Hoofdstuk 7

De verbouwing

De plannen hadden we al een tijdje: de eerste verdieping en de zolder moesten nodig in de make-over. Ik wilde alles laten doen, want de eerdere verbouwing beneden betekende een aardige relatie-check. Marco had die verbouwing samen met zijn vader en broer gedaan. En eerlijk is eerlijk, erg goed. Maar het hield in dat ik driekwart jaar ieder weekend, met een baby en een peuter naar mijn tante, schoonmoeder of welke kinderboerderij dan ook vertrok. Zodat de heren konden werken. En dat wilde ik echt niet meer. Omdat we er samen niet uitkwamen, belandden de plannen op zolder, bij de rest van de troep. Maar ja, nu hoefde ik niet meer te overleggen, toch? Ieder nadeel heb z’n voordeel. Dus schouders eronder en vol gas en overtuiging naar de bank voor een tweede hypotheek. Financieel zat ik eigenlijk best goed. Met zijn drieën had ik meer te besteden dan voorheen met zijn vieren. Vraag me niet waarom. De bank zou niet moeilijk doen, dacht ik.

Zo simpel was het dus niet. Niet alles wat je ontvangt van de overheid en instanties, geldt als inkomen. Het telt daarom niet mee bij de berekening van je draagkracht. Nou moe?

Knettergek werd ik van de starre bureaucratische bankmedewerkers. Nee zeggen tegen mij? Sorry hoor, maar die vlieger gaat niet op. Ik heb de keuze al gemaakt. De verbouwing gaat gewoon gebeuren met een tweede hypotheek. Ik ben niet achterlijk, ik kan het betalen. Ik ben een georganiseerde, redelijk intelligente chaoot, daar ben ik inmiddels achter. Misschien een beetje suf en naïef soms, maar als ik echt iets wil, dan gaat het gewoon gebeuren.

Vijftig telefoontjes verder had ik mijn zin: ik kreeg de tweede hypotheek. Ik ging verbouwen!

De verbouwing liet ik doen door het bouwbedrijf van Wim, de man van Jo. Heerlijk dat ik me niet hoefde af te vragen of hij wel betrouwbaar was en kon waarmaken wat hij beloofde.

Samen met Wim maakte ik een plan en werkte ik alles uit. Vrouwen zijn wat minder praktisch en mijn keuzes dreven hem soms tot wanhoop. Maar hé, het is wel mijn huis.

Wijselijk een budget vastgesteld, want ik zat bij de bank al aan mijn limiet en had daar na mijn stalkertelefoontjes geen persoonlijke credits meer, zelfs niet als weduwe van.

Er volgden twee maanden van intensieve verbouwing, inclusief het uitbreken van mijn slaapkamer en de zolder, het plaatsen van nieuwe ramen en een dakkapel. Kasten werden gemaakt, wanden gestuct, en alle wanden en deuren geschilderd.

Toen ze bezig waren met de dakkapel, werd noodweer voorspeld. Maar hij was nog niet dicht. Jaap de Timmerman, sprak zijn zorg uit naar mij, zette allerlei emmertjes neer en spande zeilen om de schade te beperken.

Ik moet er wel bij vermelden dat ik echt als een vROUW in de verbouwing zat: ik hoor je, maar ik doe er lekker niks aan, tralalala, los het maar op lieve Jaap.

’s Nachts brak er toch een noodweer uit, niet te geloven. En ik… bleef in mijn bed liggen. Ik hoor het niet, ik hoor het niet, ik laat het lohos!

Om een uurtje of vier ’s nachts hoorde ik iemand binnenkomen. Jaap de Timmerman voelde zich zo verantwoordelijk dat hij toch even kwam checken. Yeah, een echte redder. En zo verliep de hele verbouwing. Heel af en toe stelde Jaap toch een vraagje over latjes, spijkers of weet ik wat voor technische details, om daarna schouderophalend weg te lopen. O ja, daar doet ze niet aan. Ze is een vROUW.

Lucas wilde graag de Nederlandse vlag op de achterwand van zijn kamer, dat zorgde voor een beetje kleur. We gingen een weekje weg met Claire en de kinderen, zodat de schilders erbij konden. Toen we thuiskwamen, rende Lucas meteen naar zijn kamer. Kort daarna kwam hij een beetje beteuterd beneden.

‘Eh mama, is de Nederlandse vlag in Volendam andersom? Want het is blauw-wit-rood.’

‘Hè, wat zeg je nou?’. Ik liep met hem mee naar boven. Ja hoor, onze schilders hadden de vlag omgedraaid. Te grappig gewoon. Helemaal omdat Lucas onthouden had dat ze uit Volendam kwamen. Hij heeft duidelijk oor en oog voor detail.

Een belletje was gelukkig genoeg om dit op te lossen.

Jammer genoeg deden de allerliefste timmermannen niet aan het in elkaar zetten van Ikea-spullen. Daar stortten Kim, mijn moeder en ik ons op. Wat een drama. Het was een soort zwevend kastgeraamte dat in mijn inloopkast gemonteerd moest worden. Na drie dagen zwoegen kregen we het in- en voor elkaar. Voor de altijd gezellige Pax-kasten voor Robin’s kamer, riep ik toch maar mannenhulp in.

Eindresultaat binnen budget en planning. We hebben alle drie een megakamer en ik heb een inloopkast! En we hebben heel, heel veel kastruimte, yeah! Dus alles kan opgeborgen en het lijkt altijd netjes, yeah!

Symbolisch nietwaar? Aan de buitenkant zag het er leuk uit.

Als vrouw alleen liep ik tegen meer praktische mannendingen aan. Ik was best handig en kon echt veel zelf doen. Maar, wilde ik dat ook?

Ik kan nu volmondig ‘Nee!’ zeggen.

Ik heb het geprobeerd, echt waar. Ben er eigenwijs genoeg voor ook.

Op een wiebelige hoge trap met de mega-elektrische heggenschaar de boom snoeien. Met klotsende oksels en een schouderspier die verdriedubbelde in omvang. Toen ik per ongeluk ook de tuinslang vierendeelde, besloot ik trillend van de adrenaline en met de schrik ik mijn benen: ik doe geen mannendingen meer. Genoeg mannen te leen die me kunnen helpen, ik hoef het alleen maar te vragen. Alleen de vuilnis zet ik nog zelf buiten.

Bij onze garage, ik bedoel mijn garage, wisten ze het inmiddels ook: ‘Ga geen technische gesprekken met mij aan over de keuze van nieuwe banden. Wat mij betreft hoeven ze alleen maar rond te zijn, voor de rest: do it!’

~ Dagboek ~

19 september 2008

Weer lang geleden dat ik heb durven schrijven. Er gebeurt veel met me, heb soms zoveel verdriet dat het me misselijk maakt. De aankomende verbouwing voelt goed, maar het voelt ook als het begin van de verbouwing aan mezelf. Fysiek zo misselijk. Ik slik mijn tranen door, het mag eruit, maar het lukt me niet. Ik mis je zo verschrikkelijk. Niet iemand om me heen maar jou.

Ik ben wiebelig, dus de kinderen ook. Nieuwe groep en nieuwe juffen. Grenzen zoeken en blijven zoeken. Moet alle zeilen bijzetten om erbij te blijven. Het is makkelijker om te zweven, maar dat is geen optie. Voetjes op de grond! Soms ben ik het zo zat om het alleen te doen. Het is zoveel, zoveel, zoveel.

Kan ook niet meer iedereen om me heen verdragen. Sommige mensen hebben ineens de neiging me te vertellen wat ik moet doen, of nemen me mijn gebrek aan interesse in anderen kwalijk. Kan er niet zoveel mee. Heb de energie er gewoon niet voor. Heb sowieso geen energie over. Wanneer mag het een versnelling lager? Soms wil ik echt niet meer… Geen optie natuurlijk, voor de kinderen ga ik door en er komt een dag dat ik weer gelukkig ben en langer dan vier minuten achter elkaar kan genieten. Dat weet ik ergens diep van binnen zeker.

Wat de mensen om me heen betreft: het is tijd om keuzes te maken, wie geeft me energie en wie niet? Past niet echt bij me, maar het is nodig.

Valt niet mee om goed voor mezelf te zorgen en mezelf belangrijk te vinden, doe het liever voor een ander. Maar goed, keuze is gemaakt, alleen maar mensen om me heen waar ik energie van krijg. Punt.

Er viel vandaag een steentje uit mijn trouwring, en eerder deze week al uit mijn verlovingsring én uit de ring van je moeder, baal ik van. Betekent het iets? Tijd om los te laten. Ik kan hem niet afdoen, dan word ik direct misselijk. Het hoeft ook niet vandaag.

11 oktober 2008

Lief, weet je nog dat ik ooit gezegd, of misschien wel geschreeuwd heb, dat je nooit, nee nooit meer zelf mag verbouwen? Dat ik gek werd van je perfectionisme en dat je zo langzaam was.

Ik neem het terug, kan dat nog? Nu wordt alles gedaan en het wordt prachtig. Het maakt me blij, omdat dit is wat we samen bedacht hadden. Misschien nog wel mooier en completer. Ik ga altijd een stapje verder, je kent me. Maar toch… had ik liever gehad dat jij het had gedaan.

>