12. Pyjama party
Vlak boven de metalen deuren die toegang gaven tot de trap omlaag naar het souterrain, was een schuin dak dat eruitzag of het deel uitmaakte van een recente aanbouw aan het hoofdgebouw van de haciënda. Het dak was anders, zelfs al had het stucwerk van de muren dezelfde kleur. We gingen er niet vaak meer heen, maar ik had het gezien toen ik samen met Gia op het maïsveld werkte, vanwaar je er een goed uitzicht op had. Boven het dak was een rij ramen die we – afgaand op wat Gia en Mindy ons hadden verteld – van de kamers van de buddy’s waren, de kamers die we ooit gehoopt hadden dat ze voor ons zouden zijn.
Teal, helemaal opgepept, liep ’s avonds naar de achterkant van de haciënda voordat ze ging douchen en kwam terug om ons te vertellen over haar waarnemingen. We hadden besloten Gia of Mindy niet te vragen hoe zij de buddy’s hadden bespioneerd. Dan zouden ze doorhebben dat wij het ook wilden doen.
Teal zei dat er een metalen vat was omgerold in de tuin achter de haciënda. Ze zei dat we het vat overeind konden zetten en erop gaan staan en ons zo op het korte dak te hijsen.
‘Zo hebben Gia en Mindy het waarschijnlijk ook gedaan,’ zei Teal. ‘Fluitje van een cent.’
Net doen of je ging slapen was moeilijk. Nu ik eenmaal ja had gezegd, was ik zo onrustig dat ik het gevoel had dat ik een tiental levende vlinders had ingeslikt. Ze fladderden met hun tere vleugeltjes tegen mijn maagwand. Ik kon niet langer dan een minuut of zo in één houding blijven liggen, en ik was bang dat mijn woelen en draaien de nieuwsgierigheid zou wekken van Mindy of Gia.
Zij noch Mindy zei iets dat erop zou kunnen wijzen dat ze het hadden gehoord of nog wakker waren, maar ik vond toch dat Teal te gauw opstond. Ze hurkte naast Robins bed en tikte op haar schouder. Ik keek naar ze, en even dacht ik er serieus over om niet mee te gaan. Ze aarzelden en wenkten me. Ik haalde diep adem, wierp een snelle blik op Gia en Mindy, die er als bewusteloos bij lagen, en stond toen op, pakte mijn schoenen en liep ermee in de hand op mijn tenen over het stro. We zeiden niets tegen elkaar. Bij de deur glimlachte Teal. Ze zag er zo opgewonden uit als een jong meisje op haar verjaardag.
Misschien is ze wel gek geworden, dacht ik. Misschien liet ik me door een gek verleiden tot iets rampzaligs. Het was een zwakte van me dat ik de dingen niet zorgvuldig en lang genoeg overdacht voor ik ze deed. Zie maar hoe gemakkelijk ik me naar de slachtbank had laten leiden in Stone Mountain toen ik bij mijn oom en tante woonde. Als ik toen voorzichtiger en sceptischer was geweest, zou ik nu niet hier zijn.
Of wel? Was dit mijn onvermijdelijke lot, dat ik net zo min kon voorkomen als het opgaan van de zon elke ochtend?
Teal deed zachtjes de deur open en glipte naar buiten. Robin en ik keken elkaar aan om te zien wie haar het eerst zou volgen. Het lag op het puntje van mijn tong om te zeggen: ‘Laten we maar weer naar bed gaan, Robin’, maar ik deed het niet, al was ik bang dat ik er later spijt van zou hebben.
Ze ging naar buiten en ik volgde.
Lange tijd bleven we alledrie roerloos in het donker staan luisteren en wachten om te zien of iemand ons gadesloeg. Het bleef stil. Zelfs geen coyote was er te horen. Teal knikte naar het huis en we baanden ons een weg door een tunnel van schaduwen, van de schuur naar de achterkant van de haciënda. Toen we daar waren, keken we omhoog en zagen dat er licht brandde in een van de kamers van de buddy’s. Door een open raam hoorden we muziek. Silhouetten tegen een dun gordijn bewogen zich als in een poppenspel, en nu en dan klonk er een vrolijk lachsalvo. Een tijdje bleven we naar het raam staan kijken. Niemand zei iets. Misschien probeerden ze zich, net als ik, te herinneren wanneer ze voor het laatst zo’n plezier hadden gehad.
Waar kunnen ze in vredesnaam mee bezig zijn dat zo leuk is in dit afgrijselijke oord?’ vroeg Teal, die nu jaloers en kwaad omhoogkeek.
‘Pyjama party?’ vroeg Robin sarcastisch.
‘Wat het ook is, ik weet zeker dat het niet de moeite waard is om moeilijkheden te riskeren,’ zei ik, in de hoop dat Robin het tenminste met me eens zou zijn.
‘We gaan op onderzoek uit,’ drong Teal aan en ging ons voor naar het omgevallen vat.
We rolden het tot dicht bij het huis en zetten het overeind. Omdat het dak schuin liep, was het nog maar iets meer dan een halve meter naar de rand ervan.
‘Zie je wel? Zo moet het lukken,’ zei Teal, en klom op het vat.
Ze legde beide armen op het dak, sprong, en duwde zich naar voren. Het verbaasde me dat ze sterk genoeg was om zich zo gemakkelijk omhoog te trekken en haar been over de rand van het dak te slaan. Ik vond dat ze er de laatste tijd mager en kwetsbaar uitzag, maar ze was vastberaden en hees zich in haar volle lengte het dak op. Zelfgenoegzaam bleef ze zitten en keek glimlachend op ons neer.
‘Ik zei het je toch? Fluitje van een cent. Als ik het kan, kunnen jullie het ook,’ daagde ze ons uit.
Robin was de volgende. Teal hielp haar, en nu zaten ze allebei op het dak. Ik aarzelde en keek om me heen, half en half in de verwachting dr. Foreman zelf tevoorschijn te zien komen uit een schaduwplek waar ze ons had gadegeslagen.
‘Schiet op nou,’ fluisterde Teal.
Ik klom op het vat. Het begon te wiebelen, waarschijnlijk omdat ik zo zenuwachtig was en zo lang aarzelde, en dat bracht me in paniek. Ik greep de rand van het dak vast en samen pakten ze mijn armen beet, maar toen ik mijn voeten optrok, viel het vat om en hing ik te bungelen.
‘Geweldig!’ kermde Teal zachtjes. Zij en Robin deden hun best me omhoog te trekken.
Eindelijk, na mijn linkeronderarm te hebben geschaafd, was ik op het dak. Ik zwaaide mijn benen omhoog en bleef hijgend liggen.
‘Hoe moeten we er nou weer af?’ jammerde Robin, starend naar het omgevallen vat.
‘We laten ons langzaam omlaag zakken en springen naar beneden. Zo hoog is het niet,’ zei Teal, die weigerde zich te laten ontmoedigen. ‘Klaar?’
Robin knikte, en gedrieën, laag bukkend om buiten het licht te blijven dat door het raam van de haciënda naar buiten viel, liepen we over het dak naar het verlichte raam. Toen we dichterbij kwamen, werden de muziek en het gelach luider. We aarzelden.
Teal gebaarde dat we plat moesten blijven liggen om niet gezien te worden. Op onze buik kropen we naar het raam. Een luid gelach van alledrie de buddy’s maakte dat we even stil bleven liggen. Mijn hart bonsde. Mijn onderarm deed pijn op de plek waar ik hem geschaafd had en ik voelde me zo zwak en misselijk, dat ik bang was dat ik mijn evenwicht zou verliezen en over de rand van het dak zou vallen.
Teal kronkelde als een slang onder het raam door naar de andere kant. Ze wenkte Robin, die iets omhoogkwam en haar rug tegen de muur drukte. Op haar hielen werkte ze zich dichter naar het raam toe, toen bleven ze allebei op mij wachten. Weer hoorden we een bulderend gelach van de buddy’s en iemand die in haar handen klapte.
Robin stak haar hand naar mij uit. Ik greep hem vast en kroop dichter naar het raam toe. Toen hief Robin zich voorzichtig en geleidelijk op, tot ze naar binnen kon kijken. Haar mond viel open. Ze keek naar Teal, die ook door het raam tuurde en zich toen snel terugtrok en met haar hoofd tegen de muur leunde.
Robin deed een stap achteruit om ruimte voor me te maken. Ik richtte me een eindje op en keek door het raam. Lady Three droeg een spijkerbroek en een beha. Ze had haar dikke armen om Lady Two geslagen, die haar uniform aanhad, en ze dansten. Lady One lag rechts op het bed, slechts gekleed in haar beha en slipje, rookte iets wat op een joint leek en lachte terwijl de andere twee aan het dansen waren.
Lady Three had geen gevoel voor ritme. Ze leek op een roerloze boomstronk. Lady Two draaide naar buiten en bewoog zich goed op de maat van de muziek. Toen liet Lady Three haar hand los en pakte de joint die Lady One lag te roken. Ze ging naast Lady One liggen. Lady Two bleef dansen, terwijl de beide anderen hun joint deelden, toekeken en lachten.
Hoe konden ze dat doen zonder dat dr. Foreman het wist en goedkeurde? Was het een soort beloning? Of waren ze er gewoon van overtuigd dat ze hen niet zou horen en zich niet om hen zou bekommeren?
Plotseling klapte Lady One in haar handen en riep: ‘Trek uit, trek uit,’ tegen de nog steeds dansende Lady Two. Ze lachte en draaide zich naar hen om en begon een striptease.
Robin boog zich naar voren om over mijn schouder mee te kijken, en Teal lag op haar buik en tuurde door de opening in het raam. We keken vol ontzag toe terwijl de buddy’s Lady Two aanspoorden. Ze liet haar jasje op de grond vallen en knoopte haar blouse los, zwaaiend en draaiend op de muziek terwijl ze zich uitkleedde. Toen ze uit haar rok stapte zwegen de andere twee en keken gefascineerd toe.
‘Dit is stom en walgelijk,’ fluisterde Teal.
Robin schudde haar hoofd en legde haar vinger tegen haar lippen. De striptease werd voortgezet. Lady Two maakte haar beha los, hield hem omhoog en gooide hem naar de twee op het bed. Ze lachten en gingen rechtop zitten toen Lady Two langzaam haar slipje uittrok. Toen boog ze zich voorover en wiebelde met haar achterste naar hen. Ze lachten. Toen ze zich omdraaide en zich weer oprichtte, keek ze naar het raam. We trokken ons niet snel genoeg terug. Dat was duidelijk te zien aan de uitdrukking op haar gezicht.
Teal kroop haastig op handen en voeten onder het raam door en we holden terug naar de plek waar we op het dak waren geklommen. We hoorden dat het raam verder openging.
‘Wie is daar?’ riep Lady Three.
We bleven staan en lieten ons op onze buik vallen, in de hoop dat ze ons niet zou zien. We hielden onze adem in, maar onze harten bonsden zo luid als drie jungledrums.
‘Ik zie ze,’ hoorde ik.
‘We pakken ze!’
Teal bewoog zich te haastig naar de rand van het dak, kon zich niet meer houden en rolde met een korte gil naar beneden. Ik hoorde dat ze op het vat viel.
Robin en ik zwaaiden onze benen over de dakrand, lieten ons zo behendig en voorzichtig mogelijk zakken, en waagden de sprong. We vielen op onze billen, maar liepen geen van beiden enig letsel op. Teal lag te kronkelen op de grond en hield huilend haar enkel vast.
‘Ik heb hem tegen het vat gestoten,’ kermde ze. ‘Ik geloof dat hij bloedt.’
‘Geen tijd om te kijken,’ zei Robin.
Zonder dralen hesen we haar overeind en sloegen haar armen om onze schouders. Toen liepen we zo snel we konden door, bleven in de schaduw, terwijl Teal tussen ons in hinkte. We moesten haar praktisch dragen. Toen we een deur achter ons dicht hoorden vallen, probeerden we nog sneller te lopen. Teal kreunde en viel bijna, ook al deden wij het meeste werk. Robin noch ik keek achterom.
Toen we bij de schuur waren, deden we de deur open en gingen haastig naar binnen. We zetten Teal op haar bed.
‘Mijn enkel voelt of hij in brand staat.’
‘Je zult het moeten verdragen en je stil houden, Teal,’ zei ik. Ik hielp haar met het uittrekken van haar schoenen, en we stopten haar onder haar deken en lagen in ons eigen bed, onder onze dekens, op het moment dat de deur openging. Tot onze verbazing waren Gia en Mindy niet wakker geworden, of anders deden ze net of ze sliepen.
Ik dacht dat de buddy’s het licht zouden aandoen en tegen ons zouden gaan schreeuwen, maar het bleef stil. Ik lag met mijn rug naar de deur en keek naar Robin, die ook van de deur afgewend lag. Ten slotte hoorde ik voetstappen op het stro en ik maakte een luchtsprong toen een stijve wijsvinger hard in mijn zij werd geprikt.
Ik draaide me met een ruk om.
Lady One lag naast mijn bed geknield. In het licht van de maan dat door de ramen van de schuur naar binnen viel, kon ik zien dat ze me met een kille glimlach aankeek. ‘Beetje rondgevlogen, Phoebe? Jij en je nieuwe vriendinnen?’
Ik begon mijn hoofd te schudden, maar Lady Two trok de deken van Teal af, die een gil gaf. Lady Three liep naar haar toe. Mindy en Gia draaiden zich eindelijk om en gingen rechtop zitten.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Mindy.
‘We houden bedcontrole. Hou je mond en ga slapen,’ beval Lady Three.
Mindy ging op haar rug liggen en trok de deken over haar hoofd. Gia bleef rechtop zitten en keek zwijgend toe.
‘Sta op,’ beval Lady Three Teal, die hulpeloos naar mij keek en toen overeind krabbelde, haar pijn zoveel mogelijk verbijtend.
Lady Three zag het bloed door Teals witte sok sijpelen. ‘Gewond geraakt bij het hardlopen?’ vroeg ze op spottend vriendelijke toon.
Teal knikte. ‘Ik moet naar een dokter. Er moet een röntgenfoto gemaakt worden. Misschien is mijn enkel gebroken.’
‘O, natuurlijk. We zullen de limousine meteen voor laten komen en jou erin zetten. Schiet op!’ beval Lady Three en duwde haar naar de deur.
Teal begon te huilen. ‘Ik kan er niet op lopen!’
‘Doorlopen!’ herhaalde Lady Three en gaf haar een harde por in haar ribben.
Teal hinkte naar de deur. ‘Wat wil je? Waarom moet ik naar buiten? Het is al laat,’ zei ze smekend.
‘Ik wil dat je van de koele avondlucht geniet.’
Ik wilde overeind komen om te protesteren, maar Lady One prikte met haar wijsvinger tussen mijn borsten en duwde me hard achterover.
Ze bleef over me heengebogen staan. ‘Ontspan je nou maar, kind. Jij blijft rustig hier.’
‘Laat haar met rust. Ze is echt gewond,’ pleitte ik.
Ze lachte. ‘Geven jullie plotseling zoveel om elkaar? Wat lief.’
Ik keek naar Robin, die weer op haar zij lag, rillend van angst dat zij de volgende zou zijn.
‘Als je Teal hier niet terugbrengt…’ begon ik dreigend.
‘Wat doe je dan, m’n beste Phoebe? Nou?’
‘Ik wil dr. Foreman spreken,’ zei ik, en wilde weer overeind komen.
‘O, je krijgt haar heus wel te zien. Wees maar niet bang. Wil je eerst een tijdje in de IJskamer?’
‘Je bent weerzinwekkend. Jullie zijn allemaal weerzinwekkend.’
Lady Two kwam dichterbij. ‘Ik zou mijn mond maar houden als ik jou was, anders slaan we hem voorgoed dicht.’
Ik had nog nooit zo’n waanzinnige en verwilderde blik in iemands ogen gezien. Ik slikte moeilijk en keek naar Gia, die gevoelloos, zonder enige uitdrukking, zelfs zonder de geringste interesse naar me keek.
Ik sloeg mijn armen over elkaar en ging weer liggen.
De twee buddy’s draaiden zich om en volgden Teal en Lady Three de schuur uit. De deur deden ze achter zich dicht.
‘Wat gaan ze met haar doen?’ jammerde Robin.
‘Wat hebben jullie gedaan? Ze bespioneerd?’ vroeg Gia. Ze sprak als in een droom.
‘Ja,’ zei Robin. ‘Teal herinnerde zich dat jullie erover verteld hadden, over hun party.’
‘Jullie zijn op het dak geklommen en hebben door het raam naar binnen gekeken?’
‘Ja, en we zagen meer dan jullie hebben gezien. Ze luisterden niet alleen naar muziek en rookten hasj, ze dansten en kleedden zich voor elkaar uit. Ze zijn ziek en weerzinwekkend. Wacht maar tot we dr. Foreman verteld hebben wat we hebben gezien. Hè, Phoebe?’
Ik gaf geen antwoord.
Haar woorden stierven als loze dreigementen weg in het donker. Gia ging weer slapen. Robin lag nog steeds op haar zij, maar ik ging een tijdje rechtop zitten en luisterde naar Teal. Ik hoorde niets, geen kreet, geen luide stem, niets. Eindelijk kon ik mijn ogen niet langer openhouden en ging weer liggen.
De volgende ochtend was er geen Teal. Het eerste wat ik deed zodra ik mijn ogen geopend had, was overeind komen en naar haar uitkijken, maar haar bed was leeg. Gia en Mindy kleedden zich zwijgend aan. Robin sliep nog. Ik maakte haar wakker.
‘Ze hebben Teal niet teruggebracht,’ zei ik. Ik vroeg me af waarom ze van ons drieën juist haar hadden uitgezocht. Waarom hadden ze niet ook Robin en mij meegenomen?
Robin keek bezorgd, maar zei niets. We kleedden ons aan en gingen naar buiten. De buddy’s waren er zoals gewoonlijk en wachtten om ons het gebed te horen opzeggen.
‘Waar is Teal?’ vroeg ik.
‘Het gebed,’ zei Lady One, naar me toelopend.
We gehoorzaamden en toen informeerde ik weer naar Teal.
‘Dat kind,’ zei Lady Two hoofdschuddend, ‘blijft zichzelf verwonden. Ze had niet zoveel moeten lopen op die gekwetste enkel, maar we konden haar niet beletten steeds maar rond te blijven lopen. Nu ligt ze weer in de ziekenboeg, maar ze zal ervoor boeten. Zoals je weet, zijn er geen excuses om je werk niet te doen. Dr. Foreman zal haar hiervoor vijf minpunten geven.’
‘Wat zal ze jou geven als ze erachter komt wat je gedaan hebt?’ mompelde ik.
‘Wat zei je?’ Ze kwam zo dicht bij me dat haar neus de mijne raakte. Ik deed een stap achteruit. ‘Nou? Zei je iets? Dreigde je met iets, m’n beste Phoebe?’
‘Nee.’
‘Heel verstandig. Ga aan het werk, jullie allemaal.’
Ik keek naar Robin die al die tijd met gebogen hoofd was blijven staan. Mindy mompelde in zichzelf en Gia staarde met intens sombere ogen voor zich uit.
Ik haalde diep adem en trok me terug in mijn schild, zachtjes in mezelf neuriënd.
Te oordelen naar hun zelfbewuste optreden, was ik er zeker van dat de buddy’s dr. Foreman hadden verteld wat we hadden gedaan. Tot mijn verwondering stelde dr. Foreman Robin of mij geen enkele gerichte vraag erover. Teal bleef in de ziekenboeg en werd blijkbaar ook niet verhoord. Dr. Foreman kwam niet het huis uitgehold met ogen die vuur schoten van woede.
Maar de stilte maakte me nerveuzer. Het was als de ogenblikken voordat een bom ontplofte. Onze dagen waren hetzelfde als altijd, behalve dat Teal er niet bij was. Op een middag zagen we dr. Foreman met het busje vertrekken, en ik zag haar die dag niet meer terug. Ze was ook niet aanwezig tijdens het avondeten. Wat betekent dat allemaal? vroeg ik me af.
De volgende ochtend zag ik het busje weer voor de deur staan, en later op de dag liet dr. Foreman Robin en mij door Lady One halen toen we in de tuin aan het werk waren.
‘Nou komt het,’ zei Robin.
Haastig liepen we naar haar kantoor, in de verwachting dat we ervan langs zouden krijgen omdat we de buddy’s hadden bespioneerd. Ze zat achter haar bureau een paar papieren in te vullen. Toen we binnenkwamen keek ze op.
‘O, Phoebe, Robin,’ zei ze vriendelijk. ‘Ik wil dat jullie een paar lessen krijgen van Natani.’
‘Lessen?’ vroeg ik. Wilde ze de draak steken met zijn ideeën over het schild?
‘Ja. Meestal laat ik de meisjes die lessen eerder geven, maar we zijn zo druk bezig geweest met oriëntatie en ontwikkeling dat het op de tweede plaats is gekomen. Ik vind dat het meer effect heeft als Natani met niet meer dan een of twee tegelijk werkt. Hij verwacht jullie beiden vanavond na het eten in zijn hogan. Jullie zijn voorlopig ontslagen van al het andere schoolwerk. Ik wil jullie vragen beleefd te zijn en hem je volle aandacht te schenken. We zullen er later over discussiëren. Dat is alles. Jullie kunnen terug naar de tuin.’ Ze wijdde zich weer aan haar administratie. ‘O,’ ging ze verder toen we naar de deur liepen. ‘Bespreek het niet met de anderen. Ik heb een hekel aan mogelijke kleinzielige jaloezie. Zij krijgen hun lessen als ze aan de beurt zijn.’
Beduusd gingen we naar buiten.
‘Ik dacht beslist dat we op ons donder zouden krijgen,’ zei Robin toen we de trap afliepen. ‘Wat stelt dat voor, lessen van Natani? Hij geeft ons al lessen in tuinieren en de fruit- en groenteteelt. Wat kan hij ons in vredesnaam nog meer leren?’
‘Ik weet het niet zeker,’ zei ik. ‘Zoals ze het zei, klonk het als een soort beloning of voorrecht, maar toch vertrouw ik het niet.’
‘Ach, nou ja. Geen huiswerk. Ik accepteer alle kleine meevallers die ik hier krijg. Reken maar!’
We gingen weer aan het werk, en, zoals dr. Foreman had bevolen, hielden we onze mond over Natani en de lessen. De hele dag wachtte ik of Teal uit de ziekenboeg zou worden ontslagen. Ik luisterde ook als de buddy’s met elkaar praatten, om te horen of ze iets zouden zeggen over haar of wat er met haar was gebeurd, maar het leek of ze er nooit geweest was. Er werd geen woord over haar gesproken.
Weer kwam ze niet aan tafel die avond, en weer scheen het Gia en Mindy totaal niet te interesseren. Wat hen wél interesseerde en verbaasde was het feit dat we niet teruggingen naar de schuur om ons huiswerk te maken.
‘Hoe komt het dat jullie daarvan zijn vrijgesteld?’ vroeg Mindy geïrriteerd.
‘We hebben een ander karwei,’ zei ik.
‘O,’ zei Mindy knikkend. ‘Jullie worden eindelijk gestraft, hè?’
‘We zullen het je laten weten,’ zei ik.
Gia kneep haar ogen samen, nam me even aandachtig op en liep toen zwijgend weg.
Robin en ik gingen naar Natani’s hogan. Toen we er waren, liet hij ons op de grond zitten. De stenen waren verdwenen, maar er lag een klein stapeltje dierenhuiden. We keken er geïntimideerd naar, vooral naar het slangenvel.
‘Wat moeten we hier leren?’ vroeg Robin.
‘De woestijn.’ Hij zei dat hij wilde beginnen met de giftige woestijndieren. Hij zocht in de stapel en haalde er de slangenhuid uit, die zo lang en levensecht was, dat we een kreet onderdrukten en achteruitdeinsden toen hij hem omhooghield.
‘Hoornratelslang,’ zei hij, alsof hij ons wilde voorstellen aan een van zijn huisdieren. Hij bewoog zijn lichaam om aan te geven hoe de slang zich voortslingerde. ‘In het zand neemt hij deze vorm aan.’
Met een stok tekende hij evenwijdige J-vormige tekens. ‘Daaraan zie je dat hij hier geweest is. Als de afdruk heel vers is, neem je een andere route.’
‘Ik zou al een andere route nemen als die afdruk maanden oud was,’ mompelde Robin.
‘Slangen komen ’s nachts tevoorschijn. Slapen in holen of onder struikgewas. Ze vallen je bijna nooit aan als je ze met rust laat. Een goede les, die opgaat voor de meeste dingen in de natuur.’
‘Het zou mij geen moeite kosten ze met rust te laten,’ zei ik. Robin knikte heftig om haar instemming te betuigen.
‘Soms dringt een dwaas blindelings zijn schuilplaat binnen en dan slaat hij toe.’ Hij hief zijn medicijnenbuidel op. ‘Hierin heb ik ratelslangkruid.’ Hij haalde er iets uit en liet het ons zien. ‘Als iemand gebeten is, moet je de wond onmiddellijk opensnijden, het gif eruitzuigen, en het sap van de plant in de wond druppelen. Kauw op de plant en slik het sap door. Daardoor ga je overgeven.’
‘Bah,’ zei Robin. ‘Moet dat allemaal zo gedetailleerd?’
‘Iemand die gebeten is, is heel misselijk en transpireert. Verbind de wond met de plant nadat die gekookt is. Het kan iemands leven redden of hem ervoor behoeden heel ziek te worden.’
‘Waarom vertelt hij ons dat nu allemaal?’ mompelde Robin. ‘Dat hadden we de eerste dag moeten leren toen we in deze hel aankwamen.’
Hij legde de buidel neer en zocht in de stapel om ons een hagedis te laten zien met felgekleurde, kraalachtige schubben op zijn rug.
‘Gilamonster,’ zei hij de huid optillend. ‘Giftige beet.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Laat hem met rust en hij laat jou met rust.’
‘Hij zal van mij geen last hebben,’ zei ik en ging iets achteruit toen hij de huid dichterbij mijn gezicht bracht.
Hij liet ons nog vier andere hagedissen zien, de chuckwalla, de nachtwoestijnhagedis, de moloch en de armadillohagedis, zodat we ze zouden kennen en er niet bang voor zouden zijn. Hij hield nog een huid op van een blinde slang, zoals hij die noemde, en zei dat die ongevaarlijk was.
‘Ik vind hem er niet ongevaarlijk uitzien,’ mompelde Robin. ‘Een slang is een slang.’
Natani staarde haar even aan. ‘De nachthagedis vroeg eens aan de ratelslang waarom hij voor de mensen wegrende en zo kwaad werd als ze te dichtbij kwamen. De ratelslang antwoordde: “Een mens is een mens.’”
‘Leuk, hoor,’ zei Robin. Ik glimlachte en ze keek alsof zij het ook doorhad.
‘Schorpioenen kennen jullie,’ ging Natani verder, maar liet ons toch de gedroogde schorpioenen zien, opdat we het verschil zouden kennen tussen de giftige en de niet-giftige. Daarna liet hij ons een giftige zwarte weduwe zien. Eén dier dat ik niet verwacht had was een duizendpoot, waarvan hij zei dat hij giftige scharen had en een pijnlijke beet.
‘Schud kleren en dekens altijd goed uit als je in de woestijn bent,’ waarschuwde hij. ‘Je kunt onaangenaam verrast worden als je je hemd aantrekt met een van deze beestjes erin.’
Als laatste toonde hij de fluwelen mier. Natani zei dat de vleugelloze vrouwtjes een pijnlijke steek konden toebrengen en noemde ze ‘mierwespen’.
Ik kon zien dat Robin steeds bleker werd. ‘Al die dieren zijn om ons heen, sommige vlak onder onze neus?’
Natani knikte, en ze keek of ze elk moment kon gaan kokhalzen of zelfs flauwvallen. Ze slikte moeilijk en schudde haar hoofd. ‘Als ik wist dat die dieren allemaal hier waren, zou ik gekozen hebben voor een zwaarbewaakte gevangenis.’
Waarom had dr. Foreman besloten Natani dit nu te laten vertellen? vroeg ik me af. Was dit onze straf? Ons te confronteren met al die angstaanjagende dieren en insecten, zodat we er nachtmerries van zouden krijgen en op onze tenen zouden gaan lopen? Was het de bedoeling ons opgesloten te houden en ons ervan te weerhouden op de ranch rond te dwalen? In dat geval had het succes. Robin keek of ze zich tot een bal wilde oprollen, en mijn maag draaide zo vreemd rond, dat ik vreesde dat ik mijn diner weldra zou afstaan aan de mieren en spinnen en slangen. Natani schoof alle huiden en dieren opzij en ging tegenover ons zitten.
‘Reizen in de woestijn is overdag moeizamer, maar de giftige dieren die ik je heb laten zien komen alleen ’s nachts tevoorschijn. Woestijndieren weten hoe ze zich overdag moeten ingraven en slapen.’
‘Klinkt als een lekker leventje,’ zei Robin droogjes. ‘Wat wil dit alles zeggen?’ vroeg ze aan mij. ‘Gaan we een trektocht maken of zo?’
‘Misschien,’ zei ik.
‘Mij niet gezien,’ zei Robin. ‘Ze zouden me gillend en klauwend mee moeten sleuren. Dat kan toch niet op de agenda staan, wel?’ Ze keek naar Natani en mij om gerustgesteld te worden, maar ik kon slechts mijn hoofd schudden.
‘We zullen afwachten,’ zei ik.
‘Bedek altijd je hoofd in de woestijn,’ ging Natani verder, ons gesprek negerend. ‘Shorts, minder kleren – allemaal verkeerd. De zon kan als een mes zijn. Jij weet het al,’ zei hij met een blik op Robin. “Maar ik zal jullie nu leren hoe je vuur moet maken in de woestijn.’
‘Vuur in de woestijn? Dat is net zoiets als ijsblokjes brengen naar de eskimo’s,’ zei Robin met een grimas. ‘Waarom zou iemand een vuur nodig hebben in de woestijn?’
‘Vuur is een manier om signalen te geven, eten te koken, water te zuiveren. Je weet dat het ’s nachts ook heel koud kan zijn.’
Natani liet ons zien hoe we een stok moesten gebruiken met een stuk gedroogd hout of de dikke tak van een struik om voldoende wrijving te veroorzaken. Toen het begon te roken, wreef hij harder, legde er toen wat droge twijgjes omheen, waarbij hij voortdurend op het gloeiende hout bleef blazen. De vlam laaide op en hij ging er ontspannen bij zitten.
‘Proberen jullie het maar.’ Hij gaf ons allebei de middelen om een vuur te maken door middel van wrijving. Robin en ik kregen rook maar geen vlam, tot Natani het nog eens voordeed. Eindelijk toverden we allebei een vlam tevoorschijn. Het voelde aan als een grootse prestatie.
‘Is het niet eenvoudiger gewoon een pak lucifers mee te nemen?’ mopperde Robin.
Natani’s ogen versomberden, maar verhelderden weer toen hij naar mij keek. ‘Natani kan jullie niet in één dag bijbrengen wat je in een heel leven moet leren, en wat je hier leert, behoudt eeuwig zijn waarde. Overal zijn woestijnen, zelfs midden in jullie steden.’
‘Wat bedoel je daarmee? Maak je geen zorgen, Natani,’ zei Robin met een knikje. ‘Ik hoef dit bepaald niet allemaal te weten als ik hier weg ben. Ik zweer je dat ik zelfs op de televisie niet naar een woestijn zal kijken.’
Lady Three stak haar hoofd om het gordijn voor de ingang van Natani’s hogan, en we draaiden ons allemaal om toen ze vroeg: ‘Zijn jullie hier klaar?’
‘Nee,’ zei hij.
‘Dat is dan jammer. Dr. Foreman wil ze nu spreken.’
Ik keek naar Natani. Iets in zijn verder ondoorgrondelijke gezicht beangstigde me. Hij voelde zich niet gerust over ons.
‘Nu,’ snauwde Lady Three.
We stonden op en liepen de hogan uit in de richting van het huis.
‘Hoe was de les van het opperhoofd, meiden? Denken jullie dat je een dag in de woestijn kan overleven zonder je make-up?’
‘Jij hebt dit toch ook overleefd?’ kaatste ik terug.
‘Wil je soms zeggen dat als ik het kan, jullie het ook kunnen?’
‘Misschien.’
Ze lachte.
‘En misschien héb je het wel niet overleefd,’ zei ik.
Haar glimlach verdween en ze greep mijn schouder beet en draaide me naar haar toe. ‘Wat wil je daarmee zeggen?’
Ik gaf geen antwoord. Ze bleef me strak aankijken, met zo’n woedend, verhit gezicht, dat Natani een vuur had kunnen maken met een stok die hij voor haar gezicht hield.
‘Loop door. Je bent geen steek veranderd,’ mompelde Lady Three. ‘Je bent geen steek vooruitgegaan, ondanks je mooie acteerwerk. Je kan misschien een paar mensen hier hebben bedot, m’n beste Phoebe, maar mij niet. Denk daaraan.’
Ik wilde me omdraaien en haar aanvliegen en die verfoeilijke ogen uitkrabben, maar ik bleef doorlopen.
We keken verbaasd op toen we alleen Teal in het kantoor van dr. Foreman aantroffen. Ze had een kruk bij zich en zat op de bank. Ze keek niet op toen we binnenkwamen, maar hield haar ogen strak op de grond gericht. Ik vond haar wat magerder en bleker geworden, maar verder was ze niet veel veranderd.
‘Teal!’ riep Robin uit. ‘Hoe gaat het? Waar ben je geweest?’
‘Hier,’ zei ze snel. ‘Waar anders?’
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Robin, die naast haar ging zitten.
‘Niets. Dr. Foreman constateerde dat ik een verstuikte enkel had en bracht me naar een van de kamers.’
‘De kamer met het grote hemelbed?’ vroeg ik, terwijl ik langzaam op de bank ging zitten.
Ze keek me met half dichtgeknepen ogen aan en knikte.
‘Vroeg ze niet hoe je hem verstuikt had?’ vroeg Robin.
‘Ze wist er al alles van.’ zei Teal, ‘Maar…’ Robin keek naar mij. ‘Ze heeft er tegen ons geen woord over gezegd. Er is niet veel veranderd, hè, Phoebe?’
‘Ik weet het niet. Is er iets veranderd, Teal?’ vroeg ik. terwijl ik haar doordringend aankeek. Ze wendde haar ogen snel af en haalde haar schouders op.
‘Wat…’ Robin kneep haar lippen op elkaar toen dr. Foreman binnenkwam en achter haar bureau ging zitten. Plotseling vond ik haar meer op een rechter in een rechtszaal lijken.
‘Van tijd tot tijd,’ begon ze, ‘bekijk ik de vorderingen van mijn nieuwste leerlingen en stuur een rapport naar de rechtbank, naar de familie, zodat iedereen weet wat ze kunnen verwachten en wanneer ze dat kunnen verwachten.
‘In sommige opzichten, in veel opzichten,’ ging ze verder, voornamelijk naar mij kijkend, ‘hebben jullie een paar grote stappen gedaan in de goede richting. Jullie hebben geleerd hoe je regels moet gehoorzamen en jullie zijn wat minder egocentrisch geworden.
‘Nu staan we op wat ik graag noem het eerste van veel kruispunten. Hoeveel sneller en verder je in een positieve richting blijft gaan zal spoedig worden vastgesteld, en daarna zal ik in staat zijn jullie te beoordelen en mijn rapport op te stellen.
‘Om er verder geen doekjes om te winden, jullie weten alledrie dat ik erg teleurgesteld ben in jullie gedrag van de laatste tijd. Ik heb gewacht om te zien wie van jullie naar voren zou komen om me erover te vertellen, wie van jullie voldoende morele capaciteit heeft verworven om bij me te komen en een bekentenis af te leggen, je te ontlasten van het schuldgevoel dat je ongetwijfeld met je meedraagt.
‘Ik kan je niet zeggen hoe teleurgesteld ik ben, speciaal in een van jullie.’ Ze keek weer meer naar mij dan naar Robin of Teal. ‘Ik heb gewacht en gewacht en gehoopt, maar helaas, ik realiseer me dat we nog een heel eind te gaan hebben.
‘Dus,’ ging ze verder, terwijl ze tegen het bureau leunde en haar armen over elkaar sloeg, ‘laten we beginnen.’
‘Teal heeft me verteld dat het Robins idee was om die stomme nachtelijke tocht te ondernemen en onze buddy’s te bespioneren, op een dak te klimmen en jezelf in gevaar te brengen.’
‘Wát?’ riep Robin uit, bijna overeind springend.
Ik keek naar Teal, die haar gezicht van ons afgewend hield.
‘Ze is een enorme leugenaarster. Zij is degene die met het plan kwam.’ schreeuwde Robin. Ze gaf Teal een por tegen haar schouder. ‘Hoe kon je dat zeggen?’
‘Hou daarmee op,’ zei dr. Foreman scherp.
‘Maar ze liegt, dr. Foreman.’
‘Phoebe,’ zei dr. Foreman. ‘Liegt ze? Was het haar idee?’
Teal draaide zich met een ruk om en keek me aan, haar gezicht zo vol angst, dat ik onwillekeurig medelijden met haar had. Ik dacht ook aan mijzelf en hoe ik haar had verraden. Ik was geen haar beter dan zij, en Robin evenmin.
‘Normaliter hou ik niet van klikspanen,’ zei dr. Foreman, die me nu strak aankeek. ‘Dat is stiekem en achterbaks en geen bewijs van echte groei. Waarschijnlijk hebben jullie vroeger allemaal weleens zoiets gedaan, en jullie weten maar al te goed dat je gezaghebbers een ander gezicht kunt tonen dan je vrienden. Dat is bedrieglijk en geen teken dat iemand zichzelf en haar morele weg gevonden heeft.
‘Of ik hoor een bekentenis en de instemming van de andere twee, óf een of twee van jullie vertellen me nu onmiddellijk van wie het idee afkomstig is.
‘Nou?’ snauwde ze. Ze richtte zich in haar volle lengte op en keek ons woedend aan. ‘Van wie was dat idee?’
‘Het was Teal niet,’ zei ik.
‘Wát!’ schreeuwde Robin, zich met een ruk naar me omdraaiend.
‘Het was Gia’s idee,’ zei ik snel. Waarom dat plotseling bij me opkwam, wist ik niet zeker. Ik denk dat het een combinatie was van dingen. Om te beginnen was het wel degelijk Gia die het idee in ons hoofd had geplant, en verder leek het niet zo verschrikkelijk om iemand de schuld te geven die al veroordeeld was in dr. Foremans gedachten. Het was of je een moordenaar in een dodencel de schuld gaf van een andere moord. Wat voor verschil kon het voor hem maken?
Dr. Foremans ogen versmalden, verduisterden. ‘Gia?’
‘Ja,’ zei ik zonder enige aarzeling.
‘Waarom gaf Teal dan Robin de schuld?’
Ik keek naar Teal. ‘Ze is banger voor Gia dan voor Robin. Dat zijn we allemaal.’
Dr. Foreman keek me lang en onderzoekend aan. Ze liep naar de voorkant van haar bureau, sloeg haar armen over elkaar en knikte bijna onmerkbaar. Ik dacht dat ze tegen me zou gaan gillen dat ik een leugenaarster was, maar iets weerhield haar.
‘Wil je zeggen dat Gia die avond met jullie mee is gegaan?’
‘O, nee.’
‘Wat wil je dan zeggen, Phoebe? Heeft Gia dit al eerder gedaan of kwam ze plotseling op dit idee?’
Robin en Teal keken hoopvol naar mij, beiden erop vertrouwend dat ik de juiste antwoorden zou vinden om ons uit de penarie te helpen.
‘Ik weet het niet, dr. Foreman.’
‘Je weet het niet?’
‘Ik weet nooit zeker of het waar is wat Gia zegt.’
Ik keek haar strak in de ogen. Ze wist wat ik bedoelde.
‘Laat me niet overkomen als een openbare aanklager, Phoebe.’
‘Dat doe ik niet,’ kermde ik.
‘Heeft Gia je verteld dat ze mijn meisjes bespioneerde? Ja of nee.’
‘Niet precies.’
‘Wat bedoel je?’
‘Ze zei dat Posy het gedaan had,’ antwoordde ik. Teal en Robin keken nog geschokter toen ze Posy’s naam hoorden. Ze keken snel op om te zien wat dr. Foremans reactie zou zijn. Ze keek peinzend maar niet woedend. Ze draaide zich om naar Teal en Robin.
‘Heeft ze jullie dit ook verteld?’
‘Ja, dr. Foreman,’ zei Teal snel. ‘Het spijt me dat ik het u niet verteld heb. Phoebe heeft gelijk. We waren allemaal bij elkaar toen ze het erover had en wat ze zei dat Posy gezien had. We verveelden ons gewoon en ze vertelde ons hoeveel plezier de buddy’s hadden op hun zogenaamde party’s, en –’
‘Dat interesseert me niet,’ snauwde dr. Foreman. Ze dacht weer na en liep toen naar haar bureaustoel. ‘Ik ben teleurgesteld.’
Toen, na een korte stilte waarin ze bezorgder keek dan ik ooit van haar gezien had, ging ze verder. ‘In jullie allemaal.’
Na nog een rustig moment keek ze scherp op, met een gezicht vol weerzin, en zei: ‘Jullie kunnen gaan. Ga terug naar je verblijf tot ik je roep.’
‘U bedoelt, naar de schuur?’ vroeg Robin.
‘Ben je doof? Ja. Ga nu.’ Dr. Foreman gebaarde naar de deur.
We stonden langzaam op en liepen met ingehouden adem naar buiten.
Waren we ontsnapt aan een verschrikkelijke straf? Dr. Foreman had ons zo graag weer willen scheiden. Ik kon bijna zien hoe ze genoot van een nieuwe overwinning. Dat had haar natuurlijk teleurgesteld, maar als zij teleurgesteld was, was ze zo depressief en kwaad, dat mama’s driftbuien er kinderspel bij leken, dacht ik.
Niemand van ons zei iets tot we ver genoeg weg waren van de haciënda om niet te kunnen worden afgeluisterd.
‘Hoe kon je dat doen?’ vroeg Robin, die Teal zo hard beetpakte dat de kruk bijna onder haar vandaan gleed. ‘Hoe kon je zeggen dat ik het was?
‘Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik zat in de val in die kamer en het was vreselijk. Eerst was ze zo aardig, zo bedachtzaam en bezorgd, en toen was ze zo kwaad, dat ik dacht dat ze me in een grote pot zou gaarkoken. Ik lag daar maar in die kamer in dat bed en ik was doodsbang als de buddy’s langskwamen, en de deur was op slot en –’
‘Vergeet het, Robin,’ zei ik. ‘Jij zou je moeder hebben verraden.’
‘Mocht wat. Op dit moment zou ik haar verraden voor een stuk appeltaart,’ zei ze, nog steeds ziedend. Toen ontspande ze zich en keek lachend naar mij. ‘Goed gedacht daarbinnen, Phoebe. Ik kan me niet herinneren dat Gia zei dat Posy het had gedaan, maar het was een goed idee. Het legde haar meteen het zwijgen op, dat kon ik zien.’
‘Ja, bedankt dat je me uit de problemen hebt geholpen,’ zei Teal. ‘Het verbaast me dat ze ons zo gemakkelijk liet gaan. Ik denk dat Gia achteraf toch gelijk had. Ik denk dat Posy haar dochter was.’
Ik bleef staan. ‘Er was geen Posy. Ze heeft geen dochter. Posy was gewoon iemand die Gia verzonnen heeft.’
Ze staarden me allebei aan.
‘Hoe weet je dat zo zeker?’
‘Gia wilde me bewijzen dat er wel degelijk een Posy was – in het souterrain.’
‘Hoe?’
‘Ik ben er op een avond met haar naartoe gegaan en ze lokte me in de val en sloot me daar beneden op. Maar het was niet haar schuld. Dr. Foreman liet het haar doen.’
‘Waarom?’ vroeg Teal.
Ik vertelde hun over mijn ervaring in het souterrain en de brief.
‘Dat heb je allemaal voor ons verzwegen?’ klaagde Teal.
‘Het ging niemand iets aan,’ zei ik, ‘en het was op bevel van dr. Foreman.’
‘Je had het ons toch wel kunnen vertellen.’
‘O, plotseling zijn jullie mijn nieuwe beste vriendinnen? Kom nou, als ze tegen jou zei dat je je mond moest houden over iets wat mij betrof, zou je doofstom worden. Probeer je geen houding te geven om mij in een hoek te drijven, Teal.’
‘Ze heeft gelijk,’ zei Robin, nog steeds rancuneus. ‘Jij zei dat ik het gedaan had, en het kan me niet schelen wat ze met je gedaan hebben.’
‘En ze heeft ook gelijk met wat jij zou hebben gedaan.’
‘Oké, dus we zijn niet bepaald liefhebbende vriendinnen. Wat maakt het uit of Phoebe ons wel of niet verteld heeft over Gia en de denkbeeldige Posy?’ zei Robin. ‘Ze heeft gelijk. Het heeft niets met ons te maken.’
‘O, ik haat het hier,’ jammerde Teal.
Robin keek weer naar mij en lachte. ‘Je bent nog slimmer dan ik oorspronkelijk dacht, Phoebe. Een denkbeeldige figuur de schuld geven die dr. Foreman wilde dat je geheim zou houden. Wat moest ze doen? Jou een leugenaarster noemen? Waar wij bij waren?’
Ik keek achterom naar de haciënda. ‘Ik weet het niet. Misschien was het slim. Misschien was het wel het stomste wat ik heb gedaan sinds ik hierheen ben gebracht. Wat het ook was,’ zei ik, ‘ik heb zo’n idee dat ik er gauw genoeg achter zal komen.’
We liepen door. Stilte omhulde ons als een groot zwart doek. Slechts het getik van Teals kruk op de droge aarde begeleidde ons naar onze barak.
Niemand van ons dacht dat we die nacht zouden kunnen slapen.
We zouden al die ogen zien. Dr. Foremans ogen aan het eind van onze sessie, met meer afkeer en verachting dan ik ooit had gezien in de ogen van een volwassene die me aankeek.
Wat kon zo’n woede veroorzaken? vroeg ik me af.
En toen dacht ik: misschien zijn wij… of ben alleen ik de eerste kandidaat die ze ooit gehad had van wie ze dacht dat het misschien toch niet zou lukken haar tot een Foreman-meisje te maken.
Iets zei me dat ze een mislukking nooit zou toestaan deze instelling te verlaten.
Zelfs Posy, denkbeeldig en irreëel, had moeten verdwijnen.