. Zijn vrouw had helemaal gelijk, maar hij had zijn dochter en de graaf van Marwood geobserveerd en was tot de conclusie gekomen dat alleen de dood Owen FitzHugh van het mooie meisje zou kunnen scheiden. De jongeman was volkomen weg van haar en Bliss was zich daar heel goed van bewust. Lord Morgan was heel tevreden over het huwelijk. Bliss zou het goed doen aan het hof zodra ze de ongeschreven wetten had leren kennen. Ze zou daar echt in haar element zijn, net zoals haar tweelingzusje, Blythe, in haar element zou zijn in haar leven als rustige plattelandsvrouw.

Hij keek naar Blaze. Hij had haar nog nooit zo stralend gelukkig gezien. Het was duidelijk dat ze verliefd was op haar man en hij was opgelucht toen hij dat zag, want hij had zich er zorgen over gemaakt. Edmund Wyndham had zoveel van zijn eerste vrouw gehouden dat hij bang was geweest dat Blaze slechts als middel tot het krijgen van een erfgenaam zou worden beschouwd. Het aanbod was te mooi geweest om te weigeren, vooral vanwege zijn eigen financiële moeilijkheden, maar zijn geweten had hem parten gespeeld toen hij zijn dochter liet trouwen met een man die ze zelfs nog nooit had gezien. Maar alles verliep zoals hij had gehoopt. Blaze was gelukkig en zijn volgende twee dochters zouden in de lente, na het paasfeest, trouwen met mannen van goeden huize. Op dat moment voelde Robert Morgan zich ongelooflijk gelukkig. Hij pakte de hand van zijn vrouw beet en glimlachte naar haar.

De twaalf kerstdagen werden besloten met het feest van Driekoningenavond, op vijf januari. Die avond werd het laatste feest gegeven en iedereen zei na het eten dat ze niets meer konden eten tot Maria Lichtmis. Het leek wel alsof iedereen zich extra rumoerig gedroeg op die laatste avond van het kerstseizoen. Anthony Wyndham, nog even leider van de kerstfestiviteiten, wilde het spel Hot Cockles spelen. Nicholas Kingsley moest hem als eerste zijn. Voorzichtig bond Blythe hem de blinddoek om zijn hoofd en toen hem dat gevraagd werd, bezwoer Lord Kingsley dat hij écht niets kon zien. Hij werd rondgedraaid en stak daarna zijn handen uit met de palm naar boven, en riep: 'Hot Cockles! Hot!' Er klonk een luid gegiechel en geschuifel en toen werd er hard op zijn handen geslagen.

'Raden! Raden!' riepen de andere spelers, terwijl ze om hem heen dansten.

'Owen, jij was het!' zei Lord Kingsley.

'Verdorie! Hoe weet jij dat nou?' mopperde Owen FitzHugh, terwijl hij de blinddoek verwijderde.

'Je zegelring, hè. Ik voelde hem aan je rechterhand toen je me sloeg,' luidde het antwoord.

Owen FitzHugh werd vervolgens geblinddoekt, rondgedraaid en hij riep op zijn beurt: 'Hot Cockles! Hot!' Bijna meteen werd hij op zijn opgeheven handen geslagen. 'Bliss!' schaterde hij, want de handen voelden zacht en vrouwelijk aan.

'Nee, mijn heer, ik was het niet,' lachte Bliss. 'Als ik je eenmaal geslagen heb, zul je er nooit meer aan twijfelen wie het is als ik je weer sla.'

'Blaze dan!'

'Nee, mijn heer!' klonk haar stem. ik niet!'

'Drie keer fout raden en dan een pand betalen,' klonk de stem van

Tony.

Het waren in elk geval vrouwenhanden geweest. Hij bedacht dat de zusjes allen meespeelden. Hij vermoedde niet dat het Blythe geweest was, dat zou te gemakkelijk zijn. 'Delight!' zei hij. Het móest Delight wel zijn.

In koor riepen ze: 'Nee,' en de blinddoek werd verwijderd.

'Nou?' vroeg hij. 'Wie was het dan?'

'Wij waren het, mijn heer Owen,' zeiden Lark en Linnette tegelijk en ze giechelden ondeugend naar hem. 'We sloegen allebei op een

hand.'

'Een pand! Een pand! Hij moet een pand betalen!' riepen de andere spelers.

Anthony Wyndham knikte bevestigend en hij trok een ernstig gezicht terwijl hij erover nadacht. Langzaam verscheen er een duivelse glimlach omzijn lippen, toen zei hij: 'Zijn pand is dat ik juffrouw Bliss zal kussen.'

'Nee!' riep de graaf van Marwood boos, en zijn knappe gezicht werd rood van woede. 'Het was niet eerlijk dat ik door twee personen geslagen werd!'

'Betalen! Betalen!' riepen de andere spelers.

'Heb ik hier niets in te zeggen?' vroeg Bliss, die er die avond bijzonder mooi uitzag in een appelgroene jurk.

'En wat zeg jij er dan wel van, juffrouw Bliss?' vroeg Anthony.

'Ik zeg dat ik het pand van mijn heer wil betalen, want hij beweert altijd dat zijn kussen de beste van de wereld zijn. Maar hoe moet ik weten of hij de waarheid spreekt als ik geen vergelijkingsmateriaal heb?' Haar saffierblauwe ogen schitterden ondeugend.

Vóór Owen FitzHugh weer kon protesteren, trok Anthony Wyndham de duidelijk willige Bliss Morgan naar zich toe en kuste haar uitvoerig. Toen hij haar weer losliet, bloosde ze diep. 'Nu heb je je vergelijkingsmateriaal, juffrouw,' lachte Tony. 'Maar ik ben te veel heer om je te vragen wie van ons het beste kust.'

'Toe zeg, mijn Owen natuurlijk," reageerde Bliss prompt. 'Jij kunt mijn tenen niet laten krullen zoals Owen doet, meneer!'

Met een verheugde grijns sloeg de graaf van Marwood een bezitterige arm om de taille van zijn verloofde. 'Als je braaf bent, Tony, zal ik je op een dag vertellen hoe je de tenen van een meisje moet laten krullen,' plaagde hij zijn vriend zelfvoldaan.

Het spel werd nog een poosje met veel plezier gespeeld. Daarna werd er gedanst en toen volgde het spel Schoenenjacht. Vroeg in de middag waren de festiviteiten begonnen en toen de zon onderging, leidden de graaf en gravin van Langford hun gasten naar buiten, de boomgaard in, waar de toost op de fruitbomen zou plaatsvinden. Er werd een enorme kom appelcider gebracht en tussen de vreugdevuren, die de boeren hadden aangestoken, dronken ze op de gezondheid van de bomen. Daarna werd de rest van de drank over de fruitbomen gesprenkeld om hun vruchtbaarheid voor het komende seizoen te garanderen.

 

'Dit is voor jou, oude appelboom!

Dat je mag bloeien,

dat je mag groeien,

en dat je maar veel appels zult dragen!

Hoeden vol!

Petten vol!

En mijn zakken ook vol!

Hoera! Hoera! Hoera!'

 

zongen ze met z'n allen.

De zon was nu onder en de lucht in het westen was zo kleurrijk als alleen een winterse lucht kan zijn. Vlak boven de horizon waren de wolken dieppaars, met daarboven roodoranje en omrand door goudachtig licht. De avondster stond kristalhelder in de lucht toen ze naar huis terugkeerden om de festiviteiten te besluiten.

Er werd een eenvoudig maal opgediend en daarna werd er weer gedanst op de muziek die de minstrelen op de galerij maakten. De jongere gasten speelden verstoppertje en blindemannetje, maar de jonge geliefden waren opvallend afwezig. Delight danste tot haar grote vreugde twee keer met Anthony, maar tot haar even grote teleurstelling leek hij haar helemaal niet serieus te nemen en ze wist gewoon niet meer wat ze nu moest doen. Hoe kon ze hem van haar vrouwelijkheid vertellen zonder grof te zijn? En ze wist wel zeker dat hij niet van grove vrouwen hield. Zag hij het verschil dan niet? Zelfs Bliss had toegegeven dat zich bij Delight eindelijk een boezem begon te ontwikkelen. Uiteindelijk kwam oude Ada binnen, die de jongere kinderen meenam om hen naar bed te brengen. Kort daarna begonnen de andere gasten hun slaapkamer op te zoeken, want zij zouden RiversEdge de volgende dag al vroeg verlaten om weer naar hun eigen huis te reizen.

In hun verborgen nis tuitte Bliss Morgan haar lippen naar haar verloofde. 'Ik snap niet waarom je juist nu naar het hof moet terugkeren, Owen,' klaagde ze tegen hem.

'Anthony moet fatsoenlijk geïntroduceerd worden, Bliss, als hij althans succes wil hebben aan het hof. Hij moet namelijk, net als ik, in de gunst komen bij de koning, maar om dat te bereiken moet je eerst zijn aandacht trekken, waarbij alleen iemand die al in de gunst is bij de koning je kan helpen.' Hij lachte. 'Het is eigenlijk niet zo ingewikkeld als het klinkt.'

'Ik vind je uitleg langdradig, maar wel begrijpelijk.' antwoordde Bliss bits. 'Waarom moet je nu gaan? Kan Anthony niet wachten? Hij heeft zich al jaren zonder het hof vermaakt.'

'Bliss, heb geduld. Als de vastentijd begint, stoppen alle activiteiten aan het hof gewoonlijk tot na Pasen. Wil je dat Tony de volgende maanden verliest omdat ik bij jou moet blijven? Wij trouwen kort na Pasen, in april. Is dat niet snel genoeg voor je, liefste? Natuurlijk kun je ook nu met me trouwen, zonder al die poespas van een groots huwelijksfeest, en dan gaan we samen naar het hof.'

Bliss stampte met haar kleine voet. 'Nee, meneer! Je zult me niet van mijn huwelijksdag beroven, zoals Edmund bij Blaze heeft gedaan!'

'Nou, het ontbreken van een groot huwelijksfeest schijnt je zusje niet minder gelukkig gemaakt te hebben," merkte Owen FitzHugh droog op.

'O, ga maar naar je geliefde hof!' zei Bliss nijdig. 'Maar verschiet je kruit snel, mijn heer, want zodra je met mij getrouwd bent, krab ik de ogen uit van elke vrouw die verliefd naar je durft te kijken!'

Owen FitzHugh lachte. 'Wel heb ik ooit, liefje! Je bent jaloers!'

'Loop naar de hel!' siste ze.

'Alleen als je belooft dat jij met me meegaat,' lachte hij en kuste het puntje van haar aanbiddelijke neus.

Bliss stak haar tong tegen hem uit en moest toen ook lachen. 'We zijn wel aan elkaar gewaagd, mijn heer,' gaf ze met verrassende openhartigheid toe.

Hij knikte. 'Ik geloof dat je gelijk hebt, mijn mooie Bliss. We zullen het samen goed hebben. Dat weet ik zeker. En nu, mijn heetgebakerde verloofde, zoek jij je bed op, want vanavond heb ik geen zin in alleen gekus en geknuffel.'

Bliss keek oprecht verbaasd. 'Maar, meneer, wekt ons geruzie dan hartstocht bij je op?'

Owen FitzHugh trok het meisje ruw tegen zich aan en keek in haar gezicht. 'Je moet nog veel leren, Bliss, en ik denk dat ik net zoveel plezier in het onderwijzen zal hebben als jij in het leren van mij. Ja, schat! Kibbelen met jou wekt inderdaad mijn hartstocht op en dat is me nog nooit gebeurd met een andere vrouw. Nu wil ik je heel graag, maar ik zal me beheersen tot we officieel getrouwd zijn.'

'Een verloving zoals wij hebben gehad is bijna net zo bindend, mijn heer,' fluisterde ze heel verleidelijk.

'Nee, mijn vurige Bliss. Ik laat me toch niet door je verleiden. In onze slaapkamer ben ik de baas, liefste!'

'Alleen tot ik de liefde heb leren kennen!' zei ze fel. 'Dan zullen wij gelijken zijn, mijn heer, of helemaal niets!'

'Speel niet met me, Bliss.' Hij keek haar schalks aan toen ze haar borsten tegen hem aandrukte om haar woorden kracht bij te zetten.

Met een snelle beweging maakte Bliss zich uit zijn omhelzing los.

'Goedenacht, mijn heer,' zei ze liefjes. 'Slaap lekker.' En wég was ze uit de nis en hij stond daar even verbaasd alleen, boos en opgewonden.

Met een onderdrukte vloek liep hij de verborgen nis uit om haar achterna te gaan. Hij zou haar te pakken krijgen en net zolang kussen tot ze toegaf. Wat was dat voor onzin over gelijkheid in de slaapkamer? Een man was de baas in zijn eigen huis. Dat moest ze toch wel weten! Hij keek rond, maar kon haar nergens ontdekken. Er verscheen plotseling een grijns op zijn knappe gezicht. Die kleine heks! Ze praatte natuurlijk alleen maar nonsens om zijn hartstocht aan te wakkeren. Lieve hemel! Ze speelde met hem als een kat met een muis. Natuurlijk deed ze dat om hem geïnteresseerd te houden, slimme heks! Hij veronderstelde echter dat Bliss ook na hun huwelijk niet saai zou zijn om mee te leven. Spijtig zocht hij zijn eenzame bed op, want Tony en hij hadden de volgende ochtend een lange reis voor de boeg.

Toen het ochtend werd, leek Blaze overal aanwezig om alle gasten uitgeleide te doen. Lady Mary Kingsley protesteerde heftig toen ze hoorde dat ze in een van de comfortabele rijtuigen van de graaf naar St.-Frideswide gebracht zou worden.

'Dat is helemaal niet nodig, kind. Het klooster ligt slechts op een afstand van een kilometer of acht aan de andere kant van de rivier. Het is een mooie dag en niet zo koud. Ik zou genieten van de wandeling.'

'Als het mei was, zou ik het met u eens zijn, eerwaarde moeder, maar het is januari. En hoewel het een mooie dag lijkt, weet ik dat het gaat stormen. Neem het rijtuig dan voor mijn gemoedsrust.'

Lady Mary legde zich erbij neer en vertrok. Het rijtuig van Riverside kwam de arme tak van de Wyndhams halen. Lord Richard was niet lekker geweest tijdens de vakantie en de meeste tijd had hij bedroefd in zijn kamer doorgebracht. Nu hielp de knecht de kreupele man zijn rijtuig in terwijl Lady Dorothy bezorgd liep te redderen.

'Is het wel verstandig dat Tony hen nu alleen laat?' vroeg Blaze aan haar man.

'Het helpt zijn vader niets als hij blijft. Richard wil hem graag getrouwd zien. Tony doet zijn vader een groot plezier door nu met Owen naar het hof te gaan. Als mijn zusters echtgenoot nu moet sterven, gebeurt het tóch, of zijn zoon nu hier is of niet,' antwoordde Edmund fatalistisch.

Delight Morgan keek bedroefd toe toen Anthony Wyndham en Owen FitzHugh wegreden. Zij zouden Anthony's ouders thuisbrengen en vandaar naar het hof vertrekken. De knappe graaf van Marwood kuste Bliss heel uitvoerig toen hij haar gedag zei, zeer tot haar tevredenheid, maar er nam niemand speciaal afscheid van de kleine Delight, die dapper tegen haar tranen vocht. Ze had zó haar best gedaan Anthony voor zich te winnen, maar hij merkte niet eens dat ze bestond.

Lord Kingsley zou meereizen naar Ashby en daar nog wat blijven. Op zijn moeder na was hij alleen op de wereld en zijn kleine landgoed werd, ook als hij afwezig was, uitstekend beheerd. Blythe straalde van geluk, want ze was echt verliefd op de aardige, doodgewone man met wie ze zou gaan trouwen. Hij was voor haar alles, zoals zij dat ook voor hem was, want Nicholas Kingsley kon nog steeds niet echt geloven dat die tere, jonge schoonheid zijn verloofde was.

Blaze was er niet rouwig om toen ze de verscheidene rijtuigen van haar man zag vertrekken naar de weg langs de rivier, waar de veerpont lag. Ze had van de visite genoten, maar nu verlangde ze ernaar weer met Edmund alleen te zijn. Het leek wel alsof ze hem bijna een maand geen moment voor zich alleen had gehad. Ze verheugde zich op de lange winteravonden en nestelde zich gezellig in zijn armen terwijl ze haar familie uitzwaaide.

Alsof hij wist waaraan ze dacht, zei hij: 'Ben jij net zo blij als ik dat we weer samen zijn, liefste?'

Ze giechelde. 'Nou! Het klinkt misschien wel vreselijk, maar ik ben blij dat ze weg zijn, hoewel ik veel van hen houd.'

'Zullen we vandaag uit rijden gaan? Het is warm voor januari en we zullen wel niet veel mooie dagen meer krijgen vóór de lente.'

'Ja, liefste, laten we dat doen,' stemde ze toe.

Binnen een uur hadden ze zich verkleed en reden ze door het winterse landschap. Het was een lenteachtige dag, zonder wind. Er waren slechts een paar wolkjes te zien in de helderblauwe lucht en de zon scheen warm op hun rug. De bomen stonden er kaal en bewegingloos bij, maar als je goed keek, kon je de dikke knoppen al aan de takken zien zitten, als stille voorboden van de komende lente. Twee grijsbruine konijnen zaten aan een plukje groen te knabbelen dat door de zonnewarmte te voorschijn gekomen was en in het weiland zagen ze een klein roedel herten grazen langs de bosrand. Edmund en Blaze spraken maar weinig en genoten van de mooie ochtend. Hoog boven hen klonk het waarschuwende geluid van een eekhoorn en toen Blaze opkeek, zag ze een rode valk, op jacht naar zijn ontbijt.

Ze was van dat land gaan houden in de paar maanden dat ze op RiversEdge woonde. Het was een prachtig land en ze voelde zich wonderlijk trots toen ze bedacht dat de zoon die ze zou baren op een dag het graafschap van Edmund, met alles wat daarbij hoorde, zou erven. Dat zij was uitverkoren als de vrouw van Edmund verbaasde haar nog steeds en ze glimlachte en bedacht dat ze een jaar geleden zelfs nog nooit van hem had gehoord. Ze was alleen maar de oudste dochter van een verarmde baron geweest, zonder bruidsschat en zonder toekomst. Wat een verschil met twaalf maanden geleden!

'Waarom lach je?' vroeg hij.

'Ik bedacht net hoe gelukkig ik ben,' antwoordde ze eerlijk. 'Ik dacht aan januari vorig jaar, toen mijn toekomst nog zo onzeker was. Nu is dat niet meer zo, want ik ben jouw vrouw en ik zal onze kinderen opvoeden en we zullen samen oud worden!'

'Och, lieveling,' antwoordde hij, 'je bent nog te jong om te kunnen weten dat niets ooit zeker is. De tijden veranderen. Mensen veranderen.'

'Nee,' zei Blaze in haar onschuld. 'Wij zullen nooit veranderen.'

'We zullen oud worden. Dat zal ons veranderen,' zei hij.

'Maar onze liefde zal nooit veranderen, Edmund! En als onze liefde voor elkaar niet verandert, dan zullen wij altijd hetzelfde blijven, hoeveel jaren er ook voorbijgaan. Wij zullen niet veranderen!'

Hij vond haar logische redenering interessant. 'Moge God geven dat het waar is, lieveling,' zei hij en gaf haar toen een teken om haar paard te keren, richting huis.

De rest van januari was koud, maar aangenaam. Maar in februari werd het echt winter. Het sneeuwde en het landgoed lag bedolven onder witte sneeuwhopen. Het werd zó koud dat de rivier dichtvroor, waardoor de oude Rumford, de veerman, en zijn zonen zaten te niksen in hun huisje. Blaze beleefde veel plezier aan een rijtocht op de bevroren rivier, die ze op een koude, zonnige dag maakten. Blaze had nooit gedacht dat zoiets mogelijk was en Edmund vond haar enthousiasme zowel amusant als verfrissend. Hij bedacht voor de zoveelste keer sinds haar komst naar RiversEdge dat hij zich weer een knaap van twintig voelde. En toen ze in haar opwinding van hem wegreed naar het midden van de rivier, stond hij doodsangsten uit, want hij besefte het verdriet niet te kunnen dragen als hij haar zou verliezen.

Op de laatste dag van februari stierf Richard Wyndham rustig in zijn slaap. Lady Dorothy, die wel voorbereid was op zijn heengaan, was niettemin diep in de rouw, maar in de brief die ze haar zoon aan het hof stuurde, schreef ze dat hij zijn kansen niet moest bederven door naar haar terug te komen. Ze had hem niet nodig, verklaarde ze botweg. Tony wist dat zijn moeder een zekere tijd alleen nodig had om haar grote verlies te verwerken en daarom stuurde hij haar bediende terug met de boodschap dat hij haar verzoek respecteerde.

Maart bracht regen, wind en modder. Iedereen keek uit naar het paasfeest en naar het einde van de vastentijd. Blaze begon de lucht van gekookte vis te haten en alleen de gedachte aan de komende bruiloft van haar zusjes kon haar opvrolijken.

Bliss en Blythe hadden besloten op dezelfde dag te trouwen en zo hun vader de kosten van twee aparte huwelijksfeesten te besparen. En aangezien pater John niets in de kerkelijke wetten kon vinden dat het huwelijk van twee zusjes tegelijk verbood, had hij ermee ingestemd. Edmund had voorgesteld de tweeling op RiversEdge te laten trouwen, maar Blaze was het niet met hem eens geweest.

'Het is lief dat je het aanbiedt, mijn heer,' zei ze, 'maar je moet begrijpen dat mijn vader zijn trots heeft verdrongen omwille van zijn kinderen toen hij jou toestemming gaf mij te trouwen zonder fatsoenlijke bruidsschat en ook toen jij aanbood al mijn zusjes van een bruidsschat te voorzien als jouw aandeel in de bruiloft. De mensen van Ashby werd ons huwelijksfeest ontstolen en mijn vader zal dat niet nóg eens laten gebeuren. Zelfs de lieve, ambitieuze Bliss zou het hierover met mij eens zijn, Edmund.'

Ze had gelijk, besefte hij en verbaasde zich erover dat iemand die nog zo jong en onervaren was zo verstandig kon zijn.

Het bleef maar regenen in april. De wegen waren veranderd in een dikke modderbrij en hoewel er overal fris nieuw groen te voorschijn kwam en er bloemen bloeiden op de heuvels, was Blaze de wanhoop nabij. De bruiloft van haar zusjes zou op de laatste dag van april plaatsvinden. Hield het dan nooit op met regenen? Hoewel het alleen maar bewolkt was op de dag dat ze van RiversEdge naar Ashby vertrokken, was de rivier enorm gestegen door het smeltwater uit het noorden en door de overvloedige regen. Het kostte Rumford en zijn oudste zoon de grootste moeite om de kleine veerboot uit de woeste stroming te houden en veilig naar de overkant te brengen.

Doodsbleek hield Blaze zich nerveus vast aan haar man, terwijl de boot over het water dobberde. Toen ze weer te paard zaten, zag ze nog steeds heel bleek en Edmund maakte zich erg bezorgd, maar ze lachte zwakjes. 'Door het geslinger van de boot ben ik misselijk, meneer, en de bewegingen van mijn paard maken het niet veel beter. Maar als we eenmaal op Ashby zijn, zal het wel weer beter gaan,' zei ze tegen hem.

Ashby! Blaze keek voor het eerst sinds zeven maanden naar haar ouderlijk huis en de tranen sprongen haar in de ogen. Ze had het nog nooit zo mooi gevonden en hoewel ze veel van RiversEdge was gaan houden, zou Ashby altijd een speciaal plaatsje in haar hart blijven innemen. Tot haar grote vreugde kwam de zon langzaam maar zeker achter de wolken vandaan, voor het eerst sinds een week! Het was een gunstig voorteken voor de huwelijken die de volgende dag gesloten zouden worden. Wat heerlijk om haar familie weer te zien!

'Je ziet er alweer veel beter uit,' merkte de graaf op.

'Het is de opwinding! Ik ben zó blij dat ik weer hier ben,' antwoordde ze. 'En ik ben blij voor Bliss en Blythe. Ik hoop dat ze net zo gelukkig worden als wij, lieveling! Als jij er niet geweest was, zouden zij nu ook geen echtgenoten krijgen. Je bent de geweldigste man van de wereld, Edmund Wyndham!'

'Mevrouw, ik word nog verwaand,' grinnikte hij, terwijl ze bij het huis aankwamen.

De hele familie kwam naar buiten om Blaze en haar man te begroeten. Hun begeleiders werden snel weggestuurd om het zich gemakkelijk te maken en de graaf en zijn gravin werden mee naar binnen getrokken om bij te komen van de reis. Blaze weigerde het voedsel dat haar aangeboden werd, maar ze dronk dankbaar een kleine beker zoete rode wijn leeg.

Rosemary Morgan zag dat en haar moederlijke instinct vertelde haar dat er iets aan de hand was. Ze nam Blaze terzijde en vroeg zonder omwegen: 'Ben je zwanger? Wanneer ben je voor het laatst ongesteld geweest? Heb je trek in vreemde dingen? Heb je de laatste tijd last van je maag gehad?'

'Eind februari, mama.' Blaze voelde zich weer net een klein meisje en dat irriteerde haar wel een beetje.

'Dan ben je zwanger,' zei Lady Rosemary beslist. 'En hoe zit het met de rest?'

'Ik heb meer last van mijn maag dan gewoonlijk,' gaf Blaze toe. 'En ik lustte écht geen vis meer aan het eind van de vastentijd. Maar ik heb, geloof ik, geen trek in rare dingen.'

'Daar is het nog te vroeg voor, maar je bént zwanger,' herhaalde haar moeder en ze glimlachte naar haar dochter. 'Ik ben expert op dit gebied. Eens zul jij dat ook zijn. Heb je het al aan je man verteld?'

Blaze schudde haar hoofd. 'Ik wist het niet zeker. En als ik maar iets had laten merken, had Edmund me nooit hierheen laten reizen. Hij zou weer aan de arme Catherine en haar kwalen hebben gedacht. Ik ben heel anders dan zijn eerste vrouw, mama. Ik ben sterk en zal mijn heer sterke zonen geven. Ik wilde de bruiloft van de tweeling voor geen goud missen!'

Lady Rosemary fronste haar wenkbrauwen. 'Blaze,' zei ze, 'je bent een Wyndham, en je eerste plicht ligt bij de Wyndhams, niet bij de Morgans. Wij komen nu op de tweede plaats, maar de familie van je man komt altijd eerst. Je draagt nu zijn naam en zult zijn zonen baren. Als je hierdoor je kind in gevaar hebt gebracht, zul je het jezelf nooit vergeven. Maar,' besloot ze, toen ze het betrokken gezichtje van haar dochter zag, 'ik geloof niet dat je dat gedaan hebt. Je hebt net zo'n figuur als ik en je zult je baby's wel voldragen.'

'Wanneer denkt u dat mijn kind komt, mama?'

'Het hangt ervan af wanneer Edmund je bevrucht heeft, maar ik denk ergens tegen het eind van het jaar. Soms wist ik precies wanneer je vader en ik een kind verwekt hadden, maar niet bij de eerste. Dat is iets dat de ervaring je leert.'

'Een kind,' fluisterde Blaze zacht, en haar lieve, viooltjesblauwe ogen vulden zich met tranen. 'O, mama, ik voel me zó gezegend!'

Rosemary Morgan sloeg haar armen om haar oudste dochter. 'Zo is het, Blaze, want leven mogen geven is de grootste gave die er bestaat. Denk daar in de toekomst aan als je je gezonde verstand laat verdringen door je persoonlijke wensen. Laten we nu naar de anderen teruggaan, vóór de heren ons missen en denken dat er iets aan de hand is,' zei ze glimlachend. 'Niets mag de bruiloft van je zusjes verstoren!'