10
De zomer was weer aangebroken en het hof verhuisde van Greenwich naar het nabijgelegen Eltham. Evenals Greenwich lag Eltham in een groot park. Daar brachten ze hun dagen door met jagen en de valkenjacht, speelden een kegelspel op het gras en schoten met pijl en boog op schietschijven. De koning vond het leuk om Blaze te leren schieten en tot zijn verbazing was ze er heel goed in.
'Lieve hemel, liefje,' zei hij goedkeurend op een warme namiddag, 'als het oorlog wordt, neem ik je in dienst.'
Het weer was zó heerlijk dat ze vaak tot ver na zonsondergang buiten bleven, waar ze picknickten, dansten en roeiden op een meer dat in het koninklijke park lag. De koning trok zich die zomer vaak vroeg terug, want hij kreeg niet snel genoeg van zijn nieuwe maîtresse en bleef het heel boeiend vinden dat zij net zo hartstochtelijk was als hij. Toch was er niets op haar gedrag aan te merken.
De stille geliefde. Zo noemde kardinaal Wolsey Blaze eens en die bijnaam bleef. Blaze Wyndham gebruikte haar plaats in het koninklijke bed niet om macht te krijgen, zoals haar voorgangsters Elizabeth Blount en Mary Boleyn hadden gedaan. Er waren mensen die haar voor gek verklaarden, omdat ze niet alle voordelen van haar positie als lievelingetje van de koning benutte. Ze begrepen niet dat een vrouw zo'n gouden kans niet benutte om haar familie en vrienden vooruit te helpen, wat alleen maar natuurlijk geweest zou zijn. Slechts een paar mensen, zoals Thomas Moore, begrepen dat de mooie, jonge weduwe de aandacht van de koning niet gewild had en hoewel ze de koning op haar manier zo goed mogelijk diende, deed ze dat het liefst zo waardig en bescheiden mogelijk voor een vrouw in haar positie. Het was zeker dat ze geen vijanden maakte en zelfs zij die haar een dwaas vonden omdat ze zo overduidelijk geen ambities had, werden overtuigd door haar vriendelijkheid, goede manieren, scherpe verstand en charmes.
Het hof trok weer verder, deze keer naar Richmond Palace in Sur-rey. Sheen Manor lag vroeger op de plaats waar Richmond Palace nu stond. Toen de koning een jongen van zeven was, brandde Sheen tot de grond af tijdens Kerstmis, toen de koninklijke familie er verbleef. Koning Hendrik VII had het binnen twee jaar laten herbouwen en noemde het paleis Richmond, ter herinnering aan het graafschap waarvan hij graaf geweest was, vóór hij koning Richard II versloeg en de troon van Engeland had veroverd. Richmond was een groot gebouw in gotische stijl, opgetrokken rond een geplaveide binnenplaats. De koninklijke vertrekken lagen in de geheime vleugel, die versierd was met veertien torentjes. Er waren meer ramen in dan Blaze ooit in één gebouw gezien had. Toen het hof op Richmond aankwam, ontdekten ze dat koningin Catherine en prinses Mary er ook waren.
Blaze voelde zich onbehaaglijk. De verzekering van Hendrik dat zijn huwelijk niets meer voorstelde had haar geweten tot dan toe gesust. De koning kon de koningin niet vragen te vertrekken, dat zou gemeen zijn. En bovendien was hij dol op zijn dochter, die hij al een hele tijd niet had gezien. De vertrekken van Blaze lagen daarom op Richmond een heel eind van die van de koning en van de koningin verwijderd.
Catherine van Aragon was veertig en het zware leven met al het doorstane verdriet was van haar knappe gezicht af te lezen. Ze staarde altijd somber de wereld in vanonder een zware, heel kunstig gemaakte hoofdtooi. Hoewel ze de duurste en elegantste kleding droeg die Blaze ooit gezien had, maakte haar kleine, plompe gestalte dat ze er hopeloos onmodieus uitzag. Ze had een heel bleke huid en donkere ogen. Blaze merkte dat de koning nooit iets tegen haar zei als ze samen aan het hoofd van de tafel zaten.
Blaze zat nu bij haar zusje en haar zwager tijdens de maaltijden en Bliss hield maar niet op over wat zij als opdringerigheid van de koningin beschouwde. 'De oude kraai,' zei ze op een avond onder het eten. 'Kijk toch eens hoe gezellig ze daar naast hem zit! Het is alleen een kwestie van tijd voor ze helemaal afgedankt wordt en toch zit ze daar alsof er helemaal niets is veranderd.'
'Stil, Bliss, wees niet zo wreed. De koningin houdt van de koning. Zie je dat dan niet?'
'Jij houdt eveneens van de koning!' fluisterde Bliss.
'Ik heb het recht niet om van hem te houden, wat mijn gevoelens voor hem ook mogen zijn,' antwoordde Blaze.
Liefde. Nee, ze hield niet van hem. Tenminste niet zoals ze van Edmund Wyndham had gehouden. Haar liefhebbende en zachtaardige echtgenoot, die haar zo teder bemind had, was helemaal niet zoals de machtige vorst, die haar met zoveel wilde en felle hartstocht beminde. Zijn enorme passie voor haar maakte haar nog steeds een beetje bang. Maar ze mocht hem wel graag. Hendrik Tudor praatte graag in bed en ze had alles gehoord over zijn jeugd, waarin hij altijd de tweede viool gespeeld had, na zijn oudste broer Arthur, de kroonprins. Hij had uitgelegd waarom hij met de prinses van Aragon getrouwd was, namelijk omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat het zijn vaders laatste wens was. Hij had verteld over de pijn die zij beiden hadden gevoeld toen hun zes weken oude kroonprinsje gestorven was en over de reeks vroeggeboorten en miskramen die daarop gevolgd was. 'Allemaal jongetjes,' klaagde de koning. Toen had hij beseft,vertelde hij haar, dat God vertoornd was en de bisschoppen hadden hem een passage in de bijbel laten lezen waarin stond dat een man die met de vrouw van zijn broer trouwde, een zonde beging. Plotseling wist hij toen zeker dat zijn huwelijk geen echt huwelijk was, had hij haar uitgelegd.
Blaze had naar hem geluisterd als hij haar deelgenoot maakte van allerlei gedachten en ideeën. Hij had haar ook veel vragen gesteld en ze had hem verteld over haar gelukkige jeugd op Ashby, over haar familie met de acht dochters en de drie zonen, over haar heerlijke huwelijk met Edmund Wyndham, over Nyssa en over het verlies van haar ongeboren zoontje, toen haar man was gestorven.
'Dus je moeder heeft elf kinderen gebaard en er niet één verloren,' zei de koning bewonderend. 'Je komt uit een sterk geslacht, mijn kleine plattelandsvrouwtje! Ik wilde dat ik met jou kon trouwen, dan zouden we een groot gezin met veel zonen en dochters krijgen.'
'Jij moet met een prinses trouwen, Hal,' zei ze tegen hem, en maakte hem daarmee duidelijk dat ze haar positie in zijn leven heel goed begreep.
Het hof verhuisde weer, nu naar Hampton Court. Het was gebouwd door kardinaal Wolsey en prachtig gemeubileerd, maar behoorde nu aan de koning. Hoewel de kardinaal zijn best deed om het huwelijksprobleem van de koning op te lossen, draaiden de raderen van de pauselijke bureaucratie slechts langzaam en in een poging zijn koning te paaien en zo in zijn gunst te blijven, had de kardinaal een maand geleden afstand gedaan van zijn huis. Velen hadden de koning al aangeraden zich van de kardinaal te ontdoen. Ze bleven slechts een week en trokken toen verder naar Windsor.
De koning hield niet van Windsor, maar het lag op de route naar Woodstock, waar hij wilde gaan jagen. Woodstock was maar klein en rustiek en er was niet genoeg ruimte voor het hele hof, reden waarom de meerderheid met de koningin op Windsor zou achterblijven. De avond vóór ze Windsor zouden verlaten, want Blaze zou met de koning meegaan, kwam ze in de gang de dochter van de koning tegen. Blaze boog voor de negenjarige prinses Mary en stapte opzij, omdat ze dacht dat het kind en haar bedienden wilden passeren. Het meisje was, net als haar moeder, heel bleek en had ook donkere ogen, maar haar kastanjebruine haar was prachtig, dacht Blaze.
De prinses staarde Blaze vijandig aan. 'Mijn gouvernante zegt dat u een slechte vrouw bent,' zei het kind heftig. 'U hebt mijn vaders liefde voor mijn moeder gestolen en slaapt in zijn bed. Dat heeft God verboden en u zult ervoor branden in de hel!'
Blaze snakte naar adem. Dat was alles wat ze kon doen om zich tegen het kind te verdedigen. Het meisje liep weg en haar bedienden grijnsden vals om de blozende gravin. Die avond kwam er een boodschapper de eetzaal binnen en vertelde Blaze dat ze bij de koningin moest komen. Zelfs Bliss trok wit weg bij het horen van zijn woorden.
Er was niets anders wat de jonge gravin, weduwe van de graaf van Langford, kon doen, dan de jongen te volgen naar de plaats waar de koningin zat met haar hofdames. Blaze boog diep, met gebogen hoofd, om haar vuurrode wangen te verbergen.
'U kunt opstaan, Lady Wyndham,' zei de koningin, en Blaze stond op en keek in het gezicht van de versmade Catherine. De koningin glimlachte zwakjes. 'Ik heb gehoord dat mijn dochter, prinses Mary, zich vanmiddag onheus tegenover u heeft gedragen, Lady Wyndham. Ze is daarvoor gestraft en ik hoop dat u het haar zult vergeven. Mary is nog jong. Ze is dol op haar vader en begrijpt hem niet zoals wij.'
'Vergeef me, mevrouw,' zei Blaze zachtjes. 'Ik wil u geen kwaad doen.'
'Dat weet ik wel,' antwoordde de koningin. 'U bent niet zoals de anderen, Lady Wyndham. Ik weet alles over u, om precies te zijn en ben nog niet zo hulpeloos als sommigen wel graag willen geloven. Ik ken mijn man, en de dingen die hij doet om zijn zin te krijgen. Wees voorzichtig. U bent een goede vrouw, dat weet ik. Laat hem u geen pijn doen, zoals hij al zovelen pijn heeft gedaan. U kunt nu gaan.'
Blaze boog weer en liep terug naar Bliss, die op haar stond te wachten.
'Wat wilde die oude kraai van je?' vroeg Bliss.
Blaze schudde haar hoofd. 'Arme vrouw,' zei ze.
'Wat wilde de prinses van Aragon vanavond van jou, mijn kleine meisje?' vroeg de koning haar later op die avond opeens.
'Als ik het je vertel, moet je niet boos worden, Hal. Het was niets en ik heb medelijden met de arme vrouw, die zich heel grootmoedig tegenover mij heeft gedragen.'
'Ik beloof dat ik niet boos word,' zei hij en sloeg een arm om haar heen.
'Je dochter noemde me vanmiddag een "slechte vrouw", maar de koningin bood me daarvoor haar verontschuldigingen aan en zei dat de prinses voor haar gedrag gestraft was. Ze zei dat Mary zich zo had gedragen omdat ze zoveel van je houdt.'
'Het kleine kreng begint elke dag meer op haar moeder te lijken! Ik zou haar onder Catherines invloed en die van haar priester vandaan moeten halen, voor het kind helemaal bedorven wordt, zo ze dat al niet is.' Hij trok haar op zijn schoot en kuste haar, zijn hand liefkozend op haar borsten. 'Zet hen allebei uit je gedachten, Blaze,' zei hij tegen haar. 'Ik wil je beminnen. Vanavond wil ik je iets speciaals leren.'
'Wat dan, mijn heer?' vroeg ze.
Ze zaten naakt in zijn kamer. Hij stond op en zette haar van zijn schoot. 'Ik wil dat je voor me knielt, liefje.' En toen ze hem gehoorzaamd had, zei hij: 'Neem mijn grote jongen nu in je mooie handjes en stop hem in je mond. Zuig erop, zoals ik op jouw mooie borsten zuig.'
'Hal, dat durf ik niet! Dat is toch niet juist!' pleitte ze.
'Gehóórzaam me!' viel hij uit. 'Onmiddellijk!' Zijn stem klonk luid en wreed. Hij greep met zijn ene hand haar haren beet en stopte met zijn andere hand zijn mannelijkheid tussen haar lippen.
Blaze wist dat ze hem nu moest gehoorzamen. Ze sloot haar ogen om niets te hoeven zien, opende haar lippen en nam hem in haar mond.
De koning gromde, maar het was een grom van genoegen. 'Zuig erop,' zei hij wat vriendelijker. 'Speel ermee, gebruik je lieve tong... ah, ja! Ja!'
Ze gehoorzaamde hem, eerst met tegenzin, maar toen ontdekte Blaze dat het iets onfatsoenlijks was wat ze deden, wat haar heel erg opwond. Toen de koning haar smeekte op te houden en haar op het bed legde om haar terug te betalen, kreunde ze van genoegen. Nooit had ze kunnen denken dat zoiets mogelijk was. Zijn likkende, snel bewegende tong deed voor haar hetzelfde als zijn grote mannelijkheid. Ze was heel verwonderd.
's Ochtends regende het en het bleef dagenlang onophoudelijk regenen. De koning was geïrriteerd.
'We gaan terug naar Greenwich,' besloot hij uiteindelijk. 'Wood-stock is vreselijk in de regen, want het is maar een heel eenvoudig huis. We gaan in de herfst wel jagen.'
Het hele hof vertrok opgelucht naar Greenwich en de koningin werd naar Eltham gestuurd. Het was september en juffrouw Anne Boleyn kwam terug naar het hof. Ze was het zusje van Mary Boleyn en was het jaar daarvoor teruggestuurd naar haar huis, Hever Castle in Kent, vanwege haar slechte gedrag. Anne Boleyn leek totaal niet op haar oudere zuster, want Mary was rond en dik en Anne was zó slank dat ze bijna te mager leek. Mary was een Engelse roos, met een lichte huid, warme bruine ogen en kastanjebruin haar. Anne was nogal bleek en haar lange, steile haar was zo zwart als van een raaf, haar ogen heel donker, bijna zwart. Mary Boleyn had een lief gezicht, maar haar jongere zusje had de scherpe gelaatstrekken van een kleine kat. Mary Boleyn was geliefd vanwege haar charmante, bijna kinderlijk goede humeur. Anne was niet zo populair, want men vond haar te trots en ze had een slecht humeur.
'Een lelijke kraai! Een nachtvogel,' noemde kardinaal Wolsey haar, en Anne Boleyn beschouwde hem vanaf dat moment als een vijand, waarop ze later nog weleens wraak zou nemen.
De hertog van Norfolk bekeek zijn jonge familielid en vroeg zich af hoe hij haar kon gebruiken. Toen besloot hij dat het beter was te wachten voor hij die belangrijke beslissing nam en zich openlijk met het kind inliet.
Hendrik Tudor merkte verbaasd dat hij heel gefascineerd was door juffrouw Boleyn. Ze was geen schoonheid, maar had een scherp verstand, wat hij ook zeer kon waarderen. De koning overwoog de mogelijkheid om met het kleine zusje van zijn vorige maitresse naar bed te gaan en merkte dat alleen al de perverse gedachte hem opwond. Want als hij bij haar een zoon verwekte? Het was een amusante gedachte, maar helaas had juffrouw Boleyn al een aanbidder, en wel de jonge Lord Percy. De kerk deed heel moeilijk over de prinses van Aragon en hij had een prachtige maitresse, op wie hij nog steeds dol was.
Toch, als hij naar juffrouw Boleyn keek zoals ze zich door zijn paleis bewoog, altijd heel modieus gekleed en omringd door een groep leuke jonge mensen, zoals Henry Norris, Henry Percy en haar broer, George Boleyn, voelde hij zich meer tot haar aangetrokken dan tot welke vrouw dan ook. En daarom voelde hij zich ook schuldig ten opzichte van Blaze, hetgeen hij geen prettig gevoel vond. Toch kon hij niet boos zijn op Blaze, want zijn kleine plattelandsmeisje was niet alleen een perfecte maitresse - de beste die hij ooit had - maar ook zijn vriendin en vertrouwelinge geworden. Hoe kon hij zo vals zijn om haar te laten vallen, zodat hij op Anne Boleyn kon gaan jagen? Toch bedacht de koning dat hij nodig een echtgenoot voor Blaze moest gaan zoeken, opdat ze niet weerloos achterbleef voor de wellustelingen en de losbollen aan zijn hof. Hij dacht er lang over na, maar kon niemand bedenken die haar waard was.
'Wat moet ik doen, Will Somers?' vroeg hij aan zijn hofnar, die helemaal niet zo dwaas was, maar de enige echte vriend in zijn leven.
'Je moet je lusten bedwingen, Hal,' antwoordde Will, 'anders ga je er nog eens aan kapot! Lady Wyndham verdient alleen de beste behandeling van jou. En als je iets anders doet, zal dat je naam schade berokkenen.'
'Maar ik kan niemand vinden die ik goed genoeg vind om haar echtgenoot te zijn, Will. Ik wil haar niet ongelukkig maken, omdat ik iemand anders op het oog heb,' antwoordde de koning.
'Misschien moet je het meer bij de dame in kwestie zoeken,' zei de hofnar.
'Wat is dat nu weer voor een raadsel?' lachte de koning, en hij gaf Will Somers speels een duw.
'Ik heb van de herfstwind gehoord dat de graaf van Langford vandaag aan het hof gearriveerd is.'
'De graaf van Langford?'
'Ja, Hal! De neef en erfgenaam van de overleden echtgenoot van je kleine plattelandsmeisje. Hij wil je spreken, maar omdat het niet belangrijk was, heeft je secretaris gezegd dat hij moet wachten. Ze zeggen dat hij geen vrouw heeft en ook niet verloofd is. Zou hij misschien het antwoord op je moeilijke vraag zijn?' De hofnar hield zijn hoofd scheef en zijn ogen glinsterden.
'Stel je voor, Will, dat ik haar met de graaf van Langford moet laten trouwen!' zei de koning.
'Mogelijk is het dé oplossing van je probleem, Hal,' antwoordde Will Somers.
'Ze haat Anthony Wyndham, mijn vriend.'
'Waarom, Hal? Kun je me zeggen waarom?'
'Ze vindt dat hij verantwoordelijk is voor de dood van haar man, die de oom van de graaf was. En daarbij verloor ze, door de schok van het plotselinge heengaan van haar man, hun zoon en erfgenaam. Ze heeft écht een wrok tegen Anthony Wyndham, Will.'
'Schuilt er waarheid in haar bewering, Hal? Of is het meer de wanhoop van een door verdriet gekwelde vrouw?' vroeg de hofnar.
'Voor zover ik het kan beoordelen - en ik heb de zaak grondig laten uitzoeken, want ik laat geen moordenaar, zelfs niet een van goeden huize, ongestraft in mijn koninkrijk rondlopen - komt de beschuldiging van Blaze voort uit haar woede en haar verdriet. Het is niet waar wat ze beweert.'
'Dan,' zei de hofnar wijsgerig, 'zou haar antipathie tegen Lord Anthony weieens in werkelijkheid een onbewuste hartstocht voor de man kunnen zijn. Haat is één zijde van de medaille, zegt men. Liefde is de andere zijde, Hal.'
De koning dacht enkele minuten diep na over de woorden van de hofnar. Toen zei hij: 'De meeste huwelijken worden door anderen gearrangeerd. De bruid en de bruidegom beginnen vaak niet als geliefden aan het huwelijk, maar samenleven leert de mensen de waarde van het compromis, nietwaar Will? Als ik Lady Wyndham met de graaf van Langford laat trouwen, keert ze terug naar haar huis, waarvan ze houdt, en naar haar dochter. Het fortuin van het kind zou dan goed beheerd worden, want de graaf is niet alleen een bekende van Blaze, maar tevens bloedverwant van haar kleine meisje.'
'Je kunt haar ook een alternatief bieden dat eigenlijk geen alternatief is. Zeg haar dat je graag wilt dat ze het doet, maar dat, als ze werkelijk niet wil, je een andere man voor haar zult uitzoeken. Ze heeft, geloof ik, een vreselijke hekel aan Thomas Seymour,' grinnikte de hofnar. 'Ik geloof niet dat ze hem boven Lord Wyndham zou verkiezen.'
De koning glimlachte bewonderend naar Will Somers. 'Will, ik geloof dat je je roeping bent misgelopen. Je bent slim genoeg om in de regering te zitten.'
'Nee, Hal,' luidde het droge antwoord, 'daarvoor ben ik, God zij dank, niet dwaas genoeg.'
De koning brulde van het lachen. 'Je hebt gelijk, beste Will! Je bent er veel te wijs voor, vrees ik!'
'Zul je Lord Wyndham dan ontvangen, mijn heer Henry?'
'Ja, maar ik maak er geen officieel bezoek van. Weet je waar hij op Greenwich logeert?'
'Nee, Hal, maar dat kan ik wel uitzoeken.'
'Doe dat dan en breng hem zo snel mogelijk naar me toe. We zullen wel zien wat de graaf van me wil en of hij in ruil daarvoor met mijn lieve, mooie Blaze wil trouwen, zodat ik vrij zal zijn om de betoverende juffrouw Anne Boleyn het hof te maken.'
'Als dat je plannen zijn, Hal, bewijs ik je misschien geen dienst door je van Lady Wyndham af te helpen,' zei Will Somers ernstig.
'Ach, Will, niet jij ook, hè! Wat heeft juffrouw Anne toch dat de mensen zich zo tegen haar keren?'
'Ik ben maar een dwaas, mijn heer,' antwoordde Will Somers, 'maar ik heb ogen. Die dame is niet zo'n eenvoudig schepsel als ze jou wil doen geloven. Zij zal niet toegeven, zoals haar zuster, want ik zie dat ze een sterke, karaktervolle vrouw is, die veel meer van het leven verlangt. Er is geen geroddel uit Frankrijk te horen geweest over haar gebrek aan moraal, zoals er wél was over juffrouw Mary, die koning François "zijn rijpaardje" noemde. Deze dame is zeker nog maagd en zelfs jij kunt geen maagd van haar stand met geweld nemen. Ze zal een hoge prijs vragen en misschien zul jij wel ontdekken dat je die prijs niet kunt of wilt betalen, mijn beste heer.'
'Ik wil haar écht, Will,' zei de koning. 'Wat het me ook kost om juffrouw Anne Boleyn te krijgen, ik zal de prijs graag betalen!'
Will Somers schudde zijn hoofd. Hij was bijzonder gesteld op de koning, maar soms dacht Hendrik meer met zijn lid dan met zijn vlugge brein. Vrouwen waren zijn grootste zwakte en als hij niet oppaste, zouden ze zijn ondergang betekenen. Hij boog voor de koning en ging op zoek naar de graaf van Langford.
Na een uur ontdekte hij Anthony Wyndham eindelijk, die in een afgelegen nis zat te dobbelen en te drinken met een groep jongemannen. 'Meneer de graaf?'
Anthony Wyndham keek op. Hij herkende Will Somers niet, want de jongeman was pas met Kerstmis naar het hof gekomen, evenals Blaze.
'Ja, ik ben Lord Wyndham,' antwoordde Anthony.
'Ik ben Will Somers, heer, de hofnar van de koning. Het is zijne majesteit ter ore gekomen dat u hem graag wilt spreken. En daar hij weet dat u van ver komt, wil hij nu enige tijd aan u besteden. Als u met me meeloopt, zal ik u bij hem brengen.'
'Maar de secretaris van de koning zei...' begon Tony.
'De secretaris van de koning is een nóg grotere dwaas dan ik, mijn heer. Ik hoop niet dat u een dwaas bent.' Hij keerde zich om en liep snel weg.
Anthony Wyndham graaide vlug zijn winst van tafel en volgde Will Somers, die hem door de gangen van Greenwich leidde. Hij liet hem de kamer van de koning binnen door een geheime ingang, zodat ze niet door de voorkamer hoefden, waar alle heren zaten die zo van roddelen hielden.
De koning draaide zich om toen hij hen hoorde binnenkomen en glimlachend stak hij zijn hand uit. 'Anthony Wyndham, het is prettig je weer eens te zien. Ik hoorde dat je me wilde spreken. Wat wilt u me vragen, mijn heer de graaf? Will, schenk ons wat wijn in. Kom, Tony, laten we gaan zitten.'
'Mijn heer, ik bevind me in een nogal moeilijk parket, want sinds mijn komst vanmorgen heb ik dingen gehoord die mijn verzoek zinloos maken. En ik wil u zeker niet beledigen, mijn heer,' zei Anthony zorgvuldig.
Will Somers gaf de bekers aan de mannen en ging zelf op zijn kruk bij de knieën van de koning zitten. De koning begreep het niet zo vlug, want Hal - God zegene hem - had het veel te druk met zichzelf. Maar hij wilde er een goudstuk onder verwedden dat de graaf van Langford over Blaze Wyndham kwam spreken.
'Je tact en oprechtheid doen me deugd, mijn heer,' antwoordde de koning. 'Zeg mij waarvoor je gekomen bent en ik beloof je niet beledigd te zijn door je eerlijkheid.'
'Hoe kun je nu beledigd zijn door iets wat je niet eens begrijpt, Hal?' plaagde Will, in een poging de zaak luchtig te houden en zo de graaf te helpen.
Het bulderende gelach van de koning klonk door de kamer, waarna hij een grote slok wijn nam. 'Een échte dwaas,' zei hij, en daarna wendde hij zich tot Anthony en zei bevelend: 'Ga door, mijn heer de graaf.'
'U zult wel weten, mijn heer,' begon Anthony, 'dat ik mijn titel geërfd heb van mijn geliefde oom, Edmund Wyndham. Edmund en ik scheelden slechts vier jaar in leeftijd en aangezien hij vanaf zijn geboorte wees was, werd hij opgevoed door zijn halfzuster, mijn eigen moeder. Na mijn geboorte groeiden we samen op en we waren meer broers dan oom en neef. Vorige herfst verliet ik het hof om mijn landerijen te inspecteren, grenzend aan die van Edmund. Ik logeerde bij hem en zijn vrouw op RiversEdge. Mijn oom en ik gingen verscheidene dagen op jacht en de dag vóór ik zou vertrekken, stelde Edmund voor om maar thuis te blijven, omdat het een sombere, koude dag was. Ik was zo dwaas hem uit te dagen om toch te gaan jagen. Toen we laat in de middag naar huis reden, waren we in een ernstig gesprek gewikkeld en we werden totaal verrast door een hert dat plotseling vóór ons het bos uit kwam rennen. De honden werden helemaal dol en onze paarden steigerden allebei, maar Edmund kreeg het zijne niet snel genoeg onder controle en werd eraf geworpen. Ik sprong van mijn paard en ging naar mijn oom. Hij was stervende, mijn heer, maar met een bovenmenselijke krachtsinspanning leefde hij nog een paar minuten. Ik knielde naast hem, mijn heer, en haatte mezelf toen ik het leven uit zijn ogen zag verdwijnen en me mijn grappen van die ochtend herinnerde, die ons daar gebracht hadden. Edmund bewoog zijn lippen en ik hield mijn oor vlak bij zijn mond, toen ik hem hoorde zeggen:' 'Trouw met mijn weduwe, Tony. Bescherm haar en mijn kinderen." Daarna stierf hij, mijn heer. We brachten zijn lichaam naar RiversEdge en de schok van de plotselinge dood van haar man was te veel voor zijn vrouw. Ze verloor hun zoon. Na de begrafenis smeekte ze me of ze met haar dochter voor een paar maanden naar haar ouders mocht gaan om van haar verdriet te bekomen. Ik had mezelf er nog niet toe kunnen brengen haar de laatste woorden van haar man te vertellen, want in haar verdriet hield ze mij verantwoordelijk voor de dood van Edmund en het leek me ongepast het haar mee te delen. Ik vond het beter het haar te zeggen als ze terugkeerde naar RiversEdge.
Een week na Pasen reisde ik naar Ashby om de weduwe van mijn oom en haar dochter naar huis te begeleiden. U kunt zich mijn verbazing voorstellen toen ik de kleine Nyssa bij haar grootouders aantrof en hoorde dat haar moeder al vier maanden tevoren naar het hof was vertrokken. Lady Morgan overtuigde me er echter van dat haar oudste dochter haar verdriet eerder aan het hof zou verwerken dan in Hereford. Ik vertelde haar wat Edmund gezegd had. Ze smeekte me toen om haar dochter tot de herfst aan het hof te laten, tot haar rouwperiode volledig volbracht zou zijn. Ik denk dat het nu tijd wordt om me weer bij de dame te voegen en haar te vertellen wat Edmund me heeft gevraagd en haar dan het hof te maken tot aan ons huwelijk, dat na 31 oktober kan plaatsvinden. Dan is het een jaar geleden dat Edmund gestorven is. Toen ik vanmorgen was aangekomen, ontdekte ik al spoedig dat de weduwe van mijn oom, die ik beloofd heb tot mijn vrouw te maken, zeer, uh... bij u in de gunst staat, majesteit. En vandaar mijn dilemma, Sire, zoals u zult kunnen begrijpen,' besloot Anthony.
De koning zat in gedachten verzonken, maar toen zei hij: 'Misschien is het wel niet zo'n groot dilemma, Lord Wyndham. We zijn allebei heren, en daarom zal ik vrijuit met je spreken en je niet in het ongewisse laten over de positie die Blaze in mijn leven inneemt. Sinds 1 mei is ze mijn maîtresse. Haar trouw aan mij staat buiten kijf en iedereen hier aan het hof mag haar graag. Desalniettemin ben ik geen man die de laatste wens van een van zijn onderdanen niet zal erkennen. Hoe zou ik voor God kunnen verschijnen als ik zo'n zonde zou begaan? Maar daarbij,' en hier glimlachte de koning veelbetekenend, 'dit is tussen mannen onder elkaar, ik ben geen gewone man en mijn koninklijke lusten kunnen door Blaze Wyndham niet bevredigd worden, ook al is ze nog zo charmant. Je zult je belofte aan je overleden oom houden. En je doet mij een groot genoegen als je na de rouwtijd met de dame trouwt. Laat mij je verzekeren dat ze een goed karakter heeft, want in de eerste maanden dat ze hier aan het hof was stond ze bekend om haar kuisheid. Ze moest zelfs een beetje gedwongen worden voor ze haar plicht jegens de koning wilde inzien. Blaze Wyndham is een goede vrouw, zoals mijn moeder en mijn grootmoeder. Ze zal een prima echtgenote voor je zijn en als je mij even de tijd gunt om het haar te vertellen, heb je mijn toestemming haar het hof te maken. Ik zal vanavond met haar praten, maar tot die tijd wil ik graag dat jij uit het zicht blijft. Will zal je naar een gerieflijke kamer brengen en ervoor zorgen dat je alles krijgt wat je nodig hebt. Je kunt de kamer aanhouden tot je huwelijk met die dame. Ik zal jullie huwelijk binnenkort afkondigen en je trouwt hier op Greenwich, voordat de dame je weer kan ontgaan.'
Anthony Wyndham was stomverbaasd over die wending in de gebeurtenissen en hij wist niet wat hij zeggen moest. Hij stond op, bedankte de koning stamelend en volgde daarna Will Somers de kamer van de koning uit. De hofnar bracht hem naar een kleine, gerieflijk gemeubileerde kamer, die uitkeek op een van de binnenplaatsen. Het vuur in de haard brandde. Er stond slechts een klein bed in de kamer die verder voorzien was van een aantal stoelen en een tafel. Op de tafel stonden een karaf wijn en twee bekers.
'Niemand zal u hier storen, Lord Wyndham,' zei Will Somers. 'Er zal eten worden gebracht en ik zal het u zeggen wanneer de koning u toestemming geeft u weer vrij te bewegen.' De hofnar boog beleefd en verliet de kamer.
Tony lachte zacht. Wat een ongelooflijke dag was dit, bedacht hij, en hij lachte opnieuw. Hij liep naar de tafel en schonk wat wijn in een beker en nadat hij de beker half leeggedronken had, ging hij bij de haard zitten. Hij moest wel volkomen geschift zijn. Hij had de koning een grove leugen verteld en Hendrik Tudor had hem zonder meer geloofd. Waarom had hij eigenlijk tegen zijn koning gelogen? Voor een vrouw op wie hij verliefd was sinds de dag dat hij haar voor het eerst had ontmoet. Voor een vrouw die hem haatte en de eerste de beste gelegenheid aangreep om van hem weg te lopen. Voor een vrouw die haar lichaam had gebruikt om macht en een hoge positie te verkrijgen en nog geen zes maanden had gerouwd om haar zogenaamd vreselijke verlies!
Zijn oom was op die vreselijke dag, nu bijna een jaar geleden, gestorven zodra zijn lichaam de grond raakte, en er was geen laatste wens en ook geen belofte geweest. Toch had hij dat met zóveel overtuiging beweerd dat de koning het had geloofd. Hij geloofde het bijna zelf en was verbaasd over hetgeen hij had gedaan. Verbaasd omdat hij had gelogen teneinde Blaze in te palmen, zelfs nadat hij had ontdekt wat voor soort vrouw zij in werkelijkheid was. En hij had het voor elkaar gekregen! Lieve hemel, dat was zeker! Nu móest hij wel met haar trouwen, zelfs als hij haar eigenlijk niet meer wilde.
Wilde hij haar nog steeds? Hij wist het niet meer. De gedachte aan Blaze in de armen van een andere man, ook al was het dan de koning, was bijzonder verontrustend. Maar de gedachte aan Blaze in het bed van de koning was nóg erger. Het stoorde hem niet zozeer dat ze Edmunds vrouw geweest was, maar wel dat ze de maïtresse van Hendrik Tudor was. Hij was niet van plan om na zijn huwelijk een oogje toe te knijpen, zodat de koning zijn vrouw na hun huwelijk ook nog af en toe kon zien, zoals Lord Tailboys en master Carey deden. Nee, hij zou op Greenwich met haar trouwen, met de zegen van de koning, maar ze zouden diezelfde dag nog naar RiversEdge vertrekken! Hij zou wel zorgen dat de koning daarvoor toestemming gaf, voordat het huwelijk officieel bekend was.
Hij lachte opnieuw. Er is geen ruimte meer om te onderhandelen, Tony, zei hij tegen zichzelf. Het huwelijk staat al vast en je hebt het zelf gedaan, niet Hendrik Tudor! Hij stond op en liep de kamer door. Toen trok hij zijn laarzen uit en ging op het bed liggen. De reis vanaf Hereford was afmattend geweest, omdat hij Blaze zo graag wilde terugzien, maar nu was hij plotseling erg, erg moe. Hij sliep zó vast dat hij niet eens merkte dat er een jong dienstmeisje binnenkwam en een blad neerzette met koud vlees, brood en kaas.
Die nacht regende het en de koning die op zijn maïtresse zat, speelde in gedachten verzonken met haar borsten. Toen hij haar nam, wist hij dat hij haar zou missen. Blaze Wyndham was een wijze en liefhebbende vrouw en hij was nog nooit zo tevreden geweest als met haar. Ze was geen berekenende of erg gecompliceerde vrouw, zoals Anne Boleyn waarschijnlijk was, en Blaze had hem nooit gekwetst. En hij dacht ook niet dat ze ooit zoiets zou doen, als hun verhouding zou voortduren. Het was heel jammer dat hij niet zelf met haar kon trouwen, want ze kwam uit een vruchtbare, gezonde familie. Ze zou een goede koningin geweest zijn voor hem en een goede moeder voor zijn zonen. De wil van God was vaak moeilijk te volgen.
Ze voelde de verwijdering tussen hen en vroeg zich af wat dat kon betekenen. Ze had hem wel heimelijke blikken naar juffrouw Anne Boleyn zien werpen en ze zou het niet erg vinden als hij genoeg van haar had, bedacht ze, maar lieve help, toch niet in ruil voor dat katachtige wezen met haar scherpe tong! Blaze had allang gehoord wat juffrouw Anne beweerde toen ze hoorde dat Blaze 'de stille geliefde' genoemd werd. Ze had gezegd: 'Ze is misschien niet zozeer stil, maar gewoon saai, mijne heren!' Nee, juffrouw Boleyn was niet het juiste type vrouw voor Hendrik.
'Wat is er, mijn heer?' vroeg ze en keek hem recht in het gezicht.
Hij keek direct naar haar, boog zich voorover en kuste haar lippen. 'Laat me dit eerst afmaken, mijn kleine plattelandsmeisje, dan zullen we praten,' zei hij. Hij speelde nog even met haar tepels, omdat hij wist dat ze dat prettig vond. Toen nam hij haar zó gewelddadig als hij nog nooit gedaan had. Het leek wel of hij gek van lust werd. Hij leunde nog verder naar voren, hield haar armen vast boven haar hoofd en drukte zijn mond bijna wreed op de hare.
Hij was een geweldige minnaar, dacht ze, die precies wist hoe hij haar zodanig moest opwinden dat ze aan zijn eigen wensen kon voldoen. Hij had haar dingen geleerd die een man en vrouw konden doen waarvan ze nooit had gedacht dat ze bestonden. En hoewel hij altijd sterk geweest was en haar de baas bleef, was hij na die eerste keer nooit meer wreed tegen haar geweest. Die avond leek het alsof ze vlogen, tot ze uiteindelijk beiden bevredigd waren en naar adem snakten.
Hij nam haar hand in de zijne, draaide hem om en kuste haar handpalm. 'Ik heb een huwelijk voor je geregeld,' zei hij, zonder omwegen. Die mededeling kwam voor haar als een donderslag bij heldere hemel.
'Met wie?' bracht ze met moeite uit.
'Anthony Wyndham,' zei hij, en hij wapende zich tegen de storm, die ongetwijfeld zou volgen.
'Anthony Wyndham?!' Ze rukte haar hand uit de zijne, ging op haar hurken zitten en keek hem aan. 'Lieve God, wat heb ik gedaan dat je zo boos op me bent dat je me met de moordenaar van Edmund laat trouwen?' De tranen begonnen over haar roze wangen te lopen. Hij voelde zich schuldig, want hij kon er niet tegen als een vrouw ging huilen.
'Anthony Wyndham hééft zijn oom niet vermoord, Blaze. Ik heb dat persoonlijk laten uitzoeken. Je bent nu toch zeker niet meer boos op hem?'
'Boos op hem? Ik haat hem!'
'Maar toch heeft hij je man beloofd, toen die stervend in zijn armen lag, dat hij met jou zou trouwen en je kinderen zou beschermen,' zei de koning. 'Hij is vandaag aan het hof gearriveerd en heeft me alles verteld. Hoe kan ik nu de laatste wens van je man weigeren? Hoe kun jij dat?'
'Dit heb ik nog nóóit gehoord,' zei Blaze wantrouwend. 'Ik gelóóf hem niet!'
'Waarom zou hij over zoiets liegen, Blaze? Hij vertelde me dat hij het niet kon opbrengen het je eerder mee te delen, vanwege je grote verdriet over je dubbele verlies. Hij wilde het je in het voorjaar vertellen, maar toen hij op Asby kwam, was je er niet en je moeder heeft hem ervan overtuigd dat het beter voor je was als je tot de herfst aan het hof kon blijven, tot de rouwperiode officieel voorbij was.'
'Het is 16 september, mijn heer,' zei Blaze. En toen riep ze uit: 'O, wat harteloos van hem! Hij is op 16 september gekomen! Weet je wat dat voor een dag is? Vandaag zou ik vier jaar met Edmund getrouwd geweest zijn!'
'Ik denk niet dat hij daarbij stilgestaan heeft, Blaze,' zei de koning vriendelijk.
'Edmund zal een jaar dood zijn op de avond vóór Allerheiligen,' zei ze bedroefd.
'Je trouwt op 5 november in mijn eigen kapel,' zei de koning rustig. 'Ik zal de bruid zelf weggeven. Ik heb Anthony Wyndham beloofd dat ik het je vanavond zou vertellen. Liefste, dit is de laatste keer dat we samen zijn. Morgen zul je de graaf van Langford ontmoeten als je aanstaande echtgenoot en je toegewijde verloofde. Ik zal hem niet in verlegenheid brengen, want ik weet dat hij een trotse man is.'
'Ik trouw niet met hem!' zei Blaze koppig. 'Ik doe het met!'
'Dan trouw je met Thomas Seymour,' zei Hendrik Tudor, 'maar je trouwt in ieder geval op 5 november, mijn kleine plattelandsmeisje.' De stem van de koning klonk net zo koppig als die van Blaze.
'Je geeft me toch niet aan Thomas Seymour, hè? Die verwaande kwast zal iedere keer dat hij met me heeft gevrijd het hele hof vertellen dat hij beter is dan jij!'
Daar had de koning nog niet bij stilgestaan en dus besloot hij dat het dreigement om haar met Thomas Seymour te laten trouwen zowel dwaas als ongeloofwaardig was. 'Daar heb ik niet bij stilgestaan, liefje,' gaf hij toe. 'Maar ik duld geen ongehoorzaamheid van je, Blaze. Je trouwt met Anthony Wyndham. Kom nu,' zei hij en trok haar in zijn armen. 'Laten we de tijd die ons nog rest goed gebruiken.'
'Ik geloof er niets van!' brieste Bliss, toen ze de volgende ochtend het nieuws van haar zuster hoorde. 'Heeft de koning je afgedankt? Dat komt door dat mens van Boleyn! Ik wéét het! Ze zeggen dat ze een heks is en dit is pure hekserij!'
'Lieve hemel, Bliss, let een beetje op je woorden!' waarschuwde Owen FitzHugh zijn mooie vrouw.
'We zijn in onze eigen kamer!' zei Bliss scherp. 'Mag ik hier alsjeblieft zeggen wat ik denk?'
'Niet in het paleis van de koning!' zei haar echtgenoot. 'Je bent lang genoeg aan het hof geweest om te weten dat de muren oren hebben!' Hij keerde zich naar zijn schoonzusje, 'Ik denk dat het zo beter is, Blaze.'
'Ik houd niet van hem, Owen, dus is mijn hart niet gebroken. Ik heb altijd al geweten op zekere dag op deze manier te worden "gepensioneerd". Maar Anthony Wyndham? Dat is mijn probleem. Ik zie nog steeds in mijn dromen het gebroken lichaam van Edmund en het blauwe gezichtje van mijn kleine jongetje. En ja, ik maak me ook zorgen om Hal, want Bliss heeft gelijk. Mijn heer denkt aan Anne Boleyn en ik ben bang dat die de koning niet veel goeds zal bezorgen. Weet je, Owen, ik weet beter dan wie ook dat Hal een mens is zoals alle mensen. Ik geef toe dat hij een vrouw nodig heeft om hem zijn gewenste zonen te geven en hoewel juffrouw Anne uiteindelijk dezelfde weg zal gaan als haar zuster en ik, ben ik bang dat ze hem diep zal kwetsen voor het voorbij is.'
Owen knikte. Hij begreep plotseling waarom de koning zich zo tot Blaze aangetrokken had gevoeld. Ze was zo oprecht en goed, maar weinig andere vrouwen waren zoals zij, en ze was zeker niet zo dwaas als velen dachten.
'Hij zal je missen,' zei de graaf van Marwood. 'Als hij 's nachts wakker wordt en je niet meer naast hem ligt, zal hij je missen.'
'En Anthony Wyndham?' vroeg Bliss. 'Als datgene wat de koning zegt waar is? Hij zal toch zeker niet tegen de koning liegen!'
'Dat vraag ik me ook af,' gaf Blaze toe. 'Waaróm zou hij liegen? Ik zou het niet weten. Dus zal hij de waarheid wel spreken. Ik vind het niet erg vleiend dat hij Hal om toestemming gevraagd heeft en alleen maar uit plichtsbesef met mij wil trouwen. O, die stomme rotzak!'
Er werd geklopt, en Betty, die opendeed, liet Anthony Wyndham binnen. Owen FitzHugh stapte met uitgestrekte hand naar voren.
'Het is goed je weer eens te zien, Tony. Ik begrijp van Blaze dat we familie van elkaar worden.'
Anthony Wyndhams ogen gleden door de kamer, op zoek naar haar. Even kon hij geen woord uitbrengen. Hij was vergeten hoe mooi ze was, maar nu hij haar in haar lichtpaarse japon zag staan, met haar honingkleurige krullen los op haar ronde schouders, wist hij het opeens weer. Haar ogen stonden echter ijskoud. Zij was kennelijk niet zo blij met deze wending. Ze vond het natuurlijk prettig de koninklijke hoer te spelen, dacht hij, en hij voelde woede in zich opkomen.
'Gegroet, mevrouw,' zei hij. 'De koning heeft je kennelijk van ons aanstaande huwelijk op de hoogte gebracht.' Zijn stem klonk koel en Bliss huiverde.
'Gisteravond, in bed,' zei Blaze onvriendelijk, en ze zag zijn minachtende blik. 'De datum is 5 november, als je het nog niet wist.' Ze keek hem vijandig aan. Hoe durfde hij haar te veroordelen! Hoe kon hij weten wat het betekende een machteloze vrouw te zijn, in de macht van de koning?
'Dat heeft de koning me vanmorgen verteld, mevrouw. Hij heeft me ook verteld dat hij jullie intieme relatie nu heeft beëindigd. Ik neem aan dat je je nog wel herinnert hoe de gravin van Langford zich dient te gedragen?'
'Nog net zo goed als ik me de dood van Edmund herinner,' antwoordde ze op geveinsd vriendelijke toon.
'Laten we wijn drinken om deze gebeurtenis te vieren,' zei Owen FitzHugh in een poging om de tastbare spanning te doorbreken, vooral omdat hij zag dat Bliss totaal niets begreep van de openlijke vijandelijkheden tussen Blaze en Tony.
'Er is niets te vieren,' zei Blaze boos en waardig verliet ze de kamer.
Bliss, die nooit om een antwoord verlegen zat, kon haar oudste zuster alleen maar met open mond nastaren.
Owen FitzHugh schonk rustig drie bekers dieprode wijn in en deelde ze rond. Toen hief hij zijn eigen beker en zei: 'Je zult ontdekken dat de Morgan-vrouwen even temperamentvol als hartstochtelijk zijn, Tony. Maar het is in elk geval nooit saai om met hen getrouwd te zijn, mijn vriend.'
'Owen!' Bliss had zich hersteld en keek boos naar haar man. 'Wie zegt er nu zoiets over mijn zusje en mij!'
'Ik spreek alleen maar de waarheid,' plaagde de graaf van Mar-wood, en Anthony Wyndham móest wel lachen.
'Sla je Bliss vaak?' informeerde hij beleefd, maar zijn blauwe ogen schitterden.
Wat is hij knap, dacht Bliss, toen ze hem zo zag.
'Nee,' antwoordde Owen. 'Ik sla haar helemaal niet, want ik weet een veel aardiger methode om haar gedrag te beïnvloeden. Is het niet, mijn aanbiddelijke vrouwtje?'
'En ik houd hem zo ook in toom,' zei Bliss honingzoet. 'Nietwaar, mijn heer?'
Tony lachte nu hardop en zei toen treurig 'Ik betwijfel of Blaze en ik ooit het geluk zullen vinden zoals jullie tweeën.'
'Waarom wil je haar dan hebben?' vroeg Owen FitzHugh.
'Omdat hij van haar houdt!' riep Bliss uit. 'O, Tony, je houdt van haar, hè?' Heel even had ze de kwetsbare blik in zijn ogen gezien toen hij over Blaze sprak.
'Ja, ik houd van haar. Al heel lang,' luidde het rustige antwoord.
'Daarom zag je Delight nooit staan,' ging Bliss door, en vervolgde toen: 'O, arme Delight! Haar hart zal breken als ze hoort dat je met Blaze trouwt. Of weet ze het al?'
Hij schudde ontkennend zijn hoofd en Owen zei: 'Het is zo het beste voor Delight. Ze loopt al twee jaar te treuren op Ashby, maar nu krijgt ze misschien eindelijk oog voor de jonge mannen die haar het hof proberen te maken.'
'O, Owen, je begrijpt Delight niet! Voor mannen is alles zo zwartwit,' zei Bliss geërgerd. 'Je bent nu toch zeker wel lang genoeg met mij getrouwd om te weten dat dat met zo is.'
'Bij jou, lieve Bliss, is nooit iets zeker,' zei Owen FitzHugh.
'Bij Blaze ook niet,' antwoordde Bliss, en ze keek naar haar aanstaande zwager. 'Je zult je op een of andere manier met haar moeten verzoenen, want je kunt niet strijdend naar het altaar gaan.'
Bij het vermelden van de naam van Blaze en hun situatie betrok zijn gezicht. Hij was nu officieel aan haar gekoppeld en vroeg zich af of hij zijn onstuimige daad in de toekomst niet zou gaan betreuren. Hij had zich opzettelijk verbonden met een helleveeg die hem haatte. Kon hij onder die omstandigheden eigenlijk wel hopen op een gelukkige toekomst? Toch moest hij proberen haar tot rede te brengen, want binnen een paar weken zouden ze ertoe veroordeeld worden de rest van hun leven samen door te brengen. Die gedachte ontnuchterde hem volkomen en hij dronk zijn beker wijn in twee slokken leeg.
Het leven aan het hof was niets veranderd, merkte hij. Er waren overal groepjes, en nu probeerden al die verschillende groepjes achter de waarheid te komen wat de relatie tussen Lady Blaze Wyndham en de koning betrof, vooral nadat de koning die dag de verloving had aangekondigd tussen Anthony Wyndham, graaf van Langford, en zijn innig geliefde vriendin, Lady Blaze Wyndham. Gebruikte de koning Tony Wyndham als vader voor een bastaard, die verwacht werd? Lady Wyndham had maar één bediende, een koppige boerenvrouw met rode wangen, die beslist niet omkoopbaar was. Dus niemand wist zeker of de slanke Blaze nu wel of niet een kind verwachtte.
Het was duidelijk dat de koning beslist niet boos was op Blaze Wyndham, want hij gedroeg zich heel hartelijk en voorkomend tegen haar. Ze was dus niet in ongenade gevallen en woonde ook nog steeds in de vertrekken vlak boven die van de koning. Dat was ook weer aanleiding voor geruchten, van meer wellustige aard. Er werd beweerd dat de koning en de graaf Lady Wyndham samen deelden.
Dan was er natuurlijk ook nog de mogelijkheid dat de koning een andere dame op het oog had. Er was niet veel nodig om te ontdekken dat juffrouw Anne Boleyn steeds vaker in de koninklijke belangstelling stond, naarmate Lady Wyndham minder koninklijke verplichtingen had in verband met haar aanstaande huwelijk. Het was echt een heel opwindende herfst! Aan de ene kant was daar de koning, die verwoed probeerde een nieuwe geliefde het hof te maken, aan de andere kant zijn vorige liefde, die in het openbaar met haar verloofde kibbelde, zeer tot genoegen van het hele hof.
'Kun je je woedeuitbarstingen niet bewaren voor als we alleen zijn, mijn heer?' vroeg Blaze op een avond vinnig toen Anthony haar naar haar kamers had gebracht.
'Ik zal me beheersen zodra jij je kunt gedragen, mevrouw,' beet hij terug.
'Lord Neville en ik stonden alleen maar te praten en waren voor iedereen te zien. Wat denk je eigenlijk dat hij zou doen onder zulke omstandigheden?'
'Lord Neville stond openlijk naar je boezem te staren,' raasde To-ny. 'Nog even en hij had een hand op je borst gelegd en je ter plaatse verleid waar iedereen bij stond!'
Blaze sloeg hem woedend in zijn gezicht. 'Hoe dürf je!' brieste ze. 'Ik heb me nog nooit als een ordinaire slet gedragen en zo gedraag ik me ook nu niet. Jij gedraagt je echter als een idioot!'
'Ik begrijp het,' zei hij koud. 'De hoer spelen voor een koning is iets anders dan de hoer spelen voor een gewone edelman!'
Blaze trok wit weg van woede, maar inwendig kookte ze. 'Je weet er niets van, mijn heer. Niets! Maar als je me zo'n hoer vindt, waarom neem je dan eigenlijk de moeite om met me te trouwen? Een of andere bleke, vlekkeloze maagd zou toch veel beter bij je passen!'
'Misschien heb je gelijk,' schreeuwde hij naar haar, 'maar ik heb Edmund iets beloofd en ik ben altijd een man van mijn woord geweest! Ik trouw met je, Blaze, en dan neem ik je mee terug naar RiversEdge, waar jij je zult gedragen zoals mijn vrouw zich behoort.te gedragen. En je zult mijn kinderen baren, zodat de Wyndhams niet uitsterven.'
Woedend deed ze een stap bij hem vandaan. 'Ik héb al eens een zoon voor de Wyndhams gebaard en jij hebt hem vermoord!' Ze greep een porseleinen pot met kruiden en smeet die met al haar kracht naar zijn hoofd.
Hij bukte en de pot vloog in stukken tegen de muur. Overal lagen scherven, gedroogde bloemblaadjes en kruiden. Dreigend liep hij naar haar toe, zijn gezicht vertrokken van woede.
'Toe maar,' daagde ze hem uit. 'Sla maar, als je durft! De koning is nog niet zo weg van juffrouw Anne dat ik zijn wraak niet over jouw stomme hoofd kan afroepen! Waar je me ook slaat, ik zal het hem laten zien! Hij was altijd dol op mijn zachte, blanke huid en vond het altijd naar als ik een blauwe plek had. Raak me aan en hij zal het te horen krijgen! Ik zwéér het!'
'Stomme teef!' snauwde hij. Hij draaide zich om en vloog de kamer uit. Toen hoorde hij haar spottend lachen en ze riep hem achterna: 'Lafaard!'
De koning riep haar de volgende dag bij zich. Hij zette haar op zijn schoot in zijn eigen kamer en zei: 'Je veroorzaakt een schandaal met je voortdurende geruzie, mijn kleine plattelandsmeisje. Je kunt het niet voortdurend openlijk oneens zijn met onze beste Tony. Er wordt gezegd dat ik je tot dit huwelijk heb gedwongen en die praatjes kwetsen mij, want je weet dat ik dit alleen maar doe omdat je dan weer veilig en tevreden thuis kunt zijn bij je kleine dochter. Je bent niet écht voor het hof bestemd, Blaze Wyndham. Zodra je getrouwd bent, ga je weer naar huis. Begrijp je wat ik je gezegd heb?'
'Ik begrijp meer dan jij denkt, Hal,' zei ze. Haar onderlip trilde en haar ogen vulden zich met tranen.
'Ik heb van je gehouden, Blaze,' zei de koning zachtjes, 'maar je moet nooit de fout maken te denken dat je je op die liefde kunt laten voorstaan. Zoals ik je al zo vaak gezegd heb, ben ik geen gewone man. Ik ben de koning! Begrijp je nu wat ik zeg, liefste?'
Blaze knikte zwijgend, waarna ze werd weggestuurd. Ze begreep het. O, ja, ze begreep het zo goed! Het was zoals Bliss weken geleden had gezegd: ze was afgedankt door de koning. Hij had voor een geschikte echtgenoot gezorgd en nu kon hij zijn handen van haar aftrekken en zich concentreren op juffrouw Anne, die venijnige kat! Zolang Blaze zich zou gedragen, zou ze met de koning bevriend blijven, maar Hendrik Tudor had haar zeer duidelijk te kennen gegeven dat, als ze haar openlijke geruzie met Anthony Wyndham niet zou staken, ze zich zijn toorn op de hals zou halen.
Ze vluchtte haar kamers in en sloot zich op in de slaapkamer, zeer tot verdriet van Heartha. Ze moest nadenken en wilde alleen zijn. Helemaal alleen. Het vuur van haar boosheid over de vroege dood van Edmund had nu bijna een jaar in haar binnenste gesmeuld en hoewel ze met het verstrijken van de tijd was gaan beseffen dat Anthony Wyndham niet écht schuldig was aan Edmunds dood, had ze dat nog nooit openlijk willen toegeven. Nu zou ze dat wel móeten, als er ooit enige rust tussen hen wilde komen. Hendrik Tudor had geëist dat die rust er kwam.
Ze had van Edmund Wyndham gehouden zoals een onschuldig meisje van haar eerste geliefde houdt. Als hij nog zou leven, zou ze de rest van haar leven van hem zijn blijven houden. Hij had haar alles gegeven wat ze ooit gewenst had, en meer dan dat. Zijn toewijding, zijn zoete liefde, zijn naam, kleine Nyssa, RiversEdge. Ze had nooit kunnen dromen dat zoveel geluk tussen twee mensen mogelijk was, als bij hen tweeën. En toen was hij net zo plotseling uit haar leven verdwenen als hij gekomen was.
Wat de koning betrof, ze had zijn aandacht niet gezocht, maar toch had ze bij Hendrik Tudor een ander soort liefde gevonden. Ze had al snel begrepen dat hij het produkt was van zijn koninklijke opvoeding. Hij was een machtige, wispelturige, briljante vorst. Hendrik had een zachtaardige vrouw nodig, die zich door hem liet leiden. Bij hem had ze de ware hartstocht leren kennen. Er waren slechts weinig mensen -de prinses van Aragon, Will Somers, zijzelf - die door Hendriks arrogante optreden heen konden kijken en de onzekere kleine jongen zagen die Hal in werkelijkheid was. De jongen die de troost en de verzekering nodig had die alleen een zachtmoedige vrouw hem kon bieden. Ja, de koning had haar nodig gehad, hoewel hij dat nooit zou willen toegeven. Ze vroeg zich af wie nu in die behoeften moest voorzien. Zeker juffrouw Anne Boleyn niet, met haar Franse maniertjes en aanmatigende gedrag.
Wat bleef er nog over? Wat voor soort liefde zou Anthony Wyndham haar kunnen geven? Ze kon in elk geval niet teruggaan in de tijd en hem bieden wat ze Edmund had geboden. Ook kon hij voor haar Hendrik Tudor niet vervangen, en dat zou ze ook niet willen. Ze schudde mistroostig haar hoofd. Waarom dacht ze eigenlijk wat Tony betrof aan liefde? Hij hield niet van haar en ze betwijfelde of hij ooit van haar zou kunnen houden. Hij trouwde met haar omdat hij dat de stervende Edmund had beloofd. Ze geloofde dat nu wel, want ze zou niet weten waarom hij anders zoiets zou zeggen.
Er zou geen liefde tussen hen zijn. Maar wat dan wel? Ze was niet zo dwaas om niet te weten dat ware liefde slechts zelden voorkomt in een huwelijk. De meeste mensen trouwen uit andere overwegingen, zoals bezit, kinderen, familieverplichtingen of iets dergelijks. Hoe konden zij in vredesnaam met elkaar in vrede leven als ze niets voor elkaar voelden? Ze had altijd zoveel geluk gehad, want haar ouders hielden van elkaar, zij had van Edmund gehouden en ook haar zusters waren gelukkig getrouwd. Zij waren allemaal uitzonderingen die de regel bevestigden.
Wat was er zonder liefde? Vriendschap? Respect? Tolerantie? Hij hield niet van haar, maar hield hij wel van een andere vrouw? Had hij ergens een maitresse die hem al kinderen had geschonken? Ze wist het niet, want ze moest toegeven dat ze Anthony Wyndham eigenlijk helemaal niet kende. Toch, als ze hem de dood van Edmund kon vergeven, dan konden ze daar misschien op voortbouwen. Ze moest het proberen. Ze kon niet boos blijven en steeds blijven wensen een zwaard in zijn zwarte hart te kunnen steken! Over een paar dagen zou hij haar man zijn en dan zouden ze Greenwich en het hof verlaten. Dan zou ze niet meer naar de koning kunnen rennen als ze beledigd werd. Ze glimlachte somber. Ze had de koning helemaal niet meer tot haar beschikking. Dat had hij haar pas nog duidelijk gemaakt. Ze moest vrede sluiten met zichzelf. Het móest!
'Mevrouw, mevrouw!' Heartha stond op de deur te bonzen. 'Mevrouw! Betty zegt dat mevrouw Bliss u direct nodig heeft!'
Blaze deed de deur open en haastte zich naar buiten. 'Waar is mijn zuster?' vroeg ze aan de kleedster van Bliss.
'Ze is in haar kamer en is erg beroerd, mevrouw! O, ze is zó ziek, de arme vrouw!'
Bliss zag zo wit als een laken. Ze had al twee keer in een zilveren kom gebraakt en zag er vreselijk uit.' Ik voel me afschuwelijk!' klaagde ze. 'Het is al de tweede keer deze week dat me dit overkomt. Wat is er toch met me? Nee! Niet die japon, stomme meid! Ik heb je toch gezegd dat die te strak zit! O, Blaze, ik voel me vreselijk!'
'Wanneer was je voor het laatst ongesteld, Bliss?' vroeg haar zusje.
'Wat heeft dat er nu mee te maken! Je weet hoe onregelmatig ik altijd ben. Dat is het enige echte verschil tussen Blythe en mij.'
'Wanneer?'
'Drie, vier maanden geleden. Ik weet het niet meer.'
'Je bent zwanger,' constateerde Blaze.
'O, nee!' gilde Bliss. 'Dat kan niet! Owen heeft altijd gezegd dat we aan het hof konden blijven zolang we geen kinderen hadden, maar als er baby's zouden komen, moest ik thuisblijven!'
'Je had allang een kind moeten hebben,' zei Blaze. 'Blythe heeft er twee en de derde is op komst. Ik heb Edmund er twee gegeven. Het wordt tijd, Bliss. Trouwens, als jij Owen een paar zonen en dochters geeft, wil ik wedden dat je weer terug mag naar je geweldige hof. Hij houdt net zomin van een rustig leven als jij! En jij zult hem heus niet alleen laten gaan. Dat weet ik wel zeker!' lachte Blaze.
'Inderdaad niet,' zei Bliss vastbesloten. 'Als ik op het platteland moet wonen, dan woont Owen FitzHugh er ook!'
'Waarom gaan we naar het platteland?' vroeg Owen, die net de kamer kwam binnenlopen met Tony en de laatste woorden van zijn vrouw opving.
'Omdat ik een baby krijg,' zei Bliss zonder omwegen.
'Een baby!' Het gezicht van de graaf van Marwood was één en al glimlach. 'Krijgen we een baby, mevrouw? Dat is geweldig! Dat is schitterend!' Toen bedacht hij zich. 'Maar waarom moet ik het hof verlaten? Omdat jij een baby krijgt?'
'Omdat ik het hof niet zonder jou verlaat, meneer!' zei Bliss vriendelijk.
'Het hof is geen plaats voor een baby!' hield Owen vol.
'Daar ben ik het mee eens,' antwoordde zijn vrouw. 'Maar ik zal niet gelukkig zijn zonder jou, mijn heer, en als ik met goed gevolg jouw zoon moet baren, móet ik gelukkig zijn, nietwaar? En om gelukkig te zijn, moet ik jou voortdurend aan mijn zijde hebben, zodat je niet de vrijgezel kunt uithangen hier op Greenwich, met alle jongedames, terwijl ik zo dik word als een speenvarken van jouw zaad, ergens op het platteland!'
'Nu, Bliss, luister, liefste...' begon Owen FitzHugh.
'Nee, Owen, lieveling...' zei Bliss.
Blaze liep zacht de kamer uit. 'Ze gaan ruzie maken,' zei ze zachtjes, en toen met enige humor: 'En wij hoeven op dat gebied niets meer te leren, hè, mijn heer?'
'Nee, mevrouw, in die sport zijn we heel bedreven.'
'Ik zou zeggen dat we in die sport uitblinken, meneer,' antwoordde ze. 'Misschien wordt het tijd onze strijdbijlen te begraven.'
'En hoe stel je voor dat te doen, mevrouw?' vroeg hij haar.
'Ik weet het niet, mijn heer, maar ik weet dat we onze meningsverschillen niet kannen meenemen naar RiversEdge. Ik wil niet dat Nyssa in de war raakt omdat wij boos op elkaar zijn.'
'Je hebt niet zo heel vaak aan je dochter gedacht, de laatste negen maanden,' zei hij stug.
'Ze is bij mijn ouders in goede handen,' zei Blaze met opeengeklemde tanden. Ik ga geen ruzie maken, zei ze binnensmonds.
'Nyssa is op RiversEdge, waar ze thuishoort,' antwoordde hij.
'Je hebt mijn dochter meegenomen? Hoe dürf je!' Blaze was woedend, maar omdat ze zich ervan bewust was dat iedereen hen kon horen, sprak ze heel zachtjes.
'Nyssa is een Wyndham, mevrouw, en hoort op RiversEdge. Het is haar thuis. En Edmund zou gewild hebben dat ze daar woonde.'
'Ik zou haar heus wel teruggebracht hebben,' zei Blaze, zo rustig mogelijk, 'ik weet beter dan jij wat haar vader gewild zou hebben, mijn heer. Ze was tevreden op Ashby met mijn kleine broertjes als gezelschap en in goede handen bij haar grootmoeder, die zoveel ervaring met kinderen heeft.'
'Ze is nu thuis, onder mijn moeders hoede,' antwoordde hij, en was verbaasd dat ze nog niet tegen hem stond te gillen.
'Je had het recht niet haar bij mijn moeder weg te halen, mijn heer.'
'Ik ben de graaf van Langford, Blaze. Natuurlijk is het welzijn van mijn opvolgster mijn zorg.'
'Ik wil er niet meer over redetwisten, meneer,' zei Blaze. 'Nyssa is in goede handen, maar denk er in de toekomst aan dat ik haar moeder ben!'
'Ik zal eraan denken, mevrouw, als jij dat ook doet,' antwoordde hij. Blaze slikte een boze opmerking weer in.
De volgende dagen - de datum van het huwelijk kwam steeds dichterbij - lette Blaze erop dat ze in het bijzijn van Anthony Wyndham haar zelfbeheersing niet meer verloor, hetgeen niet meeviel. Het leek wel of hoe meer ze haar best deed iets gemeenschappelijks tussen hen te vinden, hoe meer hij probeerde haar te ergeren. De koning was echter zeer in zijn schik met haar. Hij nam haar op een middag apart om samen door de schilderijengalerij te lopen en zei: 'Wij zijn tevreden over je gedrag, liefste.'
'Ik heb altijd geprobeerd het u naar de zin te maken, majesteit,' zei Blaze zedig.
Hendrik Tudor grinnikte veelbetekenend. Ze was er altijd al in geslaagd het hem naar de zin te maken, zelfs in het begin, toen ze niet wilde, bedacht hij.
Vanuit een hoek in de galerij zag juffrouw Anne Boleyn Lady Wyndham met haar smalle hand op de arm van de koning lachend naar hem kijken en ze beet op haar lip van pure woede. Vanuit een andere hoek zag de graaf van Langford hen samen lopen en hij vroeg zich af of de koning hem nu al voor gek zette. Hij voelde de woede in zich opborrelen.
Op 5 november 1525 trouwde Lady Blaze Wyndham, weduwe, in de kapel van de koning op Greenwich met Anthony Wyndham, vrijgezel , graaf van Langford. Kardinaal Wolsey zelf leidde de dienst. De bruid droeg een okergele fluwelen japon, die rijk geborduurd was met gouddraad, parels en topazen op het lijfje en op de mouwen, benevens op de onderrok, die dezelfde kleur had als de japon. De mouwen en de hals van de japon waren afgezet met goudkleurig kant. Haar honingkleurige haar was in het midden gescheiden en achter in haar hals vastgezet in een knot, die versierd was met parels. En ze droeg parels en topazen om haar hals en parels in haar oren. De bruidegom zag er al net zo knap uit in zijn zwartfluwelen pak. Het vest was zwaar versierd met parels en gouddraad, zijn gouden ketting was bezaaid met grote parels en zijn knielange fluwelen mantel was gevoerd en afgezet met sabelbont.
De koning gaf de bruid weg. Publiekelijk durfde daar niemand om te lachen, maar privé waren er al heel wat wrange grappen over gemaakt. De graaf en gravin van Marwood stonden het bruidspaar bij, wat zo hoorde, omdat ze familie van de bruid waren. Het huwelijk werd 's morgens vroeg gesloten en daarna stelde de koning voor gezamenlijk te ontbijten. Er werden vele heildronken op het paar uitgebracht en vlak voor hun vertrek gaf kardinaal Wolsey hun de zegen.
'Laten we hopen dat het huwelijk langer standhoudt dan de kardinaal,' mompelde Anne Boleyn tegen haar broer George.
'De koning is nog niet van jou, petit soeur,' fluisterde George Boleyn.
Anne Boleyn glimlachte fijntjes. 'Dat komt nog wel,' zei ze zacht. 'O ja, broeder George, dat komt wel. Zeker nu ik hem verlost heb van die lieve, aardige Lady Wyndham.'
'Je zou niet zoveel moeite hebben hoeven doen als je gewoon wilt doen wat onze zuster Mary heeft gedaan,' zei George Boleyn spottend.
'Ik ben niet al die jaren maagd gebleven om voor hoer te spelen zoals onze zuster,' zei juffrouw Anne vinnig.
'Wil jij dan niet de maitresse van de koning worden?' George Boleyn was verbaasd.
'Zijn maitrésse? Lieve hemel, nee! Ik ben helemaal niet van plan ooit maitresse van wie dan ook te worden!'
'Wat wil je dan, Anne?' vroeg George Boleyn.
'Ik wil zijn vrouw worden, George,' zei Anne Boleyn. 'Ik wil koningin worden en daarom moest ik van Blaze Wyndham af!'
George Boleyn gooide zijn hoofd in zijn nek en lachte hardop. 'Allemachtig, Annie, jij bent me er een, hoor!' zei hij schaterlachend.
'Precies, broertje, dat klopt,' zei Anne, en toen ving ze, zonder zelfs te kijken, het bruidsboeket op dat Blaze haar toewierp. Zedig hield ze het in haar handen, drukte het tegen haar gezicht en ademde diep de geur in van viooltjes en late rozen.
George Boleyn, die zich niet kon beheersen brulde van het lachen.