16. We vliegen naar huis

 

De twee mannen in burger die we in de helikopter hadden zien arriveren voegden zich bij Alex en inspecteur Rowling, en liepen met hen terug naar de barak. Weer zei Alex dat we op een bed moesten gaan zitten. Zij nam plaats op het bed dat dichter naar ons toe geschoven was, en de drie mannen bleven staan en staarden op ons neer alsof we buitenaardse wezens waren of iets dat net in de woestijn gevonden was.

‘We hebben jullie hulp nodig om te begrijpen wat hier precies gebeurd is,’ begon Alex op vriendelijke toon.

Geen van de mannen glimlachte. Ik had het gevoel dat als zij er niet bij zou zijn, ze de antwoorden uit ons zouden sláán.

‘Jullie zijn alledrie hierheen gestuurd als onderdeel van het jeugdopvangprogramma, niet?’ vroeg ze, en bladerde een paar pagina’s door van een dossier dat ze bij zich had.

‘Is dat hoe ze het noemen?’ vroeg Teal, naar Robin en mij kijkend alsof wij het voor haar geheim hadden gehouden.

‘Ik heb die uitdrukking nog nooit gehoord, Teal,’ zei ik.

‘Ik dacht dat het een deel was van het afvalrecyclingprogramma,’ mompelde Robin.

‘Misschien moeten we deze ondervraging ergens anders voortzetten,’ bromde inspecteur Rowling. ‘In de maximaal beveiligde gevangenis bijvoorbeeld.’

Alex stak haar rechterhand op zonder zich naar hem om te draaien. Ze hield haar ogen op ons gericht. ‘Luister goed naar me, meisjes. Er zijn mensen dood. Dit is een duidelijk geval van brandstichting.’

‘Moord is een beter woord ervoor,’ verbeterde inspecteur Rowling haar.

Alex opende en sloot haar ogen, weer zonder hem aan te kijken. ‘Voor we jullie naar een comfortabelere omgeving brengen en bespreken hoe jullie toekomst eruit gaat zien, moeten we zoveel mogelijk weten van wat er hier heeft plaatsgevonden. Hoe lang zijn jullie hier?’ vroeg ze, weer door het dossier bladerend.

We keken elkaar aan en toen niemand antwoord gaf, begonnen we te lachen.

De mannen keken weer alsof ze op ons af wilden springen en ons in elkaar slaan.

‘Het is geen gebrek aan respect van ons, Alex,’ zei ik. ‘We hebben geen idee van de tijd. Het lijkt al heel erg lang, maar ik neem aan dat het nog niet zo lang is.’

‘Toen jullie hier aankwamen waren die andere meisjes, Mindy en Gia, toch al hier?’

‘Ja,’ zei Robin.

‘Is Mindy dood?’ vroeg ik. Ik keek snel naar inspecteur Rowling, in de verwachting dat hij weer zou zeggen dat zij degenen waren die de vragen stelden, niet wij. ‘We maken ons ongerust over haar. We weten niet wat we moeten geloven.’

Alex knikte. ‘We hebben begrepen dat ze een poging tot zelfmoord heeft gedaan. Ze is in een kliniek. Een psychiatrische inrichting, waar ze wordt behandeld.’

‘Ze is niet gestorven?’ vroeg Teal, en keek toen naar mij.

‘Waarom is zij in een kliniek terechtgekomen en Gia niet?’ vroeg ik me hardop af. ‘Misschien zou dit dan allemaal niet gebeurd zijn.’

‘Waarom zeg je dat? Was Gia kwaad over Mindy?’ vroeg Alex.

‘Ze vertelde ons dat Mindy dood was. Ik geloof niet dat ze loog. Ik denk dat ze het echt geloofde, dus, ja, ze was erg ontdaan. Toen we terugkwamen van onze picknick in de woestijn, was ze helemaal veranderd. Ze zei niet veel tegen ons. Ze sliep veel,’ antwoordde ik.

‘Wat heeft ze eigenlijk gedaan?’ vroeg Teal.

Robin en ik keken op, verwachtten de gruwelijke details te horen.

‘Heeft ze er met jullie over gesproken wat ze wilde doen?’ vroeg Alex in plaats van een rechtstreeks antwoord te geven.

‘Nee,’ zei ik.

‘Het enige wat ze deed was werken, eten en in haar schrift schrijven,’ merkte Robin op. ‘Net als wij.’

‘Schrift?’

‘Dr. Foreman liet ons dingen opschrijven in schriften,’ zei Teal. ‘Als we dat niet deden, raakten we privileges kwijt of werden we gestraft. Als we het wel deden, konden we onze matras, kussen en deken terugkrijgen,’ voegde ze er op verontwaardigde toon aan toe, alsof ze een klacht indiende bij een hoteldirecteur. ‘We hebben ze ingeleverd en er nooit iets over gehoord.’

‘Heeft Gia haar schrift ook ingeleverd?’ vroeg Alex.

‘Nee, het ligt hier, onder haar kussen.’ Ik knikte naar Gia’s bed.

Inspecteur Rowling, waarschijnlijk gefrustreerd door het alleen maar staan en luisteren, zonder iets van een elektrische marteling te kunnen toepassen, sprong op het bed af en greep het schrift. Hij sloeg het open, grijnsde teleurgesteld en overhandigde het aan Alex. Ik weet niet wat hij verwacht had erin te zullen vinden. Misschien een bekentenis.

Alex las een deel ervan snel door, knikte en gaf het aan de kleinste van de twee goedgeklede mannen. Hij begon het te lezen, terwijl de ander over zijn schouder meekeek.

Alex draaide zich weer om naar ons. ‘Vertel me in het kort wat zich hier afspeelde.’

‘Afspeelde?’ vroeg Teal. Ze hield haar hoofd schuin, alsof ze met een complete idioot praatte.

‘Jullie hadden lessen die je bijwoonde. Jullie praatten over goed en slecht gedrag. Je had therapeutische sessies met dr. Foreman, die probeerde je bij te brengen waarom jullie je steeds dieper in de moeilijkheden werkten. Ik neem aan dat jullie elke dag je taken hadden, hielpen met het beheer van de ranch, de voorbereidingen voor jullie maaltijden. Heb ik het goed?’

We gaven geen antwoord, staarden haar alleen maar aan.

Toen leunde Teal naar voren, nam een superieure houding aan, zoals van ons drieën alleen zij dat kon, en keek Alex recht in het gezicht. ‘Uw begrip van de situatie berust op een misvatting,’ zei ze op schoolmeesterachtige toon.

Alex’ glimlach verdween. ‘Help me dan een beter begrip te krijgen.’

Teal keek naar ons. ‘Zullen we haar helpen, meiden?’

‘Hoor eens, mevrouw… Alex, wat dan ook,’ zei Robin. ‘Het schijnt dat ze u allemaal een hoop nonsens op de mouw hebben gespeld. We kregen nooit echt les. Ze wierp ons boeken en opdrachten toe, die we zelf maar moesten oplossen, en als dat niet lukte, kregen we minpunten, en als we te veel minpunten kregen, raakten we onze privileges kwijt, en als we nog meer minpunten kregen, werden we naar de IJskamer gestuurd.’

‘De IJskamer?’ De twee mannen in burger deden Gia’s schrift dicht en luisterden naar ons.

Robin en ik waren niet erg verlangend om de IJskamer te beschrijven. Feitelijk wilde Robin helemaal niet veel zeggen. Ik legde uit hoe ik mijn angst voor ratten kenbaar had gemaakt en hoe dat was gebruikt om me geestelijk te martelen en tot gehoorzaamheid te dwingen.

‘Virtual reality,’ zei een van de mannen in burger. Hij knikte naar de ander. ‘Hypermoderne apparatuur. Let daar goed op als ze de ruïne onderzoeken. Zie wat je kunt vinden.’

‘Vertel eens over die tocht door de woestijn,’ zei Alex.

Die kon Robin wél beschrijven. Toen ze bij het moment kwam waarop Teal werd gebeten, begon Teal zachtjes te huilen. Het leek haast of ze niet wist dat ze huilde. Ze zat voor zich uit te staren en de tranen kwamen onder haar oogleden vandaan en rolden over haar wangen.’

‘Het spijt me,’ zei Alex. ‘Ik wil jullie niet dwingen pijnlijke ervaringen opnieuw te beleven, maar we proberen te begrijpen hoe dit allemaal zover heeft kunnen komen.’

‘Hebben jullie die Gia geholpen met de benzine?’ vroeg inspecteur Rowling ongeduldig, en deed een stap naar ons toe.

‘Benzine?’ reageerde Robin.

‘Nee.’ Ik keek naar Alex. ‘Wat heeft ze precies gedaan? Vertel het ons alstublieft.’

‘Dit is belachelijk,’ klaagde inspecteur Rowling. ‘Dat meisje, Gia, heeft dat allemaal gedaan en jullie drieën willen beweren dat jullie van niets wisten? Is dat zo?’

‘U hoeft het niet te geloven, maar het is de waarheid,’ zei Robin fel.

Hoe sterker en vastberadener mijn vriendin overkwam, hoe trotser ik op haar was, en hoe sterker ik mezelf voelde worden.

‘Gia was intelligenter dan een van ons,’ zei ik. ‘Zij heeft ons geholpen al dat huiswerk te maken. Wat ze ook uitdacht, ze had ons niet nodig om haar te helpen of het te bedenken. Wat heeft ze gedaan?’ herhaalde ik nadrukkelijk.

‘Het ziet ernaar uit dat ze de benzine strategisch rond de haciënda heeft gegoten, zodat de brand en de vlammen de bewoonsters gevangen zouden houden. Ze goot de benzine op het dak, rond de ramen, overal. De inspecteur gelooft dat ze dat over een langere periode heeft uitgespreid en niet plotseling op het idee is gekomen en het in één keer heeft gedaan. Daarom zijn hij en een paar anderen zo achterdochtig en kunnen ze moeilijk geloven dat niemand van jullie iets gemerkt heeft,’ legde Alex kalm uit.

‘Als ze zoveel benzine naar het huis heeft gedragen, zou ze een groot aantal keren heen en weer hebben moeten lopen naar de schuur waar de tractor stond,’ ging inspecteur Rowling verder. ‘Iemand moet haar gezien hebben en gevraagd hebben waar ze mee bezig was. En ze moet ook naar benzine hebben gestonken.’

‘We stonken hier allemaal naar het een of ander,’ zei Teal. ‘Hebt u weleens een varkenskot schoongemaakt?’ Ze veegde een traan weg.

‘Misschien was er benzine dichterbij huis,’ opperde ik. ‘Behalve in de schuur bij de tractor.’

Teal keek naar mij. ‘Dat grote vat,’ zei ze.

‘Wat voor vat?’ vroeg inspecteur Rowling.

‘Er stond een groot vat achter het huis.’ Ik beschreef hoe we de buddy’s hadden bespioneerd. Iets zo onschuldigs bekennen vergeleken met wat er hier zojuist gebeurd was en wat ze in de loop van de tijd met ons hadden gedaan, leek niet erg riskant. Ik vertelde dat we het idee om te beginnen van Gia hadden overgenomen.

‘Dus ze. wist dat het vat daar stond,’ zei Robin. ‘Ik geloof niet dat er toen iets in zat. Ik rook geen benzine. En het viel om. Weet je nog wel? Dan had de benzine eruit moeten lopen.’

‘Op dat moment was het beslist leeg,’ zei ik.

Robin haalde haar schouders op.

‘Misschien heeft ze van tijd tot tijd benzine hierheen gebracht en in het vat gedaan tot ze dacht dat ze genoeg had,’ opperde Teal.

‘Op die manier hoefde ze niet dag en nacht op en neer te lopen met emmers om benzine rond het huis gieten,’ voegde Robin eraan toe. ‘Ik denk dat ze het allemaal heel goed gepland had.’

Haar blik vol waardering voor Gia’s scherpzinnigheid maakte inspecteur Rowling nog kwader. ‘En jullie willen ons wijsmaken dat jullie haar niet hebben geholpen en er niets van wisten?’

‘Zie je nou?’ zei Teal, naar mij kijkend. ‘En jij zei dat hij het niet zou kunnen uitpuzzelen.’

Als het schedeldak van inspecteur Rowling niet zo stevig aan de rest van zijn hoofd had vastgezeten, zou het er beslist af zijn gevlogen door de explosie van woede in zijn brein.

‘Meisjes, alsjeblieft,’ zei Alex. ‘Ik probeer dit zo snel mogelijk voor jullie op te lossen en jullie hiervandaan te krijgen.’

‘Ik neem aan dat ze hier thuishoorden,’ zei inspecteur Rowling. ‘Ik denk dat wat er ook met hen gebeurd is, het niet voldoende was om ze te veranderen.’

‘O, we zijn veranderd,’ zei ik. ‘We zijn veranderd. Vroeger waren we fatsoenlijke mensen.’

Robin lachte en Teal grijnsde breed.

‘Het spijt me,’ zei ik tegen Alex, ‘maar we zijn moe en we hebben afschuwelijke dingen gezien en er zijn afschuwelijke dingen met ons gebeurd, of we dat verdienden of niet.’ Ik wierp een woedende blik op de inspecteur. ‘Wilt u ons alstublieft vertellen wat er met Gia gebeurd is? Wat is er met dr. Foreman gebeurd? Was zij in het huis?’

‘Er zijn vijf mensen dood. Reken maar uit,’ snauwde inspecteur Rowling. ‘Jullie zijn slim genoeg om te kunnen optellen.’

‘Alstublieft, inspecteur. U hebt nu wel voldoende informatie om mee verder te kunnen, niet?’ vroeg Alex, zich voornamelijk richtend tot de man in burger.

Hij knikte. ‘Oké. We zullen met ze praten als u de informatie hebt gekregen die u nodig hebt en de noodzakelijke regelingen hebt getroffen,’ zei hij zacht. Hij knikte naar inspecteur Rowling, die zich onwillig omdraaide en hem naar buiten volgde.

‘Gia en dr. Foreman zijn dood, meisjes,’ zei Alex zodra ze weg waren. ‘En de meisjes die dr. Foreman assisteerden ook.’

‘Gia raakte gevangen in haar eigen brand,’ zei ik.

‘Nee, ze is het gebouw binnengelopen nadat ze het vuur had aangestoken.’

‘Waarom ging ze naar binnen nadat ze het had aangestoken?’ vroeg Teal.

‘Waarschijnlijk om het ook binnen te verspreiden,’ zei ik.

‘Nee, niet alleen daarom. Het schijnt dat ze naar binnen ging om dr. Foreman te beletten naar buiten te komen.

‘Hoe weet u dat?’ vroeg ik met een vertrokken gezicht.

‘Ze hebben een ketting rond Gia’s middel gevonden. De ketting was ook om dr. Foremans middel bevestigd, en er zat een slot op om te voorkomen dat ze zich eruit zou kunnen werken. Ze lag in bed toen ze haar vond, sliep blijkbaar. Er volgde een korte worsteling, maar het was te moeilijk om Gia met haar mee naar buiten te slepen, en inmiddels moeten de gangen, de kamers en alle uitgangen in brand hebben gestaan.’

‘Wilt u daarmee zeggen dat Gia samen met haar wilde sterven? Ze offerde zichzelf op om er zeker van te zijn dat dr. Foreman niet zou ontsnappen?’

Alex knikte. ‘Daar ziet het wel naar uit, vrees ik. Vertellen jullie de waarheid? Hebben jullie hier niets van geweten? Niet wat haar plannen waren? Wisten jullie niet dat ze dr. Foreman zo haatte, genoeg om verantwoordelijk te zijn voor haar dood?’

‘Nee, mevrouw,’ zei ik, ‘Wij zijn dr. Foreman allemaal gaan haten,’ zei Teal. ‘Maar misschien had Gia daar nog meer reden voor.’

‘Geen misschien,’ zei Robin. ‘Ik denk dat Mindy het breekpunt was.’

‘Gia had niet van het begin af aan gelijk, hè, Phoebe? Ze leefde in haar fantasie, creëerde een meisje dat Posy heette. Ik denk dat het een tijdlang haar uitweg was, haar manier om te ontsnappen,’ zei Teal.

Ik keek naar het gezicht van Alex Patterson terwijl Teal sprak en boog me toen naar voren. ‘Was het allemaal haar verbeelding? Ik bedoel, alles in dat schrift?’

Lange tijd dacht ik dat ze geen antwoord zou geven, maar toen schudde ze haar hoofd.

‘Nee. Wat ze in haar schrift schreef was waar. Het is allemaal erg triest.’ Ze stond op.

‘Was het allemaal waar? Was ze de geadopteerde dochter van dr. Foreman?’ vroeg ik.

‘Ja,’ zei Alex. ‘Je hebt gelijk,’ ging ze verder tegen Teal. ‘De Posy die ze creëerde was haar manier om met dat alles om te gaan, haar ontsnapping veronderstel ik.’

‘Ze moet ten slotte wanhopig zijn geworden,’ dacht Teal hardop.

Alex knikte. ‘Ik zal regelen dat jullie drieën naar een faciliteit in Phoenix worden gebracht. Daar zullen jullie verder ondervraagd worden. Ik zal bellen met de diverse justitiële instellingen waar jullie mee te maken hebben gehad en die op de hoogte zijn van de voorwaarden en regels voor jullie plaatsing. Er is veel te doen, dus zullen we gauw moeten beginnen. Ik denk dat jullie niet veel dingen hebben die je wilt inpakken en meenemen.’

We schudden ons hoofd. We konden geen woord uitbrengen, waren te veel in gedachten.

‘Ik hoor binnen het uur een auto te hebben. Ga niet te ver weg,’ adviseerde ze.

We zagen haar vertrekken.

‘Te ver weg?’ mompelde Robin.

‘We zouden eens kunnen weglopen,’ zei ik, en keek naar Teal.

Ze begon te lachen. Haar schouders schokten en toen ging haar lach over in een snik. We deden haar na en huilden in koor om zoveel redenen dat het onmogelijk was ons op één speciale reden te concentreren. Later, voordat de auto kwam, verliet ik de barak en ging Natani zoeken. Hij en zijn neef hadden de paarden bijeengedreven en teruggebracht naar de paddock. Ze waren nog nerveus, de stank van de brand hing nog in hun neusgaten en wakkerde hun recente traumatische angst aan. Wind Song keek naar me toen ik naar het hek liep. Hij snoof en krabde op de grond, maar kwam niet zoals gewoonlijk naar me toe. Ik nam het hem niet kwalijk dat hij mensen wantrouwde die geacht werden hem te beschermen.

Ik zag dat Natani’s neef de waterbak stond te vullen en wilde hem juist vragen waar Natani was toen ik de drum hoorde in Natani’s hogan. Ik liep er haastig heen, klopte op de houten lijst van de ingang en tuurde naar binnen. Hij zat gehurkt op de grond, de drum voor hem en de magische stenen verspreid eromheen. Hij zei niets, maar ik zag dat hij me met zijn ogen begroette, dus liep ik naar binnen en ging tegenover hem zitten.

‘Heb je iets in je medicijnenbuidel om dit alles te helen, Natani? Wie weet waar we nu zullen eindigen?’

Hij sloot zijn ogen en stopte met drummen.

‘Vroeger, toen ik nog een kleine jongen was, nam mijn moeder me eens bij de hand en liet me zitten en naar een moederwinterkoninkje kijken die voor haar pasgeboren jongen zorgde. Ze bracht me elke dag terug en ik zag hoe hard de moeder werkte om de jongen te voeden en te verzorgen, die nooit ophielden met hun eisen.

‘Ze groeiden snel op. Het verbaasde me hóé snel, en het duurde niet lang of ze werden ondernemender en begonnen de wereld buiten hun nest te verkennen. Maar alles joeg ze angst aan en ze fladderden terug, bleven dicht op elkaar zitten en wachtten tot ze gevoerd en beschermd werden.

‘En algauw werden ze te groot voor het nest, maar toch probeerden ze erin te blijven. Ik zag het. Ik zag dat de moeder ze het nest uit joeg. Ze weigerde ze te laten terugkomen. Ze leken me verward en bang, maar na een tijdje vlogen ze weg en mijn moeder liet me het lege nest weghalen en bewaren en erover nadenken tot ik zelf de vraag kon beantwoorden waarom de moeder haar eigen jongen wegjoeg.

‘Lange tijd had ik moeite om het antwoord te vinden. En toen stierf mijn grootmoeder, de moeder van mijn moeder. Toen ze was heengegaan, kwam mijn moeder onze hogan binnen en ging naast me zitten. Ik was heel erg bedroefd. Ik was het lievelingetje van mijn grootmoeder. “Wat heeft dit je geleerd over de vogels?” vroeg mijn moeder.

‘Eerst keek ik haar vol verwarring aan. Hoe kon de dood van mijn grootmoeder me iets leren over een nest jonge vogeltjes die door hun moeder zo toegewijd verzorgd waren en toen weggejaagd? Mijn moeder bleef wachten. Ik besefte algauw dat ik het antwoord wist, dochter van de schildpad. Ik wist het, maar ik wilde het niet weten.’

‘Wat is het antwoord, Natani?’

‘De moedervogel wist dat ze veel ouder was en er een tijd zou komen, niet zo ver weg in het aardse leven, dat zij er niet meer zou zijn en haar jongen samen met haar zouden doodgaan als ze niet uitvlogen en sterk en onafhankelijk werden. Het is hard om je eigen familie weg te sturen, maar zo werkt de natuur.

‘Ik vroeg me vaak af of de moedervogel haar jonkies ooit nog terugzag, en als zij ze zag en ze zagen haar, of ze het dan zouden tonen of dat ze zo kwaad op haar zouden zijn dat ze haar niet langer wilden kennen of om haar geven.’

‘En deden ze dat?’

‘Je hebt nog nooit een vogel dood zien gaan, hè, dochter van de schildpad? Ze sterven in het donker, alleen. Je ziet een vogel niet plotseling dood omlaag vallen. Misschien dat je ze de volgende ochtend vindt, maar ze zijn gestorven in het donker. Mijn vader vertelde me dat de jongen zich in de duisternis verzamelen en hun moeder bedanken, zoals ze hopen dat hun jongen hen zullen bedanken. Voordat de zon opkomt zijn ze verdwenen. Hagoone is ons woord voor vaarwel, dochter van de schildpad, maar er is geen afscheidswoord voor kinderen en ouders. Je kunt geen afscheid nemen van datgene wat een deel van je is of waarvan jij een deel bent. Het blijft eeuwig bij je en bij degenen die na je komen. Het is het grootste geschenk dat we kennen, dat nooit afscheid nemen.

‘Wat je denkt dat weg is, wat je denkt dat je nooit meer zult zien of horen, is nog steeds bij je. Ga heen met dat in je hart. Niets hier heeft die waarheid veranderd en kon die ook niet veranderen.

‘Ze zijn in het donker gestorven,’ zei hij, met een knikje naar de afgebrande haciënda. ‘Ik zag hun geest in de rook omhoogrijzen om zich te voegen bij wat vóór hen is geweest.’

Hij boog zijn hoofd en ik stond op om weg te gaan.

‘Dank je, Natani. Hagoone.’

Hij keek naar me op en glimlachte. ‘Denk aan de schildpad die te lang in zijn schild bleef. Blijf niet te lang in dat van jou.’

‘Ik beloof het, Natani.’

En ik liet hem alleen.

Later reden we gedrieën zwijgend weg. Niemand van ons keek achterom. Het enige wat ik meenam was de turkooizen steen die Natani me had gegeven, een stukje van de omlaag gevallen lucht. Alex had een paar kleren voor ons meegebracht. Natuurlijk klaagde Teal dat ze goedkoop en lelijk waren, maar ik kon zien hoe dankbaar ze was.

We dommelden nu en dan in. Het landschap vloog voorbij als een aanhoudende stroom van zand, stenen en woestijnplanten. We zagen een paar konijnen, maar we reden te snel om verder iets te kunnen onderscheiden. Alex zat voorin naast de chauffeur en vroeg geregeld hoe het met ons ging, of we dorst hadden of naar de wc moesten. Meestal schudden we slechts ons hoofd. Niemand leek de stilte te willen verbreken. Misschien waren we allemaal te bang dat als we te veel praatten, we een eind zouden maken aan deze ontsnapping, want dat was het voor elk van ons, een vlucht uit de privéhel van een ander.

Ten slotte werden we naar een overheidsgebouw gebracht, waar we in een kamer weer ondervraagd werden over de laatste gebeurtenissen op dr. Foremans school. De twee mannen in burger die we in de barak hadden gezien, bleken FBI-agenten te zijn. De reden daarvoor was, zoals we hoorden, dat de ranch gehuurd was door dr. Foreman. Van Natani’s familie nota bene, dus hij had meer reden om er te blijven en ervoor te zorgen dan zij. Elke misdaad die gepleegd werd op indiaans land, viel onder de jurisdictie van de FBI, en van de indiaanse vertegenwoordiging en hun eigen stammenpolitie.

Teal zei schertsend dat het een prestatie was om te worden verhoord door FBI-agenten. We waren op een gegeven moment allemaal gearresteerd door de stadspolitie, de lokale ordehandhaving, en nu waren we bevorderd tot het hoofd van de criminele jeugdklasse. We lachten, maar vonden het niet echt grappig. We lachten omdat we nog zenuwachtig waren over wat er nu zou gaan gebeuren.

We kregen eten en koude drankjes en mochten uitrusten in een lounge. Gek genoeg, na zo lang geen televisie te hebben gezien, verveelde het gebodene ons en we negeerden het. Teal was de eerste die naar een tijdschrift greep. Robin deed hetzelfde en ik volgde hun voorbeeld. Het leek of we langzaam bijkwamen uit een coma. Zo had ik me gevoeld toen ik voor het eerst naar het oriëntatielokaal werd gebracht. Per slot was het allemaal slapen en ontwaken.

Eindelijk kwam Alex terug en we keken vol verwachting op.

‘Ik zal jullie niet vervelen met alle details van het overleg met de diverse regeringsinstanties die iets te zeggen hebben over jullie toekomst,’ begon ze. ‘Jullie weten allemaal dat jullie naar deze school zijn gestuurd als gevolg van een wettelijk besluit en met goedkeuring van jullie wettelijke voogden. Waar het op neerkomt is dat jullie nog steeds op proef zijn. Ik moet ervoor zorgen dat jullie dat goed begrijpen. Doen jullie dat?’

‘Alex,’ zei Teal, met haar bijdehante grijnslachje, ‘we zijn op proef sinds de dag waarop we geboren zijn.’

‘Ja, goed, zolang jullie maar begrijpen dat jullie dat nog steeds zijn.’ Toen zuchtte Alex zo diep dat ik bang was dat we voor haar ogen in het niets zouden verdwijnen.

‘Teal, jij gaat naar huis. Je gaat met een vlucht via Newark naar Albany. Op de luchthaven van Newark zul je worden opgewacht door een ambtenaar van de criminele jeugddivisie, die ervoor zal zorgen dat je in het juiste vliegtuig naar Albany komt, waar je ouders je onder hun hoede zullen nemen. Daar zal een vertegenwoordiger van de kinderrechter zorgen voor je counseling.

‘Robin, jij krijgt een rechtstreekse vlucht naar Nashville.’

‘Heus?’

‘Je moeder zal je afhalen, en voor jou geldt hetzelfde als voor Teal.’

‘Moederlief wil me afhalen van de luchthaven? Weet u dat zeker?’

‘Jullie ouders zijn allemaal op de hoogte gesteld van bepaalde gebeurtenissen die aan het licht zijn gekomen, en gedeeltelijk van wat jullie hebben doorgemaakt op de ranch.’

‘Moederlief zal er waarschijnlijk een lied over schrijven,’ zei Robin tegen mij.

Ik glimlachte, maar hield mijn blik strak gevestigd op Alex, die naar mij keek.

‘Phoebe, je oom en tante hebben geweigerd het voogdijschap en de verantwoordelijkheid voor je op zich te nemen. Het spijt me. Er is een regeling voor je getroffen dat je wordt ondergebracht bij pleegouders in Atlanta. Ze zullen je begroeten op de luchthaven. Je krijgt een rechtstreekse vlucht. Dezelfde counseling en toezicht gelden daar voor jou. Je onderwijs wordt geregeld. Het is, naar ik heb gehoord, een heel aardig echtpaar, met volwassen kinderen die uit huis zijn. Ze verheugen zich zelfs op je komst. Ik hoop dat je dat zult respecteren en dat alles goed zal aflopen voor jullie.

‘Goed dan,’ ging ze verder, terwijl ze opstond, ‘hebben jullie nog vragen die ik kan beantwoorden?’

‘Ja,’ zei Teal, ‘waarom zijn we geboren?’

‘Dat is een vraag die ik vrees dat je zelf zult moeten beantwoorden, kindlief. Ik wens jullie het allerbeste. Er staan buiten auto’s te wachten om jullie drieën naar de diverse terminals te brengen. Frissen jullie je wat op in het toilet en kom over een minuut of tien terug, oké?’

Ze glimlachte en verliet ons toen zoals iemand die zich van een last bevrijd voelt ons zou verlaten, haar schouders ontspannen, haar lichaam soepel, haar brein vooruitsnellend naar iets aangenaams dat haar wachtte als ze thuiskwam van haar werk en ze ons voorgoed uit haar gedachten kon wissen. Ik benijdde haar dat ze dat kon doen.

‘Wil iemand naar de wc?’ vroeg Teal.

‘Ik niet,’ zei Robin. ‘Phoebe?’

‘Ik ben niet gewend aan een binnen-wc,’ zei ik, ‘zonder dat er iets rond de pot kruipt.’

Ze lachten.

‘Wat ben je toch een idioot,’ zei Teal.

‘En wat ben jij dan?’ vroeg Robin haar. ‘Behalve een verwend nest?’

Teal deed of ze nadacht. “Verder niks eigenlijk. Dat lijkt me voorlopig wel voldoende.’

We lachten weer.

‘Het eerste wat mijn moeder me zal vragen,’ zei Teal toen we de kamer uitliepen, ‘is wat ik met mijn haar heb gedaan. Het zal geen moment bij haar opkomen dat een ander dat kan hebben gedaan. Ze zal me opsluiten tot ze vindt dat ik er goed genoeg uitzie om weer in het openbaar te verschijnen.’

‘Was je ooit goed en aardig genoeg?’ vroeg Robin haar.

‘Moet je háár horen. Ik hoop echt dat je moeder een lied schrijft over dr. Foremans school en het elke avond voor je zingt.’

‘Misschien schrijf ik het wel voor haar,’ zei Robin.

Een man in burger die eruitzag als weer een man van de FBI, stond te wachten bij de voordeur van het gebouw. Alex was kennelijk al verdwenen.

Hij deed de deur open en begon de auto’s toe te wijzen. Ze stonden in een rij geparkeerd bij het trottoir en alle chauffeurs keken dodelijk verveeld. We bleven even staan.

Het was inmiddels donker geworden. Er stonden sterren aan de lucht, maar ze waren niet zo stralend en zo talrijk als de sterren in de woestijnlucht. Straatlampen en andere lichten beroofden ze van hun helderheid.

‘Waarschijnlijk ben jij beter af dan wij tweeën, Phoebe. Jij komt bij mensen die bereid zijn van je te houden,’ zei Teal.

‘Mijn vader hield van me. Ik denk dat mijn moeder op haar manier probeerde van me te houden, hield eens zelfs heel veel van me,’ zei ik glimlachend.

Ze keken me aan, dachten ongetwijfeld aan de tijd dat zij hetzelfde hadden gevoeld ten opzichte van hun ouders.

‘Laten we gaan,’ beval de man achter ons.

Robin perste haar lippen op elkaar. Haar ogen waren vochtig.

Teal wendde snel haar blik af.

‘Weet je,’ zei ik, ‘ik zou dr. Foreman bijna dankbaar zijn.’

‘Waarvoor?’ vroeg Teal, zich weer naar me omdraaiend.

‘Voor onszelf,’ zei ik.

‘Ja, nou ja, als een van jullie me op straat ziet in Beverly Hills of op Worth Avenue in Palm Beach, doe dan of we elkaar nooit ontmoet hebben, wil je?’ zei Teal.

Ze deed een stap in de richting van haar auto, draaide zich toen om en omhelsde Robin. Ze hielden elkaar vast alsof ze, als ze elkaar loslieten, in een diep donker gat zouden vallen.

Teal deed hetzelfde met mij en ik hield haar ook stevig vast. Toen omhelsden Robin en ik elkaar. Niemand zei iets. We keken elkaar aan alsof we elkaar voor het eerst zagen en toen draaiden ze zich om en liepen naar de diverse auto’s.

Hagoone, dacht ik toen ze instapten.

Vlak voordat ik zelf wilde instappen, landde een musje op de motorkap, trippelde trots in een kringetje rond, verhief zich toen in de wind, alsof het naar de sterren kon vliegen.

Ik keek het na.

Toen stapte ik in de auto, sloeg mijn armen om me heen en nestelde me in een hoek van de bank.

Ik keek uit het raam, maar zag slechts mijn eigen gezicht weerspiegeld in het glas.

Toen betastte ik de kleine turkooizen steen en glimlachte.

Natani’s drum volgde me de hele weg naar mijn nieuwe thuis.