6
De Kozy Bar was een notoire verzamelplaats voor criminelen en prostituees, en de meeste moorden die de afgelopen tien jaar in de stad waren gepleegd, hadden daar in de buurt plaatsgevonden. Lance wist echter dat het er zo vroeg op de dag volstrekt ongevaarlijk was. Vooral wanneer je bij de politie zat en ervoor zorgde dat de barkeeper je legitimatie zag als je betaalde. De man trok een wenkbrauw op toen hij Lance’ politiepas zag. Lance vertrok geen spier, nam het versgetapte biertje aan en ging in de hoek aan een tafeltje zitten. De Kozy lag een halve verdieping onder het straatniveau en had hoge ramen van groen glas, waar nauwelijks licht doorheen drong. Afgezien van Lance waren de enige gasten twee langharige, indiaans uitziende mannen van een jaar of dertig, die elk achter een kop koffie aan een tafeltje aan de andere kant van het lokaal zaten. Uit de ineengedoken manier waarop ze daar zaten, maakte Lance op dat ze er al een poosje zaten.
Maar dat was zijn zaak niet. Hij was niet aan het werk. Officieel bevond hij zich niet eens in de vs. Al zijn aandacht ging uit naar zijn glas, want dit was niet zomaar een biertje. Tijdens zijn twee maanden lange verblijf in Canada had hij Fort Gary Pale Ale gedronken, wat nog het meest in de buurt kwam van Mesabi Red. Toch was het niets vergeleken bij het origineel. Dít was het origineel. Hij zorgde ervoor dat het roodachtige, bittere bier goed in contact kwam met zijn smaakpapillen voordat hij het doorslikte, en een kort moment werd hij met vreugde vervuld. O, wat had hij dit gemist! Hij kreunde het uit van welbehagen. De barkeeper keek zijn kant op en moest zelfs even glimlachen. Hij dacht zeker dat hij te maken had met een aan drank verslaafde smeris die zojuist de langverwachte eerste slok bier van die dag naar binnen had gewerkt. Lance lachte in zichzelf in zijn schemerige hoek. ‘Welkom thuis,’ mompelde hij.
Hij besefte opeens dat hij het naar zijn zin had in de Kozy, ook al ging hij ervan uit dat hij zich een paar uur later, als de vaste clientèle binnendruppelde, waarschijnlijk minder op zijn gemak zou voelen. Maar tot dusverre was alles perfect. Twee jonge vrouwen kwamen binnen en gingen aan het tafeltje zitten van de twee Ojibway, als ze dat tenminste waren, maar ze praatten zo zacht dat hij hun stem nauwelijks kon onderscheiden. Verder was het er volkomen stil en er bewoog niets. De tv vlak onder het plafond stond uit en de barkeeper had ook geen muziek opstaan. Er gebeurde helemaal niets. Het was als een soort slaap, met het verschil dat hij nu Mesabi Red dronk.
Hij sloot zijn ogen; onmiddellijk zag hij de raven opvliegen van het kadaver op de weg. Toen hij ze weer opendeed, waren de vier andere gasten op weg naar de uitgang, ze bleven staan bij de deur en praatten zacht met elkaar. Sommigen wierpen Lance een korte blik toe. Het gaf hem een onprettig gevoel dat die lui het blijkbaar over hem hadden. Ten slotte vertrokken de mannen samen met een van de jonge vrouwen. Het andere meisje wachtte tot de deur weer dicht was gegaan en liep toen op Lance af. Hij nam een slok bier terwijl hij haar over de rand van het glas bestudeerde. Ze was nog jonger dan hij had gedacht, nog geen twintig, een leuk gezichtje, maar veel te bleek. Pas toen ze vlak bij zijn tafeltje was, herkende hij haar.
‘Lance?’ zei ze terwijl ze hem argwanend aankeek.
De dochter van Andy Hansen had glanzend zwart haar, een zwarte jas die haar tot de knieën reikte, donkerrode lippen met smalle, zwarte randjes, zwarte mascara en een paar zwarte snowboots.
‘Chrissy…’
‘Ben jíj het, oom?’
Hij voelde dat hij een schaapachtige uitdrukking op zijn gezicht had. Chrissy barstte in lachen uit. Ze kronkelde gewoon van het lachen, als een kind dat met moeite zijn plas kon ophouden, en steeds als ze een nieuwe blik op haar oom wierp, kwam er een nieuw lachsalvo.
‘Nu is het wel genoeg,’ zei Lance geïrriteerd.
Half verontschuldigend hief ze een hand op om aan te geven dat ze zichzelf snel onder controle zou hebben. Haar gezicht was nog net zo bleek, merkte hij op. Had ze soms witte make-up op?
‘Sorry,’ zei hij. ‘Ik zag er zeker uit als een idioot. Ik herkende jou ook niet.’
‘Je zag er inderdaad wel raar uit. En dat nog wel in, ja, jeetje, in de Kozy nog wel!’
Ze ging tegenover hem zitten.
‘Ja, ik snap het,’ zei Lance.
‘Kom je hier vaker?’
‘Nee, ben je gek! Jij wel dan?’
Chrissy deed alsof ze die vraag niet gehoord had. ‘Ik dacht dat je in Noorwegen was,’ zei ze.
Hij had nog geen seconde nodig om een antwoord te bedenken.
‘Ik werk undercover,’ zei hij.
Zijn nichtje keek alsof ze water zag branden. ‘Maar jij bent toch een bossmeris?’ wist ze uit te brengen.
‘Het ligt wat ingewikkelder,’ zei Lance, die deed alsof hij een moeilijk besluit moest nemen. ‘Het is niet de bedoeling dat anderen het weten. Gedeeltelijk daarom ben ik ook hierheen gegaan, omdat niemand die ik ken hier… nou ja, hoe dan ook, ik ben hier vanwege een geheime opdracht.’
Hij hoorde zelf hoe idioot het klonk. Chrissy haalde de vingers van haar linkerhand door haar glanzend zwarte haardos terwijl ze haar oom misprijzend aankeek. Nogal overdreven, vond Lance. Alsof ze in een sitcom op tv meespeelde, waar iedereen jong was en een chaotisch, ingewikkeld leven leidde, zo’n serie waar je je alleen maar om kon doodlachen als je die humor waardeerde, wat Lance niet deed. Zo keek Chrissy. Hij had het niet eerder opgemerkt en vroeg zich af waar het vandaan kwam. Tegelijkertijd vermoedde hij dat er onder de oppervlakte iets onbenaderbaars lag. Misschien ook iets van de laatste tijd?
‘Een geheime opdracht?’ zei ze. ‘Voor de us Forest Service?’
‘Natuurlijk niet. Ik ben in de allereerste plaats politieman en bovendien was ik degene die het slachtoffer vond bij Baraga’s Cross afgelopen zomer. Ik ben de hele tijd bij het onderzoek betrokken geweest.’
Chrissy zat nog steeds met haar hand in haar haar, maar haar vingers bewogen niet meer. Haar ogen waren groot en glanzend; ging ze huilen? Er was nog iets met haar blik, iets vreemds, maar misschien kwam dat alleen doordat ze geen kind meer was.
‘Ze hebben de moordenaar toch?’ vroeg ze zacht.
‘Er zijn nog een paar, hoe noem je dat, onduidelijkheden.’
‘Hebben ze dan de verkeerde opgepakt?’
‘Tja, dat is een mogelijkheid,’ zei Lance.
‘Betekent dit dat de rechtszaak… wordt die uitgesteld?’
‘Luister eens, Chrissy, ik mag hier eigenlijk niet eens met je over praten. Snap je?’
Chrissy knikte.
‘De enige reden waarom ik het doe, is dat jij… tja, je hebt me betrapt. Het is echt ontzettend belangrijk dat absoluut niemand weet dat ik hier ben. Begrijp je dat?’
‘Oké.’
‘Als iemand hier lucht van krijgt… ja, ik kan natuurlijk niet in details treden wat er dan gebeurt, maar we hebben het wel over een moordzaak, een levenslange gevangenisstraf en dat soort dingen.’
Zijn nichtje knikte weer. Ze zat nog steeds met haar vingers in het kunstmatig zwarte haar, alsof haar hersens zoveel te verwerken hadden gekregen dat haar linkerhand aan hun aandacht was ontsnapt. Haar rechterhand lag passief op het tafelblad. Lance strekte zijn hand uit en pakte de hare terwijl hij haar diep in haar ogen keek.
‘Je mag er met niemand over praten,’ zei hij zacht maar indringend. ‘En als je dat toch doet, moet je goed beseffen dat het strafbaar is en dat je daarvoor aangeklaagd zult worden. Snap je?’
Dat laatste was een spontane inval, gebaseerd op het simpele feit dat Chrissy zich hier in de Kozy Bar bevond, waar het merendeel van de clientèle niets van de politie moest hebben.
‘Kom op zeg, doe een beetje rustig, ik zeg niets hoor,’ zei ze terwijl ze haar hand uit de zijne wrong.
Iets in de manier waarop ze het zei, half beledigd en half berustend, gaf Lance het gevoel dat ze wel vaker dit soort beloftes deed, dat ze gewend was dat anderen zo op haar inpraatten.
‘Wat doe jij hier trouwens?’ vroeg hij.
‘Gewoon met een paar mensen praten.’
‘Je weet toch wel wat voor kroeg dit is?’
Ze keek hem korzelig aan, alsof zijn laatste opmerking te dom was voor verder commentaar. Dezelfde overdreven mimiek als eerder, alsof ze voor elk gevoel een vaste uitdrukking had: wrevelig, verbaasd, wanhopig, verrast enzovoorts.
‘Moet je morgen niet naar school?’ vroeg Lance.
‘Jawel.’
‘Maar hoe kom je dan weer thuis in Two Harbors?’
‘Gewoon met de auto?’
‘Mag je die dan gebruiken?’
‘Ja, de Freestar.’
‘Weten je ouders dat je hier bent?’
‘Nee, en ze weten ook niet dat jíj hier bent,’ zei ze vinnig.
‘Je zit toch niet in de problemen?’
‘Allemachtig, oom, hou op! Ik moet trouwens weg, ze wachten op me.’
‘Ga je dan niet naar huis?’
Chrissy haalde haar mobiel uit haar zak en keek erop. ‘Het is kwart voor zes,’ zei ze. ‘’t Is toch nog geen bedtijd?’
‘Als je morgen maar op tijd naar school gaat.’
‘Jemig, wat is er met jou aan de hand?’
Ze stond ineens op en maakte aanstalten om te vertrekken.
‘Sorry,’ zei hij, ‘ik heb niet het recht om zo tegen je te praten.’
Ze glimlachte vergoelijkend. Het viel Lance weer op dat er iets vreemds was met haar ogen, wat er vroeger niet geweest was, maar hij kon er niet goed vat op krijgen.