5

Toulon - Piraeus: 1004 mijl



Met hun ogen dichtgeknepen tegen de zon, als dieren die net uit hun winterslaap kwamen, verlieten de passagiers van de Moana hun schuilplaats. Aangezien in iedere hut dezelfde oorzaken dezelfde gevolgen hadden gehad, had iedereen zich na die drie dagen van beproevingen plotseling onverklaarbaar opgeruimd gevoeld en schreef iedereen deze abrupte recuperatie aan zijn aangeboren zeemanskwaliteiten toe. Ze merkten niet meteen dat de deining minder was; ze keken argwanend naar het meubilair dat drie dagen als een gek tekeer was gegaan... maar het meubilair was weer schijnheilig het ameublement van een luxehotel aan de wal geworden en wist van niets. Dus kwamen ze met vaste tred hun bed uit om aan dek te gaan opdat er een of andere medische oorzaak kon worden aangevoerd die zo'n lange afwezigheid rechtvaardigde. Er zou terloops, als per ongeluk, op het weer worden gezinspeeld.

'Je weet hoe het gaat, je bent zo moe als je uit Parijs vertrekt... Tussen twee haakjes, het heeft behoorlijk gewaaid, nietwaar?'

'Een aardige rukwind. En de Middellandse Zee is ruwer dan je denkt.'

'Bovendien is stampen lastiger dan slingeren, vind ik,' zou iemand zeggen, volgens die universele wet die maakt dat je de beproeving die je niet hebt doorstaan minder zwaar vindt.

'Mijn lever speelt soms zo op...'

De Middellandse Zee, die gluiperd, die op dat moment tussen de oevers van het kanaal van Korinthe zat ingeklemd, lag blauw te grinniken en dacht bij zichzelf dat ze die lui nog wel zou krijgen.

De storm had Patricia flink te pakken gehad. Het was alsof haar vaalbeige lange broek aan de twee uitsteeksels van haar bekkenbeenderen hing. Alleen haar vlammende, schuimige haardos, van een luchtige, lichtelijk weerzinwekkende materie die aan een suikerspin deed denken, trok de aandacht en wekte de ongezonde neiging die aan te raken. Jacques, die dacht aan het geringe aantal mijlen dat ze nog samen moesten doorbrengen, voelde zich grootmoedig en pakte zijn vrouw bij haar schouder: ze stak hem haar bittere mond toe. In de wereld van Patricia gaf het huwelijk automatisch recht op de mond, een recht dat algauw was veranderd in een zouteloze plicht, waar aanspraak op werd gemaakt bij opstaan, naar bed gaan, stations, vliegvelden, verzoeningen en ogenblikjes van tederheid. Wat bleef hun in geval van extase anders over dan weer die mond? Jacques drukte er de zijne op, en maakte daarbij geluid om het kinderlijke aspect van die kus te benadrukken. Zijn vrouw was voor hem doorzichtig geworden, heel oud en nauwelijks meer in de verte te onderscheiden, aan de andere kant van zijn hartinfarct.

Voor de verandering nam hij een olijf.

Patricia was zich er niet van bewust dat ze in ongenade was gevallen en vertelde links en rechts dat ze had overgegeven en wat ze had overgegeven toen ze niets meer had over te geven.

'Gal, pure gal!' benadrukte ze, en het speet haar zichtbaar dat ze er niet een beetje van had bewaard om het te bewijzen. Ze behoorde tot die vrouwen die het in gezelschap over hun binnenste hebben en met name even graag over hun specifieke organen als over Korfoe of Djerba. Omdat ze niet gereisd had, weinig las en zich niet interesseerde voor politiek, sport of wetenschap, bleef haar als enig epos de gebeurtenissen in haar huishouden en haar baarmoeder over. Haar Austerlitz, haar slag bij de Marne, haar Waterloo waren de geboortes, verhuizingen en miskramen. Zoals een generaal alles met zijn veldtochten in verband brengt, zo verwees zij altijd naar haar buik om van allerlei kleine gebeurtenissen uit haar huwelijksleven de datum te bepalen.

'Na Jean-François hebben we ons buitenhuis gekocht, toen ik mijn verzakking had, weet je nog, Jacques?'

Jacques haatte die evocaties, want hij huiverde als hij zich voorstelde dat de buik van zijn vrouw bezaaid lag met losse onderdelen.

'In '49 zijn we niet met vakantie gegaan... nee in '50, want toen had ik mijn bloeding, weet je nog, snoes?'

'Ja, ja, schat,' zei Jacques haastig om nadere beschrijvingen te vermijden, en hij draaide zich om naar Yves of Alex om te ontkomen aan dit soort gesprekken waar hij, zoals al zijn soortgenoten, slecht tegen kon.

Dan bleven als publiek nog de vrouwen over, die verondersteld werden welgezind te zijn. Zo slaagde Patricia erin gezelschappen waarin ze verkeerde in tweeën te delen, waarbij ze de mensen met borsten belette zich te mengen in de gesprekken van de mensen zonder borsten, want het was haar wel duidelijk dat die twee categorieën slechts beleefde interesse konden voorwenden wanneer ze zich toevallig genoodzaakt zagen naar elkaar te luisteren. Iris, die om diverse redenen nu juist alleen van de gesprekken van mannen hield, verheugde zich erop dat Patricia de Moana in Bombay zou moeten verlaten, 'vanwege de kinderen', zoals ze bedrijvig en hulpeloos zei. 'Dat is heel vanzelfsprekend,' antwoordde Iris met een ironie die Patricia er nooit wist uit te halen.

De storm had Iris in een slecht humeur gebracht: je hoefde niet zoveel geld te hebben en een plezierreis met een boot te maken om je als een ordinaire emigrant door elkaar te laten schudden. In de felle zon van die decembermorgen leek ze vijftig en geen jaar minder, en haar al te fris gekleurde bedjasje van roze nylon deed haar donkere teint geen goed. Ze kwam op die beangstigende leeftijd waarop je van het ene op het andere uur kunt veranderen van een nog mooie vrouw die er pretenties op na kan houden, in een oude vrouw op wie de blikken afschampen zonder ooit geestdriftig te worden. Langzaam maar zeker zou de tweede vrouw definitief op de voorgrond treden, waarbij ze de eerste nog enige tijd zou toestaan af en toe kortstondig en op hartverscheurende wijze te verschijnen.

Verslapt door de reinigingscrèmes, zonder haar valse wimpers, sieraden en magische accessoires, leek Iris met haar zigeunerinnenkapsel op een aan lager wal geraakte tovenares die haar toverkunsten was verleerd. Ochtendjassen flatteren alleen heel jonge mensen. Toch zag Alex zijn vrouw het liefst zo weerloos. Hij vond haar altijd vertederend als ze er bij het ontwaken een beetje gebutst, door het leven getekend uitzag en vreemd genoeg deed ze hem dan meer denken aan de levendige jonge vrouw met het bezielde gezicht met wie hij vijftien jaar eerder was getrouwd. Op zulke momenten had hij haar wel in zijn armen willen nemen. Maar hij voelde dat ze gespannen was, zich haastig wilde verschuilen achter een beschermende laag uit een tube, potje of spuitbus, naar haar badkamer wilde rennen, die op een operatiezaal leek, om over te gaan tot die moeizame bevalling die hem iedere ochtend een vreemde vrouw in wapenrusting opleverde. Maar hoe kon hij haar duidelijk maken dat hij liever de klamme, kinderlijke geur rook van haar hals als ze het warm had gehad, dan de krachtige aroma's van haar parfums? Dat hij geen enkele behoefte voelde om Miss Dior of Madame Rochas te omhelzen, maar alleen een vrouw die zijn naam had en haar eigen geur? Hoe dan ook, Alex wist dat hij niet bij machte was bij Iris die angst om oud te worden weg te nemen, die voortaan ieder uur van haar bestaan vergalde.

'Denk je soms dat het geruststellend is om met jou te leven?' zei ze vaak tegen hem. 'Jij ziet het nooit als ik een andere jurk of een ander kapsel heb. Zelfs niet als ik een andere kleur haar heb!'

'Waarom wil je altijd weer opnieuw gerustgesteld worden? Ik heb je eens en voor altijd verzekerd van mijn gevoelens voor jou. Die stel ik niet alle dagen opnieuw ter discussie.'

'Maar ik verander toch,' riep Iris dan, 'waarom veranderen jouw gevoelens dan niet?'

'We veranderen natuurlijk allemaal, maar gelukkig niet wat smaak betreft. En als ik ooit niet meer van je houd, zal dat niet om je haar zijn.'

'Waarom dan wel?'

'Als ik dat wist, zou ik al niet meer van je houden, arme Iris.'

'O, alsjeblieft, noem me niet "arme Iris".'

Wat zou er terechtkomen van zijn arme Iris, zijn 'stomme vrouwtje', zoals hij haar liefdevol noemde, in de loop van de komende jaren die haar alleen maar redenen tot ontevredenheid zouden geven? Hoe moest ze deze reis en de meisjes van de Eilanden met hun verleidelijke manier van doen verdragen, zij wier schoonheid steeds minder duidelijk werd naarmate ze verder van Parijs wegvoeren, zoals met die voorwerpen die plaatselijk zijn vervaardigd, Berber-sieraden of Japanse snuisterijen die je ter plekke opgetogen hebt gekocht en die bij de douane al belachelijk lijken en thuis ronduit onbruikbaar? In Athene zou ze er nog mee door kunnen; in India zou ze al belachelijk worden; op Tahiti zou ze idioot lijken. Wat zou hij met haar moeten beginnen op Tahiti?

Alex vond plotseling dat zijn vrouw met haar roze doorschijnende gewaad het tragische gezicht had van Medea, een gezicht dat rampen voorspelde.

Wanneer je naar het einde van de wereld gaat, lijkt Griekenland bijna een voorstad. Athene kwam hun tegemoet, wit en vertrouwd, verlicht door de ondergaande zon, en gaf Alex, Yves en Marion het gevoel dat ze terugkeerden tot hun bronnen. Als je in je jeugd Grieks hebt geleerd, ben je hier nooit helemaal in den vreemde. Alle drie maakten ze deel uit van die kleine tot uitsterven gedoemde broederschap die de namen van de muzen beter kent dan die van de Beatles, veelbetekenend glimlacht als een van hen zegt: oukeladon polin, het kinderrijmpje van de hellenisten onder de middelbare scholieren, en met weemoed terugdenkt aan de aoristus, de spiritus lenis of de spiritus asper. De oud-leerlingen van het baccalaureaat in de a-vakken, uit de tijd dat je in de retoricaklas begon en in de filosofieklas eindigde, voordat er een praktisch maar zielloos tijdperk aanbrak waarin je in de hoogste klas eindigde, zouden hun hele leven verder doordrongen blijven van het bitterzoete gevoel dat zij de laatste liefhebbers waren van een manier van onderwijs geven die uit de tijd was geraakt in een beschaving die algauw niet meer geïnteresseerd zou zijn in de consecutio temporum, de overeenstemming van de participia en de spelling die ze met zoveel moeite hadden geleerd en met zoveel plezier kenden. Hun vaders en grootvaders hadden hun woordenboeken intact aan hen doorgegeven, en hun hartstocht, de culturele folklore zoals het Epitome of het Deviris, hun wachtwoorden, de twee zelfde verzen van de Aeneïs:'Tityre tu patule recubans...', de eerste regel van de Catilinariae, en al hun goden en helden, de lichtvoetige Achilles en de blauwogige Athene. Daardoor waren ze er nog steeds van overtuigd dat Griekenland zo'n beetje de bakermat van het geheel was, gevoelsmatig de bakermat, want Rome was ondanks alles de bezetter geweest. Aan de Grieken hadden ze geen enkele slechte herinnering: er waren alleen de banden van het hart. De kleine Antigone hing voor die Fransen broederlijk naast Jeanne d'Arc in de serie familieportretten en Agamemnon met de sneeuwwitte baard was goed beschouwd gewoon een vroegere broer van Karei de Grote. Zij zouden niets van die schat kunnen doorgeven. De plotselinge verandering had zich na de oorlog voltrokken en hun herinneringen verbleekten zoals hun jeugdjaren die aan de overkant waren achtergebleven, samen met de oudheid, met de jeugd van hun ouders die hun steeds nader kwam en zelfs meer vertrouwd was dan die van hun eigen kinderen. En dat was niet alleen een kwestie van leeftijd.

Ze waren blij dat ze samen Griekenland zagen.

'De zich steeds herhalende zee...' zei Alex, 'Valéry heeft dat eigenlijk van Homerus overgenomen. Atrugetos: de eindeloze zee. Dat is ook een mooie uitdrukking: 'Schitterend,' zei Marion. ‘Xenophon heeft zich er gemakkelijker van afgemaakt met thalassa, thalassa!’

'Xenophon was een goede verslaggever, maar geen dichter,' zei Alex.

'Het klopt dat de zee in Griekenland paars is,' merkte Yves op. 'Het is ontroerend dat tweeduizend jaar later te zien, en dat het dan nog steeds waar is! Toen wij bij Homerus "de wijnkleurige zee" moesten vertalen, beschouwde ik dat als een dichterlijke fantasie, jullie niet? De Atlantische Oceaan is nooit paars. Hoe was dat ook alweer in de Odyssee?'

'Daar zeg je me wat, kerel,' zei Alex met een gezicht waaruit bleek dat hij het niet wist.

Ze voelden zich als broers en dat was prettig. Wat zouden hun kinderen tegen elkaar zeggen bij het zien van de heuvels van Attica? 'Wat een klein stadje,' zouden ze zeggen. 'Is dat nou het vaderland van de democratie?' Ze zouden het trouwens niet eens weten. Het zou de hoofdstad zijn van een onbelangrijk gebied, omgeven door naamloze heuvels.

Voor Iris was Athene de stad waar die Griekse vrienden woonden die een heel mooi huis op de Likavittós hadden. Ze zouden er die avond met z'n allen gaan eten. Voor haar bestond de wereld niet uit volkeren die je kon leren kennen of steden die je kon bekijken, maar uit aanlegplaatsen waar ze haar gelijken aantrof. Ze behoorde tot die vrijmetselarij van rijkelui, die een reis om de wereld kunnen maken, een bepaalde wereld, en daarbij steeds weer bij dezelfde mensen terechtkomen, in hetzelfde soort huizen waar je alleen uit enige variatie in de plantengroei of de kleur van het huispersoneel kunt opmaken of je in Mexico bent of in Nepal.

Zesendertig uur later zou de Moana uit Europa wegvaren nadat de laatste twee passagiers aan boord waren gegaan, een cameraman die Tibergheim heette en die door Yves Tiberius werd genoemd vanwege het bruine, heel korte ponyhaar dat hij over zijn voorhoofd droeg, en een scriptgirl van wie men wel hoopte dat ze de twee taken die men op grond van haar tweevoudige benaming mocht verwachten, op zich zou nemen.

Marion hing over de reling en keek aandachtig naar die al oosterse stad, de laatste van haar werelddeel. Van nu af aan zou ze andere werelddelen tegemoet gaan, Afrika, Azië, Oceanië... Ze herinnerde zich de wereldkaart op school, waarover mevrouw Zuber, de aardrijkskundelerares, die zo'n zware wrong blond haar had, waarvan je, als ware het een feest, hoopte dat die eens zou losgaan, haar zwarte liniaal met de vierkante doorsnede liet glijden met een geluid dat haar enigszins verontrustte... die prachtige geel met blauwe kaarten van boekhandel Hatier, die in iedere klas hingen en die, als je een beurt kreeg, omgedraaid werden met de blinde kant naar voren... Binnenkort zouden de kaarten niet blind meer zijn.