Hoofdstuk 9
Mijn kinderen, mijn basis
Al eerder gaf ik aan hoe belangrijk mijn kinderen zijn geweest en nog steeds zijn. Hun dagelijkse, meestal voor lief genomen, opmerkingen en onvoorwaardelijke liefde hielpen me keer op keer door de moeilijke momenten en ze verbaasden me telkens weer met hun wijsheid. Als er iets is wat ik heb geleerd over kinderen, is het dat je ze niet moet onderschatten en dat ze verschrikkelijk gevoelig zijn als er iets niet klopt.
‘Mama, wat is er, waarom huil je?’
Zeggen dat ik een vuiltje in mijn oog had of dat ik net uien had gesneden, daar kwam ik onmogelijk mee weg. ‘Mama is verdrietig en ik weet het soms even niet meer,’ wilde ik niet. Ik wilde sterk zijn en ze zeker niet met mijn verdriet opzadelen. Maar ontkennen was ook geen optie, dus spraken we met elkaar af dat we altijd eerlijk zouden zijn. Verdriet hoorde daar ook bij.
Eerlijkheid was en is alles. Het bracht een soort extra sensor tussen ons aan: feilloos wisten de kinderen wanneer het even niet goed met me ging. Maar ze wisten inmiddels ook dat dat weer overging en dat het zeker niet aan hen lag of dat zij het konden oplossen.
Robin ging me dan uit de weg en probeerde me niet tot last te zijn, Lucas vond het moeilijker, ging stuiteren en probeerde me uit alle macht naar de aarde te trekken. Met als gevolg dat we constant in discussies verzandden, zo klein als hij was. Van de één mocht ik even verdrietig zijn en de ander zorgde dat ik in het nu bleef. Mooie balans en mooie basis.
En dat maakte me, ondanks dat het echt niet mijn plan was om met zijn drieën over te blijven, zo dankbaar en blij dat ze er waren. Zelfs met zijn drieën voelde het goed.
Ongeveer twee jaar na ons trouwen begonnen we over onze kinderwens. Marco was zijn rugby een beetje aan het afbouwen. Hij was vanaf zijn dertiende een fanatieke en hele goede rugbyer en heeft het heel lang op hoog niveau gedaan. Hij heeft zelfs een tijdje in Jong Oranje gezeten. Het was een groot en belangrijk deel van zijn leven en hij nam het, zoals hij dat met alles deed, erg serieus. Zijn beste vrienden waren allemaal rugbyers. Toen hij stopte met zijn bijbaan in de discotheek in de weekenden, en alleen nog maar bij de Postbank werkte, kwam er meer ruimte. Ik werkte nog fulltime bij een kleine touroperator, maar kon makkelijk minder gaan werken als er kinderen zouden komen, zo had ik bedacht.
Nadat ik de pil uit het raam had gegooid, was ik heel snel zwanger. Euforisch en blij waren we ermee, net als de rest van de familie, eindelijk weer een baby! Ik voelde me goed en erg zwanger. Opgetogen gingen we, zoals het hoorde, na drie maanden naar een verloskundige. Alles voelde goed, alleen het hartje was niet te horen. Dat kon verschillende redenen hebben, niet per se ernstig, maar het leek haar handig om toch een echo te laten maken. Dat kon direct, het was om de hoek. Een beetje zenuwachtig gingen we erheen en het bleek helemaal fout te zijn. Het vruchtje was niet meer gegroeid sinds week zeven en er was geen leven, maar het zat nog wel in mijn buik. Dat ik me zwanger voelde was dus logisch, want de hormonen gingen gewoon door. Ontzettend verdrietig gingen we samen naar huis, na drie maanden op een roze wolk gezeten te hebben was het ineens allemaal over. Ik moest gecuretteerd worden, want het vruchtje liet niet vanzelf los. Marco en ik waren helemaal van slag. Net als de hele familie.
Daarna liep het ook stuk op mijn werk. Mijn redelijk schizofrene baas trok ik niet meer, ik had er genoeg van om zo hard te werken en zag in dat deze baan met een baby het niet ging worden. Ik nam ontslag en ging me bezinnen. Nadat mijn lichaam en onze emoties weer een beetje in balans waren, gingen we verder met ‘proberen.’ Het wilde niet lukken. Na een half jaar met nog drie miskramen – meestal ging het na een week al mis – waren we er klaar mee. Het drukte een te grote stempel op onze relatie. Wij – vooral ik – waren alleen nog maar bezig met zwanger worden.
Vlak voor onze zomervakantie kwam Tim redelijk overstuur langs, ‘Zus, ik vind dit zo moeilijk en zo erg voor jou, ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar wij zijn onverwachts zwanger.’ Ik reageerde heel rustig en was op dat moment alleen maar blij voor Tim en Kim. Maar toen hij weg was, kwamen de tranen en was ik blij dat we op vakantie gingen. Even verwerken allemaal.
Na een heerlijke vakantie in Egypte, waar ik wederom halfbakken zwanger was en niet eens kon duiken, hadden we besloten dat we het wel zouden zien. Geen hysterie en geen gedoe, als het niet lukt, dan niet. We waren zonder kinderen ook al negen jaar erg gelukkig met zijn tweeën.
Prompt werden we zwanger en ging het goed! Dat wisten we allebei meteen.
Ik werkte inmiddels wel weer, drie dagen als secretaresse bij Asta Medica (later Meda), en had een waanzinnige zwangerschap. Ik voelde me ontzettend goed. Marco was trotser dan trots op mijn almaar groeiende buik. Samen deden we alle dingen die zwangere mensen doen en fantaseerden we over hoe ons kindje en onze toekomst eruit zouden zien. Robin werd twee weken te laat geboren. Na vierentwintig uur ploeteren zonder ontsluiting, kwam ze uiteindelijk via een keizersnede, waarbij de narcose doorschoot en ik volledig out was, ter wereld (subtiele samenvatting). Het eerste uur na haar geboorte wachtte ze in Marco’s armen tot ik wakker werd. Wat een cadeautje en wat een herkenning. Jij zat dus in mijn buik!
Marco was een zorgzame vader en we hadden het heerlijk met zijn drieën. Alles verliep op rolletjes en na anderhalf jaar ging de pil weer het raam uit. In no time was ik weer zwanger, ook nu voelde ik me super, alhoewel het een hele andere zwangerschap was. Duidelijk een ander kindje, een kleine druktemaker, die zich toen al overal mee bemoeide. Als Marco en ik woorden hadden, ging mijn buik alle kanten op. Contact maken met dit kindje was te grappig, als je je hand op mijn buik legde, was er altijd meteen een reactie. Dat werd wat minder grappig toen ik tegen het einde liep en mijn hele lichaam ervan in een stuip trok. Ook dit kindje had geen zin om eruit te komen. Na anderhalve week werd ik ingeleid, om nog zo’n zware bevalling te voorkomen. Ook nu kwam er geen ontsluiting ondanks de zware weeën, en werd gelukkig na drie uur besloten om ook dit kindje keizerlijk te laten komen. Deze keer ging ik niet out en konden we Lucas samen verwelkomen en bewonderen. Wat een mooi mensje, wat een rijkdom.
Marco had de mogelijkheid om vier keer negen uur te werken en was op woensdag thuis. Ik was donderdag en vrijdag thuis, mijn moeder was er op maandag en mijn schoonouders pasten op dinsdag op. Goed geregeld.
Vooral Marco moest wennen aan het gezin en de onrust die dat soms met zich meebracht, hij voelde zich vaak oververantwoordelijk en minder vrij om leuke dingen te doen. Rugby had hij helemaal laten vallen, hij ging niet eens meer naar wedstrijden kijken. Tegelijkertijd genoot hij van het papa-zijn en had hij eindeloos geduld met de kinderen. Maar ruimte voor meer was er niet. Ik vond het heerlijk om moeder te zijn en heb volop van deze tijd genoten.
Toen ik zwanger was van Lucas maakten we plannen om te verhuizen. Amsterdam-West was toch niet de buurt waar we de kinderen wilden laten opgroeien en er was een kamer te weinig. Amstelveen sprak ons wel aan, mijn vader woonde daar ook met Monique en mijn broertjes, en het was tenminste nog een beetje in de buurt van Amsterdam. Vrij vlot vonden we een heerlijk huis, lekker ruim en groot. Na het betere denk- en rekenwerk bleken we de ruimte te hebben om het te kopen. Ook ons oude huis was snel verkocht. In december 2002 zou het gaan gebeuren.
Maar ons oude huis en ons oude buurtje lieten ons niet zomaar gaan. Voor we daar weg waren, kregen we nog behoorlijk wat te verstouwen. Het begon met een ‘binnenbrandje’ vlak na de geboorte van Lucas. Er was een gordijn gaan schroeien op een lamp. Het was dat mijn moeder adequaat aan het blussen sloeg, terwijl ik met een baby op mijn arm en een peuter aan de hand huilend naar buiten vluchtte, anders was het hele huis afgefikt. Daarna werd er ingebroken, terwijl wij boven lagen te slapen. Heel veel gedoe en veel spullen weg, maar vooral het idee dat iemand in ons huis kwam en aan onze spullen had gezeten, was moeilijk te verkroppen.
Marco en ik waren samen een weekend naar Antwerpen, toen we op de terugweg een telefoontje kregen van mijn schoonmoeder dat er een boom op ons huis was gewaaid. Net verkocht, lekker dan. Het viel allemaal mee, het was te maken en we waren ervoor verzekerd, maar het was weer een hoop gedoe. Na al deze ongelukjes waren we echt blij dat we daar weg konden.
Op naar Amstelveen. Ons nieuwe paleisje en nieuwe buurtje. Ik heb niet zoveel met Amstelveen, maar het is er heerlijk veilig en praktisch wonen, alles is te fietsen, winkels in de buurt en veel speeltuintjes en natuurlijk niet te vergeten superburen!
Kahlil Gibran
Uit: De profeet
Je kinderen zijn je kinderen niet Zij zijn de zonen en dochteren van ’s levens hunkering naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je, en hoewel zij bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Jij moogt hun geven van je liefde, maar niet van je gedachten, want zij hebben hun eigen gedachten.
Jij moogt hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen, want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, Zelfs niet in je dromen.
Je moogt proberen hun gelijk te worden, maar tracht hen niet aan je gelijk te maken.
Want het leven gaat niet terug, nog blijft het dralen bij gisteren.
Jullie bent de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten.
De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige en hij buigt je met zijn kracht, opdat zijn pijlen snel en ver zullen vliegen.
Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter een vreugde voor je zijn: want zoals hij de vliegende pijl liefheeft, zo mint hij ook de boog die standvastig is.
>