***

18. Niet alleen
'Ik zei je toch dat ze harder blaft dan bijt,' zei Cary, terwijl hij me naar de bus bracht die terugging naar Boston. 'Zodra ze had ontdekt watje had gedaan, liet ze mij komen. Jongens, wat heeft zij me op mijn donder gegeven! Hoe kon ik zo stom zijn om jou het geld te geven om in je eentje te reizen. Waarom had ik je niet meteen naar haar teruggebracht in plaats van je naar Boston te rijden? Hoe kón ik je terug laten gaan naar West Virgin ia? Ze zei het op een toon of ik je had weggestuurd om in de mijnen te gaan werken. Ik dacht dat ze me mee de zee op zou nemen om me te kielhalen.'
'Wat heb je toen gedaan?'
ik heb haar laten uitrazen tot ze uitgeput was en een vuurrood gezicht had en toen stond ik kalmpjes op en zei: "Grootma, het is allemaal jouw schuld".'
'Heb je dat écht gedaan?'
We stapten in de bus en namen plaats.
'Ja.'
'En toen?'
'Ze liet zich in haar stoel vallen, zo geschokt door mijn beschuldiging en mijn lef, dat ze alleen haar mond maar kon bewegen. Er kwam geen geluid uit. Toen was het mijn beurt.
"Hoe durf je Melody met al die ellende op te zadelen," zei ik. "Wat denk je dal er gebeurt als je iemand het gevoel geeft dal ze minder dan niets is, als je haar jaren en jaren van geloof ontneemt, van het enige leven dat ze ooit heeft gekend? Ze hield van oom Chester als van een vader," zei ik.
"Nou... nou", stotterde ze, "ze wilde de waarheid weten en die heb ik haar verteld."
"Hoe zou jij het vinden als iemand het je recht voor de bek gaf, grootma?" vroeg ik. Toen staarde ze me alleen maar even aan.'
'Wat zei ze?' vroeg ik.
'Ze zei dat dat precies was wal haar was overkomen. Eerst met haar zus en toen, negentien jaar later, met je moeder Haille. Ik zei dat ze dus beter had horen te weten. Ze had moeten weten hoe je je zou voelen. Toen ging ik tegenover haar zitten en keek haar aan. Ze staarde lange tijd zwijgend naar de grond. Eindelijk zei ze: "Je hebt gelijk, Cary. Je bent een stuk ouder en verstandiger dan ik dacht. In sommige opzichten ben je de verstandigste van ons allemaal." Ze ging rechtop zitten in haar stoel, zoals ze altijd doetje weet wel, en beval me op die vorstelijke toon van haar dal ik je moest gaan zoeken en terugbrengen. Ze zei dat ze me het geld zou geven en wilde dal ik onmiddellijk vertrok. Ze zei dat zij het wel in orde zou maken met mijn vader, dat ik me daarover geen zorgen hoefde te maken.
En,' zei hij lachend, 'hier ben ik dus.'
De bus reed weg.
'Maar ik dacht datje zei datje wist wie mijn vader was. Je zei dat ze je meer verteld had.'
'Daar kom ik nog op. Ik ben niet direct opgesprongen om haar te gehoorzamen, zie je,' zei hij trots. Ik vond het grappig om te zien hoe trots hij was dat hij de confrontatie met zijn grootmoeder was aangegaan. 'Ik bleef gewoon zitten en staarde haar aan, tot ze zei: "Ga je haar halen of niet?"
Ik dacht even na en zei toen: "Ik kan haar niet gaan halen voor je me de waarheid verteld hebt, grootma. Waarom zou ze anders terug willen komen?" Nou, grootma Olivia plofte in elkaar als een doorgeprikte ballon en knikte.
"Je vader," begon ze, "kwam een dag nadat Haille en Chester waren vertrokken bij me. Ook al had hij dat verschrikkelijke gevecht gehad met Chester - en flink op zijn donder gekregen, mag ik er wel bij zeggen - voelde hij zich heel triest, heel gedeprimeerd dat hij zijn broer kwijt was. Die drie waren altijd onafscheidelijk. Maar toch niet altijd, suggereerde Jacob, en liet doorschemeren dat hij meer wist. Ik liet niet los, en hij vertelde me dat Haille veel nachten die ze zogenaamd bij een vriendin had doorgebracht, bij de Childs had geslapen.'"
'De Childs? Je bedoelt dat ze bij het gezin van de rechter was?' vroeg ik.
'Ja, en in het bijzonder bij Kenneth. In dat laatste jaar was Kenneth veel in Provincetown,' zei Cary. 'Hij ging naar de Boston University Undergraduate School. Hij zou eigenlijk rechten gaan studeren, maar hij was toen al druk bezig met zijn beeldhouwwerk en de rechter liet een studio voor hem bouwen bij hun huis. Je moeder was er bijna elk weekend dat Kenneth thuis was.'
'Kenneth Childs is mijn echte vader?' vroeg ik.
'Hoogstwaarschijnlijk, afgaande op wat grootma zei. Ik heb niet de kans gehad er met mijn vader over te praten. Ik nam het geld aan en ging weg om jou te halen, en liet het aan grootma Olivia over om het hem uit te leggen.'
'Maar waarom vertelde mijn moeder niet gewoon de waarheid? Waarom moest ze grootpa Samuel de schuld geven?'
'Dat zul je haar zelf moeten vragen, Melody. Ze beschermde óf Kenneth óf zichzelf óf -'
'Of wat?'
Hij haalde zijn schouders op.
Ik leunde achterover en probeerde het verhaal te verwerken. Als het waar was wat hij me vertelde, dan was mijn echte vader in Truro en ging ik naar de juiste plaats.
'Heb je Kenneth Childs wel eens gesproken?' vroeg ik.
'Ik heb hallo gezegd als ik hem zag, maar hij is niet erg aanspreek baai*. Hij leeft als een kluizenaar op de Point. Het is zoals de rechter gisteravond zei: hij werkt alleen maar.'
'Heeft hij geen vrouw of andere kinderen?'
'Nee. iedereen vindt hem vreemd, maar zoals ik je al zei, ze accepteren het van een artiest.'
'Een artistieke kluizenaar in een strandhuis ver van de mensen - dat is mijn vader?' mompelde ik. Bij elke onthulling raakte ik meer verbijsterd.
in ieder geval krijg je nu de kans om achter de waarheid te komen,' zei hij.
Ik schudde mijn hoofd. Misschien kon ik dal maar beter niet doen, dacht ik. Misschien kon ik beter leven met de leugens.
'Wat moet ik doen?' vroeg ik, terugkomende in de werkelijkheid. 'Naar hem toe gaan en vragen: "Bent u mijn echte vader?'"
'Ik weet het niet. Misschien moeten wc er eerst met mij n vader over spreken,' zei hij.
'Jouw vader?' Ik begon te lachen. 'Denk je dat hij hierover met mij zal praten?'
'Ja,' zei Cary met samengeknepen ogen. 'Dat zal hij, anders vertel ik het mijn grootmoeder en draait zij hem zijn nek om.'
Ik moest lachen bij de gedachte aan grootma Olivia die oom Jacob op zijn huid zat.
ik ben blij dat ik je zo gauw gevonden heb, Melody,' zei Cary.
Ik knikte en zuchtte diep.
'Papa George is dood,' vertelde ik hem. 'Er was niemand toen ik gisteren kwam. Mama Arlene was al bij haar zus gaan wonen. De caravan was gesloten, en in mijn oude huis stond niets meer.'
'Ik weet het. Alice vertelde het me. Het spijt me.'
'Alice heeft me geweldig geholpen, maar vannacht heb ik op de grond in de caravan geslapen. Ik heb geen idee waar mijn spullen zijn. Ik dacht er zelfs niet aan. Ik ben ook naar het kerkhof geweest. Het was een vreemd gevoel. Ik was kwaad en bedroefd en... verward. Mamma heeft niet gebeld terwijl ik weg was, hè?'
'Niet toen ik thuis was,' zei hij. 'Hoe heb je ooit kunnen denken datje haar zou vinden als je naar Los Angeles ging? Dat is een gigantische stad. Ik heb gehoord dat zelfs de mensen die er wonen daar verdwalen.'
ik wist niet wat ik anders moest doen. Ik was alleen,' zei ik treurig.
'Je bent niet alleen. Je zult nooit alleen zijn. Denk daaraan,' zei hij nadrukkelijk en oprecht.
'Dank je, Cary.'
Hij keek me liefdevol aan. Toen haalde hij diep adem. 'Nu zal ik je de waarheid vertellen. Ik stond te beven op mijn benen toen ik tegen grootma snauwde. Ik was bang dat ze me de deur uit zou gooien en mijn vader bellen, en dan was het voorbij.'
ik dacht datje zei dat ze harder blafte dan beet.'
'Ja, maar dat wil niet zeggen dat het geen pijn doet als ze bijt.'
De bus reed verder naar Boston. Ik voelde me als een heen en weer rollend balletje in een flipperkast, maar het was niet voor niets, dacht ik. Per slot was ik bezig de leugens die zo strak om me heen geweven waren te ontrafelen, en heel gauw zou ik de waarheid weten. Dat besef had me gelukkig moeten maken, maar het enige gevolg was dat mijn hart zo hevig bonsde dat het leek of het elk moment uit elkaar zou springen. Ik beefde over mijn hele lijf.
Ik had niet veel geslapen in de caravan en zat het grootste deel van de rit te dutten, niet mijn hoofd op Cary's schouder. Toen we in Boston kwamen, gingen we iets eten, en daarna stapten we in zijn truck en gingen op weg naar Provincetown. Het was al bijna ochtend toen we het dorp voor ons zagen liggen met Pilgrim'« Monument vóór ons. De rand van de zon piepte net boven de oostelijke horizon uit en kleurde de lucht paars en oranje. Het duister trok op van de zee, rees omhoog als een deken die van een zilveren laken wordt gehaald. Een tanker tekende zich aftegen de oranje lucht. Het was adembenemend mooi.
De schoonheid van de Cape, de belofte van onthullingen en waarheid, de terugkeer na mijn wanhopige vlucht - het maakte me duizelig van emoties. Ik was zenuwachtig, bang, opgetogen en opgewonden, blij en bedroefd. Ik wist niet of ik moest huilen of zuchten van blijdschap, of ik me opgelucht of nog meer gespannen moest voelen.
'Wat een bof dat ik van school was gestuurd, hè?' zei Cary lachend toen we de stad inreden.
'Een bof?'
'Natuurlijk. Anders zou ik geen vrij hebben gehad om je te gaan zoeken.
Maar ik zou natuurlijk toch gegaan zijn, en dan zou ik weer daarvoor van school zijn gestuurd.'
'Laat het hierbij blijven, Cary. Je móét je examen halen.'
'Jawel, kapitein,' zei hij, saluerend. We reden door de stad naar zijn huis. Hoe zouden we worden ontvangen? Zou er al iemand wakker zijn?
'Misschien kan ik beter op het strand gaan slapen,' zei ik.
Hij keek me met een wrang lachje aan. 'Het wordt tijd datje eens goed uitrust. Je krijgt het druk in de komende paar weken. Om te beginnen moetje mij door mijn eindexamen heen helpen en slagen voor jouw overgangsexamen.'
Hij had gelijk, dacht ik. Misschien was hij de verstandigste van ons allemaal.
Het was doodstil toen we binnenkwamen. Er brandde een lamp in de hal. We keken elkaar aan en toen, zo zacht we maar konden, liepen we de trap op. Maar de treden kraakten verraderlijk. Toen we op de overloop kwamen, stond oom Jacob in zijn lange nachthemd bij de deur van zijn slaapkamer. We bleven staan. Hij staarde ons even aan en knikte.
'Ga slapen. Morgen praten we.' Hij trok zich terug in zijn slaapkamer en deed de deur zachtjes dicht.
'Dat is zijn manier om te zeggen dat hij blij is dat we veilig terug zijn,' legde Cary uit.
'Waarom kan hij dat niet gewoon zeggen? Toont hij nooit enige emotie behalve woede? Ik heb hem nooit zien lachen of huilen.'
'De enige keer dat ik mijn vader heb zien huilen was toen hij hoorde dat Laura vermist werd. Hij ging naar het veen bessen veld en stond op de heuvel te huilen. Toen, en tijdens de herdenkingsdienst. Hij is er de man niet naar om blijk te geven van emotie.'
'Behalve woede,' bracht ik hem in herinnering.
'Dat is alleen -'
'Ik weet het,' zei ik lachend, 'blaffen en niet bijten.'
Cary grijnsde.
Ik moest toegeven dat ik wegzwijmelde toen ik de zachte matras en het dekbed zag. Ik nam zelfs de moeite niet om me uit te kleden. Ik liet me op het bed vallen, omhelsde het zachte kussen, knuffelde mijn kat, en viel in slaap. Ik werd pas laat in de middag wakker. Vaag herinnerde ik me, alsof het een droom was, dat tante Sara de kamer binnenkwam en bij het bed naar me stond te kijken, zelfs over mijn haar streek. Misschien heb ik zachtjes gekermd en me omgedraaid, maar ik zei niets, en na een ogenblik ging ze weg.
Mijn botten kraakten toen ik overeind kwam. Ik voelde me zo smerig dat ik het gevoel had dat er spinnenwebben onder mijn armen zaten. Nooit was een warme douche zo verrukkelijk. Ik waste mijn haar en poetste mijn tanden en toen trok ik een spijkerbroek en een schone blouse aan. Ik rook een heerlijke geur nog voordat ik beneden was.
'Je bent op! Hoe voel je je, kindlief?' vroeg tante Sara.
'Goed, tante Sara. Het spijt me vreselijk,' zei ik snel.
'Je hoeft nergens spijt over te hebben, lieverd, nu je weer veilig thuis bent. Er staat een visstoofpot voor je klaar. Je zult wel honger hebben.'
ik sterf van de honger,' gaf ik toe. Mijn maag rommelde in verwachting van het goede eten, het Portugese brood.
'Ga maar aan tafel zitten, dan breng ik het. Het is wel geen etenstijd, maar je zult wel iets warms in je maag kunnen verdragen.'
'Waar is Cary?' vroeg ik: 'Slaapt hij nog?'
'Cary? O, nee. Hij was al op om May naar school te brengen en daarna ging hij zelf naar school.'
'Hij zal wel bekaf zijn,' zei ik.
'Het is niet de eerste keer dat hij het grootste deel van de nacht op was en ik weet zeker dat het niet de laatste keer zal zijn. Dat is het leven van een visser. Cary is eraan gewend.'
'Weet u waarom ik zo ineens ben weggegaan, tante Sara?'
'Nee, lieverd.' Ze liep snel weg om te laten zien dat ze het ook niet hoefde te weten. Tante Sara was beslist de clam in de familie, altijd bereid haar schelp dicht te klappen en alles wat onaangenaam was te negeren. Het leek bijna wreed haar te dwingen te horen of te laten zien wat ze niet wilde zien.
Ik zei niets. Ik at en wachtte tot Cary, May en oom Jacob terug zouden komen. Maar voordat ze kwamen, kregen tante Sara en ik een onverwachte gast. Mijn tante kwam de eetkamer binnengerend toen ik net klaar was met mijn stoofpot.
'Ze is hier!' riep ze. 'O, hemeltje, en het huis is in wanorde,' zei ze handenwringend.
'Wie is hier, tante Sara?'
'Olivia. Ze is hier niet meer geweest sinds - sinds... ik kan het me niet meer herinneren.' Ze holde heen en weer en pakte alles op wat niet op zijn plaats leek te staan.
Even later stond grootma Olivia voor de voordeur. Tante Sara riep naar me dat ik grootma Olivia binnen moest laten en ik stond op, zelf ook een beetje beverig. Toen ik opendeed stormde ze langs me heen de zitkamer in.
'Hallo, Olivia,' zei tante Sara. 'Wat prettig u te zien.'
'Ik wil met Melody alleen spreken,' snauwde ze.
'O, natuurlijk.' Tante Sara glimlachte naar me en trok zich terug. Grootma Olivia trok haar zwartfluwelen handschoenen uit en ging in oom Jacobs stoel zitten. Ze staarde me even aan met haar donkere ogen en beval toen: 'Ga zitten.' Ik ging naar de bank. 'Wat dacht je te bereiken met dat dramatische gebaar - er op die manier vandoor gaan?'
'Het was geen dramatisch gebaar. Ik wilde naar huis.'
'Naar huis.' Ze zei het op een toon of het woord haar een vieze, bittere smaak in de mond gaf. Ze wendde haar blik af. 'Je huis is hier,' zei ze, wijzend naar haar slaap, 'en hier,' ging ze verder, wijzend naar haar hart.
'Ik wilde wonen bij mensen die niet liegen,' zei ik.
iedereen liegt. Het is een kwestie van overleven,' verklaarde ze.
'Waarom haat u mijn moeder dan omdat ze loog?' vroeg ik. Ze sperde haar ogen open.
'Ik ben niet gekomen om over je moeder te praten, maar over jou,' zei ze. 'Zoals ik je verteld heb, ben je de kleindochter van mijn zuster en ik heb mijn vader een belofte gedaan.'
ik weet het,' zei ik. 'Dank u dat u zo eerlijk bent geweest.' Ik had erbij willen zeggen: en dat u de waarheid gebruikt als dolken.
ik heb je niet alles verteld,' bekende ze.
Ik leunde achterover toen ze even zweeg.
'Mijn vader heeft mijn zus en mij een groot vermogen nagelaten. Het meeste van watje ziet, wal we hebben, komt niet van de briljante zakengeest van mijn man. Samuel is nooit een goed zakenman geweest. Tot op de dag van vandaag geloof ik niet dat hij begrijpt wat een winst- en verliesrekening is,' zei ze minachtend. 'Maar dat staat er buiten. Zoals ik je verteld heb, staat Belinda onder doktersbehandeling. Dat gaat natuurlijk ten koste van haar erfenis, maar zelfs al wordt ze honderd, dan zal er nog maar een klein deel van zijn gebruikt. Het geld is goed geïnvesteerd en levert een goede rente op. Om er verder geen doekjes om te winden, je moeder zou hebben geërfd wat er over blijft van Belinda's vermogen, als ik Belinda niet had geholpen de dingen wat duidelijker te zien. In plaats daarvan is er een trust gevormd, en jij bent de erfgename.'
'Ik?'
'Precies. De trust is specifiek opgericht om je alles te verschaffen watje nodig hebt voor je opleiding, je fundamentele behoeften, tol je eenentwintig bent. Daarna kun je het verspillen zoals je wilt. Ik ben de beheerder van de trust.'
'Waarom hebt u me dat niet eerder verteld?' vroeg ik.
'Waarom? Ik vond niet dat het nodig was datje alles wist tot je voldoende omgeschoold was.'
'Omgeschoold?'
'Tot je in de schoot van een familie had geleefd in een morele omgeving en alle eventuele slechte gewoonten kwijt was die Haille je had kunnen bijbrengen.'
'Ze heeft me geen slechte gewoonten bijgebracht,' antwoordde ik resoluut.
'Ik wou dat het waar was, maar eerlijk gezegd zie ik niet hoe het mogelijk is datje bent opgegroeid als haar dochter zonder op de een of andere manier te zijn beïnvloed. In ieder geval ben ik blij dat Cary je tot inzicht heeft gebracht en je bent teruggekomen.'
'Waarom?' vroeg ik uitdagend. 'Het is duidelijk dat u mijn moeder haat en mij niet kunt uitstaan.'
'Dat laatste is niet waar. Ik heb je verteld waarom ik zo over je moeder denk, maar ik ben... voldoende door je geïmponeerd om te geloven datje in staat bent je ongelukkige opvoeding te overwinnen. Als je je gedraagt en naar verstandigere mensen luistert, zul je er wél hij varen, zoals je nu weet. Het is een aanzienlijk fortuin, meer dan de meeste mensen in twee levens van hard werken verdienen. Zo, nu heb ik je je aansporing gegeven en je welkom thuis geheten,' alsof ze op die manier haar geweten kon sussen.
'Welkom thuis?' Ik snoof minachtend.
'Ik ben toch hier naartoe gekomen ?' protesteerde ze.
Ik staarde haar even aan. Voor haar doen kwam dat dicht bij een verontschuldiging, dacht ik. Of het kwam door de belofte die ze haar vader had gedaan of dat ze oprecht berouw had over de botte manier waarop ze me alles verteld had en me op de vlucht had gejaagd, wist ik niet.
ik zou je alleen één ding willen vragen,' ging ze verder.
'En dat is?'
'Laat het verleden rusten. Houd je bezig met de toekomst. Het heeft geen zin om nare tijden en lelijke herinneringen op te halen,' zei ze.
ik weet niet of ik dal kan. Er zijn nog dingen die ik moet weten.'
Ze kneep haar ogen weer samen en haar gezicht stond vastberaden. Ze boog zich naar me toe. 'Ik wil niet graag horen dat je rondloopt in Provincetown en vragen stelt en praatjes aanwakkert over de familie Logan.'
'Dat zou ik nooit doen.'
'Dat is je geraden,' waarschuwde ze. Toen stond ze op. 'Kom van tijd tot tijd eens langs om me te vertellen hoe het gaat. En laatje door Cary brengen,' voegde ze eraan toe voor ze de kamer uitliep.
Tante Sara stond in de gang. 'Blijf je eten, Olivia?'
'Absoluut niet,' zei grootma. Ze keek even naar mij, toen draaide ze zich om en liep naar buiten. Het was of er een wind door het huis was gegaan en de deur had dichtgegooid.
'Was dat niet aardig?' zei tante Sara, alsof een lid van een koninklijke familie zich had verwaardigd op bezoek te komen. 'Kom, lieverd, help me even met tafeldekken.'
Ik bleef versuft slaan. Ik zou een vermogen erven? Hadden pappa of mamma dat geweten? In dat geval hadden ze het me niet kunnen vertellen zonder al het andere te onthullen. Naarmate ik meer te weten kwam, werd ik steeds ontdaner bij de gedachte aan wat ze hadden opgeofferd door er samen vandoor te gaan.
May en Cary kwamen enkele minuten vóór oom Jacob thuis. Cary zag er moe uit, maar deed zijn best het te verbergen. May was enthousiast dat ze me zag en had me zoveel dingen te vertellen, dat haar handen geen moment tot rust kwamen. Tante Sara bleef maar doorgaan over grootma Olivia. Cary keek me verbaasd en vol verwachting aan en ik fluisterde hem toe dat ik hem later alles zou vertellen. Intussen hielp ik met het eten op tafel te zetten. Omdat ik net had gegeten, at ik alleen een dessert: een punt van tante Sara's bosbessentaart.
Toen ik had geholpen met opruimen ging ik naar boven, naar Cary in de zolderkamer. Ik vertelde hem alles wat grootma Olivia mij had verteld. Hij had niets geweten van een fortuin.
'Ik betwijfel zelfs of mijn vader dat weet,' zei hij. 'Dat is fantastisch, Melody.'
'Ik vind geld op het ogenblik niet zo belangrijk, Cary. Eerlijk gezegd, geloot ik dat grootma Olivia hoopte dat ik bereid zou zijn alle leugens te vergeten, om mijn erfenis te krijgen. Het leek of ze me wilde omkopen met de belofte ervan.'
Hij knikte peinzend.
'Kunnen we nu met je vader praten? Zou hij het willen?' vroeg ik. Ik durfde niet zelf naar hem toe te gaan.
'We zullen het proberen,' zei Cary.
We liepen samen de trap af naar oom Jacob, die de krant zat te lezen en naar het nieuws op de radio luisterde. Hij keek verbaasd op.
'Wat is er?' vroeg hij.
'Melody wil je een paar vragen stellen, pa,' zei hij. in verband met de dingen die grootma haar en mij verteld heeft over haar moeder.'
'Je weet hoe ik daarover denk. Ik wil daar niet over praten,' zei hij, en hief zijn krant weer op.
'Grootma vindt dat wc oud genoeg zijn om de dingen te weten, waarom jij dan niet?' vroeg Cary uitdagend. Ik denk dal hij zich dapperder voelde met mij naast zich, alleen voelde ik me nu verantwoordelijk voor een eventuele onenigheid tussen hem en zijn vader.
Oom Jacob dacht even na en legde toen de krant op zijn schoot. Hij zette de radio af. 'Je wilt alles horen over je moeder? Je wilt de afschuwelijke waarheid weten?' vroeg hij op dreigende toon.
ik wil de waarheid weten,' antwoordde ik, zonder me uit het veld te laten slaan.
'Goed. Ga zitten,' zei hij, met een knikje naar de bank. Oom Jacob stak zijn pijp aan en nam een paar trekjes.
'Haille kwam altijd in moeilijkheden met jongens. Chester en ik moesten haar altijd te hulp komen, proberen haar tegen zichzelf te beschermen. Bij meer dan één gelegenheid vond ik haar met iemand op het strand, waar ze dingen deden die ik liever niet beschrijf. Ik vocht met anderen, en Chester ook. We werden veel geplaagd. De familie werd te schande gemaakt, maar het scheen haar allemaal niets te kunnen schelen. Ze was gefascineerd door zichzelf.
Je moeder was altijd een bron van narigheid voor mijn ouders,' zei hij, wijzend met zijn pijp. 'Ze werd tientallen keren betrapt op roken, drinken en allerlei immorele dingen op school. Als mijn moeder geen invloed had gehad in de stad, zouden ze Haille voorgoed van school hebben gestuurd. Toen ze op de middelbare school was, werd ze zelfs twee keer gearresteerd wegens onzedelijk gedrag op het strand.' Hij zweeg even. 'Wil je het nog steeds horen?'
Ik slikte een brok in mijn keel weg en knikte.
'Toen ze vijftien, zestien was, werd ze in de duinen betrapt met een vrachtwagenchauffeur. Ze wilden de man vervolgen. Hij was een jaar of achtentwintig en zij was duidelijk minderjarig. Alleen maakte mijn moeder zich bezorgd over het schandaal, dus werd het in de doofpot gestopt en de man werd vrijgelaten. Moeder probeerde Haille door een dokter te laten helpen, dezelfde dokter die Belinda toen behandelde, herinner ik me, maar niets scheen te helpen. Ze was een wilde meid. Ze deed wat ze wilde, waar ze zin in had. Chester en ik deden ons best de dingen te verheimelijken, haar te beschermen.'
Hij zweeg weer en leunde peinzend achterover. De lijnen in zijn gezicht werden dieper, zijn ogen killer. Toen haalde hij diep adem en ging verder. 'In het jaar waarin ze haar einddiploma van de middelbare school zou krijgen, kwam Kenneth Childs steeds vaker bij ons. We mochten Kenneth graag en onze families waren goed bevriend. In die tijd beschouwden Chester en ik hem als een broer. Kenneth ging naar de universiteit in Boston en kwam de weekends thuis. Soms wisten Chester en ik niet dat hij in de stad was, maar Haille wist het altijd. Ze ging vaak naar de Childs, en soms was er niemand thuis behalve Kenneth.
'Dat was het jaar waarin ze zwanger werd. Ze verzon dat verhaal over mijn vader. Chester was altijd meer op haar gesteld dan ik en zag haar fouten door de vingers. Hij vond altijd excuses voor haar gedrag. Hij weigerde te geloven dat Kenneth haar zwanger zou maken en er niet eerlijk voor uitkomen. Haille vertelde hem allerlei leugens over pa, en hij slikte ze, omdat hij zelf zo gefascineerd was door haar.
Ik vertelde hem dat ze een leugenaarster was en een hoer. Ik vertelde hem dat ze een keer geprobeerd had me te verleiden, en hij begon met me te vechten. Hij koos haar kant en ze gingen er samen vandoor. Dat is het hele verhaal,' eindigde hij, als een laatste donderslag aan het eind van een onweersbui.
Er viel een loodzware stilte. Cary keek naar mij.
'Hebt u sindsdien nog met Kenneth Childs gesproken?' vroeg ik.
'Een paar woorden, voornamelijk ter wille van de rechter. Ik ben natuurlijk naar de begrafenis van zijn moeder gegaan, maar ik kan hem moeilijk in de ogen kijken zonder te denken aan wat er gebeurd is.'
'Hebt u hem er wel eens rechtstreeks naar gevraagd?'
'Nee,' zei hij, 'en ik ben niet van plan er ooit over te beginnen. Je bent de kleindochter van de zuster van mijn moeder. Je tante Sara houdt veel van je, en naar wat ik ervan hoor, ben je een goede leerlinge op school. Je bent welkom om hier te blijven zolang je wilt, of tot je moeder besluit een moeder te worden in plaats van een slet. Dat gebeurt misschien nooit. Bovendien zal het niet lang meer duren voor je op eigen benen staat. Maar ik wil niet dat er in mijn huis nog over die tijd gesproken wordt,' zei hij vastberaden. 'En ik wil geen schandaal.' Hij keek naar Cary. 'Tevreden?'
Cary keek naar mij. 'Wil je hem nog iets vragen, Melody?'
'Nee,' zei ik. Ik huilde van binnen, de tranen rolden achter mijn ogen en over mijn hart.
Oom Jacob ging zijn krant weer lezen en zette de radio weer aan. Ik liep de kamer uit en klom langzaam de trap op. In mijn kamer liet ik me op bed vallen en omhelsde mijn pluchen kat.
Er werd zachtjes op de deur geklopt.
'Ja?'
Cary stak zijn hoofd naar binnen.
'Voel je je goed?'
'Nee, maar het is oké,' zei ik. 'Ik denk dat ik in mijn hart alles al wist watje vader zei. Het is alleen moeilijk het zo te horen.'
Cary knikte. 'Het komt allemaal in orde,' beloofde hij.
Ik glimlachte naar hem. 'Natuurlijk.'
'Ik ga naar boven om te studeren,' zei hij. 'Ik moet slagen voor dat examen.'
'Ja. Cary,' zei ik, toen hij weg wilde gaan. 'Wil je me deze week een keer naar Kenneth Childs brengen?'
'Natuurlijk,' zei hij. ik weet niet wat hij zal doen. Ik weet dat hij het niet prettig vindt als er mensen komen. Ik heb gehoord dat hij zelfs niet opendoet als hij aan het werk is.'
'Toch wil ik proberen hem te ontmoeten.'
'Oké. En nu ga ik aan het werk,' zei hij, en met die woorden ging hij de kamer uit.
Ik bleef lange tijd liggen, denkend aan alle stomme dingen die mamma had gedaan, aan haar gejammer en geweeklaag, en aan pappa die haar altijd suste en troostte. Toen dacht ik aan haar en Archie Marlin.
Kinderen erven zoveel van hun ouders, dacht ik. Zou ik net zo worden als zij? Het beangstigde me en intrigeerde me. Ik moest weten wie mijn echte vader was. Dan kon ik erachter komen wat ik van hem had geërfd en of dat deel van mijn karakter sterk genoeg zou zijn om het slechte deel dat ik van mijn moeder had geërfd te overwinnen. Zonder verleden zijn is bijna of je zonder toekomst bent, dacht ik.
Ik moest mijn verleden kennen. Geen verlokking van een fortuin, geen dreigement, niets zou me kunnen weerhouden van het achterhalen van de waarheid.
Niemand op school wist iets van mijn reis naar West Virginia. Ze vroegen niet waarom ik niet op school was geweest. Sommige meisjes dachten dat het uit
sympathie met Cary was, omdat hij onrechtvaardig naar huis was gestuurd. Ik zei niet dat het zo was, maar ik ontkende het ook niet. Er heerste veel opwinding in verband met het naderende einde van het schooljaar.
De week vóór het overgangsexamen werd er hoofdzakelijk leerstof gerepeteerd. Aan het eind van de examenweek werd het schoolvariété gegeven, waarvan de opbrengst bestemd was voor studiebeurzen. De directeur, meneer Webster, was niet vergeten dat ik vioolspeelde. Hij had mevrouw Topper, de muzieklerares, die de leiding had van de show, verzocht mij te vragen om mee te doen.
Ik probeerde er onderuit te komen door naar waarheid te zeggen dat ik de laatste maanden zo weinig geoefend had.
Maar mevrouw Topper was wanhopig. 'Ik heb nauwelijks genoeg deelnemers om een halfuur te vullen, laat staan een uur. Ik heb je nodig. Je moet twee nummers spelen,' smeekte ze. 'Het is gewoon amusement en voor een goed doel. Wil je ons niet helpen?'
Hoe kon ik weigeren? Maar in combinatie met mijn voorgenomen bezoek aan Kenneth Childs en mijn overgangsexamen maakte het me zenuwachtiger dan een troep kippen met een vos voor het hek. Ik kon niet eten. Ik kon niet slapen. Cary was opgewondener over mijn optreden dan ik. Hij stond erop om naar me te kijken en te luisteren als ik oefende. Tante Sara vond het ook geweldig, en zelfs oom Jacob keek en luisterde met belangstelling.
Ik besloot een van Papa Georges lievelingsliedjes te spelen, 'Katy Cline,' en een traditioneel Woody Guthrie folk song, 'This Land is Your Land'. Ik zong terwijl ik speelde. Oom Jacob keek verbaasd en tante Sara lachte verheugd naar me. Cary straalde. Ik vond het jammer voor May, maar ze leek tevreden als ze alleen maar de trillingen voelde als ik haar de viool liet aanraken of naar mijn gezicht en bewegingen keek. Ik vond niet dat ik goed genoeg was om op te treden, maar zelfs oom Jacob zei dat ik dat wél was. Hij zinspeelde erop dat hij de uitvoering bij zou wonen, en Cary zei dat dat de eerste keer was.
'De enige feestelijke gebeurtenis die ik hem ooit heb zien bijwonen is de Zegening van de Vloot.'
Cary stelde voor dat we donderdag, als we May thuisgebracht hadden van school, samen naar de Point zouden gaan om te proberen Kenneth Childs te spreken te krijgen.
'Wat wil je tegen hem zeggen?' vroeg hij.
Ik dacht even na. 'Ik zal me eerst voorstellen en dan zien wat hij zegt.'
'En als hij niets zegt? Als hij alleen maar knikt en wegloopt?'
ik vind wel een manier om hem zover te krijgen dat hij met me praat,' zei ik. Ik was al opgewonden bij de gedachte dat ik hem zou ontmoeten, dat ik zou kunnen zien of iets aan hem me aan mezelf deed denken. Aan de hand van de foto's die ik had gezien kon ik er weinig van zeggen.
'De laatste keer dat ik hem zag had hij een baard,' zei Cary. 'Laura en ik gingen altijd naar het strand daar, maar ik ben nog nooit in zijn huis of studio geweest. Wat voor excuus moeten we aanvoeren dat we hem komen bezoeken?'
'We zullen zeggen dat mijn moeder me heeft gevraagd bij hem langs te gaan om hem goedendag te zeggen,' antwoordde ik. Cary knikte lachend.
'Dat had je al bekokstoofd, hè?'
'Dat is ongeveer het enige wat ik de laatste tijd gedaan heb,' gaf ik toe.
'Oké, donderdag dan,' beloofde hij.
Mijn hart bonsde van verwachting.
De avond ervoor zat ik aan mijn bureau en stopte het geld dat Alice me had gegeven in een envelop, na het zorgvuldig te hebben verpakt, zodat niemand kon zien wat het was. Toen schreef ik haar een brief.
Lieve Alice,
Je zult wel verbaasd zijn als je hoort dat ik uiteindelijk toch niet naar Los Angeles ben gegaan. Mijn neef Cary was door grootma Olivia gestuurd om me terug te brengen naar Provincetown en hij vond me in het busstation in Richmond. Ik stemde toe om terug te gaan toen hij me vertelde dat hij meende te weten wie mijn echte vader is. Hij is een beeldhouwer die in Provincetown woont. Morgen neemt Cary me mee naar zijn huis en studio en voor het eerst in mijn leven zal ik de man zien die mijn vader zou kunnen zijn. Ik heb foto 's van hem gezien toen hij jonger was, maar foto 's zeggen niet zoveel. Het is heel wat anders als iemand in levende lijve voor je staat.
Ik ben bezig te repeteren wat ik zal zeggen en hoe ik het zal zeggen. Je zou lachen als je zag hoe ik voor de spiegel in mijn kamer sta en net doe of ik hem zie. Alles wat ik kan bedenken klinkt even stom. Ik ben bang dat hij me alleen maar aan zal kijken en zijn hoofd schudden en de deur voor mijn neus dichtslaan. Ik weet niet hoe ik me dan zou voelen.
Hij is blijkbaar een heel eenzelvig mens, dus het z.ou best kunnen gebeuren. Ik zal je later alles schrijven.
Over repeteren gesproken, je zult het niet geloven, maar ze hebben me overgehaald om op te treden tijdens de jaarlijkse opvoering van school. Ik speel viool - twee melodietjes. Ik oefen veel en heb voor de familie gespeeld. Ze leken allemaal onder de indruk, maar ik ben als de dood.
Ik stuur je al het geld terug dat je me geleend hebt. Het was erg lief van je om dat te doen, en ik weet nu dat jij mijn enige echte vriendin bent. Ik hoop dat we altijd vriendinnen blijven, hoe ver we ook van elkaar af wonen.
Ik heb nog steeds niets van mamma gehoord. Toen ik haar vroeg waarom ze tegen me gelogen had toen ze me de laatste keer belde, leek ze buiten zichzelf en erg afstandelijk, en ik ben bang dat ze niet meer zal bellen. Zij en ik hebben veel te bepraten met elkaar, nu ik oud genoeg ben om alles te begrijpen. Ik heb nare dingen over haar gehoord toen ze jonger was - toen ze zo oud was als ik en iets ouder. Het maakt me bedroefd, maar ik probeer er niet aan te denken.
Mijn grootmoeder heeft me verteld dat ik erfgename ben en dat ik op een dag een hoop geld zal hebben. Hoe vind je die? Ik, rijk? Op het ogenblik denk ik er zelfs niet aan. Hel lijkt niet echt belangrijk.
Wèl belangrijk is dat ik op het punt sta de hele waarheid te horen over mijzelf en mijn familie. Het maakt me angstig, maar toch wil ik zo graag alles weten.
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik naar het horloge dat Papa George me heeft gegeven. Binnenin heb ik een grassprietje geborgen van pappa 's graf. Hoewel ik er pas geweest ben, lijkt het allemaal zo ver weg, niet alleen in afstand maar ook in tijd. Het geeft me het gevoel dat ik op het punt sta iemand anders te worden, alsof ik een ander leven heb geleid, een leven waaraan spoedig een eind zal komen. Per slot is dit, en de paar dingen die ik heb kunnen meenemen, alles wat ik over heb van mijn vorige leven. Natuurlijk heb ik mijn herinneringen, maar die branden op als kaarsen. Ik ben bang dat ik in het donker kom te zitten.
Zodra ik deze brief af heb, ga ik oefenen op mijn viool en dan ga ik slapen en dromen over een nieuwe dag, waarop de leugens als herfstbladeren vergruizelen onder mijn voeten en waar beloftes van geluk en hoop weelderig en groen opbloeien als de bergen en heuvels in de lente.
Bid voor me. En bedankt dat je de liefste en trouwste vriendin ter wereld bent.
Liefs,
Melody
Ik stopte de brief in de envelop, speelde viool, kroop toen in bed en droomde zoals ik Alice verteld had.
Morgen kwam een nieuwe dag.