Onbegraven zonden
Het was zo'n intense nachtmerrie dat hij reëel werd. Mensen
zijn bang voor hun dromen, niet omdat ze liggen te woelen en te
draaien in hun slaap, en transpirerend, zelfs huilend wakker
worden. Nee, ze zijn bang voor hun dromen omdat ze geloven dat die
voorspellend kunnen zijn, hun verbeelding kunnen omzetten in
afschuwelijke profetieën.
Het duurde uren voor ik weer in slaap viel nadat Brody in
razernij was vertrokken. Toen ik eindelijk indommelde, zag ik die
twee rode achterlichten steeds groter worden, eerst tot woedende
ogen en toen samensmeltend tot een grote vuurbol die gelijk met het
rinkelen van de telefoon explodeerde en hete as strooide uit een
onheilspellende, gitzwarte lucht.
Toen ik wakker werd van de telefoon voelde ik mijn hart bonzen
als een tamtam. het benam me de adem en de rillingen liepen over
mijn rug tot aan mijn tenen. De telefoon bleef rinkelen en ik ging
overeind zitten, draaide me om en nam op.
'Hallo; zei ik.
Een diepe, onheilspellende stilte volgde zonder dat iemand
iets zei.
'Brody? Ben jij dat?'
Ik hoorde een luid en diep gekreun.
'Brody?'
'Hij is dood,' gilde ze. Het was de ijzingwekkendste schreeuw
die ik ooit gehoord had. Hij sneed dwars door mijn ziel. Alles in
me wilde zich terugtrekken, exploderen als het licht in mijn
nachtmerrie. Het leek of mijn armen en benen, mijn hoofd en mijn
voeten en mijn handen in verschillende richtingen werden
gedwongen.
'Hij is dood!'
Mijn maag draaide om. Mijn keel werd dichtgeknepen en het
bloed trok weg uit mijn gezicht en zakte omlaag door mijn lichaam.
Ik kon nauwelijks de telefoon vasthouden. Die leek met elke seconde
zwaarder te worden.
'Wat? Moeder? Wie is dood? Wat wil je zeggen?'
'Grant belde me net vanaf de plaats van het ongeluk. Hij klonk
zelf als een dode. Ik herkende zijn stem niet. Ik vroeg steeds maar
weer: "Grant, ben jij dat?" Eindelijk schreeuwde hij naar me, hij
schreeuwde dat Brody dood was. WAT HEB JE GEDAAN?' gilde ze zo luid
dat mijn trommelvliezen bijna barstten.
'Brody? Wat is er gebeurd? Hij kan niet dood zijn,' stamelde
ik.
'Ik weet het niet. Ik weet het niet. Ze zeiden dat hij de
macht over het stuur had verloren in een bocht, een uur van het
huis van mijn moeder. Hij slipte en knalde tegen een boom. Waarom
reed hij zo laat nog naar huis? Ik dacht dat hij zou blijven
slapen, als het niet bij jou was. dan bij Victoria. Wat is er
gebeurd? Wat heb je gedaan? Wat heb je hem verteld?'
Ik begon over mijn hele lichaam te beven. Mijn botten leken te
rammelen, mijn tanden klapperden.
ik heb hem gezegd dat we geen geliefden konden zijn. dat wilde
hij en ik moest hard en onaangenaam tegen hem zijn om hem te
stoppen.'
'O, God.' zei ze. 'Het is mijn schuld. Het is allemaal mijn
schuld.'
Ik ontkende het niet. Ik kon geen excuus voor haar verzinnen,
want in mijn hart vond ik dat ze verantwoordelijk was. Maar dat ik
niet met haar meeleefde had een onverwacht resultaat. Ze keerde
zich plotseling woedend tegen mij.
'Had je niet iets kunnen verzinnen om hem aan het lijntje te
houden, zodat hij niet zo overstuur geraakt was? Waarom moest dat
zo laat op de avond ? Waarom stuurde je hem zo weg? Waarom bleef
hij terwijl hij tegen Victoria zei dat hij niet zou blijven? Heb je
hem aangemoedigd? Ja hè? Je wilde het me betaald zetten, hè?'
'Natuurlijk niet!'
'Waarom is hij dan op die manier vertrokken? Waarom heb je hem
niet tegengehouden ?'
'Wat had je gewild dat ik hem verteld had, moeder? Had ik
degene moeten zijn die hem de waarheid vertelde, omdat jij de moed
er niet toe had? Het is niet mijn schuld!'
'Misschien had je wat milder kunnen zijn.' kreunde ze. 'Waarom
heb je hem niet gewoon genegeerd?'
'Omdat hij midden in de nacht naar me toe kwam, moeder. Hij
kwam naakt mijn slaapkamer binnen. Hij wilde seks met me.'
'Stop! Dat verzin je maar! Houd op!'
'Hij wilde dat ik zijn vriendin werd. Hij zei dat hij heel
veel van me hield, en wat iedereen ook zei of dacht, hij zou altijd
van me blijven houden.'
'Ik wil hier niet naar luisteren. Brody is dood. Mijn zoon...
Grant zal me haten,' zei ze met een luid gefluister. 'Hij zal mij
de schuld geven. Ze zullen me allemaal de schuld geven. Begrijp je
wel wat er gebeurd is?'
'Hel spijt ine,' zei ik doormijn tranen heen. ik wilde dat hij
mijn broer zou zijn. Ik wilde dat hij mijn vriend zou zijn.'
'Had hij gedronken? Hebben jullie de drankkast van mijn moeder
geplunderd? Jullie hebben een wild feest gehad, hè? Daarom
probeerde hij seks met je te hebben.'
'Moeder, dat is allemaal niet gebeurd. Hij had zelf' wat bier
meegebracht, maar hij was niet dronken toen hij wegging,' zei
ik.
'Hij bracht bier mee.' mompelde ze, alsof ze de boosdoener had
ontdekt. 'Grant zal dat willen weten. Hij bracht bier mee.'
Ik zag haar in gedachten voor me, bijna gek van woede en
wanhoop.
'Hij heeft dat bier bij het eten gedronken, moeder, uren
voordat hij wegging.'
'Nou, misschien is het dan allemaal een vergissing,' zei ze
luchtiger, hoopvoller. 'Misschien is Grant in de war en is het een
anderejongeman in eenzelfde soort auto. Ik zal Grant terugbellen op
zijn autotelefoon. Dat zou best kunnen.'
'Ik denk het niet,' zei ik zacht.'Alison slaapt nog. Ze zal
zich geen raad weten. Ze hadden voortdurend ruzie, zoals elke broer
en zus, maar ze hield van hem en hij van haar. Hij wordt advocaat,
net als Grant, weetje,' zei ze. Haar stem veranderde, klonk jonger,
bijna kinderlijk zelfs. Ze liet een ijl lachje horen. 'Hij zal een
geweldige advocaat worden. Dat zegt iedereen. Hij is welbespraakt,
intelligent en heeft een indrukwekkende houding. Je moet hem eens
zien in zijn smoking. Elke jury zal hem zijn zin willen geven. Dat
zegt Grant ook,' ging ze verder, met weer zo'n ijl lachje. 'Hij is
niet dood,' zei ze met betraande stem. 'God zou hem nu niet
wegnemen. Het is een vergissing. Grant was gewoon te veel over zijn
toeren bij het zien van dat afschuwelijke ongeluk. Hij belde te
gauw. Hij kan elk moment terugbellen en zeggen: "Megan, Megan, ik
heb me vreselijk vergist."'
Ik gaf geen antwoord. Brody was verongelukt. Plotseling kreeg
ik geen adem meer. Mijn borst leek bevroren, er kwam geen lucht
meer in mijn longen. Ik begon duizelig te worden.
ik voel me niet goed, moeder. Ik kan niet meer praten.' 'Wat?
Hallo? Moeder,' zei ze. 'Wat? Wat zei je?' 'MOEDER!' schreeuwde
ze.
Ik liet de hoorn vallen en greep met beide handen naar mijn
maag. Ik haalde het nog net naar de badkamer voordat alles
eruitkwam, en liet me op mijn knieën vallen. Ik kotste net zolang
in de wc-pot tot ik niet meer kon. Toen viel ik op mijn zij en
bleef liggen op de koude vloer van de wc. Ik bracht mijn knieën
omhoog en duwde ze stevig tegen mijn maag. Een ogenblik later sliep
ik.
Nu de telefoon van de haak lag kon niemand me bellen. Slecht
nieuws verspreidt zich snel. Jake hoorde het afschuwelijke nieuws
van Victoria, die hem vertelde dat ze geprobeerd had mij te bellen
en van de telefoniste te horen kreeg dat de telefoon niet werkte.
Hij reed snel naar het huis en belde aan. Toen ik geen antwoord
gaf, haalde hij de reservesleutel uit de garage en ging naar
binnen. Ik hoorde hem beneden niet roepen, maar even later holde
hij de trap op en ontdekte me op de grond van de badkamer. 'Rain!'
riep hij terwijl hij me door elkaar schudde. Ik deed mijn ogen
open. Mijn oogleden voelden of ze van ijzer waren. Mijn ogen zelf
deden pi jn. 'Wat is er gebeurd?' vroeg hij.
'Huh...'
Ik keek verward om me heen, was vergeten waarom ik in de
badkamer lag.
'Victoria heeft gebeld. Brody is vannacht bij een auto-ongeluk
om het leven gekomen. Weel je dat?'
Ik deed mijn ogen weer dicht - ik wilde dat het niet waar was,
dat Jake niet naast me stond, dat als ik mijn ogen weer opende, ik
in bed zou liggen, en het allemaal een nachtmerrie was. Ik zal
eeuwig dankbaar zijn, dacht ik. Ik zal alles doen wat God wil dat
ik doe.
'Rain,' drong Jake aan. 'Wat is hier precies gebeurd? Waarom
lig je op de grond van de badkamer met de telefoon van de
haak?'
Ik kreunde en ging langzaam overeind zitten. Hij ging een
washandje nat maken en legde dat op mijn voorhoofd. Ik hield het
zelf vast.
ik voel me zo misselijk,' zei ik.
'Kun je opstaan?' vroeg hij.
ik weet het niet,' zei ik.
Hij hielp me overeind en bracht me terug naar het bed. Toen ik
ging liggen met de deken om me heen keek ik naar hem op en zei dat
mijn moeder had gebeld, en dat ik alles wist. Toen begon ik te
huilen, maar er kwamen geen tranen. Het enige wat ik kon was
rillen. De bron van mijn verdriet was even opgedroogd.
'Hij moet idioot hard gereden hebben," zei Jake. De auto is
total loss, in elkaar gedrukt als een geplette pompoen. Hij had ook
zijn gordel niet om, dus werd hij uit de auto gegooid en
verpletterd. Ze denken dat hij op slag dood was. Hopen ze,' voegde
hij toe. 'Misschien had ik in de buurt moeten blijven toen we zagen
dat hij er was, hè?'
Hij probeerde de schuld te delen, dacht ik.
'Het zou er niets toe hebben gedaan, Jake.'
'Hebben jullie ruzie gehad of zo?' vroeg hij, en ik vertelde
hem wat er gebeurd was. Ik sprak langzaam, als iemand in trance.
Hij luisterde alleen maar en schudde toen langzaam zijn
hoofd.
'Je kunt jezelf hiervan niet de schuld geven, Rain," zei hij.
'Je hebt goed gehandeld. Ze hadden het recht niet jou hiermee op te
zadelen. Geef jezelf niet de schuld, Rain. Hoor je me?'
'Ja, Jake.'
'Ik moet Victoria bellen om haar te zeggen dat het huis niet
in brand staat of zoiets. Ik zal wat thee voor je zetten,
oké?'
'Dat is een plotselinge omschakeling,' zei ik met een lach.
Het was geen echte lach. het was een ander soort kreet van wanhoop,
een vermomde snik. 'Iemand zet thee voor me. Ik ben een MIF-type,'
riep ik hem na.
Hij stak zijn hoofd weerom de deur.
'Pardon?'
'Milk In First, eerst melk in het kopje, voordat je de thee
inschenkt,' antwoordde ik.
'O. Goed,' zei hij en ik lachte en huilde tegelijk, met een
soort droge snikken tot ik bijna geen adem meer kon halen.
Uiteindelijk had ik geen energie meer over en bleef ik stil liggen,
starend naar de zoldering.
'Mama,' fluisterde ik, 'denk je nog steeds dat ik geluk breng?
Denk je nog steeds datje me Rain moest noemen voor goede dingen,
voor de bloei en de groei van goede dingen?
Ik ben een vergissing, dacht ik. Ik ben per vergissing geboren
en mijn hele leven is één grote vergissing.
Jake moest me de thee bijna voeren. Mijn lichaam wilde niet
meewerken. Ik wilde geen lichaam meer zijn. Ik wilde verdwijnen en
de beste manier daarvoor was om te stoppen met eten en drinken.
Maar Jake was volhardend.
'Je doet dit niet, Rain,' zei hij. 'Je gaat nu niet instorten.
Deze familie, goed of slecht, heeft sterkte nodig, geen zwakte.
Niemand zal jou de schuld geven. Niemand die de waarheid kent zal
jou voor iets verantwoordelijk stellen.'
'Behalve ik,' zei ik.
'Wat zou je kunnen doen? Je onderwerpen, net doen alsof? Je
zou het jezelf echt niet gemakkelijker maken. Ik wil datje opstaat,
een douche neemt en je aankleedt. Victoria komt vanmiddag en je
zult alles onder ogen moeten zien wat op je afkomt.' Hij keek om
zich heen. 'Dit was de kamer van Frances: denk eens aan je grootma.
Bedenk wat zij gewild zou hebben dat je deed, en doe dat,' spoorde
hij me aan.
ik ben moe, Jake.'
'Je bent veel te jong om moe te zijn,' antwoordde hij. ik mag
zeggen dat ik moe ben, jij niet. Jij hebt nog je hele leven voor
je. MIF,' grinnikte hij. 'Mooie MIF ben je.' Hij stond en op nam
het lege theekopje mee. 'Ik wacht beneden op je,' zei hij. ik heb
honger en jij ook, denk ik. We zullen samen iets te eten
maken.'
Ik keek hem na toen hij wegliep en staarde toen naar grootma's
foto op de ladekast, de foto waarop ze bij het meer stond en naar
iels wees en glimlachte. Ik kon haar bijna horen zeggen: Jake heeft
gelijk. Verman je en help me met die belachelijke familie. Denk
eraan wat ik je gezegd heb over zelfmedelijden. Dat geldt nu meer
dan ooit.
Ik hees mezelf uit bed. Mijn lichaam werkte uitsluitend op
reflexen en geheugen. Ik deed wat Jake me gezegd had. Ik douchte en
kleedde me aan en ging naar beneden om het eten te bereiden. Ik
maakte wat tomatensoep en kaastosti's. Het verbaasde me dat ik er
iets van binnen kon houden, maar het lukte. Jake en ik zaten aan de
keukentafel en praatten zachtjes over wat er gebeurd was.
Voor we klaar waren kwam Victoria het huis binnen gestormd:
geschokt, kwaad en verward. Ze keek even nijdig naar Jake, die
opstond om de borden in de gootsteen te zetten.
ik ben buiten als je me nodig hebt,' zei hij, min of meer
tegen ons allebei.
'Wat is er gebeurd, Rain?' vroeg Victoria toen hij naar buiten
was gelopen, ik kan er geen touw aan vastknopen. Megan slaat
wartaal uit en zal inmiddels wel een kalmerend middel hebben
gekregen. Grant wil niet aan de telefoon komen. Ze zeggen dat hij
buiten zichzelf is en zich in zijn kantoor heeft opgesloten.'
Ik staarde naar de grond. Wat me ook was aangedaan en wat zijn
gezin me nu ook zou willen aandoen, ik kon het niet opbrengen te
luisteren naar hun onmetelijke verdriet. Het wekte zulke levendige
herinneringen aan mama na de moord op Beni.
'Grant is kapot," verklaarde Victoria, die aan tafel zat. 'Ik
weet niet of hij ooit weerde oude zal worden. Megan is geen enkele
hulp, ze is nu erger dan een dood gewicht aan zijn been.'
Ik hief mijn hoofd op en keek haar aan. Ze was kwaad op me,
niet om wat er met Brody gebeurd was, maar omdat het Grant
kapotmaakte.
ik heb niets niet opzet gedaan om hem verdriet te doen,' begon
ik. Ik vertelde haar hoe Brody erop had aangedrongen samen met me
te eten. Ik vertelde haar over zijn liefdesverklaringen en dat het
veel te serieus ging worden en dat ik iets moest doen om er een
eind aan te maken.
'En je hebt hem niet verteld wie je werkelijk bent?'
'Misschien had ik dat beter wel kunnen doen. Misschien zou hij
dan wat gekalmeerd zijn en niet zo woedend op me zijn geweest, maar
ik was bang. Ik wilde niet nog meer moeilijkheden
veroorzaken.'
Ze staarde me even aan en knikte toen. 'Het is niet jouw
schuld,' zei ze toen, met een verrassende vastberadenheid. 'Het is
van begin af aan Megans fout geweest. En de schuld van mijn ouders,
omdat ze altijd excuses voor haar verzonnen, van alles deden om
haar fouten te vergoelijken, en haar toe te staan in een
rooskleurige wereld te leven.
Als ze slechte cijfers had op school, weten ze het aan de
docenten of het onderwerp. Als ze op een onverstandige manier geld
uitgaf, kwam het omdat iemand haar had opgelicht. Altijd het
slachtoffer. Arme Megan zus, arme Megan zo.
Grant had wat minder begrip moeten tonen toen hij de waarheid
hoorde over jou,' vervolgde Victoria, die nu voornamelijk tegen
zichzelf praatte. 'Ze speelt dat spelletje maar al te goed, ze
zorgt ervoor dat mensen steeds meer medelijden met haar gaan
krijgen. Mannen zijn zwak tegenover vrouwen als Megan. Mijn vader
was blind en dom als hij naar haar keek en luisterde en zag wat ze
had gedaan. Ze is een slangenbezweerster.
De situatie ligt anders voor Grant,' zei ze, zich beheersend.
De toon van haar stem veranderde. 'Deze keer zal hij in de val.
Natuurlijk kon hij haar niet op straat zetten en de wereld laten
weten met wat voor persoon hij eigenlijk getrouwd was. Hij heeft
een grote toekomst voor zich. Dat begrijp ik. Je moet een compromis
treffen om te krijgen watje hebben wilt. Dat is goed zakelijk
inzicht.
En Grant heeft een fantastisch zakelijk instinct. Hij
bewondert dat in mij ook, weet je. Dat kan ik merken.' Ze perste
haar dunne lippen op elkaar en knikte, ik moet naar hem toe om te
zien wat ik kan doen om hem te helpen. Aan mijn zus heeft hij
helemaal niks. Zij zal de rol spelen van de tragische vrouw, zodat
niemand haar iets durft te verwijten.'
Ze richtte haar blik strak op mij. Haar pupillen werden
kleiner, haar oogleden trilden van woede. 'Maar jij en ik kennen de
waarheid, hè? Opeen dag zullen we haar dwingen die onder ogen te
zien. 'Goed,' zei ze, terwijl ze opstond, 'doe of zeg niets
hierover tegen wie dan ook. Ik houd contact met je.
Zoals jou wel duidelijk zal zijn,' liet ze er met een kille
glimlach op volgen, 'ben ik echt de enige die je kunt vertrouwen in
deze familie.'
Voor ik iets terug kon zeggen, draaide ze zich als een
marionet op haar hielen om en liep het huis uit om haar
zelfopgelegde missie te gaan volbrengen.
O, mijn God, dacht ik, ze is nota bene gelukkig. Ze wil mij
gebruiken om een wig te drijven tussen mijn moederen Grant, om ze
steeds verder uit elkaar te halen, omdat ze denkt dat hij zich
zonder meer in haar wachtende armen zal laten vallen.
Langzaam stond ik op en volgde haar naar buiten om haar te
vertellen dat ik weigerde deel uit te maken van een plan om mijn
moeder kapot te maken. Maar ze was al weg, ik hoorde haar auto in
de verte. Jake stak de oprijlaan over.
'Wat zei ze?' vroeg hij.
Ik keek hem aan. 'Je vergist je, Jake,' zei ik.
'Waarin?'
'Ze kan onmogelijk je dochter zijn.'
Behalve van Victoria, die me belde om te zeggen dat zij
Brody's begrafenis zou regelen, hoorde ik in de volgende paar dagen
van niemand iets. Elk moment verwachtte ik een telefoontje van mijn
moeder met wat onsamenhangend gebrabbel, zelfverwijt en
beschuldigingen. Ik schrok als de telefoon ging.
'Hel is maar goed dat ik besloten heb hier te komen helpen,'
vertelde Victoria me. 'Grant is nog steeds niet in staat om voor
zichzelf te zorgen en Megan is het grootste deel van de tijd
praktisch comateus. Ze melkt de situatie uit zoveel ze kan.'
'Ik betwijfel of een moeder die haar zoon heeft verloren de
situatie zou uitmelken om sympathie te krijgen, tante Victoria,'
merkte ik op.
'Je kent haar niet zoals ik haar ken. Ik kan zien dat Grant
afkeer van haar heeft. Hij heeft tegen niemand iets gezegd, maar
als ik met hem praat, zie ik het in zijn ogen.
De begrafenis wordt gehouden in de plaatselijke kerk en Brody
wordt begraven in het familiegraf van de Hudsons. Dat zou mijn
moeder gewild hebben, denk je ook niet?'
Waarom wilde ze mij toch tot haar bondgenoot maken bij dit
alles? Ik wilde het over helemaal niéts met haar eens zijn, zelfs
niet over het weer. Ik zweeg.
'Je komt natuurlijk,' zei ze. 'Dat heb ik al met Jake
besproken.'
'Ik weet niet of ik dat wel moet doen.' Ik snikte het bijna
uit. Alleen de gedachte al deed mijn bloed bevriezen.
'Dat zou niet aardig zijn,' zei ze. 'Je bent Brody's zus,'
bracht ze me zelfgenoegzaam in herinnering.
'Ik denk niet dat ze willen dat ik erbij ben.'
'Dat heeft niemand gezegd. Als je niet komt, zal het lijken of
je je schuldig voelt.' benadrukte ze.
Die afgrijselijke gedachte kronkelde zich mijn hart in als een
valse, boosaardige worm.
'Het zal weer gemene roddels uitlokken over jou en de familie
en het zal Grant nog meer verdriet doen,' ging ze verder. 'Je komt,
houdt je op de achtergrond, maar laat in eik geval je gezicht zien
en betuigt je deelneming,' beval ze. 'Alles is geregeld. Kleedje
alleen fatsoenlijk aan. Ik moet nu weg. Ik ben de enige die Grant
ertoe kan bewegen een hap te eten. Hij is een schaduw van zichzelf.
Het huis is vol rouwenden, en de meesten zijn heel belangrijke
mensen. Hoe erg het allemaal ook is, uiteindelijk zal Grant er nog
groter en sterker uit te voorschijn komen.'
'Vreselijk,' was alles wat ik kon uitbrengen, maar ze was niet
bereid iets te horen dat ze niet wilde horen, vooral niet van
mij.
"Uit een tragedie verheffen zich de waarlijk groten. Beschouw
elke tegenslag als een les en zoek naar het voordeel datje eruit
kunt putten,' zei ze gewichtig. 'Dat heeft mijn vader me geleerd en
ik ben het nooit vergeten. Als je verstandig bent, luister je naar
me. Nu moet ik ervandoor. Tot kijk,' zei ze.
Mama zou zeggen: 'Die vrouw heel t een brok steenkool in haar
borst op de plaats waar haar hart hoort te zitten.'
Zonder Jake had ik de begrafenis niet kunnen doorstaan. Toen
we die dag naar de kerk reden, praatte hij over mijn grootmoeder en
haar vermogen om haar klasse en waardigheid te bewaren, ongeacht in
wat voor situatie.
ik moet zeggen.' vertelde hij, 'dat ik haar zelden of nooit
zenuwachtig of onzeker heb gezien. Zelfs toen ze me vertelde dat ze
zwanger was, sprak ze met kracht.'
Ik wist dat hij me dat allemaal vertelde opdat ik niet bang
zou zijn of in paniek zou raken, maar toen we bi j de kerk kwamen,
schrok ik van de enorme menigte. Brody's vroegere
highschoolvrienden waren allemaal gekomen, gekleed in hun
varsity-blazers. Zijn intiemste vrienden waren zijn
kistdragers.
Victoria begroette me en liep met me over het middenpad om me
een plaats te wijzen op een van de banken die waren gereserveerd
voor de naaste familie. Alle ogen in die kerk waren op mij gericht.
Ik kon de nieuwsgierigheid en de verbazing van de mensen over me
heen voelen komen. Ik probeerde mijn eigen ogen op het altaar
gericht te houden, maar de aanblik van Brody's kist verstikte me.
Ik kon niet slikken, ik kon nauwelijks ademhalen.
O God, dacht ik, laat me alstublieft niet flauwvallen of iets
doen dat de aandacht op me vestigt.
Grant zag er magerder uit dan anders, met ingevallen wangen en
donkere kringen onder zijn ogen. Mijn moeder zat kennelijk onder de
verdovende middelen. Ze wankelde, kon zich nauwelijks op eigen
kracht bewegen. Victoria vertelde me dat de vrouw naast haar een
verpleegster was die zij, Victoria, besloten had aan te
nemen.
'Grant vond het een heel goed idee,' fluisterde ze toen we
naar onze plaats in de rij schoven.
Ik moet bekennen dat Alison er erg bang en teer uitzag. Toen
ze me aankeek, reageerde ze eerst niet. Ze keek naar Victoria en mi
j toen we gingen zitten, draaide zich om, staarde naar de kist en
keek daarna weer om naar mij, met een blik in haar ogen die als een
dolk in mijn gezicht slak.
Moeder keek geen moment op. De dominee beperkte zijn toespraak
tot de tekst dat we ons allemaal gelukkig konden voelen dat we
Brody zo lang bij ons hadden gehad. Afgezien van Alison, die
tijdens de hele preek wat vreemd zat te grijnzen, toonde niemand
enige reactie of emotie. Grant keek stoïcijns voor zich uit en mijn
moeder bleef met gebogen hoofd zitten, haar ogen gesloten als
iemand die zich zit te verbijten en wacht tot de pijn voorbij
gaat.
De kistdragers droegen de kist door de zijuitgang naar buiten
en de processie zette zich voort tot het kerkhof. Na Beni's dood,
toen mama en ik even een rustig moment samen hadden, vertelde ze me
datje niet echt gelooft dat iemand van wie je houdt dood is. tot
het ogenblik waarop je ziet dat de kist in de grond zakt.
'Het is die uitdrukking "stof en tot stof wederkeren",' had ze
gezegd. 'Die laat het pas goed lotje doordringen,' en ze had zo
hard met haar hand tegen haar borst geslagen dat ik even
ineengekrompen was bij de gedachte aan de pijn die ze moest voelen.
'In de kerk blijf je maardenken dat het een plechtigheid is voor
iemand anders, maar als je eenmaal naar dat graf kijkt, valt elke
ontkenning weg als de muren van een fort dat je om je heen hebt
gebouwd.'
Hoe waarachtig klonken die woorden in mijn oren toen we door
de marmeren poort reden en stopten bij het graf van de Hudsons.
Mijn moeder stortte in. Grant liet zich op zijn knieën vallen en
Alison werd hysterisch. Brody's teamgenoten stonden erbij,
verbijsterd door de werkelijkheid. Het gezicht van elke jongeman
werd weer het gezicht van een jongen, vol angst en geschoktheid.
Het kon niet snel genoeg voorbij zijn.
Victoria stond achter Grant. Toen zijn vrienden hem overeind
hielpen, was ze erbij om te proberen zijn hand vast te houden. Mijn
moeder moest naar de auto worden gedragen. Ten slotte was het
ergste voorbij. De lange reis naar huis was een zegen. Ze konden
slapen in hun limousine en weer wat kracht verzamelen.
Ik wilde terug naar huis, maar alwéér stond Victoria erop dat
ik met de rest van de familie meeging.
'Je hoort bij deze familie of niet,' snauwde ze tegen me toen
ik
wilde protesteren. 'Je betuigt op fatsoenlijke wijze je
deelname."
Ik had het gevoel dat ik werd opgejaagd; ze deed haar best me
nog meer schuldgevoelens op te dringen.
Natuurlijk was ik nog nooit in het huis van mijn moeder
geweest. I let was minder groot dan dat van grootma Hudson, en had
ook niet zoveel grond, maar was een heel indrukwekkend landgoed van
bijna drieëntwintighonderd vierkante meter met een vijver waarin
het water over veldsteen omlaag stroomde. Er stond een groot prieel
en er was een lange cirkelvormige oprijlaan omzoomd met heggen en
ouderwetse lampen. Het huis zelfwas een gebouw in Georgian-stijl
van drie verdiepingen. In de hal was links een ronde trap. Rechts
was een grote zitkamer, die nu vol stond met rouwende bezoekers.
Victoria had gezorgd voor het eten en drinken en de bediening.
Grant had een groot kantoor aan de achterkant van het huis, waar
hij zijn vrienden begroette. Mijn moeder lag boven, op bed.
Mijn aanwezigheid hier leek me volkomen zinloos. Ik kende
niemand en de meeste mensen hadden geen idee wie ik was. Ze wisten
niet eens dat ik bij grootma Hudson had gewoond. Ze dachten
waarschijnlijk dat ik een van Alisons vriendinnen was. Ze stond in
de bibliotheek, omringd door een groepje van haar school. Ik keek
even naar binnen en ging toen haastig weer weg voordat Alison me
zag. Als het niet per se hoefde, wilde ik geen woord met haar
wisselen.
Ik wist niet zeker of ik iets tegen Grant moest zeggen, maar
Victoria pakte mijn hand en zei dat ik er niet omheen kon.
'Vertel hem datje het heel erg voor ze vindt," beval ze.
'Wat weet hij over Brody's bezoek aan mij?'
'Megan heeft hem niet veel verteld. Ik heb de bijzonderheden
moeten aanvullen.' Ze sloot haar ogen alsof dat haar erg veel
moeite had gekost.
'Wat voor bijzonderheden?' vroeg ik met ingehouden adem. Wat
had ze hem verteld over mij en over wat er gebeurd was?
'De moeilijke situatie waarin je je bevond natuurlijk,' zei
ze. 'En niet door jouw schuld,' ging ze verder, terwijl ze haar
ogen opsloeg naar het plafond. Ik wist dat het haar bedoeling was
naar de kamer van mijn moeder te wijzen en een beschuldigende
vinger naar haar uit te steken.
'Grant heeft Brody ook nooit iets verteld,' snauwde ik.
'Niet omdat hij dat niet wilde. Geloof me,' zei ze. 'Die arme
man, die arme, arme man.'
Ze bleef in de deuropening van het kantoor staan en duwde me
bijna naar binnen. Grant was niet te zien. hij was omgeven door
zijn partners en vrienden. Sommigen draaiden zich naar ons om en
toen weken ze uiteen en zag ik Grant op een roodleren bank zitten,
met een borrel in de hand, een losgeknoopte das en verwarde haren.
Hij keek me strak aan, maar toonde geen enkele emotie of
belangstelling.
'Rain wil graag haar oprechte medeleven betuigen, Grant,' zei
Victoria, en liep samen met mij naar hem toe.
Hij trok zijn wenkbrauwen op en bestudeerde mijn gezicht,
alsof hij een bewijs zocht van mijn oprechtheid.
'Het spijt me van uw verlies,' zei ik. 'Het spijt me dat ik
Brody niet beter heb leren kennen.'
Hij knikte. Er kwam een zachtere blik in zijn ogen, toen sloot
hij ze en leunde met zijn hoofd achterover.
'Kan ik iets voor je doen, Grant? Heb je iets nodig?' vroeg
Victoria.
Hij schudde slechts zijn hoofd.
We draaiden ons om en verlieten het vertrek. Op weg naar
buiten mompelde ze: 'Het enige wat hij nodig heeft is een vrouw die
naast hem staat en hem steunt als hij daar dringend behoefte aan
heeft.'
Ik kon niet weggaan zonder mijn moeder te hebben gezien, ook
al vertelde Victoria dat ze volledig verdoofd was. Ik zei het tegen
haar.
'Ze zal niet eens beseffen datje er bent,' antwoordde ze.
'Waarom zou je je tijd aan haar verspillen?'
'Het is geen tijdverspilling,' snauwde ik terug en liep naar
de trap. Victoria keek me even na en viel toen weer terug in haar
rol van plaatsvervangend echtgenote.
Ik wist niet waar ik boven naartoe moest, maar op dat moment
kwam de verpleegster van mijn moeder uit haar kamer. Ze bleef staan
om me te begroeten.
'Kan ik je ergens mee helpen?' vroeg ze.
'Ik wil graag naar mevrouw Randolph.'
'Ze ontvangt op het ogenblik niemand,' zei ze. 'Het spijt me.
Je zult het ongetwijfeld begrijpen.' Ze keek naar me met een
plastic glimlach.
Ik beantwoordde die met eenzelfde glimlach, draaide me om en
deed net of ik haar de trap af volgde. Toen ik haar in de zitkamer
zag verdwijnen, bleef ik staan en ging weer naar boven. Langzaam
deed ik de deur van mijn moeders kamer open en tuurde naar
binnen.
Het was een heel grote slaapkamer met een zithoek waar een
kleine bank en een relaxfauteuil stonden tegenover een
televisietoestel. Voor de grote ramen hingen lichtblauwe velours
gordijnen en witte vitrage. Op de grond lag een zacht, dik.
donkerblauw tapijt.
Eerst zag ik mijn moeder niet eens. Haar bed was op maat
gemaakt en nog groter dan een lits-jumeaux. Rondom stonden hoge,
ronde pilaren, en het voeteneinde had een in reliëf in het hout
gesneden roos. Op het hoofdeinde stonden twee gekruiste rozen, als
symbool van de liefde. Mijn moeder ging bijna verloren in de enorme
donzen kussens. Haar donkere haren lagen los rond haar bleke
gezicht. Het dekbed was tot aan haar kin opgetrokken. Haar hoofd
lag iets van me afgedraaid.
Ik deed de deur zachtjes achter me dicht en liep naar haar
toe. Haar ogen waren wijdopen, maar toch leek het of ze
sliep.
'Moeder,' zei ik zacht. 'Moeder.'
Langzaam draaide ze zich naar me om en staarde me wezenloos
aan.
'Ik wil datje weel hoe erg ik het vind van Brody, hoeveel
verdriet ik ervan heb.'
Ik dacht niet dat ze antwoord zou geven of me zelfs maar
gehoord had, maar toen schudde ze haar hoofd en glimlachte
bijna.
'Onze zonden,' fluisterde ze, 'komen bij ons terug. Je kunt
proberen ze te begraven, ze te verbranden, maar ze staan buiten te
wachten tot ze hun kans schoon zien. Denk daaraan. Denk
eraan.'
Ik schudde ontkennend mijn hoofd. Plotseling sperde ze haar
ogen open. 'Jij bent die kans,' zei ze. "Jij bent teruggekomen. het
zit in je. De duisternis, het kwaad,' fluisterde ze. 'Het zit in
je.' De tranen brandden achter mijn oogleden. Ik slikte en
schudde
mijn hoofd.
'0 j a, jij kwam uit de nacht te voorschijn. Het is mijn
schuld natuurlijk.
Het is allemaal begonnen met Larry en mijn vader. Ik heb
je horen huilen toen je werd geboren. Geloof je niet dat ik
dat hui len
van je steeds opnieuw gehoord heb'! Ik weet niet waar het
allemaal
moet eindigen,' zei ze. ' Ik kan alleen maar afwachten. Wat
wist
die dominee ervan'! Als hij het verleden had gekend, zou hij
zijn vinger
naar me hebben geschud en naar de kist hebben gewezen. Ik
had
in die kist moeten liggen, niet Brody.
De baby huilde. Toen ze de baby weghaalden huilde ze. Ik
wist
dat het verkeerd was, maar mijn vader wilde niet
luisteren.'
'Moeder. je praat onzin. Luister .. . '
'lk kan alleen maar afwachten,' herhaalde ze en draaide
haar
hoofd weer af. 'Afwachten.'
'Moeder, je moet sterker worden: zei ik. 'Denk aan
grootma
Hudson. Denk aan Grant en Alison.'
Ze sloot haar ogen. Ik bleef een tijdje naar haar staan kijken
en
besloot toen dat ik moest wachten tot er wat tijd verstreken
was voor
ik met haar praatte. Ik raakte voorlichtig haar haar
aan.
Ze glimlachte met gesloten ogen. 'Ben jij dat, mammie?'
vroeg
ze. ' Ik ben nu niet bang meer. Je kunt weer gaan slapen. Het
was
een boze droom, meer niet. Ik heb hem laten ontploffen, net
als papa
zei, en nu is de droom weg.'
' Daag,' !luisterde ik en verliet haar kamer.
Toen ik naar beneden ging verscheen Alison onder aan de trap
en
staarde me aan met haar handen op haar heupen. Twee
vriendinnen
stonden naast haar. Een van hen merkte op: ' Ik zei het toch?
'
'Wat deed je daarboven'?' vroeg Alison.
' Ik heb met je moeder gepraat. Je had boven moeten zijn om
haar
hand vast te houden in plaats van je met je vriendinnen te
amuseren,'
liet ik erop volgen en liep in de richting van de
voordeur.
Ze stak haar hand uit , greep mijn arm vast en draaide me met
een
ruk om.
'Waarom ben je hier gekomen? Je hoort hier niet. Als Brody
jou
niet had opgezocht, zou hij nu nog leven.' 'Ach, denk watje
wilt .' Ik rukte mijn ann los en liep naar buiten,
maar ze volgde me naar het portiek. Haar beide vriendinnen
leken
aan haar vastgeplakt . Jake liet de Rolls in de steek en kwam
naar voren.
' Je hebt mijn grootmoeder gehersenspoeld om je zoveel te
geven,'
snauwde ze. 'Maar we krijgen alles terug. Wacht maar. We
krijgen
alles terug!'
Ik gaf geen antwoord en liep door naar de auto.
' Je bent een gedrocht, weet je dat? Een rariteit! Je hoon
niet in
onze familie. Mijn vader zal wel zorgen dat we je kwijtraken.
wacht
maar. Dar is de auto van mijn grootmoeder,' schreeuwde ze toen
Jake
het portier voor me openhield. 'Daar hoor jij niet in te
zitten. Jij
hoort achter in een vrachtwagen. Je hoort in de hel! '
ik draaide me om en keek haar aan. Haar beugel glinsterde in
het
zonlicht dat door de smalle opening in de steeds bewolktere
lucht
scheen. Haar ogen leken twee kleine marmeren bollen met
kleine
zwarte cirkeltjes in het midden. Ze had haar handen tot
vuisten gebald
en hield haar rug uitdagend stijf en recht.
Van bloedverwantschap was niet veelte merken, dacht ik. Ik
kon
me niet herinneren dat er ooit één moment van hartelijkheid
tussen
ons geweest was. Wiens schuld was dat? Die van mij? Van
mijn
moeder? Mijn grootvader? Ken? Misschien kwam het omdat
iedereen
zijn eigenbelang in de wankele boot van de liefde gooide en
die
deed zinken in een zee van tragedie die we voorbestemd waren
om
over te steken.
We zouden allemaal kunnen verdrinken.
Op dit moment kon het me niet schelen. Het kon me
absoluut
niets schelen.