***

3. Triest, mooi droomstertje
Die middag ging ik van school terug naar huis met een leeg gevoel van binnen. De ene voet volgde automatisch de andere, de zolen van mijn schoenen verhieven zich nauwelijks van de grond. Een groep schoolkinderen holde langs. Hun gelach had het getinkel van dun porselein, tintelend en muzikaal in de heldere, frisse lucht. Kinderen, dacht ik, hebben niet echt te kampen met een diepe droefheid. Ze laten zich afleiden met een stukje speelgoed of een belofte. Maar volwassen zijn betekent datje beseft dat het leven ook donkere dagen heeft. De tragedie had me halsoverkop in de werkelijkheid gestort. Alle dingen die ik al eerder gezien had leken nu anders, zelfs de natuur.
De sneeuw was gesmolten. De witte eiken met hun machtige brede takken, de beuken en populieren, allemaal hadden ze bladeren die prachtig groen begonnen te kleuren. Ik was me vaag bewust van de vogels om me heen die van tak lot tak vlogen. Boven me leken de trage, melkwitte wolken tegen de zachtblauwe lucht geplakt, maar het waren gewone witte bobbels en ze leken niet meer op kamelen of walvissen. Mijn fantasie was opgesloten in een of andere donkere kast.
Meestal raakte ik opgewonden door de eerste warme kus van de zon. Dingen die me gewoonlijk gedeprimeerd of ongelukkig maakten leken onbelangrijk bij de belofte van ontluikende bloemen of het gelach van jonge kinderen.
Maar alle lentepracht ter wereld kon mijn pappa niet terugbrengen. Elke dag die voorbijging begon ik zijn stem en zijn lach steeds meer te missen. Mama Arlene had ongelijk: tijd heelde de wond niet. Hij maakte de leegte breder, langer, dieper.
Terwijl ik voortsjokte, droeg ik mijn schoolboeken in de donkerblauwe linnen tas die pappa lang geleden voor me gekocht had. Behalve een hoop huiswerk moest ik twee repetities leren, dus de tas was zwaar. Alice was na schooltijd op school gebleven voor de discussieclub. Er was ook een repetitie voor de talentenshow van school, waarin ik viool moest spelen. Ik had me maanden geleden opgegeven, maar sinds pappa's dood had ik niet één keer mijn viool opgepakt. Ik had geen zin en geen zelfvertrouwen meer.
Alle anderen leken iets te doen te hebben, vrienden met wie ze samen waren, activiteiten waaraan ze deelnamen. Eén of twee keer probeerde ik wat enthousi- asine op te brengen voor iets dat ik vóór pappa's dood had gedaan, maar een belangrijk deel van me was met pappa gestorven. Ik wist dat mijn vriendinnen op school, zelfs Alice, hun geduld met me begonnen te verliezen. Na een tijdje hielden ze op met vragen en smeken en aansporingen om dingen met hen te doen. Ik begon me een schaduw van mezelf te voelen. Zelfs de docenten begonnen me te behandelen of ik een raam was, staarden door me heen naar iemand anders, vroegen me zelden iets in de klas, of ik mijn hand opstak of niet.
Ik lachte zelden of nooit. Ik kon me het geluid van mijn eigen lach niet meer herinneren. Zelfs voordat ze haar baan was kwijtgeraakt, had mamma zich voortdurend beklaagd over mijn stemmingen. Nu werden ze een constante ergernis.
'Als ik het los kan laten, kun jij dat ook,' zei ze verwijtend. En: 'Misschien is hij gelukkiger waar hij nu is. In ieder geval hoeft hij niet te vechten tegen het ouder worden. Je zult je hem alleen maar herinneren als een nog jonge man. En waar hij is, hoeft hij zich geen zorgen te maken over geld.'
Ik zei dat het vreselijk was om zoiets te zeggen, maar ze lachte me uit. 'Doe wat je wilt. Als je de hele tijd met een gezicht van ouwe lappen wilt rondlopen, moetje dat doen. Dan heb je geen vriendinnen en de knappe jongens kijken niet naar je.'
'Dat kan me niets schelen!' schreeuwde ik terug. Jongens en party's, lange telefoongesprekken, de naam van een jongen in mijn agenda krabbelen - dat alles was zo onbelangrijk. Waarom begreep mamma dat niet?
Ik wilde vandaag geen ruzie met haar, maar omdat ze haar baan bij Francine kwijt was en nog geen andere had gevonden, zou ze wel thuis zijn als ik kwam. Ze zei dat mijn aanwezigheid zo deprimerend was, dat het haar de eetlust benam. Het leek altijd een excuus om weer weg te gaan met Archie Marlin. Vandaag zou het wel net zo gaan. Ik bereidde me voor op een nieuwe preek.
Maar toen ik de deur van de caravan opendeed, werd ik niet begroet met haar kritiek. In plaats daarvan zag ik koffers open op de grond staan. Mamma holde heen en weer, vouwde kleren op en legde ze in de koffers.
'Mooi!' zei ze, toen ze me zag. 'Je bent vroeg thuis. Ik was al bang datje de ene keer dat ik je thuis wilde hebben, iets mals zou gaan doen.'
'Wat doe je, mamma? Waarom pakje die koffers in?'
'We gaan weg,' zei ze glimlachend. 'Deze twee koffers zijn van jou.' Ze wees naar de kleinere koffers die bij de bank stonden. 'Het spijt me dat dat alles is wat je mee kunt nemen, maar we hebben niet genoeg ruimte in de auto. Zoek uit wal het belangrijkst is en pak dat in.'
Mijn mond viel open. 'Weg? Waar gaan we naartoe? Ik begrijp het niet.'
ik heb niet veel tijd om het uit te leggen, Melody.' Ze sloeg haar handen ineen en keek naar het plafond alsof ze een dankgebed zei. 'De kans heeft zich voorgedaan en we grijpen die aan,' verklaarde ze. 'Gauw! Pak je beste spullen in en denk eraan dat we op het ogenblik geen ruimte hebben voor iets anders.'
ik begrijp het niet.' Ik stond in de deuropening en schudde mijn hoofd.
'Wal valt er te begrijpen? We gaan weg,' riep ze uit. 'Eindelijk weg uit Mineral Acres! Wees blij!'
'Maar waarom gaan we weg?'
Ze strekte haar armen en keek van haar rechterhand naar haar linker, alsof het antwoord daar voor het grijpen lag. 'Waarom?' Ze lachte schril. 'Waarom zou ik weg willen uit dit godvergeten oord, dit dorp van bemoeials, van mensen die (.■een fantasie hebben, geen dromen? Waarom zou ik weg willen uit een caravan in een park voor gepensioneerden met mensen die centimeters verwijderd zijn van hun eigen graf? Waarom?' Ze lachte weer, maar toen verstrakte haar gezicht.
'Jij wordt geacht zo'n slimme leerlinge te zijn. Je krijgt allemaal tienen op school, en je vraagt waarom?'
'Maar, mamma, waar moeten we naartoe?'
'Ergens anders,' zei ze. Ze staarde even naar me en toen kneep ze haar ogen samen. 'We gaan op onderzoek uit, zoeken een leuke plaats uit om te wonen, waar ik de kans krijg iets meer te doen met mijn leven en niet verstikt word. Nu je vader dood is, hebben we geen enkele reden meer om in een mijnstadje te blijven wonen, wel?'
Ze glimlachte weer, maar iets in die glimlach leek vals.
'We hebben altijd in Mineral Acres gewoond,' wierp ik tegen.
'Omdat je vader in de mijnen werkte! Werkelijk, Melody. Bovendien,' ging ze verder, 'heb ik meer geld uitgegeven dan we op de bank hebben, omdat ik moest proberen mezelf wat op te vrolijken na de dood van je vader. Het bedrag van de levensverzekering is op en je weet dat we onze rekeningen onmogelijk elke maand kunnen betalen. Jij waarschuwt me altijd. Zonder baan kan ik zelfs deze caravan niet betalen en ik ga niet bij Francine bedelen of ik mijn baantje alsjeblieft terug mag hebben. Er zijn hier geen banen voor me. Ik ben niet van plan om serveerster te worden. Kijk eens naar me!' zei ze, en breidde haar armen uit. 'Zie ik eruit of ik hier mijn brood kan verdienen? Ik kan niet typen, en zelfs al kon ik het, dan zou ik het vreselijk vinden om opgesloten te zitten in een kantoor van de mijnbouwmaatschappij. We hebben geen keus. Ik moet ergens heen waar ik mogelijkheden heb voor het te laat is!'
'Maar hoe gaan we dan?'
'Archie komt over twintig minuten,* antwoordde ze. 'Dus we hebben niet veel tijd om erover te zeuren.'
'Archie?'
'Hij gaat ook weg. Eigenlijk was het zijn idee,' voegde ze er met een stralende glimlach aan toe. 'We gaan in zijn auto en -'
'Archie? Gaan we weg met Archie Marlin?' vroeg ik ongelovig.
'Hij eerder met ons,' zei ze met een nerveus lachje. 'Maar hij zal een grote hulp zijn. Hij heeft vrienden in de amusementswereld. Hij zegt dat ik fotomodel kan worden.'
'O, mamma, hij liegt! Dat zegt hij alleen maar om te zorgen datje bij hem blijft.'
'Wat? Hoe durf je!' Ze schudde met haar vinger naar me. 'Archie is een gevoelig mens. Hij geeft om ons. En hij heeft ook niemand. Het is logisch dat we samen weggaan. Alsjeblieft,' smeekte ze, rollend met haar ogen. 'Ga je koffers pakken.'
'Maar hoe moet het dan met school en -'
'Je haalt het wel in op een andere school - een betere school! O, lieverd.' zei ze, terwijl ze haar handen ineensloeg, 'is het niet opwindend? Wat kan er in vredesnaam verkeerd aan zijn dat we een andere plaats zoeken om te gaan wonen? Ik weet datje hier niet meer gelukkig bent, nee toch?'
'Dat komt alleen door wat er met pappa gebeurd is.'
'Precies. En niets kan dat veranderen, dus waarom zouden we hier blijven? Een nieuw begin - dat is alles wat we nodig hebben. Maar we moeten het doen voor het te laat is, Melody. Wil je me laten wachten tot ik te oud ben om nog een kans te hebben? Dat is met een hoop mensen gebeurd die hier vastzitten. En dat zal niet met mij gebeuren,' eindigde ze vastberaden.
Ze glimlachte weer. 'Ik heb nog een verrassing. Ik had het pas willen vertellen als we weg waren, onderweg naar een betere toekomst.'
Ik staarde haar verstomd aan, me afvragend wat ze in vredesnaam nog meer voor verrassingen voor me in petto kon hebben.
'Wil je niet weten wat het is?' vroeg ze toen ik niets zei.
Ik schudde mijn hoofd en staarde om me heen. Hel was me allemaal te veel. De koffers op de grond, het huis in wanorde, overal kleren rondgestrooid...
'Wat?' vroeg ik tenslotte.
'Onze eerste stop is Provincetown, Cape Cod. Je zult eindelijk de familie van je vader leren kennen. Nou?' zei ik, toen ik geen antwoord gaf. 'Vind je dat niet geweldig? Je informeert altijd naar ze. Nu krijg je alle antwoorden op je vragen.'
'Provincetown? Pappa's familie?'
'Ja. Is dat geen goed idee?'
'Ik weet het niet,' zei ze. Ze had gelijk: ze had me verrast, maar ik hoorde een valse klank in haar stem. Er klopte iets niet. Ik haalde diep adem. Mijn hart bonsde. Alles gebeurde zo snel, dat ik niet goed kon nadenken.
'Moeten we dit niet beter plannen, mamma? Kunnen we niet rustig gaan zitten en er eerst over praten, alles op een rijtje zetten?'
'Nee, want dat betekent meestal dat het niet doorgaat,'jammerde ze. 'Zoals Archie zegt, als je niet iets doet als je de aandrang ertoe voelt, doe je het waarschijnlijk nooit.'
'Waarom moeten we met hem mee?' vroeg ik.
Haar gezicht verstrakte en ze kneep haar ogen halfdicht. 'Ik mag Archie graag, Melody. Hij brengt me aan het lachen, en ik heb genoeg van huilen en klagen. Ik heb er genoeg van dat de mensen me aankijken of ik een vreemd gedrocht ben omdat mijn man om het leven is gekomen bij een mijnongeluk.
Maar zo is Archie niet.' Ze ging op de bank zitten en wenkte me om bij haar te komen. Ik ging zitten, maar ik was op mijn hoede. Toen, voor het eerst sinds pappa was gestorven, sloeg ze haar armen om me heen. Ze hield me stevig vast en streek over mijn haar, en langzaam begon ik me te ontspannen. Het was zo'n heerlijk gevoel mijn mamma weer terug te hebben. Ik had haar zo gemist. 'Je zult Archie aardig vinden als je hem eenmaal leert kennen. Hij is precies de medicijn die ik nodig heb en die jij nodig hebt, schat.' Ze zweeg even, maar bleef over mijn haar strelen. Ik hoopte dat ze nooit zou ophouden. 'Alleen,' ging ze zachtjes verder, 'moetje hem geen Archie meer noemen.'
'Waarom niet?'
'Zijn echte naam is Richard. Archie is maar een bijnaam.'
'Hoe komt het dat hij zo plotseling weg kan? Hij heeft een baan,' zei ik, hopend dat ze niet kwaad zou worden en me los zou laten. Misschien hadden ze hem erop betrapt dat hij water bij de whisky deed, zoals de vader van Alice dacht.
'Het is niet het soort baan dat een man als Arch... Richard de rest van zijn leven wil hebben. Dus hebben we een besluit genomen. Kom, kind, ik wil datje gaat pakken. En denk eraan, niet meer dan twee koffers.'
'Maar dan moet ik zoveel achterlaten,' protesteerde ik.
'George en Arlene zullen ervoor zorgen,' zei ze. 'En als we ons eenmaal ergens geïnstalleerd hebben, laten we alles overkomen.'
'Mama Arlene,' mompelde ik. Ik besefte dat dit betekende dat ik haar niet meer zou zien. 'Heb je het haar verteld?'
'Dat wilde ik net gaan doen,' zei mamma. 'Maar omdat ik gedwongen was hier te staan praten, praten en nog eens praten, heb ik niet veel tijd meer. Ik moet ook nog pakken.'
'Maar moet ik de school niet waarschuwen en -'
'Wil je ophouden met dat gekwebbel, Melody? Ga pakken! Alles komt in orde. We zijn niet de eerste mensen die verhuizen, weetje. Hoewel ik denk dat de mensen die aan deze rattenval zijn ontsnapt op de vingers van één hand te tellen zijn.'
Ze glimlachte weer en liep haastig naar haar slaapkamer.
Ik bleef stokstijf staan en staarde om me heen. Ik kon nog steeds niet geloven dat we Sewell voorgoed zouden verlaten! En moesten we niet naar pappa's graf om afscheid te nemen? En hoe zat het met Alice en mijn andere vriendinnen? En ik moest mijn bibliotheekboeken nog inleveren! En onze post? En de rekeningen die we nog moesten betalen - we moesten toch zeker naar de bank? Er was nog zoveel te doen.
Ik legde mijn boekentas neer en liep langzaam de korte gang door. Mamma's kast stond open en haar kleren lagen op het bed. Ze stond midden in de kamer te peinzen.
ik vind het vreselijk om zoveel te moeten achterlaten, maar ik krijg wel nieuwe dingen,' zei ze.
'Mamma, alsjeblieft. Laten we wachten en dit goed doen.'
'Waarom ben je niet aan het pakken?' Ze draaide zich kwaad naar me om. 'Ik waarschuw je, Melody. Als Archie komt, gaan we weg,' dreigde ze. 'Watje ingepakt hebt gaat mee. Watje niet ingepakt hebt blijft hier. Begrepen?'
Ik slikte het brok in mijn keel door en dacht even na. Ik bedacht een uit wanhoop geboren oplossing.
'Misschien kan ik hier blijven en bij Mama Arlene en Papa George blijven tot je een nieuw huis voor ons hebt gevonden, mamma.'
Ze schudde haar hoofd. 'Daar heb ik aan gedacht, maar Papa George is erg ziek en Mama Arlene heeft haar handen vol aan hem. Bovendien zijn ze niet echt familie en kunnen ze nietje wettige voogden zijn. Het is een te grote verantwoordelijkheid voor oude en aftandse mensen.'
'Ze zijn niet oud en aftands,' protesteerde ik.
'Melody, pakje spullen in!'Toen verzachtte haar stem. 'Maak het niet moeilijker dan het al is, lieverd. Ik vertrouw erop datje een grote meid zult zijn. Ik ben zelf ook een beetje bang. Iedereen is bang als hij een nieuw leven begint. Ik heb je steun nodig, Melody.' Ze zweeg even toen ik me niet bewoog. 'Bovendien weetje dat pappa zou willen datje doet wat ik vraag,' zei ze. 'Ja toch?' Ze glimlachte. 'Dat zou hij toch willen?'
'Ja,' gaf ik met tegenzin toe.
Met gebogen hoofd draaide ik me om. Toen ik mijn kleine kamertje binnenkwam en om me heen keek, besefte ik hoe onmogelijk het was wat ze van me vroeg. Er waren zoveel dierbare herinneringen, vooral dingen die pappa voor me gekocht had, zoals mijn eerste pop, en alle foto's. De koffers die mamma voor me had klaargezet waren nauwelijks groot genoeg voor een tiende van mijn kleren, laat staan voor mijn knuffeldieren. En mijn viool?
'Tien minuten.' riep mamma uit haar kamer.
Ik had tien minuten om te beslissen wat ik achter moest laten, misschien voorgoed. Ik kon het niet. Ik begon te huilen.
'Melody! Ik hoor niet datje bezig bent te pakken,' riep ze.
Langzaam opende ik de laden en haalde er de noodzakelijkste dingen uit, ondergoed, sokken, schoenen en gympjes. Toen ging ik naar de kast en pakte mijn rokken en blouses, twee spijkerbroeken en een paar truien.
De koffers raakten snel vol, maar ik verzamelde zoveel mogelijk foto's en stopte ze onder de kleren. Toen probeerde ik mijn eerste pop erin te proppen, mijn pluche kat en beer, en een paar cadeautjes van pappa. Mamma kwam binnen en zag dat mijn koffers zo vol waren dat het onmogelijk was ze behoorlijk te sluiten.
'Dat kun je niet allemaal meenemen,' zei ze.
'Mag ik niet nog één koffer extra?'
'Nee. Arch... Richard heeft ook bagage, en ik heb zelf vier koffers nodig. Ik moet mijn mooie kleren meenemen, zodat ik er goed uitzie als ik ga solliciteren en auditie doe,' zei ze. 'Ik heb je al gezegd, we zullen de rest laten komen.'
'Maar ik heb niet veel meer nodig. Misschien een kleine doos en -'
'Melody, als jij niet kunt beslissen wat je hier moet laten, doe ik het wel voor je,' zei ze. Ze bukte zich en haalde de kat uit de koffer.
'Nee!' schreeuwde ik. 'Die kat is het laatste wat ik van pappa gekregen heb!'
'Nou ja, het is die kat of de beer of een deel van je kleren. Kies maar. Je bent een grote meid nu. Je hebt geen speelgoed nodig,' snauwde ze, en gooide de kat terug in de koffer.
Ik perste de kat en de beer omlaag en ging toen op de koffer zitten. Het lukte me de sloten dicht te krijgen. De zijkanten van de koffers puilden uit en ze waren loodzwaar, maar ik had de dingen erin gekregen die ik absoluut niet achter kon laten.
'Je hebt maar één jas nodig,' merkte mamma op, 'en de laarzen die je aan hebt. Vergeet je handschoenen niet.'
'Ik neem mijn viool mee,' zei ik.
'Je viool? Melody, alsjeblieft. Dat is een instrument voor oerwoud- en bergbewoners.'
'Pappa hoorde me altijd graag spelen.'
'Nou, hij kan je nu niet horen. Waar je nu naartoe gaat zul je er niet vaak op spelen, dat weet ik zeker. Misschien kun je gitaar leren spelen of
'Ik ga niet mee als ik mijn viool achter moet laten, mamma.' Ik sloeg mijn amen over elkaar en drukte mijn rug tegen de muur. ik ga niet. Ik zweer het je.'
Ze zuchtte.
'Ik denk dat het wel even tijd zal kosten voor je de gewoonten van dit barakkendorp hebt afgeleerd. Doe watje wilt.' Ze liep de gang door om de rest van haar cosmetica in te pakken. Ik had mijn eigen toiletspullen vergeten en moest een van de koffers weer openmaken om ze erin te stoppen. Ik was nog aan het worstelen om hem weer dicht te krijgen toen Archie Marlin kwam.
Hij droeg een bruin sportjasje, een hemd en das, en een bruine broek. Hij zag er iets beter gekleed uit dan gewoonlijk.
'Hoi,' zei hij, toen hij zonder kloppen mijn kamer binnenkwam. 'Bijna klaar?'
'Nee,' zei ik gefrustreerd.
Hij moest erom lachen. 'Je bent zeker wel opgewonden, hè?'
'Nee,' zei ik, vastberaden deze keer.
'Bang, hè? Nou, je hoeft niet bang te zijn. Ik heb deze weg al eerder afgelegd, en er valt niets te vrezen.' Hij sprak met bravoure.
'Ik ben niet bang. Ik voel me alleen ongelukkig omdat we zo halsoverkop weggaan.'
'Dat is de beste manier. Gewoon weggaan.' Hij knipte met zijn vingers. 'Je bent óf een man van de daad óf je kletst maar wat.' Hij trok zijn schouders recht en stak zijn borst naar voren. Ik draaide me om, zodat hij de tranen in mijn ogen niet zou zien. 'Haille!' riep hij.
'O, je bent er. Mooi.' Mamma kwam mijn kamer binnen, ik ben bijna klaar met pakken. Je kunt vast beginnen de auto in te laden, Richard.'
Hij sperde zijn ogen open.
'Ze weet dat Richard je echte naam is en Archie maar een bijnaam,' legde mamma uit.
'O? Goed. Die bijnaam is me nooit bevallen.' Archie-Richard knipoogde naar me en ging mamma's bagage halen.
'Heb je gepakt?' vroeg ze me.
'De koffers zijn vol. Ik moet alleen deze nog dichtmaken.'
'Geen probleem.' Archie zweeg terwijl hij mamma's twee grootste koffers over de grond sleepte. Hij liet ze even staan om op mijn kofier te gaan zitten en de sloten dicht te maken. 'Als je iets nodig hebt, Melody, hoefje het maar te vragen,' zei hij. Ik snoof minachtend. Ik haatte het idee hem om iets te vragen.
'Waarom ga je Mama Arlene niet goedendag zeggen, terwijl wij de auto inladen?' vroeg mamma.
Ik trok mijn jas aan, legde mijn viool in de kist en liep naar de deur. Archie klaagde dat mamma's koffers te zwaar waren. Hij worstelde om ze de trap af te krijgen.
'Voorzichtig!' gilde mamma. 'Mijn mooiste spullen zitten in die koffers.'
Pappa had ze met een paar vingers op kunnen tillen, dacht ik.
Ik klopte op Mama Arlenes deur.
'Melody, lieverd, wat is er?' Ze wist dat er iets mis was zodra ze mijn gezicht zag.
'O, Mama Arlene. We gaan weg. We gaan voorgoed weg uit Mineral Acres!' Ik klampte me aan haar vast.
Snel vertelde ik haar alles, inclusief mijn voorstel om hier te blijven, bij haar en Papa George. We waren nog niet eens binnen toen ik alles al had verteld.
'O,' zei ze knikkend. 'Dus daarom informeerde ze naar Georges gezondheid. Kom even binnen.'
'Waar is Papa George?' vroeg ik, toen ik hem niet in zijn favoriete fauteuil rokend voor de televisie zag zitten. Voor ze kon antwoorden hoorde ik zijn droge hoest uit hun slaapkamer.
'Hij voelt zich niet zo goed vanavond,' zei ze. 'De dokter wilde hem in het ziekenhuis hebben, maar je kent Papa George. Hij wilde niet. Wanneer zei je datje weggaat?'
'Vandaag! Nu!'
'Nu? Maar ze heeft geen woord gezegd... Nu meteen?' Het nieuws schokte haar bijna even erg als het mij had gedaan. Haar handen vlogen als twee vogeltjes naar haar keel. Ze schudde ongelovig het hoofd.
'Ze wil dat u op onze spullen past tot we ze op laten sturen,' legde ik uit.
'Natuurlijk. Ik zal goed op alles passen. O, Melody.' De tranen stroomden over haar wangen. 'We zullen je missen. Jij bent het kleinkind dat we nooit gehad hebben, het kind dat we nooit gehad hebben.'
'Ik wil niet weg,'jammerde ik.
'Je moet met je moeder mee, schat. Ze heeft je nodig.'
'Ze heeft mij niet nodig,' zei ik uitdagend. 'Ze heeft Archie Marlin.'
'Archie Marlin? O.' Ze keek teleurgesteld en bedroefd, en haar ogen versomberden.
'Wat is er aan de hand?' riep Papa George uit de slaapkamer.
'Ga maar afscheid van hem nemen.' De manier waarop ze het zei deed mijn hart verkillen. Langzaam liep ik naar de deur van de slaapkamer en keek naar binnen.
Papa George leek heel klein onder het dekbed. Alleen zijn hoofd, met de bos wit haar, was te zien. Hij hoestte hevig en spuwde in een metalen bak naast zijn bed. Toen haalde hij diep adem en draaide zich naar me om. 'Waar jammeren jullie zo over?'
'We gaan weg, Papa George.' zei ik.
'Wie gaan weg?'
'Mamma en ik... voorgoed,' zei ik.
Hij staarde me aan, haalde adem, hoestte even en deed toen zijn best om overeind te gaan zitten.
'Waar neemt ze je mee naartoe?'
'We gaan naar de familie van mijn pappa. Die woont in Cape Cod.'
De oude man knikte. 'Misschien is dat maar het beste. Maar jullie vertrekken wel halsoverkop, hè?'
'Ja. Ik heb geen enkele vriendin goedendag kunnen zeggen en ik ben ook nog niet naar het kerkhof geweest.'
Hij dacht even na en trok toen de la van zijn nachtkastje open. Hij haalde er iets uit en wenkte me om dichterbij te komen.
'Ik wil dat jij dit hebt,' zei hij, en overhandigde me een verguld zakhorloge. Ik had het al een paar keer gezien en kende de inscriptie aan de binnenkant: Voor George O'Neil. Tien ton kool! 'Het loopt nog steeds goed,' zei hij. Toen hij het horloge openknipte, speelde het een van Papa Georges lievelingsliedjes: 'Beautiful Dreamer.'
'Dat kan ik niet aannemen, Papa George. Ik weet wat het voor u betekent.'
'Het betekent meer voor me als ik weet dat Chester Logans kleine meisje het heeft,' zei hij, erop aandringend dat ik het zou accepteren. Ik stak mijn hand uit en klemde het horloge vast. 'Op die manier zul je me niet vergeten.'
'O, Papa George, ik zal u nooit kunnen vergeten,' kreunde ik en sloeg mijn armen om hem heen. Hij was zo mager, vel over been, en zijn omarming was nauwelijks voelbaar. Ik schrok. Hel was of hij wegsmolt, vóór mijn ogen verdween.
Hij begon weer te hoesten en duwde me terug, zodat hij onder de deken kon gaan liggen. Ik wachtte tot hij weer op adem was gekomen.
'Stuur ons ansichtkaarten,' zei hij.
'Dat zal ik doen. Ik zal elke dag schrijven.'
Hij lachte. 'Nu en dan een ansichtkaart is alles wat we verlangen, Melody. En vergeet niet op je viool te spelen. Ik heb je niet voor niets al die tijd les gegeven.'
'Ik zal het niet vergeten.'
'Goed,' zei hij, en sloot zijn ogen. 'Goed.'
Hete tranen biggelden over mijn wangen. Ik had het gevoel of mijn longen op barsten stonden, zo diep was de pijn, het verdriet. Ik draaide me om en zag Mama Arlene in de deuropening staan. Ze huilde net zo hard als ik. Ze stak haar armen uit en we omhelsden elkaar. Toen volgde ze me naar buiten.
Mamma en Archie waren klaar met het inladen van zijn Chevrolet. Hij sloeg de kofferbak dicht en ging achter het stuur zitten. Mamma liep naar Mama Arlene.
'Ik wist niet datje van plan was om zo gauw te vertrekken, Haille.'
'Het is eigenlijk onbedoeld zo gelopen, Arlene. Ik denk dat Melody je al wel gevraagd zal hebben om een oogje te houden op de spullen die we achterlaten, als je kunt.'
'Ik zal ze in het oog houden, natuurlijk.'
'Als we ons geïnstalleerd hebben, zal ik zien wat we nog meer nodig hebben. Waar is George?'
'Hij ligt in bed,' zei ze.
'o:
Ze wisselden een veelbetekenende blik, die mijn knieën deed knikken.
'Goed. Ik zal bellen en je nu en dan een regeltje schrijven,' beloofde mamma.
De gedachten tolden door mijn hoofd. Er was te veel om aan te denken. 'Mama Arlene, ik laat mijn schoolboeken op de keukentafel liggen. Ik zal mijn vriendin Alice bellen en zij zal ze komen halen, en mijn bibliotheekboeken ook. Oké?' vroeg ik.
'Natuurlijk, lieverd.'
'Hier zijn de sleutels van de caravan.' Mamma overhandigde ze aan Mama Arlene. Ze nam ze met tegenzin aan. Ze keek naar mij en haar lippen trilden.
'Ik moet de boeken op tafel leggen, mamma,' zei ik.
'Gauw dan. Wc willen weg. We moeten een heel eind rijden,' zei ze. 'Toe dan. Ik wacht hier met Arlene.'
Ik holde terug naar de caravan en ging naar binnen. Even bleef ik staan en keek om me heen. Ja, het was een kleine ruimte om in te wonen, en onze meubels waren maar heel simpel. Ja, de kleden waren versleten, de gordijnen dun, het behang was verschoten. De kranen drupten en de gootsteen was geroest bij de afvoer. De verwarming deed het nooit goed en in de zomer was het hier een oven. Ik had zo vaak gewenst dat we een echt huis zouden hebben, maar dit was mijn thuis geweest, en nu had ik hel gevoel of ik een arme oude vriend in de steek liet.
Pappa en ik hadden duizenden maaltijden gegeten in die kleine eethoek. Ik was duizend keer in zijn armen gekropen op die versleten bank terwijl we televisie keken. Ik had hier de kaarsen op al mijn verjaardagstaarten uitgeblazen. In die hoek hadden we onze kleine kerstboom versierd. Hoewel de stapel cadeaus eronder nooit indrukwekkend was geweest, had ik het altijd opwindend gevonden.
Vaarwel, caravan, dacht ik. Vaarwel, gekletter van de regen op het dak terwijl ik sliep of studeerde of at. Vaarwel, elk gekraak en gekreun in de wind. Vaarwel, vreemd kreunend geluid in het sanitair, dat pappa en mij tientallen keren aan het lachen had gemaakt.
En hoe moest ik afscheid nemen van mijn kleine kamer, mijn kleine privé- wereld? Dit was mijn speciale plekje, en nu keek ik er voor de laatste keer naar.
Ik beet op mijn lip en drukte mijn hand tegen mijn hart, onderdrukte de pijn en pakte toen mijn school- en bibliotheekboeken en legde ze op de keukentafel.
Archie Marlin toeterde. Ik keek nog een laatste keer om me heen en prentte alles in mijn geheugen. Archie toeterde weer.
'Dag!' fluisterde ik tegen het enige thuis dat ik ooit had gekend. Ik holde de voordeur uit, bang dat ik niet weg zou kunnen als ik bleef staan of achteromkeek.
'Waar bleef je zo lang?' klaagde mamma, met haar hoofd buiten het raam.
Ik ging op de achterbank zitten, die half bedekt was met mamma's kleren.
'Pas op mijn spullen,' zei ze.
'We gaan.' Archie reed weg. Ik drukte mijn gezicht tegen het raam. Mama Arlene stond in de deuropening, klein en bedroefd, haar hand verstard in een afscheidsgebaar. Tranen vertroebelden mijn ogen en sommige rolden langs het glas.
'We stoppen toch bij het kerkhof, hè, mamma?' vroeg ik.
'Wat? Waarvoor?'
'Óm afscheid te nemen van pappa,' antwoordde ik wanhopig.
'O, Melody, kunnen we deze reis niet wat vrolijker beginnen?'
ik moet pappa goedendag zeggen!' riep ik uit. ik móét!' Mijn stem klonk bijna hysterisch.
Archie keek naar mamma en ze schudde haar hoofd.
'We komen er langs,' zei hij.
'Nou, ik ga niet met je mee naar binnen,' zei mamma. 'Daar kan ik niet tegen.'
Archie stopte bij de ingang van het kerkhof. Mamma zei dat het haar hart weer zou breken als hij naar binnen reed. Het deed haar te veel aan de begrafenis denken.
'We wachten maar vijf minuten, Melody,' zei ze.
'Weetje zeker dat je niet mee wilt, mamma?'
Ze staarde me even met oprecht bedroefde ogen aan. Langzaam schudde ze haar hoofd.
ik heb al een tijdje geleden afscheid genomen, Melody. Ik moest wel, anders had ik niet verder kunnen leven.'
Ik deed het portier open, sprong uit de auto en holde langs de graven tot ik bij pappa's steen kwam. Ik liep erheen en sloeg mijn armen eromheen zoals vroeger om hem zelf. Ik drukte mijn wang tegen het harde graniet en sloot mijn ogen.
'O, pappa, we gaan, maar ik kom terug zo vaak ik kan. Mamma moet weg. Ze kan hier niet meer leven.
Ik weet datje het haar zou vergeven. Je hebt haar altijd alles vergeven,' zei ik een beetje verbitterd. 'En ik weet dal je zou zeggen dat ik haar moet helpen, maar ik kan er niets aan doen dat ik me zo voel.'
Ik liet me op mijn knieën vallen voor de steen en boog mijn hoofd om een gebed te zeggen. Toen plukte ik een sprietje van het gras dat op het graf groeide en stopte het in Papa Georges zakhorloge. Het zou altijd bij me blijven, dacht ik. Ik hield het horloge open, zodat hel 'Beautiful Dreamer' speelde. Pappa had ook van dat liedje gehouden.
Mamma en Charlie stonden weer te toeteren.
Ik deed het horloge dicht, stond op en staarde naar de bergen in de verte, naar de bomen en struiken. Ik wilde alles net zo stevig in mijn geheugen prenten als ik het grassprietje in het horloge had geperst.
Toen gaf ik een zoen op pappa's grafsteen en liet er een paar tranen op vallen voor ik me omdraaide en wegliep. Ik stapte zonder een woord te zeggen weer in de auto. Archie en mamma keken allebei naar me en toen reed Archie weg, naar het noorden, eerst naar Richmond.
Mamma gaf een gilletje van verrukking toen we door het stadje reden, voorhij het bord waarop stond: Welkom in Sewell, West Virginia.
'Ik ga weg!' juichte ze. 'Ik ga echt weg. Mijn gevangenisstraf is voorbij!'
Ik keek haar met samengeknepen ogen aan. Wat bedoelde ze daarmee? Ik had het willen vragen, maar mijn borst deed zo'n pijn dat ik wist dat mijn stem zou haperen als ik probeerde te spreken.
Archie ging harder rijden. Ze zetten de radio aan en begonnen met de muziek mee te zingen. Mamma draaide zich naar mij om.
'O, wees blij, Melody. Alsjeblieft. Wees blij, als het niet voor jezelf is, dan voor mij.'
'Ik zal het proberen, mamma,' zei ik, met een stem die nauwelijks boven een gefluister uitkwam.
'Mooi.'
Het landschap vloog voorbij. Ik lette er nauwelijks op, maar ik zag genoeg vertrouwd terrein langsglijden om me droevig te stemmen. Ik keek door de achterruit, zag Sewell achtereen heuvel verdwijnen, en daarmee het kerkhof waar pappa rustte.
Toen draaide ik me om en keek voor me uit. Ik beefde en voelde me niet minder bang en verward dan een pasgeboren baby die trappend en schreeuwend de toekomst in wordt getrokken, doodsbang voor het onbekende.