Leven aan de rand van de dood

Victoria verscheen plotseling in de deuropening. Ze was als een geest de trap op geslopen, of was ik te zwak en te ziek om enig geluid te horen buiten deze kamer?
'Wat was dat gemakkelijk,' merkte ze op met een lome glimlach, en haar ogen fonkelden sinister. 'Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht en ons allebei al die moeite bespaard? Nu hij gelooft datje weg bent, zal hij niet meer terugkomen en zijn onze problemen voorbij.
Voorlopig zul je binnen moeten blijven, zodat niemand hem iets anders kan vertellen. Wees maar niet bang, ik zal ervoor zorgen dat er hier voldoende is om je te amuseren en bezig te houden. Wat zou je buiten trouwens willen doen? Morgen zoek ik een nieuwe huishoudster, iemand die toegewijder is en haar mond kan houden.
Eigenlijk zou ik moeten proberen mevrouw Bogart over te halen om terug te komen,' ging ze verder. 'Als ze hoort dat die man nu voorgoed verdwenen is, wil ze er misschien over denken om terug te komen. Ik weet het al. Ik zal haar meer geld bieden, hopen geld, en dan komt ze wel terug. Hoe vind je dat? Goed, hè? Ja. Ik wist wel dat je het met me eens zou zijn.'
Ik het met haar eens? Ze hoorde alleen maar wat ze wilde horen.
'Wat is dat?' vroeg ze toen ze de gebroken pruikenkop op de grond zag liggen. 'Hoe komt die hier? O, was dat het lawaai wat we hoorden?' Ze schudde haar hoofd. 'Je probeerde zijn aandacht te trekken, hè? Wat dom. Wat kun je toch een stom kind zijn. Goed, dit ruimen we later wel op.
'Zo.' ging ze verder, zichzelf onderbrekend. 'Wat wilde ik ook alweer doen voor ik zo ruw werd onderbroken? Wat was het nou? O ja, jou schoonmaken. Dan trekken we je een gemakkelijk nachthemd aan en als ik mevrouw Bogart morgen kan bereiken, heb ik iemand die sterk genoeg is om je naar beneden te dragen waar je hoort.
'Klinkt dat niet geweldig allemaal? Je hoeft me niet te bedanken. Ik weet datje het apprecieert,' zei ze en ging naar de badkamer om het bad te vullen.
'Mijn moeder heeft zulke lekkere soorten badzout. Ik zal er een voor je uitzoeken,' riep ze achterom. 'Moeder was dol op haar bad. Zij ging elke dag in bad, maar ik heb liever een douche. Megan daarentegen lijkt meer op mijn moeder. Ze vindt het heerlijk om uren in bad te liggen, vooral in die speciale oliën. Ze heeft zelfs eens een bad genomen in melk, weet je, omdat ze las dat Cleopatra dat deed. Kun je je zoiets voorstellen?'
Ze kwam uit de badkamer en bleef grijnzend naar me kijken.
'Eén keer ben ik de badkamer binnen geslopen terwijl ze in bad zat. Ik liep op mijn tenen naar haar toe, ging achter haar staan en hield haar hoofd onder water voor ze zich kon verzetten. Ik hield het daar een paar seconden en ze kwam sputterend en hoestend en huilend boven. Ze was vreselijk kwaad. Ik zei dat het maar een grapje was. "Je lacht toch zo graag met je vriendjes? Nu kun je ze dit vertellen en erom lachen," zei ik. "Zeg maar dat ik vond dat je je hele hoofd moest weken." Ze was erg kwaad en sprak dagenlang niet tegen me, maar dat was niet erg, want we hadden elkaar nooit veel te zeggen.
'Jij zou toch niet boos zijn als ik jouw hoofd voor de grap onder water hield, hè?' vroeg ze met een kil lachje.
Ik staarde haar aan. Ik voelde me hulpeloos, alsof mijn lichaam in een vorm was gegoten en bezig was zich daarnaar te vormen, maar nog geen samenhang had, nog niet was voorzien van energie.
'Hoe krijgen we je van je bed in het bad?' vroeg ze zich af. Ze hield haar hoofd schuin terwijl ze het probleem overpeinsde. 'Hoe kon mevrouw Bogart dat zo goed? Ik zal je niet vragen hoe die fortuinjager van een therapeut het deed. Ik hoop dat hij het nooit heeft gedaan, en als hij het wél heeft gedaan, vertel het me dan niet. Hmm, ik denk dat ik je op zal moeten lillen en je erheen moet slepen. Ik ga in elk geval niet naar beneden om die stoel te halen en naar boven te sjouwen, dan zou ik je toch erin en eruit moeten helpen, en dat is extra werk. Je kunt meewerken en het wat gemakkelijker maken. Werkje mee?
Natuurlijk doe je dat.' Glimlachend beantwoordde ze haar eigen vraag. 'We zijn vrienden nu ik alle problemen heb opgelost, zoals onze zakelijke overeenkomst, die ergerlijke therapeut, en de rest. Als Megan en Grant hier op bezoek komen, zullen ze ons gezellig babbelend in de zitkamer vinden en zullen ze erg onder de indruk zijn. Grant in elk geval wél, dat weet ik. Megan kennende zal zij doen of ze het allemaal niks vindt.
Je hebt nooit een gezellig gesprek met haar gehad, hè? Dat weet ik, want er is zoveel dat je niet weet over haar en over mij. dingen die je zou weten als ze ooit de moeite had genomen je echt in de familie op te nemen. Ze heeft je hiernaartoe gestuurd als dienstmeid en toen heeft ze je naar Engeland gestuurd als dienstmeid. Ik maak tenminste geen dienstmeid van je, hè? Ik maak je tot partner en ik zorg voor je, behartig je belangen.
Hoe komt het toch dat iedereen Megan zo aardig vindt? Jij vindt haar ook nog steeds aardig, hè?' vroeg ze beschuldigend. Na alles wat ze je heeft aangedaan, geef je nog steeds om haar. Waarom? Ze heeft in alle opzichten gefaald en toch houden mensen van haar. Hij houdt van haar. Wat is haar magische kracht? En vertel me niet dat het haar knappe gezichtje is,' zei ze snel. 'Knappe gezichtjes zijn dertien in een dozijn, vooral vooreen man als Grant die kan kiezen uit alle schoonheidskoninginnen die hij maar zou willen.'
Ze keek achterom naar het bad. 'Oké,' zei ze. 'Tijd.' Ze ging naar binnen en draaide de kraan dicht.
Mijn hart begon te bonzen alsof het zelfstandig kon denken. Laai je niet door haar in dat had stoppen, zong het tussen de slagen door. Niet doen, niet doen, niet doen, dreunde het toen ze naar het bed kwam.
'We zullen die kleren uittrekken,' zei ze, en begon me uit te kleden. Ik werkte niet mee, maar ze trok ruw aan me en draaide mijn armen zoals ze het wilde. Even later was ik naakt.
Ze deed een stap achteruit en keek op me neer.
'Weetje, ondanks al je problemen ben je nog steeds een aantrekkelijke jonge vrouw. Misschien zul je op een dag een geschikte man tegenkomen. Maar reken er niet op," voegde ze er ogenblikkelijk aan toe. 'Er zijn tegenwoordig zo weinig geschikte mannen te vinden. Niemand weet hoe moeilijk het is voor vrouwen met slechts een hall brein.'
Ze zuchtte alsof ze de last van alle intelligente vrouwen ter wereld op haar smalle, zwakke schouders droeg.
'Laten we dit afmaken,' zei ze. 'Ik moet weer aan het werk. Er zijn transacties te sluiten en dat eist veel tijd en een intelligente analyse, weetje. Je zou verbaasd staan als je wist hoeveel zwendelaars er zijn die staan te wachten om op vrouwen als ik af te springen, vrouwen van wie ze denken dat ze zwak zijn. En wat zullen ze op hun neus kijken als ze dat proberen. Reken maar,' zei ze lachend. 'Nou en óf.'
Ze wilde mijn polsen pakken, maar ik schudde mijn hoofd.
'Alsjeblieft,' zei ik. 'Laat me met rust. Bel de dokter. Laat iemand me naar een ziekenhuis brengen.'
'Als je schoon bent. zul je je beter voelen,' antwoordde ze, maar bleef toen aarzelend staan. 'Hoe verplaatsje een invalide lichaam als het jouwe zonder nog meer schade aan te richten?' Ze haalde haar schouders op. 'Nou ja, ik kan niet meer dan mijn best doen.'
Ze draaide me zo dat ze haar handen onder mijn armen kon leggen, en toen sleurde ze me van het bed. Mijn benen vielen als planken op de grond en ze werd bijna omver getrokken. Maar ze hield zich in evenwicht en richtte zich toen met verrassende kracht op.
Ik weet niet waar ik de kracht vandaan haalde, maar ik draaide en kronkelde, probeerde los te komen uit haar greep. Ze hield me stevig vast en begon langzaam achteruit naar de badkamer te lopen. Mijn voeten botsten slap over de vloer toen ze me voortsleepte.
'Nee,' gilde ik.
'Kom, kom, je moet schoon worden. Je ziet er vreselijk uit! Je wilt toch niet dat iemand je zo ziet ?'
'Stop alsjeblieft.'
Ik raakte in paniek toen we met een flinke vaart in de badkamer kwamen. In een wanhopige poging haar te beletten me in bad te stoppen, greep ik naar de rand van de wastafel en hield die stevig vast, veel steviger dan ze had kunnen verwachten. Haar achterwaartse beweging zette door, maar de plotselinge stop maakte dat ze mijn armen losliet en achterover viel, bij mij vandaan.
Mijn bovenlichaam, dat nu niet meer ondersteund werd, viel hard op de grond en mijn achterhoofd sloeg tegen de tegels. Ik raakte bijna bewusteloos. Ik hoorde haar korte kreet - het was eigenlijk meer een gedempte vloek, en draaide mijn hoofd om, nel op tijd om haai' over de rand van het bad te zien vallen. Ze raakte met haar hoofd hard de uitstekende decoratieve kraan en gleed toen, schijnbaar gracieus, met nauwelijks enig gespetter het water in. Vanaf de plaats waar ik lag kon ik niet zien wat ze deed, maar haar benen gingen omhoog en vielen toen over de rand van het bad naar buiten terwijl de rest van haar lichaam onder de rand verdween.
Ik kreunde en ging op mijn buik liggen. Het duizelde me, mijn ogen voelden alsof ze achterover rolden in mijn schedel. Ik vocht om niet mijn bewustzijn te verliezen en reikte met mijn hand naar de toiletpot. Ik handelde zuiver en alleen op mijn wilskracht en mijn doorzettingsvermogen. Elk greintje energie leek verdwenen uit mijn gebroken lichaam dat nauwelijks door mijn botten bijeen werd gehouden, zo leek het. Toch slaagde ik erin me zover op te trekken dat ik over de rand van het bad kon kijken.
Ik zag haar vlak onder het water drijven, met gesloten ogen. Kleine belletjes kwamen uit haar neusgaten als matrozen die vluchten van een zinkend schip. Uit haar rechterslaap droop een traag stroompje bloed en ik zag ook bloed op de kraan. Haar haren rezen omhoog naar de oppervlakte alsof ze haar omhoog wilden trekken. Door de klap was ze kennelijk bewusteloos geraakt.
Plotseling verslapten mijn armen en ik viel weer op de grond. Mijn maag kromp ineen en de kramp klom omhoog naar mijn borst. Ik kreeg bijna geen adem meer. Ik greep slap naar haar linkerenkel, pakte die vast en probeerde Victoria vergeefs omhoog te trekken uit het bad. Ik had nauwelijks de energie om de enkel een paar centimeter op te tillen. Mijn vingers gleden van haar huid en mijn arm viel langs mijn zij.
De strijd die we gevoerd hadden en de inspanning die het me had gekost om me op te hijsen en naar haar te kijken, had al mijn energie verbruikt. Ik kreunde en haalde nog een keer diep adem. Daarna werd alles zwart.
Het leek of de grond onder me trilde en beefde alsof het huis werd overvallen door een aardbeving. Het ging nog even door tot ik mijn ogen kon openen. Mijn oogleden leken aan elkaar gelijmd. Ik zag alles vaag, maar langzamerhand nam een silhouet vorm aan. Ik kon een gedempte, vervormde stem horen en toen verscherpte het silhouet: Austin. Ik hoorde hem mijn naam roepen. Hij had aan mijn schouders geschud.
'Rain, wakker worden. Rain, lieveling, toe dan. Wakker worden, schat. Wakker worden.'
'Austin,' fluisterde ik.
'Wal is hier gebeurd? Er is een ambulance onderweg,' zei hij voordat ik zelfs maar kon proberen te reageren, 'en de politie ook. Ik heb het hele huis moeten doorzoeken voor ik een telefoon vond die werkte.'
Terwijl hij sprak wikkelde hij stevig een deken om me heen, tilde me van de grond en hield me in zijn armen. Ik liet mijn hoofd tegen zijn borst zakken en sloot mijn ogen. Ik was kennelijk weer bewusteloos geraakt, want toen ik mijn ogen weer opendeed, lag ik in een ambulance. De ambulanceverpleger stond over me heen gebogen; hij had een infuus aangebracht.
'Hallo,' zei hij. 'Hoe gaat het ermee?'
'Wal is er gebeurd?'
'Je bent op weg naar het ziekenhuis. Ontspan je en laat ons het werk doen. Daarvoor krijgen we zo'n hoog salaris.' zei hij, en iemand achter hem lachte.
Ik deed mijn ogen weer dicht, gewiegd door de schommelende beweging van de auto en het comfort van de stretcher. Voorlopig kon ik niet denken, wilde ik niet denken. Toen we bij het ziekenhuis waren voelde ik dat ik uit de ambulance getild werd en ik deed mijn ogen niet meer open voor ik in een soort onderzoekkamer was.
'Ze is bijna volledig uitgedroogd,' hoorde ik iemand zeggen.
'Infectie,' voegde een ander eraan toe.
'Breng haar naar boven,' zei de eerste stem.
Mijn lichaam voelde als een zak die werd omgedraaid, voortgerold en opgetild, tot ik behaaglijk in een ziekenhuisbed lag. de deken tot aan mijn kin opgetrokken. Ik sliep nu en dan, werd ten slotte echt wakker en hield mijn ogen langere tijd open. Het zonlicht scheen op de witte muren en de betegelde vloer. Ik draaide mijn hoofd naar rechts en zag Austin slapen in een stoei, zijn hoofd omlaag met zijn kin op zijn sleutelbeen.
'Austin.' riep ik. 'Austin.'
Langzaam hief hij zijn hoofd op en opende zijn ogen. Toen hij besefte dat ik wakker was, sprong hij uit zijn stoel en stond naast mijn bed.
'Rain, hoe gaat het met je?'
'Ik weet het niet,' zei ik. 'Wat is er gebeurd? Ik kan me niet veel herinneren.'
'Toen je tante me had weggestuurd, realiseerde ik me dat ik je rolstoel in de gang had gezien, achter haar. Het was niet onmiddellijk tot me doorgedrongen. Eerst geloofde ik echt wat ze me had verteld. Ik bedoel, die oprit bij de deur was verdwenen. Het klonk wel logisch. Ik dacht dat je de hele situatie gewoon wilde ontvluchten, en jou kennende had je me waarschijnlijk niet willen bellen, omdat je bang was dat ik je tegen zou houden. Ik was van plan contact op te nemen met je vader in Londen en erheen te vliegen. Maar toen ik naar huis reed zag ik plotseling die stoel voor mijn ogen en ik vroeg me af hoe je in een vliegtuig kon komen zonder rolstoel.
Dus ik draaide om en ging terug naar het huis. Deze keer ging ik niet naar de voordeur. Ik ging naar het raam van jouw kamer, óns raam denk ik altijd liever,' zei hij glimlachend, 'en ik duwde het omhoog en kroop naar binnen. Ik kon zien dat al je spullen nog in de laden en kasten waren en dat je dus echt niet weg was. Ik vroeg me af waarom Victoria tegen me had gelogen, en waar jij was. Wat had ze met je gedaan?
Ik sloop over de benedenverdieping, scherp luisterend. Eerst dacht ik dat je misschien opgesloten was in dat kantoor, omdat ik de deur niet kon openen. Ik klopte en luisterde en besloot toen eerst de rest van het huis te gaan inspecteren. Ik vond het vreemd dat zelfs Victoria niet beneden was.
Op mijn tenen en met gespitste oren liep ik de trap op. Ik dacht dat ik je hoorde kreunen en stormde de badkamer binnen en vond je op de grond van de badkamer en je tante in het bad.'
'Wat is er met haar gebeurd?' vroeg ik.
'Ze is verdronken. De politie zal hier komen om je een paar vragen te stellen, maar niemand die bij zijn volle verstand is zal denken dat jij iets met haar dood te maken had. Te oordelen naar de manier waarop ik je vond, leek het me dat ze jou in het bad wilde helpen en waarschijnlijk viel en haar hoofd stootte. Klopt dat?'
'Ja. ik wilde niet in bad. Ik was bang voor haar, Austin. Ze was zo gemeen en wreed legen me en de helft van de tijd was ze krankzinnig, praatte tegen me alsof ik mijn moeder was.'
'Heb je daarom al die schaaf- en snij wonden? Heeft ze je geslagen of zo ?'
'Nee. Ik heb geprobeerd uit het huis te vluchten, en zelf naar de weg te komen, zodat iemand me naar een telefoon zou kunnen brengen. Ik wilde jou bellen, maar toen ik naar builen reed, ontdekte ik dat Victoria die oprit door de tuinlieden had laten weghalen. Ik probeerde toch naar de weg te rijden, maar toen raakte ik de macht over mijn stoel kwijt. Ik heb urenlang rondgekropen en daardoor heb ik die wonden opgelopen. Ze vond me, en later, toen ze weer weg was, heb ik mezelf de trap op gesleept om boven een telefoon te zoeken. Vanaf dat moment werd helecht heel erg. Ik ben verschrikkelijk ziek geweest, Austin.'
'Ik weet het. Ze hebben je koorts en de infectie bedwongen.'
ik geloof dat er nóg iels aan de hand is, behalve een infectie.'
'Wat dan?'
'Ik denk dat ik zwanger ben.'
Hij staarde me even aan, toen verzachtte zijn mond en zijn ogen begonnen te stralen.
'Dal zou best kunnen," zei hij. 'We waren een beetje al te hartstochtelijk en hebben het te vaak niet erg nauw genomen met voorzorgsmiddelen.'
'Ik ben bang, Austin.'
Hij knikte, ik zal de dokter vragen je te onderzoeken,' zei hij.
'We hebben het eens gehad over de mogelijkheid dat iemand in mijn toestand zwanger werd. Aastin. Je hebt me verteld over een andere cliënte van je.'
'Ja.'
'Wat zijn de risico's voor mij?'
'Laten we met de dokter praten. Ik ben echt geen expert in dat opzicht,' zei hij.
'Moet ik een abortus laten doen, Austin?'
Hij nam me even aandachtig op. 'Laat ik beginnen met je dit te zeggen, Rain. Ik ga met je trouwen, watje ook beslist.'
Ik glimlachte naar hem. 'Je bent gek,' zei ik.
'Gek van liefde,' antwoordde hij.
De verpleegster kwam binnen om mijn medicatie te controleren en mijn temperatuur op te nemen en kort daarna kwam de dokter. Austin ging opzij en wachtte bij de deur.
Tot mijn verbazing was mijn dokter een vrouw die niet veel ouder leek dan vijfendertig. Haar haar was bijna even donker als het mijne en ze had een heel zachte, lieve glimlach. Ze droeg een bril met een aantrekkelijk parelkleurig montuur. Ze was ongeveer één meter drieënvijftig, maar straalde desondanks gezag en zelfvertrouwen uit.
'Ik ben Sheila Baker,' zei ze. 'Hoe voel je je?'
'Verdoofd.' antwoordde ik. Ze lachte, controleerde mijn status en begon me te onderzoeken. Toen ze naar mijn hart luisterde, zei ik: 'Ik denk dat ik zwanger ben.'
Ze stopte met luisteren, keek me even aan en keek toen naar Austin.
'O? En waarom denk je dat ?'
Ik vertelde haar de symptomen.
'Oké, we zullen kijken of het zo is.' zei ze.
'Ais het werkelijk zo is, wat voor soort complicaties kan ik dan verwachten?' vroeg ik. 'Ik bedoel, met mijn handicap?'
Ze zette haar bril af die aan een met steentjes versierd bandje hing.
ik heb je status en je dossier hier, dus ik kan je wel een paar dingen vertellen. Om te beginnen bestaat de kans dat je autonome hyperreflexie zult krijgen: ongecontroleerde reflexbewegingen. Deel' fecten van dat syndroom zijn moeilijk voorspelbaar, evenals de ernst ervan. Je zou zwakke symptomen kunnen krijgen, die vooral vervelend zijn, maar er bestaat ook de fatale mogelijkheid van een hersenbloeding. Gewoonlijk zijn de hyperreflexie-aanvallen niet schadelijk voor het ongeboren kind. En we moeten extra onderzoek doen om zeker te welen dat de foetus niet lijdt aan hypoxemie, gebrek aan zuurstof in het bloed. Je kunt het best bevallen in een ziekenhuis dat over de apparatuur beschikt om dergelijke complicaties aan te pakken. Maar gezien de locatie van jouw rugletsel is het niet heel waarschijnlijk datje zulke complicaties zult krijgen,' zei ze glimlachend.
'Maar het is niet helemaal onwaarschijnlijk?'
ik kan je niet garanderen dat het niet zal gebeuren.' antwoordde
ze.
'En wat nog meer?' vroeg ik. Er moest meer zijn, dacht ik.
'Een vroegtijdige bevalling komt regelmatig voor bij vrouwen met jouw conditie. Je zult het begin van de weeën kunnen constateren en je zult moeten leren waar je op moet letten. Je moet elke week een baarmoederonderzoek hebben en aan het eind van de zwangerschap dien je in een ziekenhuis te zijn. Maar ik denk niet dat een keizersnede nodig zal zijn. Soms wordt in het laatste stadium een tangverlossing of een vacuümextractie toegepast. Kortom, het is moeilijker voor jou dan voor iemand zonder jouw letsel, maar ik zou niet zeggen dat je niet zwanger mag worden.'
Ze keek naar Austin.
is hij je man?'
'Haar aanstaande man,' zei hij. 'En ik hoop ook een aanstaande vader.'
We keken elkaar zo strak in de ogen dat dokter Baker zich niet helemaal op haar gemak leek te voelen.
'Oké. Voorlopig gaat alles goed. Tot later.' zei ze en liet ons alleen.
'Weel je dit allemaal zeker, Austin?'
'Als ik hier wegga, ga ik meteen naar de drukker om de kaartjes te bestellen,' zei hij als enig antwoord.
Ik lachte. En toen dacht ik aan een huwelijk. Hoe zou dat zijn?
Laat in de middag kwamen er twee rechercheurs. Een van hen was zo klein en dik, dat ik me niet kon voorstellen hoe hij een politieman kon zijn. In gedachten zag ik tv-rechercheurs voor me en probeerde ik me er een voorstelling van te maken dat deze rechercheur een dief of een moordenaar achterna zou zitten. De andere rechercheur was lang, met heel kort donkerbruin haar en hij had een zakelijke manier van optreden. Hij leek meer op een t Bi-agent.
Ik beschreef wat er gebeurd was. De lange rechercheur maakte aantekeningen en toen gingen ze weg. Ze wekten de indruk dat ze gewoon de procedure volgden en niet op zoek waren naar verrassingen. Ze leken beiden weinig op hun gemak om in een ziekenhuiskamer met me te moeten praten en leken dankbaar voor mijn medewerking. Ik wilde niets liever dan alles achter de rug hebben. Ik wilde geen vragen stellen of gruwelijke details horen over Victoria's dood.
Vierdagen later werd ik ontslagen uit het ziekenhuis. Austin was er om me naar huis te brengen en loen we naar het huis reden, zag ik dat hij de glooiende oprit weer had laten aanbrengen. Ik wist dat hij ook zijn kleren en bezittingen al had verhuisd.
'Er is nóg een verrassing voor je,' zei hij.
Toen hij me naar binnen reed, zag ik wat hij nog meer had gedaan.
'Je advocaat en ik hebben het besproken en we hebben er beiden toe besloten,' zei hij.
Hij had een stoellift laten bevestigen aan de trap. Ik hoefde er alleen maar in te gaan zitten, en op een knop te drukken en ik zou omhoog kunnen, waar een tweede rolstoel stond.
'De meesteres van het huis slaapt niet langer in het personeels- verblijf,' verklaarde hij.
'O, Austin.' riep ik uit. 'Je gaat echt voor me zorgen!'
'Tot de dood ons scheidt. Trouwens,' zei hij met een klopje op mijn buik. 'ik vind dat we onder de gegeven omstandigheden maar zo gauw mogelijk in het huwelijk moeten treden. Ik heb nóg een verrassing voor je,' en hij grijnsde ondeugend.
'Austin Clarke, wat heb je nog meer gedaan?'
ik ben zo vrij geweest contact op te nemen met een zekere Engelse professor in Londen.'
Ik schudde mijn hoofd in ongeloof. 'Je wilt toch niet zeggen...'
Austin knikte.
'Ja, hij komt met zijn vrouw. Hij klonk heel enthousiast.'
Mijn hart begon te bonzen van verwachting.
'Austin, wat heb je veel gedaan!'
'Hel wordt een kleine kerkelijke plechtigheid met een bescheiden receptie hier. Mijn moeder heeft veel geholpen. Eigenlijk heeft zij alles geregeld,' zei hij. ik hoop niet dat je dat erg vindt.'
'Erg? Ik ben diep onder de indruk. Ik heb het gevoel dat ik elk moment flauw kan vallen.'
Hij lachte. 'Waarschijnlijk had ik moeten wachten nietje te overvallen met al dat nieuws tot je hier weer goed en wel geïnstalleerd was en je je helemaal op je gemak voelde, maar nu ik toch al zo ver ben gegaan...'
'Wat? Nog meer?'
'Je moeder wil je morgen komen opzoeken.'
'Mijn moeder?'
'Zij en haar man waren gisteren op de begrafenis van je tante en ze zijn gebleven om alle juridische zaken te regelen.'
'Waarom zijn ze niet hier gebleven?'
'Dat weet ik niet,' zei hij. 'Misschien voelden ze zich met die gedachte niet helemaal op hun gemak. Ze logeren in een hotel. Je advocaat heeft met Grant gesproken en hij heeft mij alle informatie gegeven om aan jou door te geven. Als je er nog niet klaar voor bent zal ik bellen en haar vragen haar bezoek uit te stellen. Grant heeft erop gezinspeeld dat ze op ons huwelijk willen komen.'
'Heus?' Ik dacht even na. 'Maar weten ze dat mijn vader uit Londen komt?'
'Niet echt, nee,' bekende hij. ik dacht dat het beter zou zijn als jij haar dat vertelde.'
'Misschien was het beter geweest als we gewoon samen waren weggelopen,' mompelde ik.
'Dat kunnen we natuurlijk nog steeds doen, maar ik denk datje
vader erg teleurgesteld zou zijn. Mijn moeder zeker.'
Ik knikte.
'Laten we dit apparaat eens uitproberen en je naar boven brengen. Ik dacht dat je waarschijnlijk niet terug zou willen naar wat vroeger de kamer van je grootmoeder was, dus heb ik de kamer die, zoals je me vertelde, oorspronkelijk de jouwe was voor ons in orde laten maken. Goed?'
'Ja, maar ik denk dat ik binnen niet al te lange tijd toch weer terug wil naar de suite van grootma Hudson. Ik weel dat ze dat zou willen, Austin, en ik laat me daar door Victoria's streken niet van weerhouden.'
ik begrijp het,' zei hij en hij hielp me uit mijn rolstoel in de trap- lift.
Hij lachte toen ik omhoogging.
'Je lijkt net een koningin die boven haar onderdanen uitstijgt,' zei hij plagend.
Ik stond erop zelf in de rolstoel te komen die boven aan de trap stond.
'Je hoeft niet dag en nacht om me heen te hangen,' verklaarde ik.
'Mooi. Je doet het goed.'
ik ga nu rusten,' zei ik en stond toe dat hij me naar mijn slaapkamer reed. 'Maar als dit succes wil hebben, moet je me voldoende vertrouwen dat ik mijn eigen steentje bij kan dragen.'
'Vertrouwen? Dat verwacht ik zelfs van je.' zei hij met voorgewende strengheid. 'Als ik thuiskom van mijn werk wil ik dat er een warme maaltijd op me staal te wachten. Vooral nu ik weet hoe goed je kunt koken,' zei hij glimlachend.
'Ik kan gewoon niet wachten.' zei ik. zijn uitdaging beantwoordend.
'Maar voorlopig moet je rusten en weer op krachten komen. Die zul je hard nodig hebben in de komende dagen. We gaan op huwelijksreis, zie je. Een huwelijk zonder huwelijksreis is als een verjaardag zonder taart.'
Ik lachte toen ik de lust in zijn ogen zag, maar was het met hem eens. Naar bed gaan en rusten was belangrijk. Ik sliep als een roos tot ik wakker werd en Austin binnenkwam met een blad met eten.
'Dat ruikt heel lekker. Hoe heb je dat gemaakt?' vroeg ik. met een argwanende blik op de kip, aardappels en groenten.
'Een oud recept van mijn grootmoeder dat is doorgegeven aan mijn moeder. Het heet bellen-voor-afhaaleten.
We lachten allebei en dat deed me ontzettend goed. Hij hield mijn hand vast, glimlachte naar me en kuste me zacht.
'Al onze dagen zullen gelukkig zijn,' voorspelde hij. 'We zullen niet veel nodig hebben, behalve de kans om van elkaar te genieten.'
'Weetje het zeker, Austin, echt heel zeker? Je kunt nog terug," zei
ik.
'Herinner je je nog dat je je in het meer hebt laten vallen en ik zei dat ik met je mee wilde? Nou, toen ik je zag wegrijden in die ambulance, had ik het gevoel dat ik er ook in lag, Rain. We zijn met elkaar verbonden. Voor altijd,' zei hij zo ferm en vastberaden dat het me de adem benam. 'Ik hoop datje daar blij mee bent.'
'Natuurlijk. Ik had nooit gedacht dat ik ooit zo gelukkig zou kunnen zijn, Austin.'
Hij zoende me.
'Eet en sterk aan. Binnenkort ben je een mama, weetje,' zei hij.
Mijn moeder kwam laat in de ochtend. Ik vond dat ze er opvallend goed uitzag vooreen vrouw die zoveel tumult en verdriet had meegemaakt. Haar gezicht was licht gebruind en haar haar glansde.
Ik zat in mijn rolstoel en staarde door het raam van mijn slaapkamer naar buiten, keek naar het meer, en dacht aan de tijd toen ik paardreed en hoe vrij en gelukkig ik me toen gevoeld had. Ik had net weereen brief aan Roy geschreven, hem bijna gesmeekt om contact met me op te nemen. Ik had niets meer van of over hem gehoord sinds die advocaat me had geschreven dat Roy voor de krijgsraad moest komen.
Ik weet niet hoe lang mijn moeder al in de kamer stond. Plotseling kreeg ik een warm gevoel achter in mijn hals, zo'n gevoel dat je van achteren wordt geobserveerd, en ik draaide mijn stoel.
Er kwam een snelle blik van droefheid en medelijden in haar ogen toen ze me de stoel zag omdraaien en zag dat ik niet kon opslaan om haar te begroeten.
'Hoi,' zei ze. 'Hoe gaat het?'
'Goed. En met jou?'
Ze haalde haar schouders op. 'Ik leef bij de dag. De ene dag gaat sneller dan de andere. Sommige lijken weken te duren.'
'Dat klinkt bekend.' zei ik en ze knikte.
Ze keek om zich heen in de kamer. 'Dit was mijn kamer, weetje dat?'
'Ja, dat weet ik.'
'Ik kan het me haast niet voorstellen.'
'Wat?'
'Dat ik hier vroeger gewoond heb, dat ik hier ooit een leven heb gehad. Misschien is dat maar goed. Misschien wordt op die manier voorkomen dat je echt gek wordt. Vergeten is soms niet zo slecht.'
Ze lachte en liep naar het bed.
'Ik dacht altijd dat het heerlijk zou zijn als elke dag werkelijk een nieuwe dag was. Ik bedoel, elke dag opnieuw geboren worden. Je bereikt een punt in je leven waarop je het idee hebt datje niet meer verder kunt groeien, en dan begin je gewoon zo'n meervoudig bestaan. Dan ben je de ene dag Megan, de volgende dag ben je... Diane, en overmorgen ben je Clara. Het is meer dan alleen een andere naam aannemen. Elke dag zou je een andere geschiedenis hebben en ook een andere persoonlijkheid. Dat zou veel leuker zijn, vind je niet?'
'Als dat gebeurde, hoe zou je dan ooit verliefd kunnen worden of deel uit kunnen maken van iets belangrijks of iets worden?' vroeg ik.
'Daar gaat het juist om. Je zou alleen iets hoeven te beginnen, zonder het af te maken en wordt dus nooit teleurgesteld. Het zou allemaal te snel eindigen voor nederlagen en droefheid. Vóór we doodgaan worden we toch andere mensen, Rain. Ik ben beslist niet meer dezelfde die ik was toen ik hier woonde en ik ben niet de vrouw die ik was op de universiteit. Ik ben niet eens de vrouw die ik verleden jaar was, nu niet tenminste. Je zult het meemaken,' zei ze.
'Misschien heb ik zoiets al meegemaakt.' antwoordde ik.
'Ja.' Ze staarde me aan en knikte. 'Ja, dat denk ik ook. In elk geval ben ik blij dat het goed niet je gaat. Ik kan me met geen mogelijkheid voorstellen hoe het moet zijn geweest met Victoria. Ze kon heel wreed zijn. Ze is nooit gelukkig geweest, nooit. Ik weet dat ze me haatte.1
'Ze was jaloers op je.'
'Dat is uiteindelijk hetzelfde. Je gaat de dingen haten die je niet kunt krijgen of niet kunt zijn. Dat geldt nu ook voor mij,' fluisterde ze bijna. Toen schudde ze haar hoofd alsof ze de slechte gedachten eruit wilde verwijderen en glimlachte. 'Zo, wat hoor ik over een huwelijk?'
'Austin is gek.' zei ik, 'maar ik hou van hem en ik weet zo goed als zeker dat hij ook van mij houdt. Niemand anders zou dit willen.'
'Flauwekul.' zei ze. 'Je bent een heel knap meisje en nog intelligent ook.'
Ze zuchtte, keek naar een foto van grootma Hudson die op het dressoir stond en toen weer naar mij.
'Ik wil dat je weet dat ik jou nooit de schuld heb gegeven van Brody's dood. Ik heb zo diep gerouwd, omdat ik wist dat ik volledig verantwoordelijk was - niet alleen voor zijn dood, maar ook voor jouw schuldgevoelens. Ik had het gevoel dat ik het leven van twee van mijn kinderen had verwoest. '
'Geen van beiden kunnen ze je haten, moeder,' zei ik.
Ze glimlachte zacht.
'Nee, ik geloof dat ik nu de enige ben die dat kan. Ik heb niet het recht iets van je te verwachten, Rain, maar ik zou graag terugkomen en proberen je vriendin te zijn.'
'Ik heb nooit iets anders gewild,' zei ik.
Ze keek me met een stralende glimlach aan.
'Ik verheug me op je huwelijk.'
'Ik moet je iets vertellen. Er zijn twee dingen eigenlijk, die je hoort te weten. Ik ben vastbesloten van nu af aan alle geheimen uit dit huis en uit mijn leven te bannen."
'Goed. Ik zal proberen hetzelfde te doen.'
'Mijn vader komt op het huwelijk.' zei ik.
'Larry?'
'Ja. Met zijn vrouw Leanna.'
'O.' Ze zweeg lange tijd. Ik verwachtte dat ze zou zeggen dat ze
nu niet kon komen, maar ze verbaasde me. 'Goed, daar zal ik me op voorbereiden.' 'En Grant?'
'Hij heeft geen keus,' zei ze met verrassende zelfverzekerdheid. 'Wat is de andere onthulling?' 'Ik ben zwanger.'
'Wat? Zwanger? Maar hoe... kun je zwanger zijn?' 'Ja, moeder, dat kan en ik ben het,' zei ik lachend. 'O.' Haar glimlach verdween.
'Wat is er? Brengt dat nog meer schande over de familie of zo?' 'Nee, nee,' zei ze hoofdschuddend. 'Dat is wel het laatste waar ik bang voor ben.' 'Wat dan?'
'Besef je niet wat dit betekent?' 'Hm, ik weet wat het voor mij betekent. Maar jij?' ik word grootmoeder! Ik ben te jong om grootmoeder te zijn!' We staarden elkaar aan. En toen lachten we. En we bleven lachen tot ze me stevig omhelsde.
Ik voelde haar tranen op mijn gezicht toen ze mijn wang kuste. Ze vermengden zich met de mijne.