8

 

 

Lady Nyssa Wyndham groeide voorspoedig op onder de liefhebbende ogen van haar ouders. Ze praatte al vroeg en liep ook heel vlug. Eerst waggelde ze de grote hal door op haar dikke, kleine beentjes, maar al snel liep ze heel goed. Haar ooms, Henry en Thomas Morgan, die drie maanden na haar geboren waren, hielden haar vaak gezelschap. De tweelingbroertjes van Blaze waren op 1 april ter wereld gekomen. De familie zei gekscherend dat God een laatste grap had uitgehaald met Lord Morgan door hem tweelingzoons te schenken na zoveel tweelingdochters. Maar het kind dat Nyssa's beste vriendinnetje zou worden heette Mary Rose Kingsley, de dochter van Blythe, die negen en een halve week na Nyssa geboren was, op 26 februari.

In de nazomer vóór de tweede verjaardag van Nyssa merkte Blaze dat ze weer een kind zou krijgen. Die wetenschap was een hele opluchting voor haar, want sinds Nyssa's geboorte had Blythe niet alleen Mary Rose gebaard, maar ook nog haar kleine babybroertje, Robert, die afgelopen juni geboren was.

'Nu krijg je, net als Mary Rose, een broertje,' vertelde Blaze haar dochter.

'Ik wil een klein zusje!' zei Nyssa en stampte met haar kleine voetje op de vloer.

Edmund nam zijn kind op schoot. Nyssa kroop dicht tegen haar vader aan en wierp een bezitterige blik op haar moeder. 'Papa heeft een zoon nodig, Nyssa. Mama heeft nog tijd genoeg om een klein zusje voor jou te krijgen, maar eerst wil ik graag een jongen,' zei de graaf.

'Je hebt mij toch!' zei Nyssa, alsof ze daarmee alles kon oplossen.

'Je kunt het haar niet uitleggen.' Blaze glimlachte. 'Ze is nog geen twee.'

'Ik zou niet zeuren als ik het landgoed niet had,' zei Edmund tegen haar. 'Anders zou ik volmaakt tevreden zijn met Nyssa. Maar als ik er niet meer ben, heeft ze een broer nodig om haar te beschermen en om voor haar bruidsschat te zorgen.'

'Nu verwacht ik een zoon,' zei Blaze beslist. 'Vorige keer wist ik het niet. Toen dacht ik gewoon dat ik een jongetje zou krijgen, maar deze keer weet ik het zeker! Op de een of andere manier voel ik het.'

'Bid God dat je gelijk hebt,' antwoordde hij haar, 'want anders erft Tony alles. Hoewel dat nog niet eens zo erg zou zijn, want hij stamt direct af van de Wyndhams, en nog wel van beide kanten.'

'Edmund, je bent nog veel te jong om zelfs maar over zoiets na te denken,' bestrafte Blaze haar man. 'Ik ben jong en gezond en verwacht een zoon. Tony zal RiversEdge nooit erven!' besloot ze opgewonden.

Hij hoorde het venijn in haar stem en dat bracht hem in verwarring. 'Waarom heb je zo'n hekel aan Anthony, lieveling? Wat heeft hij je toch misdaan dat je zo over hem denkt?'

'Waarom trouwt hij niet?' vroeg ze. 'Hij is nu al meer dan twee jaar aan het hof en is heus niet zo'n slechte partij. Hij is Lord Wyndham van Riverside, heeft een mooi landgoed en een goed inkomen, maar niemand voldoet aan zijn eisen. Waarom aarzelt hij zo lang? Hoopt hij jouw titel en landgoed te erven, zodat hij een nóg betere partij zal zijn? Bliss zegt dat er verscheidene geschikte vrouwen zijn geweest, zowel maagden als weduwen, die hem graag hadden willen hebben. Ik vertrouw hem niet. Hij stelt Doro zó vreselijk teleur. Ik geloof dat hij een berekenende, harteloze man is.'

'Je bent bevooroordeeld vanwege Delight,' zei Edmund rustig.

'Hij heeft haar hart gebroken!' barstte Blaze uit. 'Dat vergeef ik hem nooit! Nooit! Ze heeft maandenlang geprobeerd zijn liefde te winnen. Bliss zegt dat haar gedrag op het laatst gewoon meelijwekkend was. Mijn God, Edmund! Dat mijn arme kleine zusje zich zó moet gedragen! En dat allemaal voor een man die het niet waard is! Owen heeft haar uiteindelijk naar huis gestuurd, toen ze zich publiekelijk belachelijk had gemaakt door Anthony vast te houden en te zeggen dat ze van hem hield. Het was bijna haar dood, toen je neef haar niet wilde hebben! Ze is er nog steeds niet overheen en misschien gebeurt dat wel nooit.'

'Wees eerlijk ten opzichte van Anthony, Blaze,' zei Edmund boos tegen zijn vrouw. 'Hij heeft zich nooit gerealiseerd dat Delight het écht meende, maar dacht dat het gewoon een verliefdheid was van een jong en onervaren meisje. Ook heeft hij haar niet afgewezen waar iedereen bij was. Hij heeft heel vriendelijk met haar alleen gesproken, waar Owen en Bliss bij waren. Delight is een romantisch meisje, dat wilde geloven een relatie met Tony te hebben die er helemaal niet was! Daar kun je Tony niet de schuld van geven! Hij heeft haar nooit aangemoedigd, maar zag haar meer als een klein zusje.'

'Hij is een ongevoelige man, mijn heer!' Blaze was écht boos. 'Doro en mijn familie hebben geprobeerd mijn zusje en Anthony te koppelen. Er was niemand anders die hem wel leek, maar nee hoor, meneer Wyndham van Riverside moest er niets van weten! Delight zou een geweldige vrouw voor hem geweest zijn en ik haat hem, omdat hij haar hart heeft gebroken!'

'Delight zal best een geweldige vrouw voor iemand zijn,' antwoordde de graaf, 'maar voor Anthony zou ze een ramp betekend hebben.'

'Hoe kun je dat nou zeggen?' riep Blaze uit.

'Delight heeft hetzelfde karakter als Blythe, ofschoon ze zo geestig is, en ze is veel te zachtmoedig voor een man als Tony. Als hij gedwongen was met haar te trouwen, zou het huwelijksleven met haar hem al na een maand verveeld hebben. Hij heeft een vrouw met meer temperament nodig, eentje die hem tegenspel geeft, zoals jij mij soms geeft, liefste.'

Hij had gelijk, en diep in haar hart wist ze dat ook wel, maar ze wilde het niet toegeven. Misschien wel als Delight weer zichzelf en vrolijk kon zijn, maar nu nog niet. Gelukkig had ze Anthony Wyndham niet meer gezien sinds Nyssa gedoopt werd. Bliss en hij waren peter en meter van het kind. Meneer Wyndham van Riverside gaf er de voorkeur aan zich te vermaken aan het hof en volgens Blaze verwaarloosde hij zijn landerijen en gedroeg hij zich onverantwoordelijk. Lady Dorothy had haar zoon al meer dan een jaar niet gezien en als Doro afgelopen zomer niet zelf naar het hof zou zijn gegaan, zou het nog langer geleden zijn. Toen ze terugkwam, had ze gezegd dat het haar niets verbaasde dat Tony geen geschikte vrouw kon vinden, want het hof wemelde van de wufte en speelse meisjes. De koningin werd door de koning schandelijk verwaarloosd en zijn gedrag was toonaangevend voor dat van de andere leden van het hof. Zonder koningin Catherine, die de zaak in de hand hield, leek het nergens naar. Wat de koning zelf betrof - en hier sloeg Dorothy Wyndham vertwijfeld haar ogen op - hij mocht dan een knappe jongeman zijn, ze had sterke twijfels wat zijn gedrag betrof. Er werd gepraat over zijne majesteit en juffrouw Blount, en ook over zijne majesteit en juffrouw Mary Boleyn.

Omdat zijn moeder weigerde ooit nog naar het hof te gaan, kwam Anthony Wyndham voor een poosje naar huis, want hij hield echt van zijn moeder. Het was Blaze overigens wel opgevallen dat hij laat in de herfst kwam, tijdens het jachtseizoen. De graaf van Langford waarschuwde zijn vrouw zich te gedragen, maar Blaze legde beschermend een hand op haar buik en zei luchtig: 'Wees maar niet bang hoor, mijn heer, ik zal heus wel beleefd tegen de pummel zijn.'

Hij lachte tegen haar en zei: 'Soms, liefje, geloof ik dat ik je zou moeten slaan.'

'Maar dat doe je niet, mijn heer,' mompelde ze uitdagend en gleed in zijn armen om zich tegen hem aan te drukken.

Hij kuste haar lippen. 'Misschien schiet ik wel tekort wat mijn echtelijke plichten betreft, mevrouw,' zei hij en liet zijn arm om haar nog slanke taille glijden.

'Jij schiet nooit tekort en ik houd van je, mijn heer,' zei Blaze zachtjes.

'Liefste, ik geef me weer aan je over,' antwoordde de graaf galant. En daarop kuste hij haar vurig en zei, toen hij haar losliet: 'Ik houd ook van jou, mijn mooie en beminnelijke vrouw.'

Anthony Wyndham kwam onverwacht thuis. Hij reed zonder enige aankondiging tot aan de voordeur van het huis van zijn oom, met slechts één bediende bij zich. Dorothy Wyndham, die sinds de geboorte van Nyssa weer in het ouderlijk huis woonde, haastte zich om hem te begroeten. Haar gezicht glom van geluk en ze knuffelde hem lang en uitvoerig, zonder zich te schamen voor het uiten van haar moederliefde waar iedereen bij was. 'Dus je bent eindelijk gekomen,' zei ze, hees van ontroering. En hij omhelsde haar nog eens, met een brede glimlach op zijn gezicht.

Hij was niet veel veranderd, dacht Blaze, toen ze hem met zijn moeder de grote hal zag binnenkomen. Anthony Wyndham was gewoon een opschepper, besloot ze. Hij was net zo lang als Edmund, met dezelfde lichte huid, maar Edmund had donkerbruin haar en Anthony's haar was pikzwart. Het was duidelijk te zien dat ze familie van elkaar waren. Ze hadden dezelfde sterke kaaklijn, hoge jukbeenderen en een hoog voorhoofd, maar Edmund had de bruine ogen van zijn moeder geërfd en Tony's ogen waren lichtblauw. Wyndham-blauw. Zijn mond, die ze vroeger een beetje te zacht vond, leek smaller en harder geworden te zijn en hij keek vermoeid.

Hij begroette haar heel charmant: 'Mevrouw, je wordt steeds mooier.'

'De complimentjes rollen erg gemakkelijk uit je mond, mijn heer,' antwoordde ze liefjes. 'Dat heb je zeker aan het hof geleerd? Welkom thuis op RiversEdge.'

Hij trok verbaasd een wenkbrauw op bij het horen van de vijandige ondertoon in haar stem, maar toen kwam Edmund binnen. Hij wendde zich tot zijn oom en vergat Blaze weer. Anthony zou een paar nachten op RiversEdge blijven logeren en daarna met zijn moeder naar huis gaan, waar ze dan tot na nieuwjaar zouden blijven. Daarna zou Anthony weer naar het hof vertrekken.

'Heb je een dag rust nodig om bij te komen van de reis of gaan we morgen jagen?' vroeg de graaf aan zijn neef.

'Natuurlijk gaan we jagen!' grinnikte Tony. 'Aan het hof ben ik ook op jacht, maar op ander wild dan hier.'

'Leuke prooi, ongetwijfeld,' grinnikte de graaf, 'maar wanneer vind je er nu eens een die geschikt is om mee te trouwen en een gezin te stichten? Je kunt je toch niet je hele leven aan het hof blijven amuseren, Tony?'

Er stond een bediende naast Tony met een beker goede rode wijn. Tony sloeg de helft ervan dorstig achterover, veegde zijn mond af met de rug van zijn hand en zei: 'Ik weet het, Edmund, ik weet het! Ik moet een vrouw zoeken en gauw ook helaas, maar iedere keer als ik bedenk mijn hele leven met zo'n meisje te moeten doorbrengen, krijg ik het benauwd. En zolang ik geen vrouw ontmoet die me niet dat gevoel bezorgt, denk ik beter vrijgezel te kunnen blijven.'

'Soms moet je weleens een kansje wagen, Tony, zoals ik met Blaze gedaan heb. Ik ben zó gelukkig sinds ons huwelijk. Ik zou willen dat jij het ook zo treft.'

'Misschien ben ik daarom wel zo voorzichtig, Edmund. Ik wil eveneens zo gelukkig worden en kan met minder geen genoegen nemen.'

'Misschien gebruik je dat wel als excuus om de beest te kunnen uithangen aan het hof,' zei Blaze scherp. 'Misschien heb je wel zóveel plezier dat je er niet bij stilstaat dat je moeder treurt om haar ongeboren kleinkinderen en je mensen het zonder meester moeten doen. Riverside ligt er daardoor stil bij, wachtend op zijn heer en zijn gezin!'

Lord Wyndham was verbaasd over haar uitbarsting, maar hij lachte toch en antwoordde: 'Blaze Wyndham, je bent nog net zo prikkelbaar als toen ik je als bruid van Ashby naar RiversEdge bracht. Ik ben blij dat het huwelijk je niet veranderd heeft. Je scheldt harder dan mijn eigen moeder. Ik beloof je, zoals ik ook haar beloofd heb, dat ik zal trouwen zodra ik de juiste vrouw heb gevonden.'

Blaze keek boos naar hem. Ze had het gevoel dat hij haar belachelijk maakte en dat beviel haar helemaal niet. Delight was beter af zonder die arrogante man en dat zou ze haar de eerstvolgende keer dat ze haar weer zou zien direct vertellen. God helpe de arme vrouw die uiteindelijk met Anthony Wyndham zal trouwen, bedacht Blaze.

De jagers gingen de volgende ochtend vroeg op pad, net voor de dageraad, en ze kwamen pas na zonsondergang terug. Blaze had voor koud vlees, brood, kaas en wijn gezorgd voor onderweg, maar ze kwamen altijd weer hongerig terug. Op 30 oktober kondigde de graaf aan: 'Morgen zal het de laatste keer zijn dat we op jacht gaan, want Tony moet naar huis, naar Riverside. Doro en hij vertrekken na de mis ter ere van de viering van Allerheiligen.'

'Ik zal Doro missen,' antwoordde Blaze en kroop in Edmunds armen. 'Ze is écht een deel van het gezin geworden. Ik zal me eenzaam voelen zonder haar.'

'Zul je Tony niet missen?' plaagde hij en kuste haar oor.

Blaze zuchtte. 'O, Edmund, ik weet wel dat ik hard voor hem ben, maar ik kan er niets aan doen. Hij irriteert me en ik weet écht niet waarom. Ja, toch wel! Hij is zo arrogant! Misschien niet duidelijk voor iedereen, maar wel voor mij. En ik reageer op hem als een stier op een rode lap. En dat, samen met het feit dat hij mijn zuster heeft afgewezen, maakt dat Tony voor mij heeft afgedaan.'

'Hij is niet écht arrogant, Blaze, maar ik weet wat je bedoelt. Alleen ben ik kennelijk de enige die het ziet. Het komt, geloof ik, voort uit het feit dat hij de mindere Wyndham is. Vergeet niet dat wij samen zijn opgegroeid, maar nooit kreeg Tony de kans ook maar éven te vergeten dat ik de graaf van Langford zou worden en hij slechts Lord Wyndham van Riverside zou zijn. Zelfs zijn eigen moeder, die ons beiden heeft opgevoed, kon die kloof tussen onze bestemming niet vergeten. Vergeet niet dat Doro de dochter van een graaf was. Als Tony niet zo vriendelijk van aard was geweest, zou er een ernstige breuk zijn ontstaan tussen ons of een grote rivaliteit, net zoals tussen mijn grootvader en zijn broer, die de overgrootvader van Tony was.'

'Je hebt me zóveel geschiedenis geleerd, maar dit verhaal heb je me nooit verteld,' zei Blaze. 'Ik wil deze familiegeschiedenis graag horen, zodat ik later alles aan Nyssa kan vertellen en aan haar broertje, als dat geboren is.'

'Mijn overgrootvader,' begon Edmund, 'was Richard Wyndham, heer van Riverside. Hij had twee zonen, Edward en Henry, die precies twee jaar in leeftijd scheelden. Zolang men zich kon herinneren, waren de jongens elkaars tegenstander en ergste rivaal en probeerden ze elkaar voortdurend de loef af te steken of een loer te draaien. Natuurlijk werd de oudste, Edward, altijd voorgetrokken boven de jongste, Henry, omdat Edward de erfgenaam was. Toen Edward op zestienjarige leeftijd het leven van koning Hendrik V redde, kon hij natuurlijk in ieders ogen niets meer verkeerd doen. Hij redde de koning het leven in de slag bij Agincourt, tussen de Engelsen en de Fransen. Direct na de oorlog gaf de koning hem de titel "graaf van Langford" en hij schonk hem al de landerijen die nu van ons zijn. Dit land behoorde allemaal toe aan één erfgename, Cecily de Bohun, die de koning met mijn grootvader liet trouwen. Aangezien de bruid destijds nog maar drie jaar oud was, duurde het nog jaren voor het huwelijk werkelijk voltrokken werd. Mijn vader was hun derde zoon. De oudste twee zijn gestorven; een aan de mazelen en de ander in het Heilige Land, toen hij ten strijde trok tegen de afvalligen. Maar ik dwaal af, liefste. Toen mijn grootvader graaf van Langford werd, was zijn broer wanhopig, want hoe kon hij zijn oudste broer nu ooit nog overtreffen? Mijn overgrootvader, Richard, zag de oplossing van het probleem. Riverside was nog niet in handen van de oudste zoon en mijn overgrootvader vroeg hem afstand te doen van zijn geboorterecht, zodat het landgoed kon worden nagelaten aan de jongste zoon. Mijn grootvader vond het een goed idee, want ondanks de rivaliteit tussen de twee broers hielden ze veel van elkaar en zo ontstonden er dus twee families Wyndham. De broers bleven hun hele leven vrienden, maar ook rivalen; alleen was er geen echte vijandschap meer tussen hen, omdat ieder een eerlijk deel had gekregen. De families hebben altijd goed met elkaar overweg gekund en het huwelijk van mijn halfzuster Dorothy met de vader van Anthony was hiervan een duidelijke bevestiging. Tony en ik hebben het er altijd over dat onze kinderen met elkaar zullen kunnen trouwen, maar nu begint het erop te lijken dat dit niet mogelijk is.'

'Tot Tony een vrouw vindt, is het ónmogelijk,' zei Blaze en ze draaide zich op haar zij, zodat ze met haar rug tegen haar man lag, wat ze nu prettiger vond.

'Vergeet mijn neef,' zei hij, terwijl hij haar nek liefkoosde en zijn hand zich om een van haar borsten sloot, ik vermaak me liever met deze rijpe appeltjes dan met al dat gepraat.'

'Moet je morgen per se gaan jagen?' vroeg ze hem. 'Het was vandaag zo koud en ik denk dat het gaat regenen. Ik wil niet dat je kou vat, want dan worden we allemaal verkouden,' mompelde ze slaperig en genietend van zijn gestreel.

'Misschien zeg ik wel tegen Tony dat ik morgen liever thuisblijf,' zei Edmund en hij voelde hoe haar lichaam ontspande in haar slaap.

'Hmmm,' was het enige antwoord dat hij kreeg en hij glimlachte in het donker.

's Morgens scheen er echter een bleek zonnetje en toen de graaf voorstelde om maar thuis te blijven, dreef Anthony vriendelijk de spot met zijn oom.

'Kom, Edmund, word je oud dat je liever bij de haard blijft zitten met je vrouw in plaats van de herten in je bos te schieten?'

Edmund lachte en zei spijtig tegen zijn vrouw: 'Ik kan niet toestaan dat dit kleine neefje van me mij een oude heer noemt, Blaze. Ik denk niet dat het gaat regenen. We zijn vóór zonsondergang terug, lieveling.' Hij boog zich om haar te kussen en verliet daarna met Tony de hal.

Het bleef een zachte dag en Blaze begon te denken dat haar man gelijk had gehad. Het was Allerheiligen en in een hoekje van de grote hal zat Maisie dezelfde spookverhalen aan Nyssa te vertellen die de oude Ada altijd aan Blaze en haar zusjes vertelde. Nyssa hoorde het met grote ogen aan. Lady Dorothy borduurde aan een tafereel dat Jezus voorstelde die het huwelijksfeest in Kana zegende. Daar werkte ze al aan sinds haar zoon naar het hof was gegaan. Het werk was eigenlijk bedoeld als huwelijksgeschenk voor haar zoon en de bruid die hij eindelijk zou kiezen, maar het schitterende wandkleed was al bijna af.

Toen Blaze het geluid van de herfstregen tegen de ramen van de grote hal hoorde, voelde ze zich niet tevreden. Als hij koorts kreeg, moest hij geen medelijden van haar verwachten. Ze legde haar voeten op een kruk, zat wat te doezelen bij de warme haard en werd pas wakker toen ze van buiten het geluid van mannenstemmen en paardenhoeven en hondegeblaf hoorde. Ze deed langzaam haar ogen open en rekte zich uit.

Anthony Wyndham kwam de hal binnen. Hij zag er vreselijk en spierwit uit. 'Moeder...' snikte hij half. 'Moeder! Edmund is dood!'

Dorothy Wyndham sprong verrassend lenig voor een vrouw van haar leeftijd uit haar stoel. Ze drukte haar handen tegen haar borst alsof ze bang was dat haar hart uit haar borstkas zou springen. 'Laat God ons genadig zijn, zoon! Zeg me dat ik je verkeerd verstaan heb!'

Blaze stond moeizaam op en struikelde half door de hal. 'Waar is Edmund?' vroeg ze aan Anthony. 'Waar is mijn man?'

Lord Wyndham liep langzaam naar voren, nam haar handen in de zijne en zei: 'Er is geen goede manier om je dit te vertellen, Blaze. Edmund is dood. We waren op weg naar huis omdat het ging regenen en Edmund zei dat hij geen kou mocht vatten, omdat jij dan boos zou worden. We hadden bijna niets geschoten en hij plaagde me dat we beter af geweest zouden zijn bij jouw haard dan voor niets te bevriezen.' Zijn stem haperde en half snikkend ging hij verder: 'Zonder waarschuwing rende er plotseling een hert uit het bos, recht op het paard van Edmund af en de honden werden wild en rukten los. Het paard steigerde plotseling en Edmund werd eraf geworpen. Zijn nek was gebroken en hij was op slag dood. O, Blaze, het spijt me zo!'

Even drong de betekenis van zijn woorden niet tot haar door, maar toen trof de pijn haar als een hamerslag. Haar benen leken van was te zijn en toch bleef ze op de een of andere manier staan. Even dacht ze dat ze niet meer kon ademhalen, maar toen zag ze Anthony voor zich staan en de tranen stroomden over zijn gezicht. Een enorme woede maakte zich van Blaze meester en ze sloeg hem met al haar kracht in zijn gezicht.

'Jij!' siste ze woedend tegen hem. 'Jij bent hiervoor verantwoordelijk, Anthony Wyndham! Je hebt mijn man gedood, alsof je hem recht in zijn hart hebt gestoken! Jij hebt mijn Edmund gedood!' gilde ze en toen begon ze met haar vuisten op zijn borst en zijn gezicht te timmeren.

Hij voelde zich machteloos tegen die afschuwelijke beschuldiging en niet in staat zich te bewegen, stond hij daar en nam zijn straf in ontvangst tot Lady Dorothy, bekomen van de eerste schok, naar voren rende en Blaze van haar zoon wegtrok. Boos richtte Blaze haar woede op haar schoonzuster en sloeg haar en schold op haar, terwijl Maisie de geschrokken Nyssa tegen haar omvangrijke boezem klemde en de anderen in de grote hal geschokt toekeken.

'Bescherm hem niet, Doro! Bescherm hem niet! Hij heeft mijn man vermoord! Hij heeft Edmund vermoord!'

'Nee, Blaze,' riep Lady Dorothy. De klappen ontwijkend, probeerde ze de door haar verdriet overmande jonge vrouw in haar armen te sluiten. 'Het was een vreselijk ongeluk! Een ongeluk! Niemand treft hier enige schuld.' De tranen rolden over haar wangen. Ze had haar babybroertje van de vroedvrouw overgenomen toen hij werd geboren en zijn moeder, haar stiefmoeder, gestorven was. Hoewel zij toen pas twaalf jaar was, had ze hem opgevoed alsof het haar eigen zoon was en nu was hij dood. Weg, en hij kwam nooit meer terug. Dorothy Wyndham voelde de tranen zelfs niet die over haar wangen rolden.

Toen de eerste golf van verdriet wegebde, hield Blaze op met slaan. Maar ze bleef op Anthony schelden. 'Jouw zoon is wél schuldig aan de dood van mijn man,' verklaarde Blaze. 'Edmund zou vandaag nooit zijn gaan jagen als Anthony hem niet had geplaagd door zijn mannelijkheid in twijfel te trekken! Ik zou je hiervoor kunnen vermoorden!' gilde ze. 'Ik zou je kunnen doden, Anthony Wyndham!' Toen werd ze plotseling spierwit, greep naar haar buik, boog voorover en hijgend bracht ze uit: 'De baby! Ik verlies mijn baby! O, God vervloeke je, Tony! God vervloeke je!' Ze huilde toen ze flauwviel op de vloer.

De bedienden kwamen eindelijk in actie en renden naar hun gravin om haar te helpen. Voorzichtig tilden ze haar van de vloer, droegen haar naar haar kamer en legden haar voorzichtig op het bed. Heartha en Lady Dorothy schoten Blaze te hulp. Ze trokken haar lijfje en haar rokken uit en zagen bloedvlekken op de witte stof van haar onderrokken. De vrouwen snikten door die vreselijke tragedie, die nog dubbel zo erg scheen toen het kind, dat Blaze véél te vroeg baarde, inderdaad de zoon bleek die ze had voorspeld. Een heel klein, perfect jongetje, maar te klein en te zwak om te overleven buiten de baarmoeder waarin hij slechts zes maanden gezeten had.

Toen Anthony dat hoorde, kreunde hij en scheurde zijn kleren van verdriet. De zoon van Edmund! De langverwachte erfgenaam van Edmund was net zo dood als zijn vader. 'Blaze?' vroeg hij aan zijn moeder. 'Hoe gaat het met Blaze?'

'Ze zal overleven en andere kinderen baren voor een andere echtgenoot,' zei Lady Dorothy, en op dat moment zag ze de naakte waarheid in zijn gezicht. 'God zij ons genadig,' fluisterde ze. 'Daarom heb je nooit een geschikte vrouw kunnen vinden, zoon. Je houdt van haar! Je houdt van de vrouw van je oom!'

'De weduwe van mijn oom,' zei hij dof.

'Ze veracht je, mijn zoon!'

'Ik zal haar leren van mij te houden, moeder, want ik houd al van haar vanaf de dag dat ik haar voor het eerst zag,' antwoordde Anthony Wyndham.

'Moge God je behulpzaam zijn, Tony,' zei zijn moeder. 'Er is een wonder voor nodig om dat te bewerkstelligen.'

'Meneer de graaf! Meneer de graaf!' klonk de stem van de hofmeester dringend. 'Wat vindt u dat er met het lichaam van Lord Edmund moet gebeuren?'

Even keek Anthony Wyndham de bediende niet-begrijpend aan, maar toen drong het tot hem door dat hij nu de graaf van Langford was. Hij was geschokt en kon niets uitbrengen.

'Neem het lichaam van mijn broer en leg het in de kapel,' zei Lady Dorothy. 'En laat dan onmiddellijk pater Martin naar me toe komen.'

'Heel goed, mevrouw,' antwoordde de hofmeester.

'Anthony! Beheers je nu!' zei ze scherp tegen haar zoon. 'Er is niets aan te doen! Je bent nu inderdaad de vierde graaf van Langford en zo zul je door de mensen benaderd worden. De dood van Edmund en de vroeggeboorte van zijn zoon zullen Langford en onze mensen groot verdriet doen. Jij bent nu hun leider en je mag best verdriet hebben, maar dat kun je nu niet tonen, anders doe je de mensen nog meer ellende aan. De mensen van Langford zullen naar jou toe komen om raad. Een leider moet sterk zijn, want de mensen zijn zwak!'

Het bleef heel lang stil en toen keek Anthony Wyndham op. Zijn ogen stonden bedroefd, maar er lag een besliste blik in. Toen hij sprak, klonk zijn stem vast. 'Ik zal iemand naar Ashby sturen. De Morgans zullen nu bij Blaze willen zijn om haar te steunen in haar verdriet.'

Lady Dorothy knikte goedkeurend.

De volgende dagen was het een komen en gaan op RiversEdge en ook Lord en Lady Morgan kwamen om hun dochter te troosten. Ze lag in bed en huilde om het verlies van haar man en haar zoon, maar ze herstelde zich reeds van haar miskraam. Lady Rosemary had haar dochter Delight verboden te komen; ze had de tragedie van haar oudste zuster willen aangrijpen als een nieuwe kans om Anthony Wyndham voor zich te winnen.

'Niemand gaat met ons mee,' zei Lady Rosemary beslist. 'We vertrekken onmiddellijk. Delight, jij zorgt voor je zusjes en broertjes. Als Lord Anthony je niet wilde vóór hij graaf van Langford werd, wil hij je nu zeker niet,' zei ze bot. 'Hij kan nu een veel betere partij krijgen en dat zal hij ongetwijfeld wel proberen ook. Nu hij graaf van Langford is, zal hij zeker trouwen als de rouwperiode voorbij is. Ik hoop dat je, nu je dit weet, ophoudt met je dwaasheid en één van de aanbiedingen accepteert die wij hebben gekregen. Je bent tenslotte al zestien en een half en binnenkort al te oud om te trouwen. Wil je dat dan? Je bent toch zeker niet van plan eeuwig maagd te blijven?'

Delight was veel makkelijker te bewerken dan haar oudste kind, ontdekte Lady Rosemary. Blaze lag zwakjes in bed, maar haar ogen brandden van woede. 'Hij heeft Edmund vermoord,' vertelde ze haar ouders. 'Als ik hem zou kunnen vermoorden, zou ik dat doen!'

'Houd op, Blaze!' zei Lady Rosemary zo streng en afkeurend mogelijk.

'Wat weet jij er nou van, mama? Jij hebt je hele leven gelukkig op Ashby gewoond en papa's kinderen gekregen. Jij hebt nog nooit een kind of een man verloren!' zei Blaze venijnig tegen haar moeder. 'Edmund zou vandaag nog leven, en onze zoon ook, als Tony mijn man niet gedwongen had te gaan jagen. Hij wilde Edmunds dood! Ik weet het! Hij wilde altijd al Edmunds plaats innemen, hoewel hij het goed wist te verbergen, de schoft!' Haar stem klonk bijna hysterisch.

'Nee, dochter, pas op dat je verdriet je niet blind maakt voor de waarheid,' zei Lord Morgan rustig en op besliste toon. 'Edmund wilde die dag zélf jagen. Geef het maar toe. Hij greep het eerste het beste excuus aan om toch te gaan. Denk je nu wérkelijk dat je Anthony de schuld kunt geven dat er een hert uit het bos kwam rennen, recht op het paard van je man af? Er was zowat een dozijn getuigen bij het ongeluk en Edmunds paard was niet het enige dat schrok. Helaas verraste het hem volkomen, anders had hij het beest wel onder controle kunnen houden, want hij was een uitstekende ruiter. Het was een ongeluk, Blaze. Oneerlijk en gemeen. Edmund was Anthony's beste vriend en ze waren meer broers dan oom en neef. Hij huilt ook om Edmund en net zo hard als jij.'

Blaze staarde naar haar vader, maar Robert Morgan zag haar verdriet. Hij nam haar in zijn armen en ze huilde tot haar ogen pijn deden van het zout van haar tranen. 'Ik haat hem!' snikte ze tegen haar vaders schouder.

'Haat hem als het moet, Blaze, maar geef hem niet de schuld van iets dat niet zijn fout was,' antwoordde Lord Morgan.

Nadat het lichaam van de derde graaf van Langford twee dagen in de familiekapel gelegen had, werd het overgebracht naar de kerk van St.-Michael, waar het nog een dag opgebaard lag, zodat zijn mensen hem nog eenmaal konden zien. Als het niet zulk koud weer geweest was, zou dat niet mogelijk geweest zijn. Boven op de lijkkist lag Ed-munds beeltenis en in de gesloten kist, onzichtbaar voor de rouwenden, hield de graaf het omwikkelde lichaampje van zijn zoon in een eeuwige, tedere omhelzing; hij had in de dood gevonden wat hij in het leven zo graag gewild maar nooit gekregen had.

Blaze had erop gestaan bij de begrafenis van haar man aanwezig te zijn en haar vader had haar de kerk binnengedragen. De mensen begonnen nog harder te huilen toen ze hun knappe, jonge gravin zagen, want Blaze leek voor hen dapper en edel in haar vreselijk verdriet. Wat een zonen zouden er uit zo'n vrouw geboren kunnen zijn, dachten ze stil en ze rouwden om het dubbele verlies.

Het begon te sneeuwen toen ze de kerk verlieten nadat het lichaam van Edmund Wyndham was bijgezet op de daarvoor bestemde plaats in de familiecrypte. Geschrokken ontdekte Blaze dat ze samen met Anthony Wyndham in een rijtuig terechtgekomen was.

'Ik moet met je praten,'zei hij rustig en toen ze niet reageerde, vervolgde hij: ik ben van plan Riverside en zijn landerijen aan Nyssa te schenken als haar bruidsschat. Ik weet dat Edmund daar zelfs nog niet over nagedacht had, maar nu is het mijn verantwoordelijkheid. Als dochter van een graaf zou ze een veelgevraagde partij geweest zijn, maar de dood van haar vader vermindert haar waarde als bruid. Nu ik haar Riverside geef, is zij toch een belangrijke erfgename.'

'Moeten mijn dochter en ik op Riverside gaan wonen?' vroeg ze hem koel.

'Nee, Blaze, RiversEdge is je thuis,'antwoordde hij. 'Je bent nu de douairière, gravin van Langford, en er is niets veranderd.'

'Mijn man en mijn zoon liggen in de crypte van de kerk van St.-Michael,' zei ze bitter. 'Dat heeft mijn leven en dat van mijn dochter veranderd, meneer de graaf. Ik zal nooit op RiversEdge blijven wonen zolang jij daar bent, Tony! Ik neem mijn dochter mee en ga naar Greenhill, dat van mij is. Edmund heeft het me geschonken toen Nyssa werd geboren en daar ga ik wonen!' Haar bleke gezicht stond zeer resoluut.

'Greenhill? Je kunt niet op Greenhill wonen!' zei hij. 'Het huis is heel oud en er heeft al dertig jaar niemand meer in gewoond. Het is nu waarschijnlijk onbewoonbaar.'

'Waarom heeft Edmund het dan aan mij gegeven?" vroeg ze hem.

'Hij gaf het je vanwege het land, maar niet om in te gaan wonen,' legde Tony uit.

'Maar ik ga er toch wonen,' zei ze koppig.

'Het is niet gepast voor een jonge vrouw zonder man om in zo'n verlaten streek te wonen,' zei hij, met opeengeklemde tanden, 'Ik wil niet dat je op Greenhill gaat wonen.'

Ze kneep haar viooltjesblauwe ogen samen, die donker van woede werden. 'Je wilt niet dat ik daar ga wonen! Wie ben jij dan wel dat je mij kunt zeggen wat ik moet doen of laten? Wie denk je eigenlijk wel dat je bént, meneer!'

'Wie ik denk dat ik ben?' herhaalde hij en zijn stem trilde van ingehouden woede, 'Ik ben de graaf van Langford, mevrouw, en jij bent mijn verantwoording als de weduwe van de vorige graaf, net zoals je dochter, die, als ik je er even aan mag herinneren, een Wyndham van geboorte is. Ik beslis waar jij zult wonen en of Lady Nyssa Wyndham met je mee mag of niet. En als graaf van Langford heb ik besloten dat je op RiversEdge blijft wonen, mevrouw, én omdat je jong en aantrekkelijk bent, maar tevens omdat ik om je reputatie moet denken. Mijn moeder zal bij je wonen als je chaperonne. Is dat duidelijk, Blaze?'

'Ben ik nu je gevangene?' vroeg ze sarcastisch.

'Je bent de geëerde weduwe van mijn voorganger, mevrouw. Jij en je dochter horen op RiversEdge. Wat zouden de mensen er wel van zeggen als je met al je bezittingen en je kind naar een ander huis vertrok zodra Edmund begraven is?'

'En als jij trouwt, wat zal je bruid dan wel van onze aanwezigheid zeggen?'

'Als ik trouw, kunnen we te zijner tijd over eventuele veranderingen spreken,' antwoordde hij.

Ze was de lastigste vrouw die hij ooit had ontmoet, bedacht hij. Maar toch wilde hij haar het liefst in zijn armen nemen en troosten, want hij kon de pijn van haar verdriet over het verlies van Edmund in haar ogen zien.

'Laat me een poosje naar Ashby gaan, naar huis,' zei ze met doffe stem. 'Ik kan de gedachte aan het kerstfeest op RiversEdge nu niet verdragen.'

Hij boog zich voorover om haar smalle hand in de zijne te nemen, maar ze trok zich terug in de hoek van het rijtuig alsof ze een gewond dier was.

'Alsjeblieft,' zei ze, en hoewel hij haar niet kon zien, wist hij dat er tranen in haar ogen stonden en hij voelde zich ongelukkig.

'Wilde je Nyssa dan meenemen?' vroeg hij.

'Natuurlijk,' antwoordde ze. 'Je wilt me toch niet vragen mijn kind achter te laten? Ik ben dan bij mijn ouders. Je vertrouwt hen toch zeker genoeg om de juiste beslissingen voor mij te nemen, ook al vertrouw je mij dan niet?'

'Je kunt gaan,' zei hij hulpeloos, want weigeren zou vreselijk lomp geweest zijn en hij probeerde wanhopig bij haar in een goed blaadje te komen. 'Ik verwacht je terug na Maria Lichtmis.'

'O, alsjeblieft, laat ons tot na de Pasen blijven, mijn heer,' smeekte ze. ik wil nu bij mijn familie zijn en Nyssa heeft haar ooms daar als speelkameraadjes.'

Hij knikte. Het zou haar tijd geven om na te denken en hij geloofde dat, als ze erover nadacht, ze hem niet langer Edmunds dood zou verwijten. En dan, in de lente, zou hij langzaam beginnen haar het hof te maken.

Blaze nam afscheid van Lady Dorothy en keerde met haar ouders naar Ashby terug. Ze zou haar eigen vertrekken krijgen in de prachtige nieuwe, bakstenen vleugel die Edmund pas vorig jaar aan zijn schoonvader had geschonken. Het was maar goed dat hij dat gedaan had, want Blaze reisde met haar kleedster, Heartha, haar kind en de twee kindermeisjes. Ze had haar eigen rijknecht, die voor haar witte merrie zorgde en voor de jonge, grijze hengst, die ze Edmund gegeven had en voor verscheidene bruin-witte spaniëls, die dol op haar waren en haar altijd op de hielen volgden. Zonder de nieuwe vleugel zou het voor Lady Rosemary een heel probleem geweest zijn om Blaze en haar gevolg te huisvesten.

Na een paar weken op Ashby besefte Blaze dat hetgeen haar jongere zusje haar drie jaar eerder voorspeld had, waar was. Ze was ouder geworden en natuurlijk was ze ook veranderd. Niets was meer zoals het eens geweest was. Ze voelde zich niet echt thuis meer op Ashby en ze wist dat ze zeker niet meer op RiversEdge thuishoorde. Nadat ze zelf aan het hoofd van een grote huishouding had gestaan, voelde ze zich niet meer op haar gemak bij haar moeder en ze betrapte er zich steeds op dat ze op het punt stond haar moeders gedrag te bekritiseren, als ze iets deed wat op RiversEdge anders gebeurde. Ze wandelde en reed paard tot het weer gewoon te slecht werd om naar buiten te gaan en dat was nog erger, want ze merkte dat ze inmiddels niets meer van het gekibbel van haar kleine zusje wilde weten.

Delight ergerde haar het meest, want zij wilde alleen maar praten over het onderwerp waarin Blaze juist helemaal niet geïnteresseerd was, namelijk Anthony Wyndham. Lark en Linnette waren lieve kinderen, maar hun simpele vragen, meestal tegelijkertijd gesteld, dreven haar tot wanhoop. Ze waren zó exact hetzelfde dat ze zich afvroeg of haar ouders ooit geschikte echtgenoten voor hen zouden kunnen vinden. Ze zou graag wat meer tijd doorgebracht hebben met de tieneneenhalfjarige Vanora, maar Vana was net een duveltje in een doosje, nooit lang op dezelfde plaats, en ze leidde een geheim leven dat Lady Rosemary tot wanhoop dreef. Glenna kende ze nauwelijks meer en Glenna was een beetje bang voor haar oudste zus, die het veel te druk met haar eigen verdriet had om zich in haar jongste zusje te verdiepen.

Blaze merkte dat ze uitkeek naar het kerstfeest. Dan zouden Bliss en Blythe komen met hun mannen, maar er kwam een boodschapper met de mededeling dat Mary Rose en Bob ziek waren. En hoewel het niet zo ernstig was, had Blythe besloten niet met hen naar Ashby te reizen. Bliss en Owen kwamen wel en ze brachten een enorme sneeuwstorm mee, die de landerijen dik onder een witte mantel begroef. Bliss had de perfecte oplossing voor het probleem van haar zusje, maar besprak het idee eerst met haar moeder.

'We nemen haar mee naar het hof,' zei Bliss.

'Je zuster is in de rouw,' zei haar moeder bestraffend.

'Ze kan net zo goed aan het hof rouwen als hier op het platteland, mama. Hoewel ze het niet zegt, geeft ze Anthony nog steeds de schuld van Edmunds dood en dat maakt het heel vervelend voor haar om op RiversEdge te moeten wonen. Ze verveelt zich hier op Ashby nog dood. Zie je dat dan niet? Ze moet naar een nieuwe omgeving, zodat ze haar verdriet kan vergeten en waar ze misschien zelfs een nieuwe echtgenoot kan vinden. Denk eens na, mama! Blaze is gravin van Langford, met het aanzienlijke deel dat een weduwe van haar stand toekomt en ze bezit zelf landerijen. Ze is een heel goede partij en er zijn genoeg geschikte heren aan het hof die haar graag als vrouw zouden willen hebben. Wat kunnen jij en papa nu echt voor haar doen? En wat Anthony Wyndham betreft, hij zal het nu wel veel te druk hebben met het zoeken naar een vrouw, anders sterven de Wyndhams nog uit. Hij kan Blaze ook niet helpen,' besloot de praktische Bliss.

Robert Morgan gaf toe dat er veel waarheid school in de woorden van Bliss, en Blaze, die als laatste van het plan hoorde, dacht slechts even na en stemde er toen mee in, tot verbazing van iedereen, op Bliss na.

'Maar je zult Nyssa moeten achterlaten,' zei Bliss. 'Het is al druk genoeg aan het hof. Als Owen en ik niet een extra slaapkamertje op Greenwich hadden, zouden we je niet eens kunnen uitnodigen. Heartha moet op het onderschuifbed in jouw kamer slapen, maar er is geen plaats voor Nyssa en haar bedienden. Ik hoop dat je dat begrijpt, zusje.'

'Nyssa zal het bij ons best naar haar zin hebben,' zei Lady Rose-mary. 'Henry en Tom zijn dol op haar. Ze zijn nu zo aan haar gewend dat ze zich zonder hun kleine nichtje verloren zouden voelen.'

'Ze is hun volkomen de baas,' zei Blaze.

'Mijn petekind is een kind naar mijn hart,' merkte Bliss lachend op. 'Ik wilde dat we haar konden meenemen, maar het hof is echt geen geschikte plaats voor een kind. Maar je gaat toch wel mee, hè Blaze?'

Ze dacht nog even na over haar snelle besluit. Ze verveelde zich op Ashby, hoewel ze erg haar best deed dat te verbergen. De enige andere keuze die er was, was RiversEdge, en daar wilde ze nooit meer wonen, zolang Anthony Wyndham graaf van Langford was. Toen verscheen er een klein glimlachje om haar mondhoeken. Tony had zich een hele piet gevoeld toen hij haar vertelde dat hij nu zou uitmaken waar en hoe ze moest leven. Hoe grootmoedig had hij haar toegestaan naar het huis van haar jeugd terug te keren met haar dochter en geëist dat ze na het paasfeest terug zouden zijn! Ze lachte bijna hardop. Ze wist dat hij niet de moeite zou nemen aan hen te denken, omdat hij dacht dat ze veilig op Ashby zaten. Ja, gaf ze toe, Nyssa zou het daar prima hebben bij haar grootouders en haar ooms om mee te spelen en te commanderen; maar de weduwe van de graaf van Langford ging naar het hof en de grote meneer zou het pas na Pasen ontdekken, als ze niet terugkwamen naar RiversEdge! Het zou onmogelijk voor hem zijn er dan nog iets aan te veranderen.

'Ja, Bliss. Ik ga met jullie mee en dank Owen en jou voor de uitnodiging en voor de kamer.'

Ze verlieten Ashby op 2 januari, want de graaf van Marwood had zijn vorst beloofd dat ze op tijd terug zouden zijn voor het feest van Driekoningenavond, wanneer ze zouden meespelen in het toneelstuk. Bliss, die een van de mooiste vrouwen aan het hof was, speelde daarin een belangrijke rol. Ze moest de Onschuld uitbeelden, die overwonnen werd door de Vurige Wens van de koning.

Blaze had nog nooit zo'n toneelstuk gezien, maar Bliss verzekerde haar dat ze zou genieten van alle pracht en praal waarmee de koning omringd werd. 'Hij is echt in de kracht van zijn leven en net drieëndertig geworden. Hij is heel erg lang en heeft prachtig, roodblond haar, hoewel het al een beetje dun begint te worden. En zijn ogen! Lieve hemel, die ogen! Ze zijn zo blauw als de zee en zo diep dat je erin kunt verdrinken! Hij is heel geleerd en geestig en al met al heel aardig. Hij is de grootste koning ter wereld, Blaze. Niemand kan tegen onze beste koning Hendrik op!'

'Inderdaad,' zei Owen FitzHugh instemmend. 'Bliss heeft gelijk. Je zult verbaasd zijn over alle dingen die je aan het hof kunnen overkomen. Ik ben er trots op dat ik een vriend van de koning ben. Hij is een grootmoedig en edel mens. Alleen met zijn vrouw heeft hij het niet zo getroffen.'

'Hoezo?' vroeg Blaze.

'Hij had nooit met Catherine van Aragon moeten trouwen, Blaze, maar dat moet je natuurlijk nooit hardop zeggen. Er wordt gefluisterd dat hij als straf geen levende zoon heeft, omdat het zondig is met de weduwe van je broer te trouwen. Hoewel het nog niet algemeen bekend is, probeert de koning toestemming van de paus te krijgen om zijn huwelijk met de koningin te beëindigen, zodat hij kan hertrouwen en wettige zonen kan krijgen. Elizabeth Blount, die nu Lady Tailboys is, heeft hem een gezonde jongen geschonken, de jonge Henry Fitzroy, die dit jaar zes wordt. En de baby van Mary Boleyn, Henry Carey, schijnt ook een zoon van de koning te zijn. Dus je ziet dat de koning in staat is gezonde jongens te verwekken, maar niet bij de Spaanse prinses. Trouwens, die is nu ook te oud om kinderen te krijgen, de arme vrouw. De koning heeft beter verdiend en hij zal het met Gods hulp ook beter krijgen,' besloot Owen FitzHugh.

De reiskoets van de graaf van Marwood was bijzonder comfortabel, met goede vering en echte glazen ruiten, die op en neer geschoven konden worden, wat in die dagen een echte luxe was. Ze reisden naar Greenwich, waar de koning verbleef, gezellig en warm onder donzige dekens van bont, met een warme steen, gewikkeld in flanel, onder hun voeten. Het weer was wat milder geworden op nieuwjaarsdag en hoewel de wegen erg modderig waren, verliep de reis voorspoedig.

Blaze had afscheid genomen van haar familie. Ze had haar dochtertje geknuffeld en haar beloofd een cadeautje te zullen meebrengen als ze terugkwam. Nyssa, die net een heleboel had gekregen op haar tweede verjaardag, was niet erg onder de indruk. Ze zei haar moeder gedag en had zich onmiddellijk omgekeerd om naar haar speelkameraadjes te gaan. Blaze lachte zwakjes: ik ben blij dat ze al zo jong zo verstandig is.'

Het rijtuig reed weg van Ashby en toen Blaze door het raampje naar haar familie keek, had ze het gevoel dat dit allemaal al eens eerder was gebeurd. De vorige keer dat ze Ashby verliet, had ze de ware liefde gevonden. Wat zou ze deze keer vinden? vroeg ze zich af.