Naar huis
Een week later kwam de ongevoelige dokter Casey me weer
onderzoeken, samen met een timide verpleegster. Als hij iets tegen
haar zei keek ze hem niet aan, maar blikte ze recht voor zich uit,
zodat het leek of ze naar mij staarde. Haar ogen leken eerst omhoog
te gaan tot ze bijna onder haar oogleden verdwenen en richtten zich
toen op hem, bijna heimelijk, alsof hij een of andere vorst was die
je niet rechtstreeks aan mocht kijken.
Hij deed zijn gebruikelijke onderzoek. Het feit dat hij latex
handschoenen droeg als hij me aanraakte, gaf me al het gevoel of ik
besmettelijk was, maar toen hij klaar was en zo abrupt bij het bed
vandaan liep alsof het vergiftigd was, voelde ik me ronduit
smerig.
'Dokter Eisner en ik hebben onze evaluatie van je conditie
afgerond,' begon hij met die ijle, nasale stem. Hij hield zijn
smalle nek stijf terwijl hij sprak, en bewoog zijn kille,
lichtbruine ogen niet. Hij deed me denken aan een levensgrote
marionet toen de woorden over die donkerroze tong naar buiten
rolden.
'De therapie zal je benen versterken en voorkomen dat de
spieren atrofiëren, verweken. Maar tot er een nieuwe en
succesvollere behandeling voor ruggengraatletsel is ontdekt, zul je
de grens van je herstel hebben bereikt.
Zoals je weet, zul je nu en dan pijnlijke spierkrampen
krijgen. Als je niet behoorlijk actief bent, zullen er pijnlijke
drukplekken op je lichaam ontstaan. Gereduceerde mobiliteit en een
slechtere bloedsomloop kunnen aanleiding zijn tot problematische
huidzweren. Je zult je huid dagelijks moeten controleren. Neem elke
dag een bad en droog je goed af. vooral tussen je tenen en in je
lies. De therapeut zal je een zelfzorghandboek geven met
instructies die je moet opvolgen. Wees er zeker van datje alles
begrijpt voordatje wordt ontslagen,' zei hij.
'Ik word ontslagen?'
'Uit dit deel van het ziekenhuis, ja,' zei hij. We kunnen hier
niet veel meer voor je doen. We zullen je overbrengen naar de
afdeling fysiotherapie. Ze zullen je daar een programma geven dat
je de rest van je leven zult moeten blijven volgen,' voegde hij er
gevoelloos aan toe. Het klonk als een vonnis uit de mond van een
strenge rechter.
Hij maakte aantekeningen op mijn kaart en gaf die toen terug
aan de verpleegster. Ze keek even naar mij, glimlachte en
wachtte.
'Heb je nog vragen?' vroeg hij.
Vragen? Ik had alleen maar vragen. Bijvoorbeeld, wat zou er
gebeurd zijn als Ken Arnold ons had meegenomen naar een andere stad
toen ik geboren was? Wat zou er met mij gebeurd zijn als Beni niet
met die bendeleden was omgegaan en vermoord was en mama niet zo
ziek was geworden? Wat zou er gebeurd zijn als ik nooit de waarheid
over mezelf had geweten? Wat zou er gebeurd zijn als ik me had
verslapen en die laatste rit met Rain had gemist?
Ik keek naar de dokter. Hij leek gespannen te wachten op een
vraag, zo gespannen als een wonderkind dat zijn intelligentie wilde
bewijzen.
'Wanneer word ik wakker?' vroeg ik.
'Pardon?' De dokter keek verbaasd.
De verpleegster trok haar smalle wenkbrauwen op en ontspande
haar dunne lippen.
'Laat maar," zei ik. 'Je krijgt geen antwoord van mensen in je
nachtmerries.'
'O,' zei hij en vormde een klein cirkeltje met zijn bleke
lippen. Hij had zich gerealiseerd dat mijn pijn dieper zal dan de
plaatsen die hij kon betasten en onderzoeken, een pijn die zelfs
onzichtbaar was voor zijn röntgenapparaten. 'Dokter Snyder komt
straks bij je. Zij is onze psycholoog. Ik wens je het beste,'
voegde hij eraan toe, draaide zich om en ging weg.
De verpleegster gaf me een klopje op mijn hand. Ik keek haar
aan met een blik die maakte dat ze zich razendsnel omdraaide en de
dokter haastig de kamer uit volgde. Ik staarde naar de kale, witte
muur. Sinds het ongeluk had ik slecht geslapen. Ik dommelde in,
maar werd voortdurend wakker. Dat gebeurde nu ook weer en toen ik
deze keer wakker werd, hoorde ik de stem van een vrouw:
'Hoi.'
Langzaam draaide ik mijn hoofd om, in de veronderstelling dat
de verpleegster was teruggekomen. Tot mijn verbazing zag ik dat de
vrouw die tegen me sprak naast het bed zat... in een
rolstoel.
'Ik ben dokter Snyder,' zei ze.
Ze stak haar hand uit. Ik keek alleen maar naar de hand en
naar haar. Ze trok hem terug.
'Ik zie aan je verbaasde gezicht dat dokter Casey heeft
vergeten je over mij te vertellen. Ik weet niet waarom me dat zou
verbazen. Eigenlijk.' vervolgde ze, terwijl de uitdrukking op haar
gezicht veranderde, 'hoor ik daar blij om te zijn. Hij ziet me als
niets meer of minder dan wie ik ben... een psycholoog, geen
verlamde psycholoog, en dat is natuurlijk goed. nietwaar? Jij zult
ook willen dat de mensen je zien als jezelf. Op een goeie dag,'
voegde ze eraan toe.
'Niemand kon zien wie ik werkelijk was, ook niet vóór het
ongeluk. Waarom zou ik verwachten dat ze dat nu wél doen?'
antwoordde ik.
Ze trok haar rechterwenkbrauw op en glimlachte. Ze had een
knap gezicht, met rossig haar dat zo geknipt was dat het rond haar
kin viel. Haar blauwgroene ogen waren verblindend, vol leven en
opwinding, ondanks het feil dat ze in een rolstoel zat. Kleine
sproetjes bedekten haar jukbeenderen en liepen bijna onmerkbaar
door naar haar kaak, maar ze had een mooie roomblanke huid. Haar
lippen waren zo rood dat ze geen lippenstift nodig had. Als je naar
haar gezicht keek, zou je denken dat ze een van de gezondste,
gelukkigste mensen was die je ooit had gezien.
Ze droeg een lichtblauwe sweater met een witte blouse en een
donkerblauwe rok. Hartvormige diamanten knopjes fonkelden in haar
oren. Een gouden medaillon hing tussen haar kleine borsten.
'Ik weet dat het je op het ogenblik weinig troost biedt, maar
als het letsel een paar centimeter hoger had gezeten, zou je er
heel wat erger aan toe zijn dan nu.' Ze glimlachte weer en keek
langs me heen. 'Mijn vader heeft me eens gezegd dat we onszelf
moeten beoordelen aan de hand van onze eigen handelingen en
ervaringen en niet die van iemand anders. In plaats van te denken
dat er zoveel mensen zijn die beter af zijn dan jij. zei hij, moet
je bedenken hoeveel beter jij er nu aan toe bent dan je had kunnen
zijn als... "Dat als hangt iedereen boven het hoofd. Ainsley," zei
hij.' Ze liet haar kin zakken en sprak met een lagere stem, haar
vader imiterend.
'Ainsley?'
'Ja. Mijn vaderen moeder wilden per se een ongewone naam voor
mij. Het schijnt dat jouw vader en moeder dat ook wilden,
Rain.'
'Die naam had goede dingen moeten betekenen,' zei ik.
'Dat zal hij ook, en dat kan hij. Mag ik eens een gokje
wagen?' zei ze. Ze leunde achterover en deed of ze diep nadacht.
'Je hebt je liggen afvragen: waarom ik? Wat heb ik gedaan?'
'Niet echt.'
'O? Dat is weer eens iets anders. Eindelijk iemand die vindt
dat ze het verdient?'
'Dat heb ik niet gezegd. Ik ben alleen niet zo erg
verbaasd.'
De psychologe had een enorm intense blik. Er verscheen
belangstelling in haar ogen, maar niet zoals bij dokter Casey. Haar
ogen waren warm, medelevend, en gaven me het gevoel dat ik een
belangrijk mens was, een ontdekking.
'Wil je me ook vertellen waarom?' vroeg ze.
ik weet niet of ik zoveel tijd heb.' antwoordde ik. 'Ik zal
mijn agenda moeten raadplegen.'
Ze lachte.
'Wat is er met u gebeurd?' vroeg ik. 'En vertel me niet dat u
van een paard bent gevallen.'
'Nee, ik heb nooit paardgereden. Wel op pony's in een
draaimolen, maar meer niet. Ik ben een stadsmens. Ik heb een
ernstig autoongeluk gehad. De aanhanger van een tractor is bijna
vier jaar geleden over mijn auto gereden. Ze moesten me eruit
snijden. Weet je nog wat ik net zei over het woordje als?'
'Weet u zeker dat u beter af bent dan gekund had?' vroeg ik
cynisch.ik ben nog steeds gelukkig getrouwd. Ik heb twee
tienerdochters die beletten dat ik medelijden krijg met mezelf, en
ik heb een succesvolle carrière. Ook houd ik van pizza en zoals de
psychiaters me hebben verteld zijn die in het hiernamaals niet te
krijgen. Daar verlang je er zelfs niet naar!'
Ik staarde haar even aan en begon toen te lachen. Het geluid
was zo verrassend dat ik het wat langer aanhield.
'Goed,' zei ze, terwijl ze ging verzitten in haar stoel.
'Vertel me je verhaal.'
Ze kon goed luisteren, wekte op geen enkel punt in mijn
verhaal de indruk dat het haar niet interesseerde of dat ze dacht:
waarom ben ik in vredesnaam naar dat meisje toe gegaan? Ze stelde
veel vragen en maakte een paar aantekeningen in een notitieboekje.
Misschien hunkerde ik naar conversatie. Misschien had ik te lang
opgesloten gezeten in mijn eigen emotionele kerker, maar ik had een
schijnbaar onbeperkte verbale energie. Het deed me ook goed om
alles eruit te gooien. Het was of ik een blaar op mijn lichaam
doorprikte en al het vocht eruit zag lopen. Ik praatte natuurlijk
wel een beetje om het echte verhaal heen, probeerde alleen de
belangrijkste en meest betekenisvolle gebeurtenissen en mensen te
noemen.
Eindelijk zweeg ik en keek ik haar aan. De glimlach was
verdwenen en vervangen door de sombere, ernstige uitdrukking van
iemand die net gehoord heeft dat ze haar beste vriendin heeft
verloren.
'Spijt dat u me gevraagd hebt mijn verhaal te vertellen?'
informeerde ik.
'Nee. Integendeel, ik ben dankbaar datje zo openhartig bent.
De meesten van mijn patiënten geven me het gevoel dat ik een
tandarts ben. Tanden trekken,' ging ze verder toen ze mijn
verbaasde blik zag.
'O.'
'Weet je, soms, vaak zelfs, is het veel en veel moeilijker
voor iemand die een betrekkelijk gemakkelijk leven heeft gehad om
tegen zo'n zware tegenslag opgewassen te zijn. Jij hebt zoveel
meegemaakt dat ik er alle vertrouwen in heb dat jij het er goed af
zult brengen.'
'Ja, hoor. Ik ben tragedies gewend. Mij doen ze niks
meer.'
Ze lachte.
'Je hebt al een voorsprong. Je hebt gevoel voor humor.'
'Dal is geen humor. Het is cynisme,' zei ik. Plotseling voelde
ik me moe. Ik sloot mijn ogen.
ik zal je nu laten rusten, maar morgen kom ik terug en dan
praten we verder. Je wordt verhuisd naar de fysiotherapeutische
afdeling, dat weetje?'
'Ja. Ik word gereconstrueerd.'
'Het moeilijkste voor ons is het besef dat ons vroeger zo
complete en gezonde lichaam niet langer volledig functioneert en
dat we nu te kampen hebben met een onmetelijk aantal ondergeschikte
problemen die we moeten oplossen.'
'Geef me niet alleen het goede nieuws,' zei ik.
Ze lachte. 'Dat zal ik niet doen. Wat je nu doet, je reactie
op dit alles, is je zelfverdediging. Leren deze toestand te
accepteren en ermee te leven is bijna even moeilijk als het ongeluk
zelf. Niemand wil afhankelijk zijn van anderen.'
'Zeker ik niet,' mompelde ik.
'Maar geloof me, het revalidatieprogramma zal je helpen
opnieuw onafhankelijk te worden. Je moet je er niet tegen
verzetten. Leer, luister, wees bereid je best te doen, en je zult
je zelfvertrouwen herkrijgen en weereen productief lid van de
maatschappij worden, Rain. Ik weet dat ontzettend veel
gehandicapten dat is gelukt.'
'Jee, bof ik even! Het is alleen nog niet tot me
doorgedrongen, hè?'
Ze glimlachte.
'Nee, dat is het nog niet. Denk aan het "als" van mijn vader,'
merkte ze op en draaide haar stoel om.
Ik keek haar na toen ze zichzelf naar buiten reed. Dat ben ik,
dacht ik. Dat ben ik vanaf nu tot de dag van mijn dood. Ik begroef
mijn gezicht in het kussen en wenste dat ik het daar kon houden om
mezelf te beletten adem te halen.
Die avond verhuisden ze me naar het revalidatiecentrum. Vroeg
in de ochtend werd ik begroet door een team therapeuten, die me hun
rol in het programma uitlegden. Ze hielden me zo bezig, dat ik
bijna geen tijd had om medelijden te hebben met mezelf. Er waren
andere patiënten met soortgelijk leisel, van wie de meesten, zoals
dokter Snyder had gezegd, er veel slechter aan toe waren. Het zien
van de patiënten die vanaf hun nek verlamd waren, maakte me dat
heel duidelijk. Het verbaasde me hoe deze mensen hun therapeutische
activiteiten volhielden.
Toen dokter Snyder terugkwam praatten we erover en ze leek
bijna trots op haar patiënten. Het leek wel of we een eigen
gemeenschap vormden, en of dat wat ieder van ons individueel
presteerde op de hele groep terugsloeg.
Telkens als je het wilt opgeven,' zei ze, 'denk dan aan die
anderen. De waarheid, Rain, is dat de grote meerderheid van de
gehandicapten zich goed aanpast, nel als jij dat zult doen,'
voorspelde ze optimistisch. 'Je zult kunnen autorijden, een druk
sociaal leven leiden en als je wilt, ook een gezin hebben.
'Een gezin?' Ik moest er even om lachen. 'Wie zou mij als
vrouw willen hebben?'
'Iemand die van je gaat houden,' antwoordde ze simpel.
'Ja, ja.'
Ik moest mijn vader in Londen en Roy nog schrijven wat er met
me gebeurd was. Ik geloof dat ik diep in mijn hart hoopte dat ik in
mijn slaap zou sterven en het aan niemand hoefde te vertellen, maar
naarmate de tijd verstreek, besefte ik dat het spoedig zou moeten
gebeuren. Maar ik wilde absoluut geen medelijden. Dokter Snyder en
ik bespraken het en ze zei: 'Vertel ze vooral hoe goed je het doet
in je therapie, dan krijg je geen medelijden. Natuurlijk,' ging ze
verder, 'moet je er wel voor zorgen dat je het ook goed
doet.'
'Dat riekt naar chantage,' zei ik en lachend antwoordde ze:
'Als dat bij jou helpt.'
Ik begon op haar gesteld te raken. Alleen al de gedachte dat
ik haar steun kwijl zou raken maakte me bang om het
revalidatiecentrum te verlaten. Toen ik haar dat vertelde zei ze
dat ze zich gevleid voelde, maar dat ze niet wilde dat ik er zo
over dacht.
'Je moet van niemand afhankelijk worden, Rain. Verzet je
daartegen en je zult altijd je zelfrespect behouden. Ik rijd in een
busje. De zijkant kan omlaag en ik rijd mezelf erin en eruit. Ik
heb zelfs niemand nodig om het portier voor me open te doen. Raad
eens wat
me vorige week is gebeurd, zei ze met een trotse
glimlach.
'Wat dan?'
'Ik kreeg een bon voor te hard rijden. De agent liet me aan de
kant van de weg stoppen en zei dat ik zeventig reed, terwijl ik
maar vijftig mocht rijden. Ik zei dat ik het bord niet had gezien,
maar hij antwoordde dat ik beter op moest letten en hij gaf me een
bon, nog meer vanwege mijn protest dan om de feitelijke
overtreding. Hij schreef de bon uit en keek toen omlaag en zag dat
ik in een rolstoel zat. Hij stopte wilde de bon uit medelijden
verscheuren. Dat maakte me woedend. "'Als u me een bon wilt geven,
doe dat dan," zei ik. "Ik heb een lunchafspraak." Hij werd vuurrood
en schreef de bon snel uit. Ik bedankte hem en reed glimlachend
weg. Hier.' Ze maakte haar tas open en haalde de bon eruit. 'Kijk
zelf maar. Ik heb er een kopie van gemaakt om aan de muur van mijn
spreekkamer te hangen.'
Ik staarde haar even aan en begon toen harder te lachen dan ik
sinds het ongeluk had gedaan.
Eindelijk was ik zover dat ik op eigen gelegenheid in en uit
mijn rolstoel kon komen. Jake kwam nog steeds vaak op bezoek. Hij
keek naar me tijdens mijn revalidatietherapie. Als ik onverwacht
naar hem keek, zag ik een bedroefde, sombere blik in zijn ogen,
elke rimpel in zijn gezicht leek dieper te worden. Hij liep gebukt
en leek zich een beetje te verwaarlozen. Zijn haar zat in de war en
vaak zag hij eruit of hij zich dringend moest scheren. Als hij
dicht bij me stond, kon ik zien dat de rode adertjes in zijn ogen
duidelijker waren dan ooit. Zodra hij zag dat ik naar hem keek,
deed hij zijn best om zich wat opgewekter voor te doen. Hij
vertelde me over het huis en dat er goed voor gezorgd werd. Hij
bracht me ook mijn post. Er was een brief van Roy dat hij uit de
gevangenis was en de dagen telde tot hij me weer zou zien. Een
andere brief, van mijn vader, bevatte een pamflet waarin de nieuwe
productie van de Burbage School werd aangekondigd. Natuurlijk wist
hij niet dat ik ernstig gewond was, maar het was erg pijnlijk om
dat pamflet te zien en te welen dat ik nooit meer terug zou kunnen
naar die school.
Op een middag, toen ik in bed lag te rusten, kwam Jake me
vertellen dat ik bezoek kreeg.
'Victoria komt morgen,' zei hij. 'Als je wilt. blijf ik hier
als ze komt.'
'Het is goed. Jake. Ze kon me vóór dit alles al niet bang
maken. En nu zeker niet meer.'
Hij glimlachte, maar keek nog steeds erg vermoeid.
'Jake, je zorgt niet goed voor jezelf,' zei ik. 'Grootma
Hudson zou zich erg van streek maken.'
Hij knikte. 'Niks aan de hand met mij.'
'Ik ga hier gauw weg en dan heb ik je hulp nodig,' zei
ik.
Hij hief zijn hoofd op en zijn ogen verhelderden. 'Alles watje
wilt en nodig hebt. Natuurlijk help ik je,' zei hij.
'Wat ik nodig heb is dat jij gezond bent,' antwoordde ik. 'Eén
invalide op het landgoed is toegestaan, meer niet. Ik heb de
bestemmingsplannen en regionale wetten erop nagekeken.
Hij lachte geluidloos. 'Oké, prinses,' zei hij. 'Ik zal er wat
aan doen.'
'Mooi.'
Toen hij weg was, lag ik te peinzen over Victoria's bezoek en
haar bedoelingen. Ik twijfelde er niet aan of ze geloofde dat zij
de overhand had. Ik wist zeker dat ze met Grant legen me had
samengespannen, maar toch was ik nieuwsgierig naar iedereen, vooral
naar mijn moeder, ook al wilde ik ze nog zo graag voorgoed uit mijn
gedachten zetten.
Toen ik na mijn therapie terugkwam in mijn kamer verscheen
Victoria. Ik lag zelfs nog niet in bed. Ik zat in de rolstoel en
had net de televisie aangezet om naar een soap te kijken. Ik hoorde
het vertrouwde geklik van haar hakken in de gang en toen stormde ze
de kamer in alsof iemand het gewaagd had haar te verbieden naar
binnen te gaan. Even keek ze verward. Ik lag niet in bed. Toen zag
ze me en richtte zich snel op in haar gebruikelijke
strijkplankhouding.
'Nou, hoe gaat het met je?' vroeg ze.
'Hoe zie ik eruit?' kaatste ik terug.
Ze klemde haar tas onder haar rechterarm, drukte die stevig,
als een pistool in een holster, tegen haar heup. Ze was gekleed in
haar gewone grijze mantelpak en blouse, met die breedgehakte
schoenen, en ze zag er even formidabel en formeel uit als altijd.
Maar ik kon zien dat ze zich niet op haar gemak voelde in de
ziekenhuisomgeving. Haar ogen dwaalden als een bange kip in het
rond. Ze
had wat lippenstift op en zelfs een beetje rouge.
'Je ziet er opmerkelijk goed uit,' antwoordde ze. Ze zag de
stoel en liep erheen. Even keken we elkaar alleen maar aan. 'Als
tiener heb ik tijdelijk paardgereden. Ik heb les genomen, maar ik
was nooit elegant of ontspannen genoeg en kwam altijd terug met
pijn hier of pijn daar,' zei ze, wijzend op haar onderrug en haar
dijen. 'Megan was er heel goed in. Mijn vader kocht een paard voor
haar. Een prachtige Arabier. Het kostte een vermogen om het te
verzorgen voor die paar keer dat ze ging rijden. Ze kreeg er al
snel genoeg van natuurlijk, en ten slotte was mijn vader zo
verstandig het te verkopen. Het duurde maanden voordat Megan daar
zelfs maar achter kwam, maanden voordat ze zelfs maar naar het
paard informeerde. Heeft ze je dat nooit verteld?'
'Onze moeder-dochter-gesprekken waren niet lang genoeg voor
dat soort verhalen,' zei ik droog.
'Nee, waarschijnlijk niet. Weetje, dat ze je terugnam, je naar
onze moeder bracht en je toen vergal, is typisch iets voor haar. Ze
kan zich nooit op iets concentreren, niet op nieuwe kleren,
kinderen, paardrijden, golfen, wat dan ook, zelfs niet op haar
eigen man.'
'Hoe gaat het met haar?' vroeg ik.
'Ze is feitelijk... bijna net zo invalide als jij
tegenwoordig. Ze blijft niet meer in haar kamer, maar gaat ook niet
meer uit zoals ze vroeger altijd deed; ze is in sociaal en politiek
opzicht waardeloos voor Grant. Ze geven geen diners en hij moet
bijna overal in zijn eentje naartoe. Ik was laatst toevallig bij
hem en kon hem een keer vergezellen.' voegde ze eraan toe.
'Wat aardig van je om je zo'n offerte getroosten,' zei ik.
Mijn sarcasme ontging haar. met opzet of niet.
ik doe wat ik kan. Ik heb hier nog al mijn
verantwoordelijkheden. Je moeder weet wat er met jou gebeurd is,'
ging ze na een korte pauze verder, terwijl ze me aankeek. 'Heeft ze
de moeite genomen je te bellen?'
'Nee.'
'Dat verbaast me niks.'
'Mij ook niet, maar niet om dezelfde reden,' sneerde ik.
'O, houd toch op,' snauwde ze. Het voelde als een klap. Het
kwam zo onverwacht dat ik alleen maar mijn wenkbrauwen kon
optrekken. 'Er is geen enkele reden voor dat schuldbewuste gedoe.
Je wordt niet gestraft voor iets wat je Megan hebt aangedaan,
geloof me. wat er met Brody gebeurd is was uitsluitend haar schuld.
Dat ze je niet belt is alleen maar een manier om een zondebok te
vinden. Zo is ze altijd geweest. Ze heeft vroeger nooit de
verantwoordelijkheid genomen voor haar daden. En dat zal ze nu
zeker niet doen. In elk geval ben ik gekomen om je te vertellen dat
ik voor alles zorg.'
'Wat bedoel je?' vroeg ik, in de verwachting dat ze nu haar
bom zou laten vallen.
'Alles wat voor je gedaan moet worden, zal worden gedaan.'
verklaarde ze op haar gebruikelijke autoritaire manier, 'ik moet
alweer invallen voor Megan om te doen wat zij hoort te doen. Ik heb
het al zo vaak gedaan dat ik het al niet erg meer vind.'
'Wat doe je precies?'
'Ik heb beneden in het huis een slaapkamer voor je ingericht.
Ik heb een firma in medische hulpmiddelen alles laten brengen watje
nodig hebt. Ik heb een hulp voor dag en nacht aangenomen die
ervaring heeft als verpleeghulp. Ze heet mevrouw Bogart. Ze zal er
zijn als jij aankomt.'
'Als ik aankom?'
ik heb in nauw contact gestaan met je artsen en therapeuten
hier. Over twee dagen word je hier ontslagen.'
'Over twee dagen?' Alleen al de gedachte om hier weg te
gaan, terug naar de werkelijke wereld, was angstaanjagend.
'Dat hebben ze me gezegd. Ik heb geregeld dat er thuis
minstens drie keer per week een therapeut komt.'
'Waarom doe je dit allemaal voor me?' vroeg ik.
'Waarom?' Ze glimlachte. Het leek meer op een stille lach.
'Waarom? Omdat het gedaan moet worden en er niemand anders is om
het te doen, zeker je moeder niet. Ik ben van alles op de hoogte.
En Grant natuurlijk ook,' zei ze. 'Hij wil je laten weten dat hij
geen wrok tegen je koestert. Ik verzeker je dat hij jou geen moment
de schuld geeft van wat er met Brody is gebeurd,' zei ze
nadrukkelijk. 'Hij heeft de tijd gehad om na te denken over
waarom alles zo is gebeurd als het is gebeurd.'
Ze sloeg haar lange, dunne benen over elkaar en leunde
achterover met een blik van enorme voldoening op haar magere
gezicht. Haar ogen waren bijna elektrisch van vreugde en opwinding.
Dus dat is het, dacht ik. Ze gebruikt mij om een wig tussen Grant
en mijn moeder te drijven. Ze heeft eindelijk een doel voor me
gevonden in haar plan.
Ik dacht aan het advies dat dokter Snyder me had gegeven. Het
was essentieel om van niemand afhankelijk te worden. Dat gold
dubbel voor Victoria.
'Hoe weetje dat ik zelfs maar terug wil naar dat huis?' vroeg
ik.
Ze hield haar hoofd schuin alsof haar gedachten haar brein aan
één kant verzwaarde en het uit zijn evenwicht bracht.
'Waar wil je anders naartoe?'
ik zou terug kunnen gaan naar Engeland.' zei ik. Het was zo'n
onmogelijke droom dat ik moeite had het met overtuiging te zeggen.
Ze staarde me even aan.
'Om wat te dóen?' vroeg ze.
'Hetzelfde wat ik hier zal doen. Wat dan ook.'
'Onzin. Om te beginnen zou je niet het ondersteuningssysteem
hebben dat je hier hebt. Alles is daar duurder. Je bent geen
staatsburger. Je zult niet optimaal kunnen profiteren van hun
medische voorzieningen.
ik heb trouwens besloten het huis toch niet te verkopen,' zei
ze. 'Na alles wat er met je gebeurd is, kon je niet helder en
verstandig denken. Je zult op mij moeten vertrouwen, dat is alles.
Mijn moeder zou woedend zijn als ik je nu in de steek liet.' Ze
stond op.
Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. Sinds wanneer
bekommerde zij zich erom wat grootma Hudson zou denken? Dacht ze
soms dat ik dat valse nieuwe gevoel van verantwoordelijkheid niet
doorzag? Dacht ze soms dat ik niet precies wist wat ze wilde en
waar ze mee bezig was?
Maar wat voor keus had ik? Profiteer ervan, dacht ik.
Profiteer van hen allemaal.
'Goed,' zei ik. 'Voorlopig tenminste.'
'Het zal langer zijn dan voorlopig, Rain,' zei ze. 'Het heeft
geen zin je net zo te gedragen als je moeder en in een wereld van
dromen en illusies te leven. Als je de feiten en de werkelijkheid
onder ogen ziet, zul je sterker worden, en uiteindelijk ook
gelukkiger.'
'Ben jij gelukkig, tante Victoria?' zei ik direct.
Haar glimlach bloeide op als een bloem die te lang verborgen
was gebleven onder dat harde schild van een gezicht.
'Het begint te komen,' zei ze. 'Eindelijk.' Ze keek of haar
ogen vervuld waren van allerlei plezierige beelden. Toen knipperde
ze, keek naar mij en richtte zich weer op. ik zal je vervoer naar
huis overmorgen regelen. Ik heb begrepen dat Jake regelmatig bij je
op bezoek komt. Vertel hem wat je wensen zijn en ik zal zorgen dat
binnen redelijke grenzen alles gedaan wordt. 'Is er iels datje op
dit moment wilt?'
'Alleen mijn benen,' antwoordde ik.
'Ja, nou ja, we hebben allemaal onze last te dragen.'
'Wat is de jouwe, tante Victoria?' vroeg ik.
'Deze familie,' zei ze zonder aarzelen. 'Die is het altijd
geweest.'
Ze nam afscheid en liep naar buiten, haar klikkende hakken
verdwenen de gang door, de deur uit.
Die avond schreef ik mijn twee moeilijkste brieven: een aan
Roy en een aan mijn vader, waarin ik vertelde wat er met me gebeurd
was en wat ik als gevolg daarvan had gedaan. Ik volgde dokter
Snyders advies en maakte mijn brief optimistisch, deed mijn
tragische ongeluk bijna af als iets onbenulligs.
Voorlopig, schreef ik aan het eind van beide brieven, wil ik
thuisblijven om mijn therapie af te maken. Op een dag in de nabije
toekomst zal ik mijn plannen om naar Engeland terug te gaan weer in
overweging nemen. Ik schreef aan allebei dat ze zich geen zorgen
moesten maken over mij en beloofde dat ik contact zou houden.
Ik kon die avond niet in slaap komen. Het schrijven van de
brieven had gelukkige herinneringen opgehaald. Mijn vader had me
zoveel hoop gegeven, en meer dan op iets anders in mijn leven had
ik me erop verheugd hem terug te zien en deel uit te maken van zijn
gezin. Nu leek dat onmogelijk.
Ik dacht eraan hoe erg Roy het zou vinden en dat hij het
zichzelf zou verwijten dat hij er niet was om me te beschermen. Ik
was bang dat hij weer iels zou doen waarmee hij zich in de nesten
zou werken en had hem in mijn brief gewaarschuwd niets te doen wat
me ongelukkig zou kunnen maken. Ik hoopte dat hij zou luisteren,
maar ik wist hoe koppig hij kon zijn.
ledereen kwam die nacht bij me terug. Ik zag mezelf met Beni
op dansfeesten. Ik zag mezelf wandelen met mama en luisteren naar
haar opgewekte gebabbel. Ik herinnerde me mijn lange wandelingen
met Randall Glenn in Londen, onze sightseeingtripjes door de stad,
onze slentertochten langs de Thames. Ik herinnerde me alleen maar
momenten waarop ik bewoog. wat vreselijk om iets te verliezen dat
we allemaal zo vanzelfsprekend vinden, dacht ik.
Het duurde niet lang of mijn kussen was doorweekt van mijn
tranen en ik moest het omdraaien om te proberen erop te slapen. Het
was al bijna ochtend toen ik eindelijk in slaap viel en ik was niet
erg actief tijdens mijn therapie. Dokter Snyder kwam bij me om
erover te praten.
'lk ben blij dat je druilt en huilt over jezelf; zei ze, wat
me verbaasde. 'Haat jezelf om wat en wie je denkt dat je bent, dat
zal je meer motiveren om vooruit te gaan en te veranderen en de
vrouw te worden die ik verwacht datje zult worden.'
Ze stak haar hand uit, pakte de wielen van mijn rolstoel vast
en draaide die rond, zodat ik naar mezelf moest kijken in de
spiegel.
'Toe dan, kijk naar dat meisje. Ben jij dat, Rain?'
'Ik weet niet wie dat is,' zei ik.
'Precies. Jaag die vreemde weg die je lichaam heeft
overgenomen. Jaag haar weg met je therapie en je vaste voornemen om
je lot weer in handen te nemen.'
ik zal nooit de hand van een man vasthouden en weer lopen. Ik
zal nooit meer dansen.'
'Wél.'
'Hoe?'
'Je zult zijn hand vasthouden en naast hem rijden en je zult
in gedachten dansen en je zult zo sterk zijn dat hij je niet anders
zal zien dan staande naast hem. Zo is het lussen mijn man en mij,
en zo zal
het ook voor jou zijn,' verzekerde ze me. 'Toe dan, neem je
leven in eigen hand, Rain Arnold.'
Ik lachte naar haar. 'Komt u me opzoeken?'
'Nee,' zei ze. Mijn glimlach verdween. 'Jij zult mij komen
opzoeken,' verbeterde ze me en ik lachte.
'Dal lijkt er meer op. Ik moet naar een paar patiënten die me
nu echt nodig hebben.' eindigde ze en bewoog zich naar de
deur.
'Dokter Snyder.'
Ze draaide zich om. 'Ja?' vroeg ze.
'Bedankt.'
'Jij wordt bedankt,' antwoordde ze.
'Waarvoor?'
'Telkens als ik vastberadenheid zie in het gezicht van een
patiënt voel ik mezelf sterker worden. Je zult het begrijpen. Op
den duur zul je het begrijpen.'
Ik keek haar na toen ze de deur uitreed en toen slikte ik mijn
opstandige tranen in en zocht diep in mezelf naar die bron van lef
en durf die mama Arnold in me had geschapen.
Ik zal sterker worden, zei ik in mezelf. Ik zal heel sterk
worden.
De volgende ochtend vroeg kwam Jake. Ik was al aangekleed en
zat in mijn stoel.
'Kijk eens aan' zei hij, 'wat zie jij er mooi uit.'
Ik had de tijd genomen om mijn haar te doen en had wat
lippenstift op. Ik was zo zenuwachtig dat mijn hand trilde en ik
had de lippenstift eraf moeten vegen en me opnieuw moeten opmaken.
Terwijl ik op Jake zal te wachten, leek het of er goudvissen
rondzwommen in mijn maag, die me vanbinnen kriebelden.
'Hoe is het buiten?' vroeg ik hem.
'Een prachtige zomerse dag. De lucht had een parelmoerachtige
roze kleur toen ik vanmorgen wakker werd. Ik was vroeg wakker van
verwachting.'
'Ik kon niet slapen van verwachting.'
Hij lachte. 'Tijd om naar huis te gaan, prinses.'
'Je weet wat Victoria allemaal voor me geregeld heeft?'
'Ja. Ik moet bekennen dat ze je slaapkamer voortreffelijk
heeft ingericht. Wat er ook is uitgevonden voor iemand in jouw
conditie,
het staat er. En ik heb je hulp ontmoet,' zei hij met een
ondeugende glimlach. 'Ze heeft stevigere armen dan ik, en bredere
schouders, en ze ziet eruit of ze de duivel de baas kan met één
kwaaie blik. Victoria moet erg haar best hebben gedaan om haar te
vinden. Ze is geen doetje.'
Hij ging achter mijn stoel staan en begon me de kamer uit te
rijden.
'Wacht even, Jake,' zei ik en draaide me om naar de kamer die
een soort toevluchtsoord voor me was geworden.
'Je hoort hier niet. prinses, 'fluisterde Jake. 'Laten we
gaan.'
Hij legde zijn hand op de mijne en ik knikte, sloot mijn ogen
en leunde achterover in de stoel. Op weg naar buiten kwamen al mijn
verpleegsters en een paar van de therapeuten me goedendag zeggen en
het beste wensen. Ik zocht naar dokter Snyder, maar zij was er niet
bij. Ze had haar eigen afscheid genomen, zonder fanfare. Hoorde het
bij haar behandeling of was het omdat ze het niet kon opbrengen
afscheid van me te nemen? Ik wilde graag geloven dat we veel meer
waren geworden dan dokter en patiënt. Een bezoek aan haar stond
boven aan mijn lijstje, dacht ik.
Grootma Hudsons Rolls Royce stond bij de stoep geparkeerd.
Voor de allereerste keer in mijn leven moest ik op de achterbank
worden geholpen. De dokters wilden dat ik meer vertrouwen kreeg in
mijn rechterbeen, het meer ging gebruiken om zelf uit de rolstoel
op een andere stoel te gaan zitten en vooral in een auto, maar het
ging allemaal nogal onhandig en Jake wilde niet dat ik me verlegen
zou voelen. Hij wachtte niet af, maar tilde me op en zette me erin
alsof ik een baby was.
'I -aten we hier weggaan,' zei hij, mijn blik vermijdend. Hij
vouwde de stoel op en zette die in de kofferbak en ging toen achter
het stuur zitten. 'Heb je je riem vastgemaakt?' vroeg hij.
'Ik heb geen problemen met zitten, Jake. Houd op met me als
een invalide te behandelen.'
Hij lachte. Het luchtte ons allebei op. 'Naar huis, Jake,'
droeg ik hem op.
'Zoals u beveelt.'
Hij reed weg en ik keek naar het ziekenhuis. Was ik daar
werkelijk al die lijd geweest? Was ik werkelijk verlamd? Wanneer
word je wakker, Rain Arnold? Kun je die nachtmerrie niet van je
afschudden?
Jake haatte elk moment van stilte. Hij praatte en praatte,
beschreef de kleinste, simpelste dingen van het huis, het
onderhoud, het land, de verkleurende bladeren. Hij babbelde aan één
stuk door, beschreef zelfs de plot van een tv -film die hij had
gezien.
'Waar is Rain nu, Jake?' vroeg ik hem, hem in de rede
vallend.
'Rain? O, ze is nu op een echte paardenfarm ten noorden van
Virginia. Ze zullen haar goed behandelen, wees maar niet bang. Ik
heb een goede prijs voor haar gekregen.'
'Je bent een leugenaar, Jake.'
'Nee, nee, echt waar.'
Ik wou echt dat je haar niet verkocht had. Jake. Ze zal zich
altijd eenzaam blijven voelen.'
'Ik kon haar gewoon niet de aandacht geven die ze nodig had,
prinses. Dat was het. Echt waar.'
'Oké, Jake. Neem je me een keer mee om haar op te
zoeken?'
'Natuurlijk.' beloofde hij.
Hij probeerde van onderwerp te veranderen. Na een tijdje legde
hij zich neer bij de stilte en reed verder. Ik dommelde in en toen
ik weer wakker werd, waren we al zo dicht bij huis dat mijn hart
begon te bonzen.
'Je hebt er goed aan gedaan hier terug te komen,' verzekerde
Jake me. Hij observeerde me in de achteruitkijkspiegel en ik wist
zeker dat hij de aarzeling op mijn gezicht kon zien. 'Je wordt er
goed verzorgd en je kent het huis, en dat maakt het een stuk
gemakkelijker. Het zal goed gaan. prinses. Heus.'
ik weet het,' zei ik zachtjes.
Toen kwam het huis in zicht. Het doemde hoger en groter voor
me op dan ik het me herinnerde.
'Wat is dat naast het portiek?' vroeg ik Jake.
'Dat? Victoria heeft Miles Hollinger een glooiende oprit voor
je laten maken. Je kunt nu zelf het huis in en uit rijden. Het
verbaasde me dat ze daaraan dacht. Je weet van tevoren nooit wat ze
gaal doen, maar ze heeft het goed geregeld,' zei hij.
'Een glooiende oprit?'
'Wacht maar tot je een paar van de andere veranderingen ziet
die ze binnen heeft laten aanbrengen. Alles is nu ontworpen voor
jouw gemak en comfort.'
'Misschien wordt het wel té comfortabel,' mompelde ik. Jake
hoorde het niet. Zou het huis mijn nieuwe gevangenis worden? vroeg
ik me af. Dokter Snyder had me gewaarschuwd dat ik niet te
afhankelijk moest worden van mensen. Besefte ze datje ook te
afhankelijk kon worden van je omgeving ?
Pas op voor krukken, waarschuwde ik mezelf.
Het leek duizend jaar geleden dat grootma Hudson me nawuifde
op die trap bij de voordeur. Die dag was er zoveel droefheid en
somberheid op haar gezicht te zien geweest. Misschien had ze
geweten hoe moeilijk het op een dag voor me zou zijn om terug te
keren.