10


Pas op voor de doornen

Tijdens het eten 's avonds trok ik de conclusie dat Sophia een veldslag had verloren maar niet de oorlog. Toen ze eindelijk uit haar kamer kwam, was ze keurig gekleed, zonder ringetjes in haar neus of iets anders waar tante Isabela zich gewoonlijk aan ergerde. Ze had haar haar geborsteld en netjes vastgestoken, en ze droeg een van haar mooiere blouse-rokcombinaties. Ze had zich niet overdreven opgemaakt. Ze had zelfs geen lippenstift op, noch zwart - wat tante Isabela verafschuwde - noch felrood noch welke kleur dan ook.

Aan tafel was ze een en al beleefdheid, hield zich perfect aan de etiquette en zei niets waarover haar moeder zich zou kunnen opwinden. Ze was zelfs beleefd tegen mij, gaf schalen door en bedankte me voor alles wat ik haar doorgaf, maar ik trapte er niet in. Er was meer voor nodig dan een maand huisarrest in de weekends en bedreigingen met zwaardere straffen om Sophia Dallas te rehabiliteren. Als ze werkelijk een nieuw blad had omgeslagen, zou het een blad zijn met nieuwe doornen, en zou de enige verandering zijn dat die doornen moeilijker te zien waren.

Niettemin begon ze aan tafel een toespraak te houden die ze beslist in een boek had gelezen of aan de telefoon had doorgekregen van een vriendin.

'Ik heb spijt van mijn gedrag. Ik weet dat ik er geen rechtvaardiging voor kan aanvoeren. Mijn excuus is slechts dat ik me zelf ellendig heb gevoeld. Ik ben teleurgesteld omdat ik er niet in geslaagd ben af te vallen, en ik heb me als een kreng gedragen, speciaal tegen jou, Delia. Ik geef toe dat ik jaloers was en dingen heb gedaan die ik niet had moeten doen. Sommige zogenaamd goede vriendinnen van me hebben me er ook toe aangezet. Ik zal mijn best doen om een beter nichtje te zijn.'

Ik keek naar tante Isabela, in de verwachting haar gebruikelijke sceptische glimlachje te zien. Ze moest toch weten, dacht ik, dat Sophia het niet oprecht meende, maar tot mijn verbazing deed ze net of ze haar geloofde en accepteerde haar verontschuldiging.

'Ik ben blij dat ik je dat hoor zeggen, Sophia. Ik hoop dat het waar is.'

'Dat is het.'

'Mooi. We zullen zien,' voegde ze eraan toe, en liet de belofte van een kwijtschelding in de lucht zweven.

'Denk je dat je me kunt helpen met mijn wiskunde vanavond?' vroeg Sophia aan mij, met één oog op haar moeder. 'Ik heb niet goed genoeg opgelet in de klas, en zoals gebruikelijk is het allemaal abracadabra voor mij.'

'Ja, ik zal je helpen,' antwoordde ik.

'Dank je.' Ze glimlachte weer naar haar moeder.

Ben ik in een of ander toneelstuk verzeild geraakt? vroeg ik me af. Liegen ze zo vaak tegen elkaar dat ze geleerd hebben dat te accepteren en ermee te leven?

'Moeder,' kirde Sophia, 'mogen Delia en ik morgen in haar auto naar school?'

'O, ik moet er eerst nog in oefenen,' zei ik haastig. 'En ik moet mijn enkel zeker nog een dag rust gunnen.'

'Ja, dat moet je,' gaf Sophia toe. 'Weet je, moeder, het is een heel gecompliceerde auto. Je zou iemand moeten huren om het haar te Ieren.'

'Ik denk dat ze al een goede leraar heeft,' zei tante Isabela. Dat verbaasde mij evenzeer als Sophia. Hoe wist ze wat Adan had aangeboden te doen?

'Wie dan?' vroeg Sophia.

Tante Isabela glimlachte naar mij en drong er met een knikje op aan het Sophia te vertellen.

'Adan heeft het aangeboden,' bekende ik. 'Hij komt van de week een dag langs.'

Een secondelang verdween Sophia's bedrieglijk lieve gezicht, maar het kwam snel weer terug.

'Dat is een goed idee. Hij heeft een hoop sportwagens, heb ik gehoord. Ja toch?' vroeg ze aan mij.

'Ik weet niet hoeveel auto's hij heeft en wat voor auto's het zijn.'

'Dat zul je vast gauw genoeg weten,' mompelde ze. Het kwam haar mond uit zoals water of iets dat ze te veel had geslikt, naar buiten zou druppen. Ze sloeg snel haar ogen neer naar haar bord en begon weer te eten. Ik keek naar tante Isabela.

Er lag een vreemde uitdrukking op haar gezicht. Ze keek meer bezorgd dan kwaad. Was ze bang dat Sophia op de een of andere manier Adan van me zou vervreemden?

De rest van de maaltijd ging voorbij in de maar al te vertrouwde stilte. Later kwam Sophia naar mijn kamer met haar wiskundeboek en probeerde op te letten terwijl ik het huiswerk uitlegde. Ik kon zien dat praten over het huiswerk en haar ertoe aan zetten de opgaven zelf te maken, was alsof je haar dwong een bitter medicijn te slikken tegen hoofdpijn of maagklachten. Ze luisterde en wist de sommen op te lossen, maar ze haatte elke seconde ervan.

'Hoe kun je hiervoor belangstelling opbrengen?' vroeg ze, vol afkeer starend naar de pagina's van het wiskundeboek.

'In Mexico zou ik die kans nooit hebben gekregen,' antwoordde ik. 'Denken aan een universitaire studie was hetzelfde als denken aan een reis naar de maan. Toen ik klein was, vertelde mijn vader me dat ik een kans op kennis of informatie nooit de rug moest toekeren, want dat het op een gegeven moment een plaats zou weten te vinden in je leven, vaak als je dat het minst verwacht.'

Ze grijnsde minachtend en keek toen peinzend. 'Hoe is het mogelijk dat als jullie zo arm waren en iedereen zo hard werkte, je zoveel tijd met je ouders kon doorbrengen?'

Ik glimlachte.

'Waarom is dat zo grappig?' vroeg ze kwaad.

'Ik lach je niet uit. Ik lach om watje zou zeggen als je een feest zag in mijn dorp, of ouders die wat je hier noemt een avondje uit gingen. Het gezin is altijd bijeen. Een babysitter bestaat daar niet. De meeste huizen in het dorp hebben maar één slaapkamer. Ouders en hun kinderen zijn veel en veel vaker samen. Sommige kinderen gaan zelfs met hun ouders mee naar het werk. Ik werkte al op de sojafarm toen ik nog heel klein was, feitelijk zodra ik een paar productieve handen had, zoals mijn oma het zou uitdrukken.'

Alsof ze besefte dat ze geïnteresseerd raakte, schudde ze nadrukkelijk haar hoofd en pakte haar boeken op. 'Lijkt me een vreselijk leven. Ik zou zijn weggelopen.'

'Je loopt toch weg voor je leven hier?' kaatste ik terug, misschien een beetje te scherp.

Ze zweeg zo plotseling alsof ze een klap in haar gezicht had gekregen. 'Hè?'

'Je drijft de spot met je school, ook al is het een dure school die leerlingen meer kansen biedt dan de openbare scholen. Je wilt zelfs niets weten over de zaken van je moeder. Je zegt dat je niet naar de universiteit wilt. Je hebt een hekel aan zoveel andere leerlingen. Je schijntje altijd te vervelen.'

Haar ogen begonnen zowaar vochtig te glanzen, en ik voelde me schuldig. 'Goed, misschien zal ik je voorbeeld volgen en sojabonen gaan plukken en me gelukkig voelen,' zei ze. 'Bedankt voor je hulp met die stomme wiskunde.'

Ze draaide zich om, stormde naar buiten en sloeg de deur hard achter zich dicht. We zijn nog geen centimeter nader tot elkaar gekomen, dacht ik.

De volgende ochtend kwam ze beneden om te ontbijten in plaats van te verlangen dat het haar boven werd gebracht. Maar later kwam ik erachter dat tante Isabela Inez opdracht had gegeven Sophia geen ontbijt te brengen. Het was een deel van haar straf. Ze moest ook direct uit school thuiskomen; senor Garman zou haar aan het eind van de schooldag afhalen. Bij overtreding van een van de nieuwe regels zou een uitgebreidere straf volgen.

Het zwaard van dreigementen boven Sophia's hoofd werkte als een stalen kooi en hield haar in ieder geval op school in bedwang. Ik kon zien dat haar vriendinnen teleurgesteld waren in haar. Ze hadden niets liever gewild dan de aanvallen op mijn reputatie voortzetten en lol trappen, of wat zij als lol beschouwden, door mij te vernederen. Mijn foto in de krant met Adan, en Fani's aanhoudende vriendschap met mij werkten ook op hen deprimerend. Het was alsof ik een plaats had gekregen in het vorstenhuis. De meisjes, inclusief Katelynn, die hadden geholpen het vuurtje van de misselijke roddels op te stoken met hun praatjes over mij en Edward en Jesse in het restaurant, waren nu extra attent voor me, alsof ik de prinses was en niet Fani, of in ieder geval net zo belangrijk. Iedereen wilde alles horen over Adan en hoe het was om met een 'oudere man' uit te gaan.

Ik voelde me erdoor gevleid maar tegelijk ook gedeprimeerd. Blijkbaar was het waar wat tante Isabela en Jesse hadden gesuggereerd. Een relatie met Adan, of tenminste een schijnbare relatie, was het beste tegengif voor het gif dat Sophia, Christian en hun vrienden- kliek in de oren van de anderen druppelden. Ik had het duidelijke gevoel dat als ik niet goed zou kunnen opschieten met Adan en niet met hem bleef uitgaan, de geruchten als een agressief kankergezwel onmiddellijk zouden terugkomen om mij te breken en tante Isabela woedend te maken. De reis naar Mexico zou worden verboden. En algauw zou ik degene zijn in een kooi en niet Sophia. Ik voelde me als een hoertje dat niet kan ontkennen dat haar klant aantrekkelijk is, want ik had nog niets onappetijtelijks of onaangenaams aan Adan kunnen ontdekken. Deels hoopte ik dat dat nog zou gebeuren, en deels vreesde ik dat.

Hij belde die avond en we spraken af dat we elkaar de volgende dag zodra ik thuiskwam uit school zouden ontmoeten in het huis van mijn tante. Mijn enkel was al zo goed genezen dat ik nauwelijks meer hinkte. Senor Garman bracht de krukken terug naar het ziekenhuis. Sophia vroeg me voortdurend wanneer Adan zou komen om me te leren hoe ik in mijn nieuwe auto moest rijden. Ik wist dat ze hoopte dat tante Isabela dan toestemming zou geven om met mij mee naar school te rijden. Misschien geloofde ze heimelijk dat ze me zou kunnen overhalen haar ook naar andere plaatsen te brengen.

Ik kwam tot de ontdekking dat Fani bijna net zo snel als ikzelf wist wat er tussen Adan en mij gebeurde, en misschien zelfs nog iets eerder. Ik kreeg de indruk dat ze elkaar vaak spraken en dat ik het voornaamste onderwerp van gesprek was. Ik begon te geloven dat Fani bijna net zo enthousiast als tante Isabela voor koppelaarster speelde.

'Jullie vormden een mooi stel op Danielles feest,' zei Fani tegen me.

'Met die krukken? We konden niet eens dansen.'

'Toch maakten jullie een goede indruk, en die fotograaf wist de krukken buiten de foto te houden, toch? Ik heb allemaal goede dingen gehoord over jullie beiden. Mijn ouders zeiden dat ook, en ze hebben ook met andere volwassenen gesproken op het feest. Je bent hét onderwerp van gesprek, Delia, onze eigen latina assepoes.'

AI dat gepraat maakte me erg zenuwachtig toen Adan die woensdag kwam. Hij bracht nog een cadeau voor me mee, een designerzonnebril, die, zoals ik later te weten kwam, honderden dollars kostte. Zelfs mijn tante zou er jaloers op zijn.

'Je mag me geen cadeaus blijven geven,' zei ik toen ik het doosje uitpakte.

'Je kunt niet in zo'n auto rijden met een doodgewone zonnebril, Delia. Dat is bijna misdadig.'

Ik lachte en zette de bril op. Toen ik in de spiegel in de entree keek, was ik onder de indruk van mijzelf. Meteen tuurde ik naar de schaduw achter me, zoekend naar een teken van het ojo maluado. Adan sloeg me gade met een flauw glimlachje om zijn lippen.

'Wat is er?' vroeg hij, toen hij de uitdrukking op mijn gezicht zag.

Met Ignacio zou ik geen moment geaarzeld hebben hem mijn geloof in het boze oog uit te leggen, maar ik was bang dat Adan me zou uitlachen en misschien niets te maken zou willen hebben met een meisje dat zo bijgelovig was.

'Niets. Hij is prachtig. Gracias, Adan. Maar je geeft te veel geld voor me uit.'

'Het stelt niets voor vergeleken met wat je neef Edward voor je uitgeeft,' zei hij. Het kwam hard aan. Hij zag de pijnlijke uitdrukking op mijn gezicht en voegde er haastig aan toe: 'Bovendien koop ik graag dingen voor je. Jij weet iets echt te waarderen. De meeste meisjes die ik ken en heb gekend zijn zo verdomde verwend dat ik een jumbojet voor ze zou moeten kopen om een gemeend bedankje te krijgen.'

Ik bleef hem in de spiegel aankijken. Het leek veiliger om op die manier met hem te praten. Het was meer als een droom, een fanta- sie, een denkbeeldige relatie die niet te vergelijken was met de realiteitvan Ignacio en mij. Het was alsof Adan en ik acteurs waren in een film waar we beiden naar keken. Voor de andere meisjes op school leek het daar inderdaad op. We waren algauw geworden wat onze Engelse docent zou noemen, citerend uit Shakespeare, de stof waarvan dromen werden gemaakt. Misschien, als ik dat ook geloofde en me ernaar gedroeg, zou ik Ignacio en mijzelf niet echt in gevaar brengen. Kon ik er maar zo luchtig mee omgaan, in en uit mijn lichaam glippen en praten als een marionet. Zou Adan het merken, en zou hij zich daaraan ergeren?

'Dank je, Adan,' zei ik. Hij glimlachte en stak zijn hand naar me uit toen ik me naar hem omdraaide.

'Kom, laten we naar de auto gaan. Je hebt de sleutels?'

'Heb ik,' zei ik, lachend om zijn enthousiasme.

We liepen snel naar buiten. Ik opende de gesloten portieren zoals Jesse me had voorgedaan, en Adan ging achter het stuur zitten. Eerst ging hij elke knop, elk contact na. Hij zette mij achter het stuur om positie en hoogte van de stoel in het geheugen op te slaan. Het enige wat ik hoefde te doen was op een cijfer drukken en de stoel zou in de voor mij geschikte stand komen. Zelfs de zijspiegels bewogen naar de juiste stand.

We bestudeerden de airco en de geluidsinstallatie, en toen begon hij het navigatiesysteem uit te leggen. Eerst sloegen we het adres van tante Isabela's haciënda op.

'Je hoeft alleen maar op de knop te drukken waarop HOME staat en de auto zal je vertellen welke weg je moet nemen om thuis te komen.'

Ik kon merken dat hij genoot van mijn verbazing. 'De meeste wegen buiten ons dorp hebben geen borden,' vertelde ik hem. 'Maar er is altijd wel iemand die je kan vertellen waar je naartoe moet of hoe je er kunt komen.'

'Hier heb je dat niet altijd,' zei hij. 'En je kunt trouwens niet op hun aanwijzingen vertrouwen. Bovendien moet je oppassen tegen wie je praat als je in deze auto rijdt. Een mooie jonge vrouw die er welgesteld uitziet is een geliefd doelwit.'

Ik knikte, geïmponeerd door zijn bezorgdheid.

'Wil je de kap open of dicht?'

'Open, denk ik.'

'Het is een hardtop cabriolet. Kijk.' Hij drukte op een knop. Het dak zoefde omhoog en naar achteren. 'Goed, hè?'

'Ja, wat kan die auto veel.'

'Alleen wat je hem vertelt te doen,' zei hij glimlachend.

We reden weg en hij legde alles uit over de motor, de versnellingsbak en het rijden. Ten slotte stopte hij aan de kant van de weg en we wisselden van plaats. Ik drukte op de geheugenknop voor mijn stoel, en die schoof dichterbij en hoger. Ik gaf een gilletje van verrukking, en hij lachte. Het duurde even voor ik gewend was aan het gaspedaal. De motor was zo krachtig dat als ik er te hard of te snel op drukte, we allebei gillend met een klap achterovervielen. Maar eindelijk werd het allemaal veel gemakkelijker en begon ik me op mijn gemak te voelen.

'Het is een prachtig stuk mechaniek,' zei hij en streelde het dashboard alsof de auto een levend wezen was. 'Je zult er een hoop plezier van hebben.'

'Bedankt voor je hulp,' zei ik toen we stopten bij de haciënda.

We deden het dak weer dicht.

'Je hebt het voortreffelijk gedaan. Je bent een goede leerling, Delia. Je docenten zullen wel blij zijn met je.'

'Dank je, Adan.'

'Kan ik het weekend beslag op je leggen?' vroeg hij voor hij het portier opende.

'Beslag op me leggen? Hoe bedoel je?'

'Nou, we gaan vrijdagavond eten, niet?'

'Ja.'

'Ik zou je zaterdag willen meenemen naar Newport Beach en een tochtje met je maken op mijn boot.'

'Heb je ook nog een boot?'

'Ja,' zei hij lachend. 'Het is geen groot jacht, maar er wordt perfect weer voorspeld. We kunnen naar Catalina Island gaan voor een goede lunch en op de terugweg naar huis kunnen we dineren.'

'Het is wel veel allemaal,' zei ik. ik kan het me niet goed voorstellen.' 'Niet doen. Je hoeft het je niet voor te stellen. We doen het gewoon. Oké?'

Ik aarzelde.

'Vind je dat ik naar binnen moet om je tante om toestemming te vragen?' vroeg hij, denkend dat het de reden was waarom ik nog geen antwoord had gegeven.

'Nee.' Ik moest bijna lachen. Ze zou waarschijnlijk een luchtsprong maken terwijl ze ja zei.

'Dus ik kan plannen maken voor zaterdag?'

'Ik ben nooit verder gekomen dan een roeiboot.'

'Je zult een geweldige tijd hebben, Delia. Weetje,' hij boog zich naar me toe en pakte mijn hand vast, 'als je van iets kunt genieten met iemand die het echt waardeert, ga je het zelf ook echt waarderen. Je wordt dankbaar, en dat is toch goed, no?'

'SC

'Dan zul je me een grote gunst bewijzen door met me mee te gaan.'

Hij was óf heel oprecht óf heel slim, dacht ik, maar op het ogenblik wilde ik niet al te veel mijn best doen om het uit te puzzelen. Hij boog zich dichter naar me toe om me te kussen, en toen stapte hij uit. Hand in hand liepen we naar zijn auto.

'Het was een heerlijke middag,' zei hij. 'Bedankt, Delia.'

'Nee, jij wordt bedankt omdat je me hebt geholpen.'

'Pik niet meteen een nieuwe man op met die auto,' waarschuwde hij plagend. 'Ik wil niet verantwoordelijk zijn voor je verdwijning.'

'Dat zou ik nooit doen,' zei ik.

'Ik maak maar gekheid, Delia. Je bent fantastisch,' zei hij en zoende me weer.

Toen stapte hij in zijn auto, glimlachte naar me en reed weg. Ik keek hem na tot hij uit het zicht verdwenen was en ging naar binnen. Toen ik de deur achter me dichtdeed, kwam tante Isabela zo snel tevoorschijn, dat ik de indruk had dat ze achter een raam naar ons had staan kijken.'Wat een mooie zonnebril,' zei ze, terwijl ze naar me toekwam. Ze plukte hem van mijn hoofd en bekeek hem. 'Ik denk dat je die van Adan hebt gekregen.' 'Ja.'

'Heb je enig idee hoeveel die kost?'

'Nee.'

'Ik heb een soortgelijke bril, maar niet zo mooi. Pas er goed op.' Ze zette me de bril weer op. 'Hij staat je uitstekend.'

'Dank je, tante Isabela.'

'En, hoe was je rijles?'

'Goed. Hij zegt dat ik goed genoeg ben om er zeifin te rijden.'

'Dat is prettig. Verder nog iets?' Haar stem klonk zo vol verwachting dat ik me afvroeg of ze soms geheime microfoontjes had aangebracht in de struiken om onze gesprekken af te luisteren.

'Hij vroeg of ik zaterdag met hem naar Newport Beach ga voor een tochtje met zijn boot.'

'Dat is geweldig, Delia. Ik ben blij voor je.'

Plotseling drong het tot ons allebei door dat Sophia boven aan de trap stond.

'Waar heb je die zonnebril vandaan?' vroeg ze, terwijl ze een tree lager kwam.

'Waar denk je, Sophia? Het is nog te vroeg voor de Kerstman.'

'Niet voor haar,' zei ze. 'Hij staat je goed,' ging ze verder, snel beseffend dat ze weer was teruggevallen in haar normale valse, jaloerse houding.

'Dank je,' zei ik.

'En, ging de les goed?'

'Ja.'

'Mooi. Mag ze ons naar school rijden, morgen en altijd, moeder?'

'Dat moet ze zelf weten. Het is haar auto,' zei tante Isabela.

Sophia keek me hoopvol aan.

'Alleen heen en weer naar school,' zei ik vastberaden.

'Waar kan ik anders naartoe?' zei ze nukkig.

'Precies,' zei tante Isabela. 'En laat ik niet horen dat je probeert Delia over te halen je ergens anders heen te brengen.'

Ze keek met een dreigende blik naar Sophia, draaide zich toen om en liep weg.

Sophia bleef op de trap staan en keek omlaag naar mij. Als haar

ogen dolken waren, dacht ik, zou ik doodbloeden. Maar ze glimlachte snel en ging terug naar haar slaapkamer, vol zelfvertrouwen, dat wist ik zeker, en in de overtuiging dat ze me gauw genoeg kon manipuleren om te doen wat ze wilde.

Ik ging naar boven naar mijn kamer om een brief te schrijven aan Ignacio. Mijn geweten schreef me de woorden zo snel voor dat ik meteen pen en papier moest pakken.

Lieve Ignacio,

Ik blijf je missen en bid dagelijks voor je. Mijn neef Edward heeft me een schitterend cadeau gegeven. Als ik je zie, zal ik iets van de reden ervoor verklaren. Het heeft te maken met zijn relatie met zijn zus en met het feit dat ze mijn leven hier zo moeilijk heeft gemaakt, zoals je weet. Het cadeau is een auto. Ik denk datje geschokt zult zijn dat te horen, maar niet zo geschokt als ik was toen ik die auto zag. Ik heb geleerd hoe ik erin moet rijden en zal er heen en weer mee naar school gaan, en nu ook naar het huis van je ouders. Ik hoop dat zelfs heel gauw te kunnen doen, al zal het door de week moeilijk zijn, omdat Sophia met me mee naar huis rijdt. Misschien ga ik er aanstaande zondag heen als je ouders terug zijn uit de kerk.

Ik stopte en bleef met mijn pen in de lucht zitten. Ik wilde niet liegen tegen Ignacio, maar ik wilde hem ook niet al te veel vertellen over Adan. Toch was ik bang dat de krantenfoto op de een of andere manier zijn weg naar hem zou vinden, en als ik niets zei, zou hij beslist achterdochtig en gekwetst zijn.

Omdat ik nu naar de particuliere school ga, waar alleen de rijkste mensen hun kinderen naartoe sturen, ben ik uitgenodigd op een p aar feesten. Ik heb geprobeerd niet al te vriendschappelijk om te gaan met de andere leerlingen. Ik denk niet dat ze goede vrienden en vriendinnen zullen zijn, maar ik ben ook bang dat als ik me afzijdig houd, het achterdocht kan wekken. Een foto van mij op een van die/eesten heeft in de krant gestaan. Het bijwonen van zulke feesten zal er echt niet toe leiden dat ik jou vergeet. Dat beloof ik je, en nu moet ik je een heel mooie verrassing vertellen.

Edward en zijn vriend Jesse willen in de komende schoolvakantie met me naar Mexico. Ze willen naar mijn dorp. Zodra ik de bijzonderheden ken, zal ik ze je laten weten. Misschien kun je me daar op een of andere manier ontmoeten.

Ik heb ze natuurlijk niets over jou verteld, dus zullen we er iets op moeten

vinden, maar is het niet fantastisch?

Ik zal de dagen aftellen tot het zover is.

Met heel mijn hart,

Delia

Zo, zei ik tegen mijzelf, ik heb hem de waarheid verteld, zonder iets te laten doorschemeren dat hem bedroefd zou kunnen maken, en ik heb hem zelfs hoop gegeven. Maar als en wanneer ik deze brief verstuurde, moest ik er wel zeker van zijn dat die Mexicaanse reis met Edward en Jesse doorging, dacht ik. Natuurlijk betekende het dat tante Isabela tevreden over me moest blijven. Ik staarde naar mezelf in de spiegel. Ik had nog steeds mijn nieuwe zonnebril op en had het me niet eens gerealiseerd.

Ik vroeg me af of tante Isabela tevredenstellen werkelijk mijn enige zorg was.

Ik ontwaakte uit mijn gepeins, vouwde de brief op en stopte hem in een envelop, in de hoop hem zondag naar de Davila's te kunnen brengen. Ik zou proberen stiekem weg te glippen, en nu ik niet afhankelijk was van Casto om me te rijden, zou het een stuk gemakkelijker zijn.

Vlak na het eten belde Adan. Ik was net aan mijn huiswerk begonnen. 'Ik weet dat je bezig bent met je huiswerk,' zei hij, 'maar ik wilde alleen even weten of je het met je tante nog over zaterdag hebt gehad.' 'Ja.'

'Geen probleem, hoop ik.'

'Nee.' Hij moest eens weten hoe hard ze me in zijn richting duwde, dacht ik.

'Mooi, dan zal ik het nodige voor ons gaan regelen. Geniet van je nieuwe auto.' 'Ik zal het proberen.'

'O-o, ik meen iets onplezierigs te horen in je stem. Dat betekent dat je een passagier krijgt, hè?'

'Si, senor.' Hij lachte.

'Ze zouden die auto's met een schietstoel moeten maken, zodat je je passagier als een straaljagerpiloot door het dak naar buiten kunt schieten.'

Ik moest lachen om het beeld van een wegschietende Sophia.

'Het is goed je te horen lachen, Delia. Het is net muziek.'

Ik viel in slaap terwijl die zinnen door mijn hoofd gingen. 'Het is goed je te horen lachen, Delia. Het is net muziek.'

Normaal viel ik altijd in slaap met gedachten aan Ignacio.

Toen ik 's morgens naar beneden ging om te ontbijten, zat Sophia al gekleed en wel te wachten. Tante Isabela moest nog uit haar slaapkamer komen. Ze zou tevreden zijn, dacht ik. Sophia had zich heel anders gekleed dan ze gewoonlijk deed voor school. Ze droeg een heel mooie lichtgele rok en bijpassende blouse, had haar haar geborsteld en vastgestoken, en had zich alweer bijna niet opgemaakt. En ze droeg een paar oorbellen die zowaar pasten bij haar outfit. In plaats van haar gebruikelijke sombere, slaperige stemming, was ze klaarwakker en opgewekt.

'Goeiemorgen, Delia. Ik heb tegen mevrouw Rosario gezegd dat ze roereieren voor je moet maken. Ik weet dat je daarvan houdt. Je moet goed ontbijten vandaag. Het is een grote dag voor je,' zei Sophia. 'In je eigen auto naar school rijden. Je bent een bofferd! Maar ik ben niet jaloers,' voegde ze er snel aan toe. ik weet dat mijn moeder gauw genoeg een auto voor mij zal kopen. Met jouw hulp kan ik mijn cijfers opkrikken. Dat wil je toch? Dan hoefje me niet overal naartoe te rijden en kun je iemand anders meenemen in je twoseater.' Ze gaf me een knipoog.

ik zal je zoveel mogelijk helpen met je werk, Sophia, maar je proefwerken kan ik niet voor je maken. Je zult meer tijd moeten besteden aan je studie.'

'O, dat zal ik zeker doen,' beloofde ze.

Senora Rosario kwam binnen met mijn roereieren.

'Gracias, senora.'

Ze keek even naar Sophia en gaf me een onopvallend waarschuwend knikje. Ik knikte.

'No se preocupe,' zei ik. Ik wilde haar verzekeren dat ze zich geen zorgen over me hoefde te maken. 'Antes se atrapa al mentiroso que al cojo.'

Ze lachte.

'Wat zei je?' vroeg Sophia.

'Ik bedankte haar voor de eieren en zei dat zij ze net zo maakte als mijn oma vroeger,' zei ik, wat natuurlijk ironisch was, want het was een leugen. Wat ik werkelijk had gezegd was: 'Het is gemakkelijker een leugenaar te pakken dan een kreupele.'

Ik vond het maar raar dat Sophia, die zo gewend was aan leugens en bedrog, zich zo gemakkelijk voor de gek liet houden. Misschien had ze de waarheid zo ver achter zich gelaten dat ze die nooit meer zou kunnen vinden.

'Goed,' zei ze. 'Heel goed, mevrouw Rosario. Dank u.'

Mevrouw Rosario kon een glimlach niet onderdrukken, en liep haastig de kamer uit.

'Weetje,' fluisterde Sophia, zich naar me toebuigend, 'ik zal toch ook wat beter moeten opletten tijdens de Spaanse les. Ik wil het kunnen spreken, zodat ik weet wanneer de bedienden iets achter onze rug zeggen.'

'Er zijn betere redenen om Spaans te Ieren, Sophia,' zei ik lachend.

Ook tante Isabela keek verbaasd op toen ze Sophia zo vroeg beneden zag, klaar om naar school te gaan en zo netjes gekleed. Ze keek naar mij alsof ik op de een of andere manier een goede invloed op haar had gehad. Ik voelde me schuldig omdat ik lof kreeg toegezwaaid voor een gunstige verandering in Sophia.

'Wat ga je vandaag doen, moeder?' vroeg Sophia. Ik had haar nog nooit zoiets horen vragen. Gewoonlijk had ze geen enkele belangstelling voor het zakelijke leven van haar moeder of zelfs maar haar sociale leven. Tante Isabela trok haar wenkbrauwen op.

'We acquireren een klein winkelcentrum, Sophia. Weet je wat dat betekent?'

'Nee.' 'Het wordt ons eigendom, en iedereen, alle winkels erin, moeten ons huur betalen. Het is een vaste bron van inkomsten.'

'Verdomme, er is nog zoveel dat ik moet leren.' Sophia schudde haar hoofd en nam een laatste slok koffie. 'Ik ben zó terug, Delia.'

Haastig liep ze de kamer uit naar de trap.

Senora Rosario bracht tante Isabela haar sap en koffie en de krant.

'Ik denk dat ik vandaag ook je beroemde roereieren wil, mevrouw Rosario.'

'Goed, mevrouw Dallas.'

Ze ging terug naar de keuken en tante Isabela en ik keken elkaar aan. Ze glimlachte.

'Ik weet wat je denkt, Delia, maar ik wil je een goede raad geven. Zelfs de illusie van geluk en hoop is beter dan het alternatief. Het stelt je in staat om verder te gaan. Comprende, senorita?'

'Si, tia Isabela.'

Waarom zou ik het niet begrijpen? dacht ik.

Dat was precies wat ik nu deed en had gedaan sinds de dag waarop ik hier was gekomen.