22
De volgende dag belde Chrissy hem in de pauze en vroeg of ze niet een ritje naar Grand Portage konden maken om ‘Jimmy’s opa’, zoals ze hem noemde, te bezoeken.
‘Ken jij Willy dan?’ vroeg Lance verbaasd.
‘Moet ik hem kennen om met hem te spreken?’
‘Nee.’
‘Mooi! Maar het is een beetje moeilijk voor me om de deur uit te gaan. Ik bedoel, je hebt zelf gezien hoe het is.’
Lance hoorde dat haar tranen niet ver weg waren. ‘Ja, dat is vervelend.’
‘Ik heb ze op de mouw gespeld dat ik vanavond naar een dansrepetitie op school moet…’
‘Wil je niet liever bij Jimmy en Mary langs als je toch naar Grand Portage gaat?’
‘Nee.’
‘Waarom Willy?’
‘Ik heb veel nagedacht over wat je vertelde over mijn betovergrootmoeder. Dat ze Ojibway was…’
‘En wat wil je nu?’ vroeg hij.
‘Alleen dat ik er graag met iemand over wil praten die zelf Ojibway is,’ zei Chrissy.
‘Ik heb het er al met hem over gehad en het interesseert hem eigenlijk niet zoveel. Het is daar tamelijk gewoon.’
‘Oké.’ Ze klonk teleurgesteld.
‘Maar we kunnen daarom wel bij hem langsgaan,’ haastte Lance zich te zeggen.
‘Ja hoor. Zal ik je in Two Harbors oppikken?’
Toen ze Silver Cliff waren gepasseerd, waar hij Swamper Caribou voor het eerst had gezien, stak Lance zijn arm uit voor zijn nichtje langs en maakte het handschoenenkastje open. Daar lag het pistool. Doelgericht pakte hij twee hartvormige chocolaatjes uit het kastje en deed het weer dicht. Chrissy had geen spier vertrokken, misschien had ze het wapen niet gezien, of dacht ze dat het normaal was voor een bossmeris om een wapen in zijn privéauto te hebben.
‘Chocolaatje?’ vroeg hij.
‘Dove?’
Ze begonnen het fijne zilverpapier te verwijderen dat om de chocoladehartjes zat.
‘Je moet lezen wat er op de binnenkant staat,’ zei Lance.
Ze streek het papiertje glad en las de tekst. ‘Poeh!’ zei ze.
‘Wat staat er?’
‘“Een glimlach is de beste work-out”.’
Lance keek het lijkbleek opgemaakte meisje aan en lachte.
‘Zo kan het wel weer,’ zei ze. ‘En wat staat er op die van jou?’
Hij keek naar het zilverpapiertje, maar het duurde even voordat de kleine lettertjes voor hem betekenis kregen.
‘Wat staat er nou?’ zeurde zijn nichtje.
‘Er staat: “Liefde is niet voor doetjes”.’
Chrissy probeerde een grijns te verbergen.
Lance verzonk in gedachten. Als Andy werkelijk de moordenaar was, waarom was hij dan zo bang dat Chrissy er in haar eentje op uitging? Dat klopte gewoon niet. Volgens Tammy was de beschermende houding van haar man begonnen na de moord bij Baraga’s Cross en kon ze niet begrijpen waarom hij daar nog steeds aan vasthield, nu de moordenaar was gearresteerd. Als Andy zijn dochter alleen wilde beschermen tegen een loslopende moordenaar, betekende dat twee dingen. Ten eerste dat Andy onmogelijk zelf de moordenaar kon zijn, en ten tweede dat hij moest beseffen dat Lenny Diver het evenmin was. Lance kon het niet geloven. Er moest een andere reden zijn waarom Andy Chrissy bijna niet het huis uit wilde laten gaan. Toen herinnerde hij zich dat vader en dochter de middag na de moord samen waren thuisgekomen. Andy had Chrissy bij een vriendin in Duluth opgepikt, maar Chrissy had zelf verteld dat ze de nacht van de moord in de hut bij Lost Lake had doorgebracht. Misschien was ze de volgende dag met die vriendin terug naar Duluth gegaan, zodat Andy haar daar volgens afspraak kon oppikken, zonder te weten dat de meisjes de nacht elders hadden doorgebracht. Ja, dat klonk logisch. Dat hield tevens in dat Andy het geen probleem vond om te liegen over zijn verblijf in de hut. Dit alles baseerde Lance op de informatie die hij van Tammy had gekregen, en hij vertrouwde haar, omdat zij de enige van hen drieën was die in de nacht van de moord thuis was geweest. Wat hij niet eerder had beseft, was dat hij daar ook alleen maar háár woord voor had.
‘Dat gedrag van Andy gisteren,’ zei Lance, ‘wat was dat nou eigenlijk?’
Het geluid dat Chrissy ontsnapte, hield het midden tussen een zucht en een kreun. ‘Papa is volstrekt onmogelijk,’ zei ze met opeengeklemde kaken. ‘Ik mag niks van hem, hij geeft me geen enkele vrijheid. Alsof ik in een gevangenis woon.’
‘Maar je bent toch samen met mij op stap geweest.’
‘Dan was hij niet thuis of had mama eerst enorme ruzie met hem, zoals laatst met die poëzieavond.’
‘Dus Andy wilde je zelfs niet daarnaartoe laten gaan?’
‘Als het aan papa had gelegen, had ik de hele avond op mijn kamer gezeten.’
‘Waarom doet hij zo?’
‘Ach, dat is zo stom.’
‘Wil je er niet over praten?’
‘Hij denkt dat ik met jongens omga.’
‘Dat doe je toch ook? Je bent ook al zeventien.’
‘Hij denkt dat ik een… dat ik…’
‘Ja?’
‘Hij denkt dat ik een hoer ben!’ riep ze terwijl ze haar handen voor haar gezicht sloeg.
‘Maar meiske toch,’ zei Lance geschrokken. ‘Wat zeg je nou?’
Chrissy begon hartverscheurend te huilen, na een poosje leek ze wel een sirene en toen ze langs een parkeerplaats reden, sloeg Lance af, hij zette de wagen stil en stapte uit om het gejank niet meer te hoeven horen. Hij zag al snel dat ze zich op dezelfde parkeerplaats bevonden waar Inga en hij afgelopen zomer waren gestopt. Die keer had Swamper Caribou op de oever gezeten, met de versleten, ronde hoed op zijn hoofd en zijn knieën opgetrokken onder zijn kin. Dat was de tweede keer dat Lance hem zag. De medicijnman had over Kitchi-Gami zitten uitkijken, ‘Het grote water’, zoals het meer in zijn eigen taal heette.
Het leek ondenkbaar dat het ooit nog zomer zou worden. Het was alsof de winter geen jaargetijde was, maar een plaats die je hier met geen mogelijkheid kon verlaten.
Lance hoorde dat Chrissy het portier dichtsloeg en over de knerpende sneeuw naar hem toe liep. Een tijdje bleven ze zwijgend naast elkaar staan terwijl ze over het meer uitkeken. Hij dacht aan al die keren dat hij met haar had gespeeld toen ze klein was. Chrissy was het kind dat hem het meest na stond voordat Jimmy werd geboren.
‘Wat haat ik dit,’ zei ze.
‘Wat?’
‘Dit.’
Haar zachte stem nam het op tegen de immense ruimte die hen omgaf.