Blaze stond in de kamer van de koning en keek naar de Theems. De vorige dag had het geregend en hard gewaaid, maar die dag scheen de zon vanuit een wolkeloze hemel. Aan de overkant lag de vloot van de koning te deinen op het langzaam stijgende water. Het leek wel of er niets veranderd was, dacht Blaze, en toch was alles veranderd.

Ze was niet meer in die kamer of zelfs maar op Greenwich geweest sinds negen jaar geleden, en och, wat was er veel gebeurd in die tijd! De koning had gebroken met de kerk in Rome en was dus eindelijk verlost van Catherine van Aragon. Hij was getrouwd met Anne Boleyn en hun enige kind dat in leven was gebleven, prinses Elizabeth, was in datzelfde jaar geboren. De koning was nu vijfenveertig en had nog steeds geen wettige zoon. Dat was niet alleen een tragedie voor Hal, maar voor heel Engeland.

Hij had haar weer laten roepen. De boodschapper van het hof was als een niet-welkome gast uit het verleden gearriveerd, nu bijna een week geleden, maar deze keer hadden Anthony en zij er geen ruzie overgemaakt. Hij wist dat ze zou gaan, maar ze waren de laatste jaren zo dicht naar elkaar toe gegroeid dat het alleen-zijn bijna pijnlijk was. Dus hadden ze hun kinderen overgelaten aan de zorgen van Lady Dorothy en waren samen naar Greenwich gekomen.

De koning was veranderd. Hij was niet meer zo slank, maar, bedacht Blaze met een wrang glimlachje, dat gold ook voor haarzelf. Ze was nu dertig jaar en had een dertienjarige dochter, die klaar was voor het huwelijk. Maar Hal had iets treurigs over zich en zijn mond was een harde lijn geworden, hetgeen vroeger niet zo was geweest. Ze had die morgen een diepe knieval voor hem gemaakt, waarna hij haar in zijn armen had genomen en haar heel lang zo vastgehouden.

'Hoeveel zonen heb je nu, Blaze Wyndham?' had hij gevraagd.

'Vier, mijn heer. Philip is nu negen en Giles zes. Richard is vier en Edward is in april één jaar geworden.'

'Je echtgenoot is een gelukkig mens met zo'n vrouw en zo'n gezin,' zei de koning. Ze hoorde het verdriet in zijn stem.

'O, Hal, het spijt me zo!' zei ze tegen hem.

'Dat hoeft niet!' zei hij heftig. 'Je hebt me gewaarschuwd! Ze hebben me allemaal gewaarschuwd voor Anne, maar ik wilde jullie niet horen, want ik was verblind door mijn hartstocht voor haar. God sta me bij!'

'Ze houdt van je,' zei Blaze. 'Dat zag ik negen jaar geleden al. Ze was zó bang dat ze jou zou verliezen.'

'Liefde?' brulde de koning. 'Die heks weet niet eens wat liefde is. Lust, ja! Maar liefde? Ho maar! Als ze van me gehouden had, zou ze geen overspel met mijn vrienden hebben gepleegd en ook geen incest met haar broer. Nee, Blaze, Anne hield niet van me.'

Hij daagde haar uit om hem tegen te spreken, maar Blaze, die helemaal niet geloofde in welke van de wandaden ook die koningin Anne zou hebben gepleegd, besefte dat ze moest zwijgen. Anne had gefaald in haar eerste plicht jegens de koning en had hem geen zoon geschonken. Nu moest ze daarvoor boeten. Er werd gezegd dat de koning al een andere jonge bloem van Engelse adel had uitgekozen om mee te trouwen. 'Ik wil niet met je redetwisten, Hal,' zei ze. 'Zeg me alleen waarom je me hierheen hebt laten komen.'

'Jij en Will zijn de enige echte vrienden die ik heb, Blaze,' zei de koning.

'Ik zeg hem dat Margot ook een vriend is,' antwoordde Will Somers, die bij hen was en de kleine bruine aap streelde die hij in zijn armen wiegde. Will was niet veranderd. Hij was nog steeds mager en krom en zijn gezicht was nog net zo jong als vroeger. Op de een of andere manier leek hij op zijn huisdier.

'Margot bijt, als ik me niet vergis,' zei Blaze glimlachend.

'En ze heeft een voorkeur voor koninklijke vingers,' mompelde de koning.

Plotseling klonk door het geopende raam het zware gedreun van een kanon. Zowel Blaze als Will sloeg een kruis, maar het gezicht van de koning was als een masker. Er was niet aan hem te zien wat hij op dat moment dacht.

'Het is gebeurd,' zei Henry. 'De heks is dood.' Hij keek naar Blaze. 'Ik heb je een verre reis laten maken, alleen maar om mijn hand vast te houden in een voor mij moeilijk uur, zoals je voor een van je kinderen zou hebben gedaan. Dank je wel.'

'Ik ben altijd uw trouwe dienares, Sire,' antwoordde Blaze rustig.

De koning glimlachte naar haar. 'Ja, Blaze Wyndham, mijn kleine plattelandsmeisje, dat ben je, nietwaar? Je bent nu weer vrij om te gaan. Terug naar je man, die zo onrustig loopt te ijsberen in de voorkamer. En terug naar je geliefde RiversEdge, waar ik je misschien weleens een bezoek zal brengen.'

'En waar ga jij naar toe, Hal?' vroeg ze hem.

'Naar Jane,' zei hij eenvoudig. 'Het is niet zoals de vorige keer, wel? Catherine is sinds vijf maanden dood, en nu Anne. Ik ben vrij om mijn lieve Jane te trouwen. God zal dit huwelijk zeker zegenen. Een écht huwelijk, en we zullen een zoon krijgen.'

'O, Hal, ik zal voor je bidden,' zei Blaze. 'Jane Seymour is een lieve en zachtmoedige vrouw en je zult gelukkig met haar worden, dat weet ik! God zal jullie vast zegenen met een zoon voor Engeland!' Blaze maakte een diepe knieval en glimlachend liep ze achteruit de kamer uit, naar de voorkamer, waar haar man haar al ongeduldig zat op te wachten.

Samen liepen Anthony en Blaze snel het paleis uit en ze gingen over de groene gazons van Greenwich naar de rivier, waar hun boot lag te wachten om hen naar RiversEdge te brengen. Ze liepen hand in hand, vrolijk pratend en naar elkaar lachend en zich helemaal niet bewust van het feit dat de koning naar hen stond te kijken in de raamopening.

Ik heb in mijn leven van drie vrouwen gehouden, dacht Hendrik Tudor. Twee zijn er dood. Blaze noemt haar de zachtmoedige Jane, en dat is ze inderdaad. Ik denk dat ik ook van haar zal gaan houden. Hij keek hoe Anthony Blaze in de boot hielp, hoe de graaf toen zelf in de boot stapte en het vaartuig lostrok van de koninklijke aanlegsteiger. Ja, dacht de koning weer, ik heb van drie vrouwen gehouden. Twee zijn er dood. Vaarwel, mijn kleine plattelandsmeisje. Vaarwel!