Kan ik weer een vrouw zijn?

'Wees maar niet bang,' fluisterde hij nadat hij zijn arm om me heen had geslagen. "Ik ben alleen maar teruggekomen om je in mijn armen te houden lotje in slaap valt.'
'Dat is precies waar ik bang voor ben,' zei ik en hij glimlachte. In de warme gloed van het maanlicht dat door mijn open gordijnen naar binnen scheen, straalde zijn gezicht, zijn ogen vingen de glinstering op als twee edelstenen.
Ik legde mijn hoofd op zijn schouder en borst en hij gaf me een zoen op mijn voorhoofd en streelde mc over mijn haar.
'Dokier Snyder en ik hebben over dit alles gesproken,' zei ik. Ze probeerde me te verzekeren dat iemand nog steeds van me zou kunnen houden, maar ik dacht dat het slechts een optimistische uitspraak van een therapeut was, vooral ook omdat zij zelf ook verlamd was. Ze wilde het even graag, of zelfs nog meer geloven dan ik. 'Ik was ook wantrouwend jegens jou," vervolgde ik. 'Al die aardige dingen die je tegen me zei.'
'Bedoel je datje dat nu niet meer bent?'
ik weet het niet. Maar het is nogal mal datje hier komt binnensluipen.'
'En mijn carrière op het spel zet,' voegde hij er knikkend aan toe.
'Weet je zeker dat je het wilt?' vroeg ik en lilde mijn hoofd van zijn borst.
'Er is maar één manier om daarop antwoord te geven.' Hij kuste me, intenser deze keer. Toen legde hij mijn hoofd op het kussen en ging rechtop zitten zodat hij zijn kleren kon uittrekken.
Het was of ik alles in een droom zag, van een afstand, alsof ik boven mijn eigen bed zweefde. Misschien was ik doodgegaan in het meer en speelde dit alles zich af in het hiernamaals. Mijn hart bonsde niet alleen, het hamerde en bonkte tegen mijn borstbeen, joeg het bloed naar mijn hoofd, maakte me duizelig. Ik was bang, niet om te vrijen, maar om er niet toe in staat te zijn, om niet in staat te zijn liefde en genegenheid te beantwoorden.
Er waren zoveel meer redenen waarom we dit niet zouden doen dan waarom we het wél zouden doen. Hoe kwam het dat de mannen in mijn leven zo vaak om de een of andere reden verboden waren voor me?
Toen hij naakt was, schoof hij mijn nachthemd omhoog. Toen wachtte hij tot ik mijn armen op zou heffen.
'Wees niet bang,' zei hij.
Natuurlijk begreep hij mijn angst, dacht ik. Wie kon dat beter dan hij?
Langzaam hief ik mijn armen op en hij trok mijn nachthemd uit. Toen drukte hij zijn lijf tegen het mijne en zoende me en hield me vast. Hij besteedde zoveel speciale aandacht aan elke liefkozing, elke kus, dat ik het gevoel had dat we vrijden in slowmotion. Seconden en minuten waren aan elkaar gelijmd. De wijzers van de klok spanden zich in om een millimeter naar voren te bewegen. Alle tintelingen en alle warmte die ik voelde onder zijn vingers en elk plekje van mijn lichaam dat hij aanraakte, wekten langvergeten herinneringen, die over afgronden van duisternis in mijn hoopvolle brein terugkwamen.
Kan ik dit? Kan ik weereen vrouw zijn? Kan ik hem opgewonden voelen worden van genot? Zouden we onze lichamen kunnen verenigen tot een magisch en extatisch samenzijn? Of zou ik stuntelen en kreunen, onhandig en onbeholpen, even onbevredigend voor hem en mijzelf als een niet-waargemaakte belofte? Zouden mijn zoenen opgaan in rook en mijn omhelzingen niets méér zijn dan ijdele hoop?
Mijn naam lag op zijn lippen. Toen hij mijn borsten omvatte en ze kuste, viel mijn hoofd achterover op het kussen. Ik sloot mijn ogen zodat ik mezelf dieper en dieper in de warmte kon voelen zweven die mijn eigen verhitte bloed en tintelende huid om me heen verspreidden.
'Je bent zo mooi,' zei hij.
Zijn woorden leken een zoet parfum dat de duisternis deed oplichten. Ik kreunde van een genot waarvan ik had gedacht dat het voorgoed voorbij zou zijn. Als een oude vriendin die haar hoofd schudde over mijn scepticisme en desillusie, strafte mijn lichaam me voor mijn twijfels, daagde me uit met elke golf van warmte die omlaag stroomde naar mijn dijen.
Hij was er snel bij om die welkom te heten. Ik kromp even ineen en hij stopte.
'Wil je ophouden?' vroeg hij.
Had ik ja moeten zeggen? Stop? Breng me niet in de waan dat ik weer een complete vrouw kan zijn, geef me geen valse hoop, geen valse beloftes, help me niet overeind om me dan weer te laten vallen? Had ik me van hem af moeten wenden?
Maar me afwenden waarheen? Een eeuwige teleurstelling, aanvaarding van nederlaag en tragedie? Als een zwemmer die zich te ver in zee heeft gewaagd, kon ik geen enkele helpende hand die naar me uitgestoken werd weigeren. Maar Austins hand was niet zomaar een hand. De manier waarop we naar elkaar hadden gekeken, de warme gevoelens die we allebei hadden als we samen waren, het gemak waarmee we onze meest intieme gedachten en herinneringen deelden, dat alles moest toch betekenen dat dit iets bijzonders was, dat we samen iels bijzonders waren?
'Niet ophouden,' zei ik en hief mijn hoofd op om hem te zoenen.
Ik was verbaasd en opgetogen toen ik hem binnen in me voelde en ik zo opgewonden raakte dat ik geen adem kreeg. Ik klampte me aan hem vast alsof ik in de lucht hing te bungelen en ik eeuwig zou blijven vallen als ik hem losliet. Het heerlijke gevoel dat volgde op onze climax stroomde omhoog door mijn maag en rond mijn hart naar mijn hersenen. Misschien raakte ik even buiten bewustzijn, misschien bereikte ik alleen een punt voorbij het normale bewustzijn, maar ik was verbaasd dat ik me nog steeds aan hem vastklampte en hij er nog was, dat hij me vasthield terwijl hij op adem kwam, zijn lippen in mijn hals drukte en toen. met een snelle zoen op mijn mond, van me afging en naast me neerviel.
Lange tijd zeiden we geen van beiden iets.'Gaat het goed?' vroeg hij.
ik weel het niet. Ik heb het gevoel dat ik zou kunnen opstaan en weglopen," zei ik en hij lachte.
'Als dat alles is wat ervoor nodig is, zou ik de meest succesvolle fysiotherapeut Ier wereld zijn.'
We zwegen allebei weer. Toen steunde hij op zijn elleboog en draaide zich naar me om.
'Toen ik je in dat meer zag verdwijnen, Rain, stond mijn hart stil, en niet alleen omdat ik keek naar iemand die bezig was te verdrinken. Het was meer dan dat. Ik raakte in paniek, omdat ik je ging verliezen Ik wilde ook in dat meer springen. Ik wilde samen met jou verdrinken..'
'Echt waar?'
'Echt waar,' zei hij, met ogen zo onschuldig als die van een kleine jongen. 'Sinds ik met jou aan het werk ben gegaan, kan ik aan niets anders meer denken dan aan jou. Soms raak ik zo ver weg als ik bij andere patiënten ben, dat ze bijna moeten schreeuwen om mijn aandacht te krijgen. Het enige wat ik doe is me de hele dag verontschuldigen en wachten op het moment dat ik terug kan naar jou. Het is of je gezicht onuitwisbaar op de binnenkant van mijn oogleden is geprent. Als ik mijn ogen dichtdoe om ze rust te geven of om te gaan slapen, raad eens wie ik dan zie?'
Mei een glimlach beroerde ik zijn lippen. Hij kuste de toppen van mijn vingers. Toen zuchtte hij en ging rechtop zitten.
ik moet ervandoor,' zei hij. 'Ik mag hier niet zijn als mevrouw Bogart komt, dat is zeker.' Hij trok zijn hemd aan. 'Nu zijn we net Romeo en Julia, verboden minnaars. Ik zal het stuk moeten herlezen.'
'Het loopt niet goed af, Austin,' bracht ik hem in herinnering.
'Met ons wel.' beloofde hij.
Hij kleedde zich zo stilletjes mogelijk aan. Toen gaf hij me een zoen ten afscheid en glipte door het raam naar buiten.
Hij was zo snel verdwenen dat ik zeker wist dat het allemaal een droom was geweest.
Ik rolde me zo behaaglijk mogelijk op, legde mijn hoofd op het kussen en deed mijn ogen dicht.Even later sliep ik. De duisternis, alle problemen en pijn en verdriet van die dag werden tot as verteerd in het vuur van onze ongelooflijke passie.
Voor het eerst in lange tijd verheugde ik me zelfs op de volgende ochtend.
De energie en het enthousiasme waarmee ik de nieuwe dag begroette verbaasden mij bijna net zo als mevrouw Bogart, die - beslist niet dom - even naar mij en toen naar Austin keek met een veelbetekenende blik. bevestigd dooreen klein knikje en een glinstering in haar ogen. Toch zei ze niets en maakte geen geringschattende opmerking. Maar de eerste keer dat ik hem uitnodigde om te blijven eten, schudde ze afkeurend haar hoofd. Ik kwam er algauw achter dat ze Victoria's spion was geworden, niet uit ongenoegen of kwaadheid, maar omdat Victoria haar had weten te overtuigen dat ik kwetsbaar was voor zogenaamde fortuinjagers.
De volgende dag kwam Victoria als een waakhond binnengestormd, grommend en blaffend, ziedend van woede op de indringer.
'Wat hoor ik, dat je therapeut nu samen met je eet en je op alle mogelijke uren bezoekt en veel meer lijd met je doorbrengt dan nodig is voor je therapie?' vroeg ze zonder zelfs hallo te zeggen.
Ik zat in de werkkamer een brief te schrijven aan MacWaine in Engeland, die had gehoord van mijn ongeluk en had geschreven om zijn sympathie te betuigen. Ik had nog steeds niets van Roy gehoord, ondanks mijn pogingen met hem in contact te komen. Ik zou maar weer een briefschrijven aan zijn advocaat.
Ik leunde achterover in mijn stoel.
'Nou?' vroeg ze. 'Wat is hier aan de hand?'
'Ik zie niet in wat jij daarmee te maken hebt, tante Victoria. Ik wil niet brutaal of onvriendelijk zijn, maar ik ben baas over mijn eigen leven, ook al zit ik in een rolstoel.'
'Dat is belachelijk,' zei ze. 'Niemand beweert dat je geen baas kunt zijn over je eigen leven, maar je luistert blijkbaar niet naar goede raad. Ik geef je die raad niet op eigen houtje. Ik heb met een aantal experts gesproken over dit onderwerp en ze zijn het er allemaal over eens dat je in jouw conditie, vooral nu het nog maar zo kort geleden is, volkomen weerloos bent. Als iemand als ik niet voor je opkomt, zul je worden-'
'Gekwetst?'
'Op meer manieren dan je je kunt voorstellen.' Ze zweeg, liep naar het bureau, sloeg haar armen over elkaar onder haar platte boezem en hield haar nek stijf. 'Ik wil nu van je weten,' zei ze streng, met strakke lippen, 'hoe ver dit alles is gegaan. Heb je een romantische episode met deze... deze zogenaamde therapeut?'
'Romantische episode?'
'Je weet precies wat ik bedoel.'
We staarden elkaar aan. Ik wist niet of ik moest lachen of gewoon tegen haar schreeuwen. Plotseling verzachtte haar gezicht.
'Geloof me.' ging ze op veel vriendelijkere toon verder, 'mannen zijn in de eerste plaats seksuele roofdieren. Ze besluipen je en springen op je af als je op je zwakst en kwetsbaarst bent, en ik bedoel niet alleen iemand als jij. Ze cirkelen rond zelfs de sterkste en gezondste vrouwen met hun glimlachjes en lieve woorden en hun beloftes en dan beroven ze je van je zelfrespect. Het komt niet eens bij ze op dat ze dat doen, en zelfs al was dat wél zo, dan geloof ik niet dat ze zich daardoor zouden laten weerhouden. '
'Waar heb je het in vredesnaam over?' vroeg ik verward. het was moeilijk Victoria als iemand te accepteren die advies gaf aan verliefde vrouwen. Ze keek even naar me, draaide zich toen om en liep naar het raam.
ik weet dat je denkt dat ik iemand ben die geen enkele ervaring heeft op dat gebied, maar dat is niet waar. Ik ben er alleen erg goed in om het allemaal achter slot en grendel te houden.' Ze draaide zich weer naar me toe. ik heb wel wat wijsheid, vrouwelijke wijsheid, die ik je kan doorgeven. Mijn zuster,' zei ze, de woorden bijna uilspuwend, 'wilde nooit naar me luisteren als ik iets in die trant tegen haar zei. Zij meende altijd meer ervaring te hebben. Wie was ik om haar iets te vertellen? Ha, meer ervaring hebben, met meer mannen naar bed gaan, wil niet zeggen datje wijzer bent. Je moet luisteren naar de grijze cellen.' Ze wees naar haar slaap, prikte er zo hard tegen met haar vinger dat ik even ineenkromp. 'Je moet in staat zijn gebruik te maken van de ervaringen. Die grijze cellen heeft zij nooit
gehad en zal ze ook nooit krijgen. Maar jij hebt ze wel. Rain. dat weet ik.' Ze leek er bijna voor te pleiten om vrienden te worden. 'En ik kan je advies geven datje zult appreciëren.
Luister.' zei ze nijdig. 'Mannen zijn roofdieren, fortuinjagers, gereed om op je af te springen. Ik ben zelf slachtoffer geweest.' onthulde ze en wendde toen haar blik af.
De stille was zo intens dat ik het water kon horen lopen door een buis aan de andere kant van het huis.
'Hoe bedoel je, slachtoffer?' vroeg ik ten slotte.
Ze liet een lach horen die bijna waanzinnig klonk. "Hij deed net of ik belangrijker voor hem was dan zij. Hij ging zelfs zo ver dat hij... dat hij deed of hij er behoefte aan had dat ik bij hem was, dat hij mijn troost nodig had. Ik had medelijden met hem en ik gaf om hem. Wie denk je dat de grootste bijdrage heeft geleverd aan zijn campagne?'
'Bedoel je Grant? Is er iets gebeurd tussen jou en Grant?'
Ze knikte niet. maar haar ogen zeiden ja.
'Weet mijn moeder dat?'
Ze lachte weer. 'Je moeder weet niet eens in welke kamer ze zich bevindt. Ze heeft het nooit geweten van Grant en mij. Ik weet zeker dat Grant heel wat "zijsprongen" heeft gemaakt.'
'Hoe kun je respect hebben voor een man die liegt en bedriegt en geen eergevoel en geen integriteit bezit?'
'Hi j moest zich toch wel doodvervelen met een vrouw die zo oppervlakkig is als zij?' wierp ze tegen. 'Dat zou het geduld en de integriteit van elke man op de proef stellen.'
'Maar met de zus van zijn eigen vrouw!'
'Ik wil er niet meer aan denken," zei ze in plaats van te antwoorden. Ze keek verontrust, haar ogen ontweken de mijne.
Vertelde ze de waarheid of gaf ze uiting aan een of andere fantasie? Er zijn vreemdere dingen gebeurd om me heen, dacht ik.
'Nu moet je goed naar me luisteren," ging ze verder, terugkomend op haar eerdere felle aanval, ik wil dat je onmiddellijk een andere therapeut krijgt, een verantwoordelijke oudere persoon.'
'Die discussie hebben we al gehad, tante Victoria.'
'Je bent dom, Rain. ' Ze zweeg even, staarde me een ogenblik aan en knikte toen. 'Denk eens na, bekijk jezelf eens in de spiegel. Welke knappe, gezonde man zal zich aan jou wijden om jezelf en niet om je rijkdom? Wees niet zo blind en stom.'
Kille tranen bevroren in mijn ogen, vertroebelden mijn zicht. Die angst sluimerde altijd onder het oppervlak van mijn hoop. Ik hoefde er niet door haar aan herinnerd te worden.
'Hel is niet jouw probleem,' zei ik met overslaande stem.
'Natuurlijk is het mijn probleem. Dankzij mijn moeder zijn we nu partners. Als jij iets met iemand hebt, heb ik daar ook mee te maken.'
'O. dus dat is het. Je maakt je weer ongerust over de einduitkomst, die vlag van de nettowaarde waarmee je hier rondzwaait, die documenten die je achter de rug van mijn advocaat onder mijn neus duwt.'
'Dat doe ik niet. Het spijt me datje geen volmacht hebt getekend. Dat zou het allemaal een stuk gemakkelijker maken. Dan zou je niet worden lastiggevallen met al die papieren. Je weet dat alles watje gekregen hebt is gezien en goedgekeurd door je advocaat, en het gaat allemaal precies zoals ik heb voorspeld. Ik kom al mijn verantwoordelijkheden na, ter wille van ons beiden. Je zou meer vertrouwen in me moeten hebben. Verleden week nog heb ik een investering voor ons gedaan...'
'Dal kan me niet schelen,' zei ik snel. 'Mijn advocaat wil niet dat ik die volmacht teken.'
Ze schudde haar hoofd. 'Telkens als ik denk dat er een kans is dat je meer op mij lijkt dan op Megan, boor je die gedachte weer de grond in. Ik waarschuw je, Rain, als deze man, deze therapeut, romantische avances maakt, zal ik met of zonder volmacht alles doen wat noodzakelijk is.'
'Houd op alsjeblieft,' smeekte ik. De tranen rolden over mijn wangen. Stop.'
Ze knikte.
'Oké.' Ze zweeg, haalde zo diep adem, dat haar smalle, dunne schouders omhoog en omlaag bewogen, en toen zei ze: 'Ik heb nog een nieuwtje voor je.'
'Wat dan?' 'Je hoeft Jake niet meer te laten komen.'
'Wat? Ik heb gezegd dat je hem niet mocht ontslaan!' schreeuwde ik. 'Ik heb je gezegd dat hij voor mij werkt en niet voor jou! Ik heb je gezegd...'
'Ik hoefde hem niet te ontslaan. Hij ligt in het ziekenhuis,' zei ze monter.
'In het ziekenhuis? Waarom? Wat is er gebeurd?'
'Hij heeft levercirrose. Dat is een leverziekte die wordt veroorzaakt door overmatig gebruik van alcohol.'
'Ik weet wat het is. Hoe gaat het met hem?'
'Erg ziek,' zei ze. Ze draaide zich om en wilde weggaan.
ik wil hem zien,' riep ik.
'Vraag mij niet je ernaartoe te brengen," waarschuwde ze voordat ik zelfs maar de kans had daaraan te denken. 'Het is tijdverspilling," zei ze bij de deur. 'En ik héb geen lijd om te verspillen.'
Ze liep weg, haar voetstappen tikten even hard op mijn hart als op de vloer van de gang.
Zodra ik kon belde ik Austin op zijn pieper. Hij belde terug en zei dat hij bij-een patiënt was, maar dat hij zou komen zodra hij klaar was en hij beloofde me naar het ziekenhuis te brengen om Jake te bezoeken. Intussen probeerde ik Jake in het ziekenhuis te bellen, maar ze zeiden dat hij niet in staat was de telefoon op te nemen.
Het was me allemaal te veel. Ik barstte uit in een huilbui die ik niet kon stoppen. Mevrouw Bogart kwam snel binnen en tussen mijn snikken door vertelde ik haar hoe ziek Jake was. Toen ze de reden hoorde, kreeg ze een harde blik, en zei dat het haar niets verbaasde.
ik heb vaak genoeg whisky geroken in zijn adem.' zei ze. 'Een mens heeft genoeg problemen in het leven zonder er zelf nog meer bij te maken. Als ze dat doen, verdienen ze wat ze krijgen.'
ik weet zeker dat hij niet ziek wil zijn,' protesteerde ik heftig. 'Waarom bent u zo wreed?'
Ze snoof verontwaardigd en haar gezicht zwol op als een ballon. 'Ik ben niet wreed, maar ik heb gezien wat drinken met mensen doet. Mijn eigen vader doodde zichzelf en een onschuldige vrouw toen hij dronken achter het stuur zat,' onthulde ze.
Met die woorden draaide ze zich om en liep weg. Het speet me nu dat ik nog niet de lijd had genomen om zelf het busje te leren besturen. Het benadrukte het doelloze van je te wentelen in zelfmedelijden. Ik moest van elke gelegenheid gebruikmaken om mijn onafhankelijkheid terug te krijgen. Ik zwoer dat van nu af aan te zuilen doen, met of zonder hulp van mevrouw Bogart en Victoria.
Ten slotte kwam Austin om me naar het ziekenhuis te rijden.
'Waar ga je met haar naartoe?' vroeg mevrouw Bogart toen ze ons in de gang hoorde.
ik ga Jake opzoeken.' zei ik.
Ze keek verwijtend naar Austin, maar hij negeerde haar en reed me naar buiten. Hij hielp me in het busje en we gingen op weg.
'Ze hangt nu vast al aan de telefoon met Victoria.' zei ik. 'Wat ik het ergste vind van mijn verlamming is dat iedereen me als een kind behandelt. Zelfs mijn huishoudster denkt dat ze me kan commanderen.'
'Je hebt gelijk. De manier waarop anderen gehandicapte mensen zien kwetst vaak hun zelfbeeld en vertraagt hun revalidatie,' zei Austin. 'Het is een stokpaardje van me. het is ironisch dat hoe meer privileges gehandicapte mensen krijgen, hoe meer ze gekleineerd worden. Vrienden van me noemen handicap-parkings (invalidenparkeerplaatsen) soms voor de grap handicrap-parkings (crap = stront). Ik heb er laaiende ruzie over gehad.'
Zijn gezicht was vuurrood geworden alleen al door het praten over het probleem. Hij besefte het en glimlachte naar me.
ik denk dat ik tot de mensen hoor die het niet kunnen helpen dat ze zich te veel betrokken voelen bij anderen. In mijn geval vooral bij mijn patiënten,' zei hij.
'Zolang je maar niet in die mate betrokken raakt bij een ander als bij mij,' antwoordde ik.
Hij keek me aan en schudde lachend zijn hoofd. 'Onmogelijk.'
Toen we bij het ziekenhuis kwamen reed hij me de hal in en ging naar de informatiebalie om te vragen waar Jake lag. Enkele minuten later stonden we in de lift naar de tweede verdieping. Het was heel stil. het was bijna aan het eind van het bezoekuur.
ik vroeg me al af waar zijn familie bleef,' zei de dienstdoende verpleegster toen we naar zijn kamer vroegen. 'Hij is nu en clan bij bewustzijn en dan vraagt hij naar zijn dochter. Dokter Hamman is op het ogenblik bij hem en ik weet zeker dat hij u zal willen spreken.'
Austin stond op het punt om te zeggen dat ik niet Jakes dochter was, maar ik legde mijn hand snel op de zijne om het hem te beletten.
Langzaam gingen we naar Jakes kamer. Vlak voordat we bij de deur waren, kwam dokter Hamman naar buiten met een andere verpleegster.
'Breng hem maar naar de intensive care,' zei hij. Ze knikte, zag ons toen staan en gaf een klopje op de arm van de dokter. Hij draaide zich om.
'O,' zei hij. 'Bent u familie van meneer Marvin?'
'Ja,' zei ik.
Hij knikte en keek me somber aan.
'Ik vrees dat zijn leverziekte in een ernstig stadium is gekomen. De ziekte heeft zijn nieren aangetast en die functioneren bijna niet meer.'
'Hoe kan dat zo snel gaan?' vroeg ik met gebroken stem.
'Snel? O, dit is niet snel gegaan. Meneer Marvin wordt al een tijd behandeld voor levercirrose. Er is hem voortdurend op het hart gedrukt om geen alcohol te drinken. Helaas is hij om de een of andere reden de laatste tijd veel meer gaan drinken en dat heeft tot ernstige complicaties geleid. De ziekte kan heel heimelijk en geleidelijk te werk gaan. Soms wordt hij ontdekt, soms niet. Dergelijke gevallen worden cryptogenetische cirrose genoemd. Bij sommige mensen treden slechts geringe fysieke veranderingen op, zoals rode handpalmen, rode plekken die verbleken op hun bovenlichaam, en die we teleangiëctasie noemen of fibrose van de pezen in de palmen. Sommigen lijden aan geelzucht of hebben problemen met hun geheugen. Elk geval is anders.
Het spijl me,' zei hij. 'Ik moet hem overbrengen naar de intensive care. Zonder een niertransplantatie moet hij onmiddellijk aan de dialyse en met de voortgezette verslechtering...' Zijn stem stierf weg.
Hij wachtte om te zien of ik nog vragen had, maar ik kon geen woord uitbrengen. Hij knikte en liep toen de gang af. Austin hield mijn hand vast. Ik reed zelf naar Jakes kamer. Hij leek bewusteloos, maar toen ik bij zijn bed kwam draaide hij zich om en glimlachte.
'Hé, prinses... wat doe jij hier?'
'O. Jake, ik kan beter vragen wat jij hier doet,' antwoordde ik. ik heb net met de dokter gesproken. Je wist dat je ziek was en je bleef drinken.'
'Dokters,' zei hij met een grimas. Hij sloot zijn ogen. 'Met mij komt het wel in orde. Ik ben hier zo weer vandaan. Maak je over mij maar geen zorgen.' Hij deed zijn ogen weer open. 'Hé, hoe ben je hier gekomen?'
'Austin heeft me gebracht met het busje.'
'O. Je kunt beter leren zelf te rijden,' zei hij.
'Dat zal ik doen. Austin wil me helpen.' zei ik naar hem opkijkend. Hij knikte.
'Reken maar.' zei die.
'Goed zo,' zei Jake alsof dat het laatste was wat hij zeker wilde weten voordat hij deze wereld verliet. Hij deed zijn ogen weerdicht en viel onmiddellijk in een diepe slaap die meer op een coma leek. Ik wachtte of hij nog wakker zou worden, maar hij sliep nog steeds toen ze kwamen om hem naar de intensive care te brengen. Austin en ik keken toe terwijl ze hem voorbereidden op de verhuizing en hem toen wegreden op een stretcher.
'Vraag je je nu nog steeds af waarom ik denk dat iedereen die iets om me geeft moet lijden?' vroeg ik Austin.
'Houd op. Rain.' snauwde hij. "Houd op jezelf altijd weer te beschuldigen. Jij bent hier niet verantwoordelijk voor. Je hebt de dokter gehoord. Jake wist dat hij niet mocht drinken en toch bleef hij het doen.'
'Breng me naar huis. Austin. Breng me alsjeblieft naar huis,' vroeg ik.
Op weg naar huis praatte ik over Jake en vertelde Austin veel van wat ik wist en begreep over zijn relatie met grootma Hudson. Ik vertelde hoe hij vanaf het allereerste begin mijn beste vriend was geweest.
ik weet dat hij zichzelf de schuld geeft van wat er met mij gebeurd is, Austin. Ik weet dat dat hem ertoe heeft gebracht meer te gaan drinken. Snap je het dan niet? Daarom zeg ik dat iedereen die te dicht bi j me komt moet lijden. Victoria heeft gelijk, maar niet om de reden die zij denkt. Kom niet meer terug, Austin,' smeekte ik hem. 'Je bent beter af als je me gewoon vergeet. Ik zal naar een andere therapeut gaan.'
We waren gestopt voor het huis en hij had de motor afgezet.
'Slop met die malle praatjes,' beval hij.
Ik begon te huilen en hij greep me bij mijn schouders en schudde me door elkaar, harder dan ik verwacht had. Ik staarde hem aan.
'Stop daarmee!' riep hij. 'Je gaatje niet rondwentelen in zelfmedelijden, Rain. Dat zal ik niet tolereren. Ik weet dat je kunt terugkeren naar een goed, productief leven. En ik ga nergens heen, dus zet dat maar uit dat dwaze hoofd van je,' zei hij met een staalharde blik in zijn ogen. 'Morgen beginnen we met je rijlessen, maar voorlopig brengen we je naar binnen en maken het je gemakkelijk.'
Hij stapte uit en hielp me uit het busje. Toen reed hij me het huis in. Mevrouw Bogart was nergens te bekennen. Ze was óf om de een of andere reden niet thuis óf ze was in haar eigen kamer. Ik riep haar niet. Austin bracht me naar mijn kamer en deed de deur achter ons dicht. Ik bleef versuft en hulpeloos zitten. Hij gaf me een zoen op mijn wang en begon me te helpen me uit Ie kleden en gereed te maken om naar bed te gaan. Ik liet hem alles doen. Voorlopig genoot ik ervan om hulpeloos te zijn.
Toen hij me naar mijn bed droeg en me neerlegde, trok hij de deken behaaglijk en stevig om me heen en gaf me een zoen. Ik voelde me weer een klein meisje, terug in Washington, waar mama me instopte en me welterusten wenste.
Austin ging niet weg. Hij bleef een tijdje zitten en keek alleen maar naar me tot ik in slaap zou vallen. Ik viel telkens in slaap en werd weer wakker en elke keer dat ik mijn ogen opende zal hij er nog. Ten slotte kreunde ik en keek op de klok. Het was bijna twee uur in de ochtend.
'Waarom ga je niet naar huis, Austin?'
ik voel me uitstekend.'
'Je kunt niet comfortabel zitten zo,' zei ik. 'Als je per se vannacht hier wilt blijven kom dan in bed.'
Hij glimlachte.
'Oké.'
Hij stond op, kleedde zich uit en kwam naast me liggen. Ik draaide mijn bovenlichaam naar hem toe en we omhelsden elkaar. In zijn armen voelde ik me weer veilig, veilig en tevreden. Hij kuste me zacht op mijn lippen en eindelijk vielen we allebei in slaap.
Ik werd met een schok wakker toen de deur van mijn slaapkamer openging en de lucht over me heen leek te stromen. Austin sliep nog.
'Nou, dat is een fraai gezicht!' riep mevrouw Bogart uit. Ze stond met haar handen op haar heupen. 'Een fraai gezicht.'
Austin deed zijn ogen open en keek naar mij en toen naar haar. Hij liet zijn hoofd weer op het kussen vallen en kreunde.
'Doe de deur dicht, mevrouw Bogart en kom nooit, maar dan ook nooit meer mijn kamer binnen vallen,' zei ik.
'Wees daar maar niet bang voor,' dreigde ze. 'Ik ben niet van plan om rustig te gaan staan kijken naar dat zondige gedrag en op die toon tegen me te laten spreken.'
Ze sloeg de deur zo hard ze kon dicht.
'O-o,' zei Austin.
'Wees maar niet bang. Mijn grootmoeder was berucht, omdat ze voortdurend van huishoudelijke hulp wisselde. Ik zal haar traditie volgen,' zei ik.
Mevrouw Bogart vertrok niet onmiddellijk, maar ze diende haar ontslag in bij Victoria, die het op haar beurt gebruikte als een excuus voor een van haar felle preken over de valkuilen in de omgang met mannen. Ik besteedde nog minder aandacht aan haar dan eerst. En toen ze begon te kermen dat het zo moeilijk was om iemand te vinden die zoveel kwalificaties had als mevrouw Bogart, zei ik dat ze zich niet ongerust hoefde te maken. Ik zou zelf wel iemand vinden.
'Dat is volkomen belachelijk,' verklaarde ze en liep het huis uit, zachtjes mopperend dat dit allemaal op het verkeerde moment gebeurde. Ze had te veel te doen en had het te druk om te babysitten vooreen roekeloze invalide.
De komende twee weken ging Austin verder met mijn therapie en bleet" vaak 's nachts bij me. Zodra we de kans kregen reden we naar het ziekenhuis om Jake te bezoeken. Soms wist hij dat ik er was, soms niet. Soms brabbelde hij dingen die andere mensen als onzin in de oren klonken. Maar ik wist dat hij alle geheimen samenweefde die hem aan het eind van zijn leven hadden omgeven.
Austin gaf me rijles in het busje en breidde mijn therapie uit tot andere dagelijkse activiteiten, allemaal bedoeld om mijn toenemende onafhankelijkheid te versterken. Onwillekeurig was ik een beetje angstig toen ik de eerste keer zelf reed, maar het aangepaste busje maakte alle manoeuvres mogelijk. Ik ging zelfs alleen naar de supermarkt om boodschappen te doen. Die avond zei ik tegen mevrouw Bogart dat ze vrij moest nemen en kookte ik voor Austin en mijzelf.
Hij was zo opgetogen over het eten dat ik dacht dat hij met opzei overdreef, maar hij zwoer dat alles echt verrukkelijk was. Toen ik dat tegensprak, legde hij zijn vork neer en keek me verwijtend aan.
'Kon je goed koken vóór je ongeluk?' vroeg hij.
'Dat hebben ze me vaak verteld, ja,' gaf ik toe.
'Kookte en bakte je met je voeten?'
'Nee,' zei ik lachend.
'Hoe zou je ongeluk dan enige invloed kunnen hebben op je kookkunst?' vroeg hij streng. 'Nou?'
'Waarschijnlijk kan dat niet," bekende ik.
'Als ik je een complimentje maak over hoe goed je kunt joggen, kun je aan me twijfelen,' merkte hij op. 'Tot die tijd sta ik erop dat mijn oprechtheid niet in twijfel wordt getrokken.'
Ik lachte. Hij kon me zo'n fantastisch gevoel geven. Hij proostte met de wijn en stond toen op om me een zoen te geven.
'We laten de afwas staan voor mevrouw Bogart," fluisterde hij. Zijn lippen beroerden mijn oor. 'Dat is het minste wat ze kan doen.'
Ik draaide me glimlachend naar hem om.
'En wat gaan we dan doen?'
Zijn ogen verrieden wat hij wilde. De mijne spraken even luid en duidelijk. Hij reed me naar mijn kamer, tilde me voorzichtig uit mijn stoel en legde me op het bed, waar we hartstochtelijker - maar ook
liefdevoller - vrijden dan ooit tevoren.
Daarna voelde ik me compleet en bevredigd. Ik hoopte alleen maar dat het geen onbereikbare droom was die zou vervagen en verdorren als een oud blad en tot stof zou vergaan.
Ik kon gelukkig zijn. Ik kon weer gelukkig zijn. dacht ik.
We sliepen bijna toen de telefoon ging. Mijn hart wist waarom voordat de woorden tot mijn hersenen doordrongen.
Dokter Hamman belde, met droefenis in zijn stem.
'Meneer Marvin is overleden.' zei hij.
Austin hield me vast terwijl ik huilde om Jake. Toen beheerste ik me, veegde mijn wangen af en draaide me naar hem om.
'Degene die dat telefoontje had horen te krijgen heeft geen idee waarom, Austin. Dat is bijna even erg als wat er met Jake gebeurd is. Zijn dochter was niet bij hem.'
'Jij was er, Rain,' zei hij. 'En Jake hield van je als van een dochter.' '
ik zal zorgen dat hij een mooie begrafenis krijgt,' zwoer ik. Ik vlijde me weer in Austins armen. Hij hield me vast terwijl beelden van Jake door mijn hoofd dwarrelden: zijn glimlach, zijn lach, zijn aanmoedigingen en zelfs die blik van droefheid op zijn gezicht toen hij me naar het vliegveld had gebracht voor mijn reis naar Londen.
'Het is zo belangrijk om iemand te hebben die tranen in zijn ogen heeft als hij afscheid van je neemt. Austin.' fluisterde ik.
'Niet in die van mij,' zei hij. 'Want ik zal nooit afscheid nemen.'
O, alsjeblieft, bad ik, laten die woorden nooit veranderen in dorre bladeren en lol stof vergaan.