Fortuinjaagster
Toen er kort na twaalf uur werd aangebeld, wist ik dat het
niet mijn moeder, Grant en Veronica konden zijn. Het was nog te
vroeg. Mijn eerste gedachte was dat het misschien mr. Sanger was
die besloten had even langs te komen om me van advies te
dienen.
In plaats daarvan keek ik in het gezicht van Corbette Adams
toen ik opendeed. Corbette had de rol van George Gibbs gespeeld
tegenover mijn Emily Webb in de Dogwood High School-productie van
Our Town. Mijn spel had me de bewondering opgeleverd van MacWaine
en de uitnodiging om op zijn school in Londen te komen studeren.
Corbette, verreweg de knapste jongen van Sweet William - de
zusterschool van Dogwood, de particuliere school die ik bezocht
toen ik hier bij grootma Hudson woonde - had als een soort soapster
over de campus geflaneerd, zich koesterend in de aanbidding van
talloze klasgenootjes.
Hij was de eerste jongen met wie ik naar bed was geweest, en
nu ik weer met hem geconfronteerd werd voelde ik me tegelijk
woedend en schuldig. Maar wie kon het me kwalijk nemen dat ik toen
viel voor zijn charme en knappe uiterlijk, vooral ik, die zo
overweldigd was door alle rijkdom en voorrechten die hij en alle
anderen genoten? Ik was praktisch onvoorbereid van de ene wereld in
een andere terechtgekomen.
Corbettes saffierkleurige ogen begonnen te stralen loen hij me
zag. Hij leek niet veel veranderd sinds ik hem de laatste keer had
gezien. Zijn bruine haar met koperkleurige glans zat nog steeds
verward, krulde onder in zijn nek, de enige onvolkomenheid in zijn
verder zo respectabele uiterlijk. Ondanks de vooraanstaande positie
van zijn familie in de gemeenschap had Corbette altijd iets
uitdagends, een gevaar dat hem voor de meeste meisjes, en ik moet
toegeven indertijd ook voor mij, nog aantrekkelijker en opwindender
maakte.
Zijn sterke lippen vormden een glimlach.
'Je bent nog mooier geworden.' zei hij. 'Of misschien was ik
gewoon vergeten hoe mooi je was.'
'Hallo Corbette,' zei ik koel.
Ik bleef in de deuropening staan, zonder opzij te gaan om hem
binnen te laten. Hij droeg zijn Sweet William-blazer op een
lichtblauw hemd, jeans en een paar witte tennisschoenen. In zijn
rechterhand hield hij een bos witte rozen die hij snel naar me toe
stak.
Ik pakte ze niet aan en keek geërgerd. Hij wipte van zijn ene
voet op de andere.
'Het spijt me voor je dat mevrouw Hudson is overleden,' zei hi
j. 'Mijn ouders zijn op de begrafenis geweest en ik heb gehoord hoe
mooi en waardig jij eruitzag. Veel mensen waren onder de indruk dat
je zo bedroefd en overstuur leek voor een meisje dat slechts de
pupil van mevrouw Hudson was geweest, en dan nog maar zo kort. Er
wordt veel over je gepraat, over wat ze je zou hebben nagelaten.'
ging hij verder, nog steeds glimlachend met dat ongeremde
zelfvertrouwen dat ik was gaan verfoeien. Want toen hij eenmaal
zijn zin had gekregen met mij, ging hij erover opscheppen en
behandelde me als een soort trofee die hij achteloos kon
wegwerpen.
Ik nam nog steeds de rozen niet aan. Ik was totaal niet onder
de indruk en keek van de bloemen naar hem.
'Wal wil je, Corbette?' vroeg ik kortaf.
'O, ik kom alleen even informeren hoe het met je gaat en je
mijn respect betuigen.'
ik dacht niet datje wist wat respect betekent.' snauwde
ik.
Nu hij voor me stond, besefte ik dat de tijd weinig had
veranderd aan de gêne en vernedering die ik had gevoeld toen hij
die dag een paar van zijn vrienden uit Sweet William had meegenomen
om me te zien paardrijden. Aan de wellustige glimlachjes op hun
gezicht wist ik onmiddellijk dat hij hun alles had verteld over
onze intieme nacht na het toneelstuk. Hij probeerde me naar bed te
laten gaan met een van zijn vrienden, bood me aan alsof ik nu van
hem was en hij
me kon weggeven aan wie en wanneer hij maar wilde.
Toen hij zag dat ik als een standbeeld in de deuropening bleef
staan, knikte hij en liet de rozen zakken.
ik weet het, ik weet het," zei hij. 'Je hebt alle recht om
kwaad op me te zijn.'
'Bedankt voor je toestemming,' zei ik.
ik was een eikel. Ik wilde opscheppen en dat was fout,' zei
hij. Hij haalde zijn schouders op. 'Je weet hoe stom jongens kunnen
zijn. Ik hield meer van mijn eigen reputatie en imago dan dat ik
eraan dacht te doen wat goed was. Onze mannelijke ego's brengen ons
in moeilijkheden,' klaagde hij hoofdschuddend. 'Ik gedroeg me die
dag heel onvolwassen. Ik zal de eerste zijn om dat toe te geven. Ik
wou dat ik de lijd kon terugdraaien en mezelf een stomp tegen mijn
neus kon geven. 'Er verscheen een berouwvolle uitdrukking in zijn
ogen.
Ik schudde mijn hoofd. Wat kon hij toch gemakkelijk
verschillende houdingen aannemen, verschillende emoties voorwenden.
Geen wonder dat hij zo lang de beste acteur van zijn school was
geweest. Als een meisje naar dat knappe gezicht keek, met die
perfecte neus en mooie ogen, was het moeilijk om hard en
voorzichtig te zijn. Je wilde hem geloven. Je wilde dat hij elk
lief woord meende dat hij tegen je zei en je ontkende alle signalen
en waarschuwingen die het tegendeel verraadden.
Mannen klaagden altijd over vrouwen die hun knappe uiterlijk
en seksualiteit gebruikten om hen te verleiden en in de val te
lokken. Corbette Adams was een goed voorbeeld van het omgekeerde.
Catherine en Leslie, mijn twee Franse vriendinnen in Londen,
beschouwden zichzelf graag als femmes fata les, herinnerde ik me.
Corbette was ongeveer even fataal voor een femme als een vrouw kon
zijn vooreen man.
ik ben blij dat je je daarover schaamt, Corbette. Misschien
zal het volgende meisje datje verleidt zich niet zo vernederd en
smerig hoeven te voelen als je mij liet voelen. Bedankt datje langs
bent gekomen,' zei ik daarna en wilde de deur dichtdoen.
'Wacht,' riep hij en slak zijn hand uit naar de deur om me te
beletten die dicht te doen. 'Kan ik niet even bij je blijven,
bijpraten?Over twee weken ga ik naar college en ik kom pas over een
paar maanden terug.'
ik geloof echt niet dat we elkaar veel te zeggen hebben,
Oorbelle.'
'Je vergist je,' zei hij. 'Ik heb dit jaar een paar
vriendinnetjes gehad, maar ik heb geen enkel meisje gekend dat zo
aardig of zo intelligent was als jij. Ik had er niet lang voor
nodig om te beseffen hoe stom ik was om je zo slecht te behandelen.
Toe,' smeekte hij. 'Laat me tenminste op een fatsoenlijke manier
mijn excuses aanbieden. Als je me er dan nog uit wilt gooien, zal
ik je er zelfs bij helpen.'
Hij bood me opnieuw de rozen aan.
Alles in me, inclusief mijn te kwetsbare hart, zei me dat ik
ze in zijn gezicht moest gooien en de deur voor zijn neus dicht
moest smijten, maar ik deed het niet. Misschien verveelde ik me.
Misschien wilde ik alleen maar aan iets anders denken dan aan de
komst van mijn moeder. In plaats van de deur dicht te doen, pakte
ik zijn rozen aan en deed een stap achteruit.
'Oké. Je kunt even binnenkomen, maar over ongeveer een uur
verwacht ik mensen vooreen belangrijke bespreking.'
'Dank je,' zei hij en liep naar binnen. Hij staarde met enige
verbazing om zich heen alsof hij verwacht had een huis te zien dat
onmiddellijk na grootma Hudsons overlijden van alle waardevolle
dingen beroofd was.
'Wal is er?' vroeg ik.
'Een mooi huis, een heel mooi huis. Mijn moeder heeft het
altijd over dit huis. Ze zou het dolgraag willen kopen.'
'Misschien krijgt ze ooit de kans nog,' zei ik droogjes en
ging hem voor naar de zitkamer. Ik zette de bloemen in een vaas. Ze
waren mooi, roomkleurig, en hadden een krachtige, frisse
geur.
'Het gerucht gaat datje bijna alles geërfd hebt. Is dat zo?'
vroeg hij heel direct.
'Dus dat is het,' zei ik, en draaide me naar hem om. 'Je bent
hier gekomen om een paar mooie roddeltjes te kunnen verspreiden. Ik
wed datje hebt opgeschept dat je me zover zou kunnen krijgen dat ik
je alle bijzonderheden zou vertellen, hè, Corbette?'
Hij schudde zijn hoofd en ik lachte.
'Ga zitten, Corbette,' zei ik. op een toon die ik tegen een
ondeugende kleine jongen zou gebruiken. Ik knikte naar de stoel
rechts van hem. Hij nam plaats en ik ging tegenover hem zitten op
de kleine bank. Even keek ik hem alleen maar strak aan. Hij leek
zich niet op zijn gemak te voelen.
'Je bent veranderd,' zei hij. 'Je lijkt erg verbitterd. Wat is
er met je gebeurd in Engeland?'
ik ben niet meer of minder verbitterd dan ik was voordat ik
naar Engeland ging. Wat er is gebeurd is dat ik volwassener ben
geworden,' zei ik. 'Jij lijkt me niet veel veranderd.' Ik bedoelde
het niet als een compliment, maar zo vatte hij het op.
'Hé.' zei hij, en stak zijn armen naar me uit. 'Waarom zou ik
iets repareren dat niet kapot is?'
'Wie zegt dat het niet kapot is?' antwoordde ik. Zijn
zelfvoldane glimlach verdween en hij knikte.
'Je was altijd al harder dan de andere meisjes van Dogwood.
dat wist ik meteen en dat beviel me,' ging hij met een brede
glimlach verder. 'Jij hebt lef. Wie wil er nou zo'n gewone
Barbiepop?'
'Normaal zou dat vleiend zijn, maar uit jouw mond klinkt het
bijna als een belediging - oké, Corbette.' Ik leunde achterover en
sloeg mijn armen over elkaar. 'Vertel eens iets over jezelf. Hoe
wasje eerste collegejaar?'
'O, geweldig. Ik speelde in een toneelstuk, en ik kreeg nog
een grote rol ook. Dat schijnt niet veel eerstejaars gelukt te
zijn.'
'Welk stuk?'
'De dood van een handelsreiziger. Ik speelde Bi ff. Je kent
het stuk toch?'
'Natuurlijk.' Ik knikte. Ik kan me jou wel voorstellen als
Biff.'
Wat ik bedoelde was iemand met een buiten alle proporties
opgeblazen ego, in tegenstelling tot wat hij werkelijk was en
presteerde. maar alweer zag Corbette alleen wat hij wilde zien. Ik
begon me af te vragen of het niet een ziekte was van de rijken en
bevoorrechten in onze wereld.
'Ik heb een hoop complimentjes gekregen voor mijn spel. Ik
denk er serieus over om naar Hollywood te gaan, misschien zelfs wel
voordat ik mijn studie afmaak. Een vriend van me op school heeft
een oom die een agent voor filmacteurs is in Hollywood, en hij
heeft hem over mij verteld. Misschien zie je me wel in een film,'
voorspelde Corbette
'Dat lijkt me echt iets voor jou, Corbette.'
Hij staarde me even aan. Het scheen eindelijk tot hem door te
dringen dat ik geen complimentjes maakte.
'Je hebt een hekel aan me. Maar ik denk dat ik dat aan mezelf
te danken heb.'
ik denk niet genoeg meer aan je om een hekel aan je te hebben.
Corbette.'
Zijn gezicht klaarde weer op. Opnieuw miste hij de
bedoeling.
ik hoopte dat we de strijdbijl zouden kunnen begraven en
misschien weer eens uitgaan of zo. Ik zou graag met je gaan eten
vanavond.' Hij hief snel zijn handen op. met de palmen naar me toe
gekeerd. 'Niets slechts, ik was niet van plan je mee naar mijn
kamer te nemen. Ik zal je niet eens een zoen geven bij het afscheid
als je dat niet wilt,' beloofde hij.
Ik kwam bijna in de verleiding om ja te zeggen, gewoon om met
iemand van mijn leeftijd samen te zijn, te ontsnappen aan al die
spanningen en dat tumult. Mijn aarzeling gaf hem reden tot
hoop.
'Ik heb een geweldig nieuw Italiaans restaurant ontdekt. Het
is klein en gezellig. We kunnen bijpraten en elkaar misschien beter
leren kennen. We hebben nu veel met elkaar gemeen, weet je.'
'Hoe bedoel je?'
'Nou, je bent een belangrijke landeigenaar in de gemeenschap.
Je hebt rijkdom geërfd. Je bent niet langer een arm meisje uit het
centrum van de stad dat afhankelijk is van iemands liefdadigheid.
Je bent anders-'
ik ben niet anders dan ik vroeger was, Corbette. Denk je dat
het feit dat ik wat geld heb een beter mens van me maakt? Is dat de
maatstaf waarnaar je mensen beoordeelt?' snauwde ik.
'Nee, natuurlijk niet.' Hij schudde zijn hoofd. 'Verdomme, je
laat me elk woord dat ik zeg op een goudschaaltje wegen, alsof we
in een rechtszaal staan of zoiets. Misschien zou je rechten moeten
gaan studeren.'
'Misschien doe ik dat wel. het schijnt dat ze tegenwoordig
even belangrijk zijn als artsen.' zei ik, en ik dacht aan alles wat
er te gebeuren stond tussen mij en mijn moeder en Victoria.
Hij lachte. 'Je hebt gelijk. In een reclame zouden ze kunnen
zeggen: "Advocaten: ga nooit het huis uit zonder dat je er een bij
je hebt," grapte hij en schreef de woorden in de lucht.
Ik moest onwillekeurig glimlachen.
'Zo is het beter. We hoeven niet met woorden te
duelleren.'
Was ik gek om mijn verdediging te laten verslappen door zijn
gevlei en glimlachjes? Grootma Hudson had me ooit een uitdrukking
geleerd: 'Houd me één keer voor de gek, en jij moet je schamen;
houd me twee keer voor de gek, en ik moet me schamen.'
Er kwam een idee bij me op, een snelle manier om Corbettes
oprechtheid te testen.
'Misschien heb ik wel niet zoveel geld als je denkt, Corbette,
en misschien ben ik helemaal geen landeigenaar. Misschien is alles
wat je gehoord hebt gewoon overdrijving. Misschien wacht ik tot ik
het bevel om op te donderen krijg en ben ik binnenkort verdwenen en
zal niemand me meer zien of horen.'
Zijn glimlach verstarde en verdween toen langzaam. 'Wat is de
waarheid?' vroeg hij.
Ik glimlachte bij mezelf toen ik de blik van onzekerheid zag
in zijn mooie ogen, die iets van zijn charme en glamour
wegnam.
'Goed,' zei ik. Ik staarde om me heen en sprak bijna
fluisterend. 'Ik zal het je vertellen als je me belooft datje niet
voor stadsomroeper gaat spelen.'
'Hé. ik ben geen kletskous.'
'Mooi. Ze hebben gezegd dat ik hier een tijdje mag blijven
wonen zolang ik het schoonhoud.'
'Hè?'
'Ze wilden zelfs graag dat ik een tijdje bleef om het huis in
orde te houden. Ze betalen me natuurlijk, en ze zullen ook mijn
treinkaartje betalen, waar ik later ook naartoe ga. Ik denk dat ze
het landgoed over ongeveer een maand hopen te verkopen. Tot die
tijd moet er iemand zijn om toezicht te houden, en niemand van
mevrouw Hudsons familie wil hier wonen.'
'Wil je daarmee zeggen dat ze je niet een hoop geld heeft
nagelaten?'
'Nauwelijks,' zei ik lachend. 'Denken de mensen dat
echt?'
Hij staarde me aan.
'O, ze heeft wel geregeld dat ik nog een jaar terug kan naar
Engeland en ik hoop een beurs te krijgen voor de onkosten, maar als
dat niet gebeurt...'
'Wat dan?'
'Ik heb een nicht die manager is van een warenhuis in
Charlotte en die zei dat ze me een baan kon geven, misschien op de
cosmetica-afdeling.'
'Bedoel je datje zelfs niet terug zou gaan naar
college?'
'Voorlopig niet. Ik zou het niet kunnen betalen.' zei ik. 'Je
weet hoe duur studeren kan zijn, en ik heb geen rijke papa. Ik heb
helemaal geen papa,' ging ik verder, op scherpe toon en met
samengeknepen ogen.
Hij knikte en staarde voor zich uit. Plotseling leek hij niet
op zijn gemak en hij schoof heen en weer op zijn stoel. 'Wat is dat
voor bespreking die je straks hebt?' vroeg hij, nog steeds
enigszins sceptisch.
'O, gewoon een bijeenkomst om mijn instructies in ontvangst te
nemen,' zei ik zo nonchalant mogelijk. Toen glimlachte ik. 'Dus je
wilt met me gaan eten? Hoe laat?' vroeg ik.
'Hè? O, eh... eerst moet ik zien of we een tafel kunnen
reserveren. Het is maar een klein restaurant en het is erg populair
geworden de laatste lijd.'
'Wil je hier telefoneren? Dat mag, zolang het maar geen
interlokaal gesprek is. Ik heb beloofd dat ik geen interlokale en
internationale gesprekken zal voeren.'
'Heus? Nou, ik denk dat het wel interlokaal is als je van
hieruit belt. Ja, vast wel. Ik zal thuis bellen en het je laten
weten.'
'Mooi.'
Het leek nu of hij op spelden zat, en hij keek stiekem naar de
deur.
'Weet je, je had groot gelijk loen je zei dat ik je de kans
moest geven je excuus aan te bieden. Het is niet goed om een wrok
te koesteren, en iedereen verdient een tweede kans, vind je niet?'
vroeg ik.
'Ja, natuurlijk.' 'Jongens zijn jongens, maar nu ben je ouder
en wijzer. Ik weet zeker dat zoiets niet weer zou gebeuren. Ik weet
gewoon dat je een hoffelijker mens bent worden, Corbette. Hoe gaat
het trouwens met je broer?' vroeg ik.
Ik wist dat hij zich zo schaamde voor het feit dat hij een
broer met het syndroom van Down had, dat hij me aanvankelijk had
verteld dat zijn broer dood was. Ik had later ontdekt dat dat niet
waar was. Toen ik het hem onderzijn neus gewreven had, schoof hij
de schuld op zijn moeder die de feiten niet onder ogen kon zien. De
waarheid was dat hij het gemakkelijker vond om te zeggen dat zijn
broer dood was, omdat hij voor hem dood was.
'Goed. Geen verandering,' antwoordde hij snel. Hij keek op
zijn horloge. 'Ik moet er nu gauw vandoor als ik een tafel wil
krijgen voor vanavond.'
'Zo gauw al? We hebben nog geen gelegenheid gehad om bij te
praten,' zei ik.
'Eh... we zullen straks meer dan genoeg tijd hebben.'
'Ja, hè? Goed.' zei ik en ik stond op. Hij sprong bijna
overeind. 'Bedankt voor de rozen en je bezoek,' zei ik.
'Oké.'
'En praat alsjeblieft niet over wat ik je verteld heb,' zei ik
fronsend.
Hij schudde zijn hoofd. 'Dat zal ik niet doen.'
'Goed zo.' Ik glimlachte en bracht hem naar de deur.
'Ik bel je over een paar uur. Tenzij het absoluut onmogelijk
is, dan bel ik je morgen of de dag daarna, oké ?'
'Natuurlijk,' zei ik. 'Niet vergeten! Ik verheug me erop je nu
eens echt te leren kennen, zoals je net zei.'
Hij knikteen liep naar buiten. Ik wist zeker dat ik hem nooit
meer zou zien.
'Ik zie dat je nog steeds die sportwagen hebt.'
'O. Ja. Ik neem hem dit jaar mee naar college,' zei hij.
'Eerstejaars mochten geen auto hebben op de campus.'
'Zie je,' zei ik. 'Het heeft voordelen om ouder te worden.
Iedereen denkt dat je nu verstandiger bent.'
'Precies.'
'Ik weet in elk geval dat ik dat ben,' zei ik toen hij haastig
naar de auto liep. Ik bleef staan terwijl hij instapte en de motor
startte. Toen wuifde ik. ik weet dat ik dat ben,' herhaalde
ik.
Hij reed weg en ik ging naar binnen en deed de deur achter me
dicht. Even bleef ik in de hal staan en dacht: dit is een les voor
je, een les over geld en hoe belangrijk het is. Ik was dankbaar dat
Corbette was gekomen om het me duidelijk te maken. Ik werd er
sterker door en nog vastberadener voor de bespreking die straks zou
plaatshebben.
Natuurlijk hoefden ze niet aan te bellen. Dat had ik moeten
beseffen. Victoria had haar eigen sleutels van dit huis. Ik was
bezig mijn bord en glas van de lunch op te bergen toen ik haar stem
hoorde in de gang, als een tennisbal die afketste tegen de
muur.
'Ik wil dat elk kunstwerk wordt getaxeerd; sommige dingen in
dit huis zijn waardevolle antiquiteiten. Moeder lette er nooit op
wat iets kostte. Ze had geen idee, absoluut geen idee wat ze
weggaf.'
Ik liep naar buiten en keek de gang door naar het drietal.
Mijn moeder was chique gekleed in een zwartleren jasje, een
getailleerd topje en een enkel lange plooirok. Victoria droeg haar
double- breasted zakelijke mantelpak, zoals zo vaak, en Grant droeg
een donkerblauw streepjespak.
Al op het moment waarop ik mijn echte moeder voor het eerst
ontmoette kon ik de gelijkenis tussen ons zien. Ze was ongeveer
even lang als ik, slank en tenger gebouwd. We hadden dezelfde kleur
ogen en praktisch dezelfde kaakvorm. Haar voorhoofd was minder
breed clan het mijne en haar neus was kleiner, maar volmaakt recht
met een enigszins scherpe punt.
Het kuiltje in haar wang leek naar believen te komen en te
gaan of reageerde op iets wat door haar hoofd flitste. Ik vroeg me
altijd af wat mijn moeder zag als ze naar me keek. Zag ze de
gelijkenis tussen mij en mijn vader en wekte dat romantische
herinneringen bij haar op? Of zag ze alleen maar een levend,
ademhalend probleem, een herinnering aan haar grote fout? Ik had
allang de hoop opgegeven dat ze ooit naar me zou kijken zoals een
moeder naar een dochter hoort te kijken: met ogen vol trots en
liefde.Vandaag waren haar ogen donker van bezorgdheid. Telkens als
zij ze op mij richtte schreeuwden ze bijna de smeekbede uit om een
eind te maken aan alle spanningen. Ik kon haar gebed horen: laat me
terugkeren naar mijn fantasiewereld; laat me verder zweven door
mijn gelukkige illusies, zodat ik alles wat onaangenaam is kan
negeren. en zorgen en problemen kan begraven in een la waar ze
vergeten kunnen worden. Alsjeblieft, smeekten die ogen me vanaf de
seconde dat ze naar me keek in de gang - alsjeblieft, Rain.
Grant was kalm en gedistingeerd als altijd. Zijn pak zag eruit
of het zo uit de winkel kwam. Hij was een knappe man met dik,
lichtbruin haar dat op de kleur van gedroogd hooi leek als het
zonlicht erop speelde. Dat had ik gezien in de tijd van grootma
Hudsons begrafenis en daarna. Op de een of andere manier wist hij
het hele jaar door een gebruinde teint te behouden. Ik vermoedde
dat hij onder de zonnebank ging. Zijn bruine huid accentueerde het
blauw in zijn blauwgroene ogen, ogen die heel intelligent leken.
Als hij naar me keek, kon ik zijn geconcentreerde aandacht voelen,
zoekend naar elke zweem van een gedachte in mijn gezicht. Geen
wonder dat hij zo'n succes had in de rechtszaal en als
onderhandelaar.
Zodra ik verscheen kreeg Victoria's strenge, smalle en benige
gezicht een woedende uitdrukking. Ze trok haar schouders naar
achteren en haar lange nek verstijfde. Na wat Jake me had verteld,
zocht ik bij Victoria onwillekeurig naar een gelijkenis niet hem.
Nu ik erover nadacht, kon ik inderdaad een overeenkomst zien in hun
mond en kaak en zelfs in de vorm van de ogen. Maar ze had niets van
zijn jovialiteit, geen zweem van zachtmoedigheid of medeleven in
haar gezicht. Wat een lach of een glimlach bracht om Jakes lippen,
bracht slechts een stuurse of minachtende grijns om de hare. Ik kon
me niet voorstellen dat ze zelfs maar in de mogelijkheid van enige
verwantschap met hem zou geloven, laat staan in het feit dat ze
zijn dochter was.
Jake had gelijk: ik zou haar diep kunnen verwonden door het
haatte vertellen. Ze was te overtuigd van haar blauwe bloed.
'We gaan allemaal naar de zitkamer,' besliste ze.
'Ik kom zo,' zei ik en ging met opzet terug naar de keuken om
verder op te ruimen. Ik wilde ze laten wachten.
Toen ik eindelijk de kamer binnen kwam, kon ik zien dat het
wachten Victoria's woede naar een kookpunt had gebracht. Haar
normaal bleke wangen waren nu vuurrood en haar ogen zagen eruit of
er lucifers achter waren aangestoken.
'Als je tijd voor ons hebt, zouden we graag een verstandig
zakelijk gesprek hebben," zei ze.
Mijn moeder en Grant zaten op de bank. Grant leunde achterover
met over elkaar geslagen benen. Mijn moeder leek allesbehalve op
haar gemak, haar schouders waren gebogen, haar ogen neergeslagen.
Ze sloeg ze naar me op om te zien wat ik zou doen.
'Hallo allemaal." zei ik en ging in de stoel tegenover
Victoria zitten.
Ze draaide zich om naar Grant, die kennelijk was gekozen als
gespreksleider. Ik wist zeker dat ze tijdens de lunch praktisch elk
woord hadden gerepeteerd.
'Je verwachtte ons, hè?' begon hij zachtjes.
'Nee, niet echt. Ik hoorde van Jake dat jullie kwamen; hij
vertelde me dat hij jullie in Richmond ging afhalen. Ik moest raden
naar de reden.'
Grant keek naar Victoria, die rechtop zat, haar armen op de
stoelleuningen, als een koningin die op het punt staat het vonnis
uit te spreken over een van haar onderdanen. Haar lange, dunne
rechter wijsvinger bewoog nerveus op en neer.
ik dacht datje haar zou bellen," zei hij.
'Wat maakt het voor verschil? Ze ging nergens heen,' zei ze.
Toen voegde ze er zachter aan toe: 'Ik wist dat Jake het haar zou
vertellen.'
Ze sloeg haar ogen op en keek naar Grant, blijkbaar bezorgd
dat die boos zou zijn.
'Oké. Mijn excuses dan voor deze situatie, Rain. Het was niet
onze bedoeling je onverhoeds op je dak te vallen.'
'Dat doen jullie niet,' zei ik.
'Mooi. Nu alles een beetje tot rust is gekomen, dienen we
allemaal kalm en met een heldere, intelligente blik te kijken naar
hoe de situatie is en wat er gedaan moet worden, ten bate van alle
betrokkenen,' voegde hij er snel aan toe.
'Daar lijkt het me erg Iaat voor,' zei ik, me tot mijn moeder
richtend, die mijn blik bleef vermijden.
'Ja, nou ja, het oprakelen van gemaakte fouten doet niemand
goed. Het is of je wonden openrijt, de korstjes eraf pulkt, zodat
ze blijven bloeden. Het wordt hoog lijd voor genezing," zei
hij.
Grant had een krachtige, resonerende stem, waarin hij
oprechtheid en gevoel wist te leggen. Hij zou een voortreffelijke
politicus zijn, dacht ik.
Ik keek even naar Victoria en zag dat ze haar aandacht
gespannen op Grant gericht hield. Het leek bijna of hij tegen haar
sprak en niet tegen mij. Alleen als ze naar hém keek, realiseerde
ik me, verscheen er een zachtere uitdrukking op haar gezicht. Dat
maakte me bijna even nieuwsgierig als het doel van de
bijeenkomst.
'Niemand hier wil je ontnemen watje toekomt. Niemand hier wil
dat je terugkeert naar je vroegere, ongelukkige omstandigheden.'
ging hij verder.
'Niemand?' vroeg ik, met een blik op Victoria.
'Niemand,' hield hij vol. Maar er is een duidelijke
misinterpretatie van goede bedoelingen, een duidelijk gebrek aan
evenwicht. Ik ben ervan overtuigd dat mevrouw Hudson dit allemaal
zag als een kans om het kwaad goed te maken dat ze meende dat jou
was aangedaan. Zoals elke moeder wilde ze het kwaad dat door haar
kind was aangericht, goedmaken,' legde hij uit.
Terwijl hij sprak over mij en mijn moeders relatie met een
Afro- Amerikaan keek hij niet één keer naar haar. Hij had het over
zomaar iemand kunnen hebben, een willekeurige cliënt. Blijkbaar
altijd even professioneel, kon hij zelfs afstand nemen van zijn
eigen vrouw.
Mijn moeder bleef naar de grond kijken, maar haar rechterhand
ging omhoog naar haar keel, alsof ze een kettinkje zocht om mee te
spelen, terwijl haar linkerhand in haar dij kneep. Het leek of ze
zich aan een leuning vasthield om niet te vallen.
'Ik geloof niet dat mijn grootmoeder iets voor me heeft gedaan
uit schuldbesef,' zei ik. 'Daar was ze het type niet voor. Ze deed
wat ze geloofde dat juist was en ze had daar haar redenen voor. Je
kunt het oneerlijk noemen, onevenredig, of welke mooie uitdrukking
je ook maar wilt gebruiken, maar het is wat zij heeft besloten en
ze was niet gek toen ze dat deed. Haar advocaat is bereid daar een
eed op af te leggen voor de rechter.'
ik weet het, ik weet het,' zei Grant, nog steeds op redelijke
toon. 'Maar als dit soort zaken voor de rechter komt, blijkt alles
wat duidelijk en eenvoudig lijkt vaak heel gecompliceerd te zijn.
Mr. Sanger zal de eerste zijn om in de rechtszaal toe te geven dat
hij niet gekwalificeerd is om iemands geestelijke toestand te
evalueren. Hij is niet opgeleid als psychiater of wat voor arts dan
ook. Hij is slechts een advocaat die aan de wensen van zijn cliënt
voldoet.'
Grant glimlachte.
'Een goede aanklager zal dat heel duidelijk maken, en dan. als
er reden is. en ik vrees dat die er is, om aan te nemen dat mevrouw
Hudson in die tijd onder grote emotionele en psychische stress
stond, komen de dingen plotseling in een heel ander licht te staan,
vooral voor objectieve waarnemers.
'Kijk eens naar de feiten, Rain. 'Zo lang heb je hier niet
gewoond voordat je naar Londen vertrok. Voordat je wegging had
mevrouw Hudson de grootste moeite om huishoudelijke hulp te
krijgen. Zij konden haar niet verdragen of zij kon hén niet
verdragen.'
'Er mankeerde niets aan haar geest,' hield ik vol. 'Jake zal
er ook op zweren.'
Victoria lachte met stijve, dunne lippen. 'Jake! De chauffeur?
Nóg een deskundige in de getuigenbank,' schamperde ze.
Ik had het er bijna uitgegooid, bijna geroepen: 'Die man die
je zo kleineert is jouw vader!' Maar ik herinnerde me Jakes
waarschuwing om het alleen als laatste redmiddel te
gebruiken.
Grant keek Victoria met een verwijtende blik aan, en ze
schudde haar hoofd en wendde haar blik af.
'Hoe het ook zij, Rain, het is duidelijk datje een heel
intelligente jongedame bent.' ging hij verder. 'Je kunt zien waar
dit allemaal toe kan leiden. Uiteindelijk zal de familie eronder
hebben geleden. Je leven wordt in de wachtstand gezet en je zou
kunnen eindigen met veel minder dan je toekomt of dan je kunt
krijgen als je bereid bent redelijk met me te praten.
Er is geen reden waarom we niet op vriendschappelijke wijze
naar elkaars belangen kunnen kijken. Ik weet zeker dat mevrouw
Hudson dat gewild heeft. Ja toch?'
Mijn moeder keek snel op om te zien hoe ik reageerde. Leek ik
ook maar een heel klein beetje op haar? vroeg ze zich ongetwijfeld
af. Zou ik gunstig reageren op Grants zachte, bezorgde en redelijke
toon? Zou ik een manier zoeken om een conflict en onaangenaamheden
te vermijden? Hoe zou ik anders kunnen reageren dan zij, die altijd
de gemakkelijkste oplossing koos, ongeacht wat het haar kostte aan
zelfrespect?
Ik keek even naar Victoria en glimlachte heimelijk toen ik
eraan dacht hoe ze tegen grootma Hudson over mijn moeder had
gesproken.
'Megan is bang dat ze een rimpel krijgt als ze ook maar één
volwassen gedachte heeft,' had ze gezegd. Victoria hoefde maar naar
mijn gezicht te kijken om te zien dat dat niet mijn grootste angst
was.
ik geloof,' zei ik langzaam,' dat mijn grootmoeder deed wat ze
wilde en verwachtte dat haar kinderen dat zouden
respecteren.'
Grant staarde me even aan. Ik kon de frustratie op zijn
gezicht zien, in de vorm van fijne rimpeltjes bij zijn ooghoeken
die bewogen als piepkleine barstjes in een glazen ruit.
'Toen ik je de laatste keer sprak, noemde ik een bedrag van
ongeveer een half miljoen dollar. Advocaten zijn heel duur, voor
ons allebei. Ik denk datje, als je met een miljoen dollar uit deze
moeilijke situatie stapt een prachtige kans zou hebben om een
succesvol leven voor jezelf op te bouwen,' zei hij snel. 'Vooral
als het goed en intelligent belegd wordt. Ik zou je daarbij kunnen
helpen.'
Victoria keek of ze een perzikenpit had ingeslikt die in haar
keel was blijven steken, zo rood werd haar gezicht. Mijn moeder
keek verbaasd. Ik vermoedde dat Grant op eigen houtje had besloten
het aanbod van een half miljoen tot een miljoen te verhogen.
'Dal is een hoop geld,' zei mijn moeder bijna fluisterend, en
ze glimlachte.
'Het gaat me niet zozeer om het geld,' zei ik.
'Wat is het dan? Waarom zou je hier willen blijven en
betrokken raken bij zo'n smerige, juridische strijd?' Grants toon
was dwingend.
'Het is wat grootma Hudson wilde,' zei ik. Ik wist dat ik dat
bleef herhalen tot het bijna een mantra was die me door de spanning
heen moest helpen, maar ik geloofde het oprecht.
'Je kunt toch moeilijk geloven dat ze wilde dat iedereen
elkaar naar de keel zou vliegen? Je kunt toch niet geloven dat ze
wilde dat de naam van haar familie door het slijk wordt gehaald en
op alle voorpagina's komt zodat iedereen het kan zien? Je kunt toch
niet daadwerkelijk geloven dat zij en haar man hun leven lang voor
zoiets hebben gewerkt? Als je werkelijk om haar gaf en als je je
werkelijk zou bekommeren om haar nalatenschap, zou je dat niet
toestaan.'
'En jullie ook niet,' kaatste ik terug.
Grant kreeg een kleur. Hij leunde weer achterover en liet de
hele lucht uit zijn longen door zijn enigszins geopende mond naar
buiten stromen.
'Wil iemand iets fris drinken?' bood ik glimlachend aan.
Victoria keek voldaan naar Grant, alsof haar voorspelling was
uitgekomen. Ze wilde graag gelijk hebben. Grant schudde zijn hoofd.
Toen draaide hij zich om naar mijn moeder, kennelijk het
afgesproken teken voor haar om te beginnen.
'"Wil je niet terug naar Londen?' vroeg ze.
'Ik denk het wel, ja. Ik wil ook mijn vader graag beter leren
kennen.'
'Maar hoe wil je dat doen als je hier wordt opgehouden door
een juridisch steekspel?' vroeg ze. 'Dat wil je niet, Rain. Dat
moet je niet hebben in je leven. Ga met Grant naar het kantoor en
werk een compromis uit, zodat we dit allemaal kunnen laten rusten
en weeleen familie kunnen zijn.'
'Een familie? Wat voor familie? Je hebt je kinderen niet eens
verteld wie ik ben. Tijdens de begrafenis keken ze naar me en
vroegen zich af waarom ik meer huilde dan zij!' schreeuwde ik
bijna.
'Dal probleem zullen we oplossen,' beloofde ze.
'Hm,' mompelde Victoria. Ik wist dat ze dacht dat deze hele
zaak een probleem was dat nooit had mogen ontstaan.
'Goed. Doe dal, moeder,' zei ik. Ik stond op. 'Mr. Sanger zei
dat als jullie vragen hebben over het testament, jullie je tot hem
moe- len wenden. Ik was net bezig koffie te zetten voordat jullie
kwamen. Wil iemand koffie?'
Ze staarden me alledrie aan.
'Niet doen, Rain,' smeekte mijn moeder. 'Je mama zou dit niet
gewild hebben voor je.'
Ik voelde de kokende hitte rond mijn hart naar mijn gezicht
stijgen. in het bijzonder naar mijn ogen.
'Je hebt mijn mama ontmoet, moeder,' zei ik langzaam, maar
scherp en venijnig. 'Je hebt gezien hoe ze was. Denk je dat zij een
vrouw was die op de vlucht sloeg voor een strijd?'
Ik draaide me om vóór ze kon antwoorden en liep de kamer uit.
Ik had het gevoel dat grootma Hudsons ogen voortdurend op me
gericht waren geweest. Ik kon haar bijna zién glimlachen.
Bijna onmiddellijk begon Victoria met haar klaagzang. Ik bleef
in de gang staan luisteren.
'Je wist zo zeker datje haar zou kunnen overtuigen, Megan.
Jouw aanwezigheid heeft helemaal niets gedaan om ons te helpen. Dit
zou allemaal niet gebeuren als jij niet had gedaan watje hebt
gedaan,' bracht ze haar vergenoegd in herinnering. 'Je hebt Grant
in een heel moeilijke positie gebracht. Wat doen we nu, Grant?'
ging ze verder. Haar stem klonk plotseling als de stem van een
bijna wanhopige vrouw die steun zoekt bij haar man.
'We zullen met Marty Braunstein moeten gaan praten. Maar ik
had gehoopt dat er een andere uitkomst was geweest om met hem over
te praten.'
'Maak je geen zorgen, Grant,' verzekerde Victoria hem.
'Mettertijd zal Rain wel inzien hoe belachelijk het is dat zij de
meerderheid bezit van het landgoed. Ze is jong en ze zal niet
belast willen zijn met al die verantwoordelijkheid. Geloof me, na
een tijdje sluit ze wel een compromis. Je hoeft je reputatie niet
op het spel te zetten. Laat het maar aan mij over. Ze wil betrokken
worden bij onze zaken, goed, ik zal haar erbij betrekken.'
'Ze is een vastberaden jongedame,' zei hij. 'Als er niet
zoveel op het spel stond, zou ik bewondering voor haar kunnen
hebben.' Hij stond kreunend op. Ik kon mijn moeder horen
snuffen.
'Te laat voor tranen.' snauwde Victoria tegen haar.
Ik liep door naar de keuken en begon koffie te zeiten. Ik
hoorde de voordeur open en dicht gaan en dacht dat ze allemaal weg
waren gegaan. Maar een ogenblik later verscheen mijn moeder in de
deuropening van de keuken.
Ze keek glimlachend om zich heen.
'Het is zo triest om hier te komen en niet mijn moeder te
zien,' zei ze. Haar donkere ogen gleden nerveus door de keuken.
'Zelfs nu nog denk ik dat ze elk moment binnen kan komen door die
openslaande deuren, met een van die maffe tuinhoeden van haar
op.'
'Ik mis haar,' zei ik.
Mijn moeder knikte.
'Dal weet ik.'
We keken elkaar in de ogen. Ik wilde uit de grond van mijn
hart dat we van elkaar konden houden als moeder en dochter.
'Waarom laat je je altijd door Victoria voorschrijven watje
moet doen?' vroeg ik haar.
'Victoria is altijd de meest praktische van ons beiden
geweest, de verstandigste. Misschien kwam het omdat ze een andere
opvoeding, een ander soort opleiding heeft gehad. Mijn vader
stuurde haar niet naar een kostschool voor rijke mensen, en ook
niet naar een finishing school voor meisjes. Ze ging naar business
college en leerde over aandelen en obligaties en dergelijke dingen,
terwijl mij de regels van de sociale etiquette werden bijgebracht,
dingen die me moesten voorbereiden op de high society. Misschien
was ik daarom zo opstandig in mijn studententijd. Ik leerde niets
praktisch. Ik werd voorbereid op een huwelijk met iemand als Grant,
een man die altijd voor me zou zorgen en dit soort beslissingen
voor me zou nemen.
Alsjeblieft, denk er nog eens over na, lieverd. We zouden echt
wel een soort familie kunnen zijn, weetje.' Haar betraande ogen
smeekten. haar zachte glimlach probeerde me te verzekeren dat er
een pol goud op me wachtte aan het eind van de regenboog.
Ik zuchtte, want ik zou zo graag de eeuwige optimist willen
zijn, maar ik geloofde niet in de magie van regenbogen, vooral niet
die zij me beloofde.
'Je had me nooit hiernaartoe moeten laten komen, moeder.
Groot- ma Hudson was een van de weinige mensen in mijn leven die
van me hielden en van wie ik hield. Liefde betekent ook datje
iemand eert en respecteert. Dat heeft ze me geleerd. Ik wil niet al
haar wensen en plannen voor me afdanken alleen om je zus tevreden
te stellen. Ze heeft nooit zoveel van grootma Hudson gehouden als
ik in de korte lijd dat ik haar heb gekend.'
Mijn moeder wilde dat niet ontkennen en knikte slechts.
ik hoefde haar testament niet te kennen om te weten hoeveel ze
van je hield, Rain.'
'Dan hoor je het te begrijpen,' zei ik. Ik draaide me om. maar
ze kwam naar me toe.
'Je bent een goed meisje, Rain. Ik wens je echt het
allerbeste. Ik wil datje gelukkig wordt en dit alles achter je
laat. Wees verstandig. Je zou trouwens beter af zijn zonder ons,'
zei ze bedroefd.
Ze omhelsde me snel en liep toen naar buiten, bleef nog even
in de deuropening staan.
'Bel me als je me nodig hebt,' zei ze.
Ik keek haar na toen ze de deur uit liep.
'Dal telefoontje heb ik lang geleden gepleegd, moeder,'
mompelde ik toen ze weg was. 'En je hebt nooit teruggebeld.'