Hoofdstuk 11
Vrijgeven
Het onvermijdelijke loslaten van Marco en ons huwelijk viel me zwaar, maar alles in me zei dat het tijd werd om dat te doen. Mijn lieve, wijze tante bood me een workshop aan die in het teken stond van vrijgeven, een mooiere naam dan loslaten. Dat klinkt namelijk heel definitief en dus eng. Vrijgeven voelt letterlijk vrijer en het staat je vrij een stukje te houden.
Dikke van Dale:
Vrij•ge•ven (werkwoord; gaf vrij, heeft vrijgegeven)
1 vrijaf geven; 2 vrijlaten, doorlaten; 3 (publicatie) toestaan van.
Los•la•ten (werkwoord; liet los, heeft losgelaten)
1 in vrijheid stellen; 2 met rust laten; laten rusten; 3 verklappen: de verdachte liet niets los; 4 niet meer houden; los worden: die lijm laat los.
Ik dacht bewust na over wat ik wilde houden en wat ik terug wilde geven. Marco en ik waren vergroeid met elkaar in een relatie en ik had nu de schone taak om dit uit te diepen, om een beeld te schetsen van onze verschillen. Het deed me denken aan een uitdrukking (en een titel van een boek): ‘Wil je gelijk hebben of wil je gelukkig zijn?’ Voor beide is wat te zeggen. Ik koos vaak om gelukkig te zijn en Marco om gelijk te hebben. Wat was beter? De waarheid lag zoals altijd vast ergens in het midden, ‘gelijkig zijn’ of zo.
Niet alleen in mijn relatie, maar ook op andere fronten, bijvoorbeeld met mijn ouders, koos ik er duidelijk voor om gelukkig te zijn en dingen te laten en te accepteren zoals ze waren. Daar ging ik ver in. Marco vond dat lastig.
‘Bren, ik snap je niet. Zeg er nou eens iets van, dit is niet oké, niet aardig en wederom zeer egoïstisch van je ouders.’ Zijn ongezouten mening kwam voort uit zijn sterk ontwikkelde rechtvaardigheidsgevoel, zijn liefde voor mij en zijn voorbeeld thuis. Zijn ouders waren er altijd voor hem en later voor ons, leefden voor hun kinderen en hadden nauwelijks een eigen leven. Een schril contrast met mijn thuisbasis.
Ik hoorde hem wel en hij had ook vaak gelijk, maar ik kon er niet anders mee omgaan dan ik deed. Ik hield zielsveel van mijn ouders en kon absoluut niet tegen ruzie of disharmonie. Marco liet me daar vrij in, maar het was een wezenlijk verschil tussen ons. Ontelbare gesprekken hebben we erover gevoerd.
Door een heel vervelend incident op Marco’s werk draaiden de rollen om. Hij kreeg de promotie niet die beloofd was en werd volledig gepasseerd door zijn baas. Marco zou Marco niet zijn als hij het gevecht niet was aangegaan. Anderhalf jaar duurde de strijd en hij kreeg uiteindelijk zijn volledige gelijk om vervolgens in een burn-out terecht te komen. Machteloos stond ik aan de zijlijn en gaf ik af en toe mijn mening.
‘Schat, is dit het waard? Je gaat er aan onder door, stop er mee, zoek een andere baan en begin opnieuw.’
Hij was niet in staat mijn goedbedoelde adviezen op te volgen. Hij kon niet anders, dit was wie hij was. Hij bleef bij de ING. Als het erop aankwam, maakten we onze eigen keuzes en stonden we daar vervolgens samen achter. De goede gesprekken waren soms heftige ruzies, waarbij we pal tegenover elkaar stonden. Toch ben ik er trots op dat we er altijd uitgekomen zijn door wederzijds begrip te tonen en door elkaar in onze waarde te laten.
De dag naderde dat ik mijn trouwring ging afdoen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om het niet tegen mijn kinderen te zeggen. Stel je voor dat ze het ineens zagen, ze zouden verdrietig zijn dat ik papa zomaar had afgedaan. Eerlijkheid is alles. Ik had het goed ingeschat: het was echt een ding voor ze. ‘Nee mama, dat wil ik niet,’ huilde Lucas. ‘Je moet hem omhouden, je bent toch niet gescheiden?’
‘Lieverd, mama moet wel, snap je dat? Ik kan niet meer doen alsof, de ring staat voor een huwelijk met iemand die leeft,’ antwoorde ik eveneens huilend. Robin hoorde ons aan en huilde alleen maar mee. Zij wilde mama niet verdrietig zien en vond alles goed als ik er maar blij uitzag.
Uiteindelijk sloten we een compromis: ik mocht hem afdoen, maar zou hem ieder jaar op onze trouwdag dragen. Ik deed hem af en werd niet misselijk. Goede beslissing.
Langzaam kreeg ik zin om de deur uit te gaan, af en toe een klein feestje misschien? Ik ging in ieder geval naar de Toppers met Kim, Jo en haar familie. Dat werd een bijzonder mooi feestje. De kinderen waren een heel weekend uit logeren, voor het eerst na de oerknal. Dat voelde best raar, maar ook fijn en vrij.
De avond van de Toppers had ik mijn eerste flirt. Ik danste en voelde me heerlijk los en lekker Bren. En hij, hij was leuk, jong en ach. Langzaam ontstond er iets en mocht hij een arm om me heen slaan. Ik vond het niet eens vreemd, eigenlijk wel lekker. Alleen de volgende stap, na het flirten, was ik volledig ontwend. Wat wil je na twintig jaar. Waar Kim volop haar nummer met eventueel leuke en minder leuke jongens deelde voor ‘je weet maar nooit’, had ik daar totaal geen behoefte aan. Te makkelijk of zo. Of te onwennig. Aan het einde van de vreselijk gezellige avond vroeg de leukerd of ik zin had om de volgende dag met hem te lunchen.
Eh, en nu dan? ‘Luister, ik ga zo met mijn vriendin nog even naar Café 1890. Als je me echt leuk vindt, zie ik je daar wel en dan spreken we wat af.’
‘Dat wordt lastig. Ik rijd met vrienden mee,’ zei hij teleurgesteld.
‘Oké, dan niet’, antwoordde ik.
Net voor sluitingstijd hebben we in Café 1890 nog even een bittergarnituurtje weggewerkt. Kim vond het echt stom dat ik mijn nummer niet had gegeven. Zij vond duidelijk dat ik er wel klaar voor was. Ik nog niet. Maar het gevoel van de aandacht en de mogelijkheid waren al een prachtig cadeau. Daar kon ik even mee vooruit. Een nieuwe vriend was nog steeds absoluut geen prioriteit en, zoals gezegd: ‘Ik ga alleen voor Goud. Geen concessies, ik begin mijn leven alleen met de kinderen net weer een klein beetje leuk te vinden.’
De vakantie naderde. Hoe spannend zouden we het dit jaar maken?
Oké dan, Spanje bleef het leukste. Kim en ik trapten af, mama en Peter sloten deels aan en Annabelle en Tim losten hen de laatste weken af. Ideaal.
De heenreis liep voorspoedig. Goed voorbereid reden we in mijn trouwe, volgeladen Citroen C5 via Parijs naar ons paradijs in Spanje. Kim en ik vol adrenaline, de drie kinderen vol vertrouwen. Onderweg draaiden we de speciale cd met heerlijke meezingnummers die voor ons beiden veel betekenden. Dat we na Parijs zes uur lang in de file stonden en Kim een tijdlang met een luier onder haar billen zat, omdat ze zo nodig moest, maar we konden niet stoppen, mocht de pret niet drukken. De kinderen waren superrelaxed en van elke stop maakten we een feestje. Vol trots, maar compleet gebroken, kwamen we laat in de avond in ons overnachtingshotel in Perpignan aan. De volgende dag vraten we vol goede moed de laatste kilometers weg. Na zeventienhonderd kilometer arriveerden we op onze prachtige strandplek en parkeerde ik de auto op een steen. Oeps! Ik deed maar even of ik het geluid niet hoorde en de schade niet zag, later Peter maar lief aankijken. Eerst met mama, Peter en Kim de caravan neerzetten. Wat een uitdaging, ik begreep mijn eigen voortent-stokken-systeem, dat ik vorig jaar met Tim zo slim had bedacht, niet meer. Niemand trouwens, ook de buren niet. Na veel bloed zweet en tranen, maar zonder ruzie, is het gelukt en konden we ons installeren. Het voelde als een overwinning.
Deze vakantie was volledig anders dan vorig jaar. Ik was rustiger en zekerder en had steeds meer genoeg aan mezelf. Dat was wel even wennen voor Kim, die gewend was dat ik in alles meeging en volgde. Maar ik had vaker behoefte om dingen alleen te doen of alleen te zijn. Tijdens onze korte break in Barcelona met zijn tweeën kwam dat er bij Kim huilend uit, gelukkig konden we het uitspreken. Ik veranderde. Dat was duidelijk en onvermijdelijk.
Ook mijn verdriet veranderde. Vrij van mijn band met Marco, kreeg ik ruimte voor het verdriet dat mijn kinderen geen papa meer hadden, nooit meer. En het leek wel of het hele strand in Spanje gevuld was met alleen maar kindjes die de hele dag ‘Papa’ riepen. Dat ging door merg en been.
Mijn eigen leven en verdriet kon ik inmiddels redelijk handelen, maar met dit gevoel kon ik helemaal niks. Behalve een hele lieve mama zijn en zorgen dat er mannen in mijn leven bleven die papadingen konden doen met de kinderen. Daadkrachtig en oplossingsgericht heb ik dat meteen met Tim en later thuis met Mark besproken. Stoeien of zo, dat vinden de kinderen zo leuk, maar ik echt helemaal niet. Ze doen me altijd pijn. Ik hou meer van knuffelen, lezen en knutselen. Natuurlijk wilden Tim en Mark dat voor me doen. Het gemis konden ze niet oplossen, maar wel een beetje verzachten misschien. Voor nu de beste optie.
Tijdens deze vakantie voelde ik weer een beetje het leven door mij stromen en maakte ik plannetjes in mijn hoofd. Mijn veertigste verjaardag naderde. Dat wilde ik groots vieren, omdat ik trots was op mezelf dat ik, samen met mijn kinderen, er nog was en dat we het zo goed deden. En omdat ik dankbaar was voor alle mooie en lieve mensen om mij heen die daar een steentje aan hadden bijgedragen.
En ik had nog een wens. Die had ik al een tijdje, maar nu zou ik er werk van maken: ik wilde nieuwe borsten. Mijn mooie, maar voor mijn gevoel te kleine, mini cup A voldeed niet meer. Ik wilde een mooie B- of kleine C-cup ofzo. En als ik dan toch bezig was, nieuwe tattoo’s. De roos op mijn bil die Marco op zijn arm had staan, stond voor ons. Het werd tijd om mijn kinderen en mijzelf ook een plekje te geven, als vlinders. In de vakantie tekende Annabelle meerdere vlinders op mijn lijf om de plek te bepalen.
Ik was eruit, als ik terug was van vakantie zou ik dat lekker regelen. O ja en ik zou met mijn schoonouders overleggen of de kinderen één keer in de week mochten logeren. Ik had ze twee jaar stevig bij me gehouden en het werd tijd voor wat ruimte tussen ons. Dan zou ik een keer in de week mijn eigen plan kunnen trekken. Waar ik dan ook zin in zou hebben. Het gaf me een vrij en blij gevoel om weer een beetje zin in het leven te hebben. Op naar betere tijden.
~ Dagboek ~
6 juni 2009
Mijn lief, mijn lief
Morgen zouden we dertien jaar getrouwd zijn
Als jij er nog was
Morgen zouden we zoenen
Als jij er nog was
Morgen zouden we vrijen
Als je jij er nog was
Morgen zouden we samen genieten
Als jij er nog was
Morgen zouden we trots zijn op onze kinderen
Als jij er nog was
Morgen zouden we een toekomst hebben
Als jij er nog was
Maar lief, je bent er niet meer
En ik heb er zo geen zin meer in om getrouwd te zijn met een dode man.
Het volgende gedicht, van Anneke Wittermans, beschrijft het proces van vrijgeven en heeft me onnoemelijk geholpen. Ik heb het keer op keer gelezen:
Dierbaar zijn de draden
Die mij met jou verbinden
Gesponnen in liefde
Geweven met zorg
Ze horen bij mij en jou
Het verband is gevormd
In de momenten waarin we
Geraakt in weerstand
Gesmolten in wrijving
Elkaar echt vinden
Ik erken de waarde
Draad voor draad ontwikkel
Ik het verband
Koester zorg en liefde
Die de draden dragen
Ik herken de band
Ontkoppel de vereniging
Wens jou en mij het beste
Geef en neem de ruimte
Om een stuk zelf te gaan
Ik hak de knoop door
Wat ik niet kan vatten
Dat hoort bij jou
En gaat met je mee
Alleen wat mij eigen is
Blijft bij mij en trouw
Ik ben vrij, oprecht en blij
Wat jij betekenen zal
Draag ik in mijn hart mee
Als een ring van waarde
Ik geef je vrij, om te gaan
Daar waar je geroepen wordt.
Dit liedje stond deze periode centraal en was de wens van mijn gedachte:
Acda & De Munnik
Weer gelukkig zijn
Ik heb iets nieuws gedaan,
Ik heb iets vreselijks nieuws gedaan.
Ik heb de muur behangen met alle foto’s die ik van je heb, en ben er
voor gaan staan en toen ..
Heb ik muziek gemaakt,
Vreemde muziek gemaakt.
Voor ‘t eerst een snaar geraakt die vrolijk maakt en toen m’n lief,
Pas toen durfde ik m’n hart te vragen over jou te zingen lief.
Dit is m’n eerste vrolijk lied,
En heel veel dieper wordt het niet meer,
Dan genoeg voor een refrein.
Ik heb ‘t te druk met weer gelukkig zijn!
Ik heb iets nieuws gedaan,
Ik heb iets vreselijks nieuws gedaan.
Ik was onderweg naar weer zo’n lied van: O mijn god ik heb de liefde
laten gaan, maar toen ..
Heb ik muziek gemaakt,
Vreemde muziek gemaakt.
Voor ‘t eerst een snaar geraakt die vrolijk maakt en toen m’n lief,
Wist ik dat als ik droef wou zijn mezelf echt moest dwingen lief ..
Dit is m’n eerste vrolijk lied,
En heel veel dieper wordt het niet meer,
Dan genoeg voor een refrein.
Ik heb ‘t te druk met weer gelukkig zijn!
O, en als het me niet lukt.
Gelukkig ben ik gelukkig al geweest,
Ik ben gelukkig al gelukkig geweest.
Meer dan genoeg voor een refrein,
Ik heb ‘t te druk met weer gelukkig zijn!
O, o en als het me niet lukt,
Gelukkig ben ik gelukkig al geweest,
Ik ben gelukkig al gelukkig geweest.
Meer dan genoeg voor een refrein,
Weer gelukkig zijn ..
Ik heb iets nieuws gedaan ..
>