4

Geruchten

Jesse en Edward gingen weg om Jesses ouders te bezoeken. Ze vertelden me hoe Iaat ik klaar moest zijn, en ik ging naar boven om te douchen, me aan te kleden en mijn haar te doen. Sophia en haar vriendinnen, waarschijnlijk meer uit nieuwsgierigheid dan iets anders, kwamen op dat moment mijn kamer binnen. Ze zagen de jurk die ik had klaargelegd.

'Die is chic en duur. Mijn moeder heeft hem voor je gekocht bij Dede's Boutique. Is dat niet de jurk die je van plan bent aan te trekken naar Danielles feest?' vroeg ze zodra ik onder de douche vandaan kwam.

Ik had haar laten zien wat ik zou dragen toen zij haar nieuwe jurk had gekocht, en een paar minuten hadden we samen gepraat over mode. Ik had gedacht dat we misschien wat beter met elkaar konden opschieten en zelfs plezier konden hebben op het feest.

'Ja, dat weet je,' antwoordde ik. Ik kon zien dat ze een spelletje opvoerde voor haar beide vriendinnen.

'Waar nemen je twee geliefden je mee naartoe?'

Haar vriendinnen hadden al mijn spulletjes bekeken, mijn kleren doorzocht, zelfs in mijn laden gekeken. Ze stopten ermee toen ik tevoorschijn kwam, maar schaamden zich geen moment.

'Uiteten,' antwoordde ik. 'Ik dacht dat jullie je aan moesten kleden voor jullie feest.'

'We hoeven ons niet op te tutten voor onze feestjes,' zei Trudy.

'Op onze feesten komen geen opschepsters,' voegde Alisha eraan toe.

Ze hadden geen van beiden een uitnodiging gekregen voor Danielles feest.

'Bedoel je dat jullie geen van allen naar het feest gaan?' vroeg ik, terwijl ik plaatsnam achter mijn toilettafel.

Ik zou nooit durven beweren dat ik niet bang voor ze was. Ik wist alleen dat ik mijn angst beter niet kon laten blijken. Als een woedende stier in de arena zouden ze me verpletteren onder hun beledigingen en valse opmerkingen. Soms voelde ik me echt een matador in mijn pogingen hun scherpe horens te ontwijken en met sierlijke zijstappen aan hun aanval te ontsnappen.

'Leuk ben je, hoor,' zei Sophia. 'Denk maar niet dat mijn broer er altijd zal zijn om je te verdedigen, Delia. En dat al je kleine walgelijke geheimen voorgoed achter slot en grendel blijven. Pas maar goed op je woorden.'

Ik borstelde mijn haar en keek haar niet aan.

'Ik vroeg waar ze met je gaan eten. Ik zou graag een antwoord horen.' Toen ik niet snel genoeg antwoordde, kwam ze op me af. 'Nou? Mijn moeder zal het ook willen weten.'

'Ze hebben gereserveerd bij La Grenouille.'

'O, ja?' Ze draaide zich om naar haar vriendinnen. 'Zien jullie nou hoeveel geld hij voor haar uitgeeft?'

'Wat zou ze ervoor doen, vraag ik me af,' zei Alisha met een wellustig glimlachje.

'Dat zal ze je nooit vertellen,' zei Sophia, waarop ze begonnen te lachen.

Ik draaide me met een ruk naar hen om. 'Verdwijn met je smerige praatjes,' zei ik.

'Je jaagt me de kamer uit in mijn eigen huis?' vroeg Sophia. 'Jij, die vroeger mijn wc schoonmaakte?'

Ik stond op, negeerde haar en ging terug naar mijn badkamer. Even bleef ik achter de gesloten deur staan en probeerde mijn wild kloppende hart tot bedaren te brengen. Ik hoorde ze weer lachen, en toen gingen ze eindelijk weg. Toen ik op adem was gekomen, kwam ik weer uit de badkamer. Een secondelang bleef ik staan, dankbaar dat ze me alleen hadden gelaten.

En toen zag ik mijn jurk.

Hij was uit elkaar gescheurd vanaf de plek waar de ritssluiting begon in de taille tot aan de zoom. Ik hield hem in mijn armen als een kostbaar iets of iemand die was gestorven. Een intense woede maakte zich van me meester. Ik holde mijn kamer uit naar Sophia's kamer, maar de deur was op slot.

'Waarom hebben jullie mijn jurk gescheurd?' krijste ik, bonkend op de deur.

Ik hoorde ze lachen, en toen kwam Sophia naar de deur en deed open, haar beide vriendinnen naast haar. Ze leken op hongerige coyotes rond een puppy.

'Hoe kón je!' gilde ik en hield de jurk omhoog.

'Het was een ongelukje,' zei Sophia. 'Alisha trok hem aan, maar ze vergat hoe mager jij bent, en toen scheurde de jurk. Je bent goed in naaien. Naai hem maar.'

'Alimentese en su propia bondad y muere de hombre.' Ik spuwde de woorden in haar gezicht.

Even staarden ze me alle drie met open mond aan.

'Wat betekent dat? Wat zei je?'

Ik draaide me om en liep terug naar mijn kamer. Ik schaamde me nu voor mijn eigen woede.

'Delia, kom terug en vertel ons precies wat dat betekent, want anders...'

Ik smeet mijn deur dicht.

ik kom er wel achter wat het betekent. Je zult er spijt van hebben als het een vervloeking was.'

Ik ging op een stoel zitten, met mijn gescheurde jurk op schoot, en probeerde mijn woede te doen bedaren. Eindelijk begon mijn hart weer rustiger te kloppen. Ik was niet bang voor haar vertaling van de 'vervloeking' die bij me op was gekomen. Alles wat ik had gezegd was: 'Voed je alleen met je eigen goedheid en verhonger.' Ik had het oma weieens horen zeggen als ze zo kwaad was dat ze het niet langer kon verkroppen. Ik twijfelde er niet aan dat Sophia, als ze zich alleen maar kon voeden met haar goedheid, van honger zou sterven.

Voor ze wegging kwam ze naar de deur van mijn kamer en klopte hard voor ze zei dat ik er spijt van zou hebben.

Spijt? Ik had nu al spijt, dacht ik. Ik voelde me schuldig omdat ik mijn zelfbeheersing had verloren, maar ze hadden mijn mooie jurk verscheurd. Naaien zou niet gaan. Ik gooide hem opzij en sloot mijn ogen. De confrontatie en de woedende uitbarsting hadden me uitgeput, en zonder dat ik het wilde viel ik in slaap. Ik werd wakker toen er op de deur van mijn slaapkamer geklopt werd en ik de stem van Edward hoorde. Ik schrok toen ik besefte dat ik bijna een uur had geslapen. Ik sprong overeind, wreef snel met mijn handen over mijn wangen en deed open.

Edward en Jesse gaapten me aan. De schok was op hun gezicht te lezen. Ik verbeeldde me dat ik eruitzag alsof ik krankzinnig was geworden.

Edward droeg een baret en hield een van tante Isabela's chique hoeden in zijn hand om aan mij te geven.

'Wat is er gebeurd? Waarom ben je nog niet klaar?'

'Sophia en haar vriendinnen,' begon ik en slikte toen de woorden in.

'Wat is er?' vroeg Jesse.

Zonder verdere uitleg liet ik hun mijn jurk zien.

'Dat gemene kleine...'

'Wanneer hebben ze dat gedaan?' vroeg Edward.

'Toen ik in de badkamer was, kwamen ze binnen en zagen mijn jurk op het bed liggen. Het was de jurk die ik volgende week naar het feest zou aantrekken.'

'Voor we morgen vertrekken, gaan we een nieuwe jurk voor je kopen, Delia,' zei Edward. 'En ik zal ook eens een hartig woordje wisselen met onze stenen prinses.'

'Verspil je adem niet,' zei Jesse.

'Ik zal die van haar verspillen,' bezwoer Edward hem. 'Kom, Delia, trek wat anders aan. Laat onze avond niet door haar bederven. We wachten beneden. Hier,' ging hij verder en overhandigde me de hoed. 'Zet deze op. We maken er toch nog een Franse avond van, d'accord?'

'Mais oui,' zei ik en pakte de hoed aan. Ik zocht een andere jurk uit, waste snel mijn gezicht, deed wat lippenstift op en haalde een borstel door mijn haar.

Toen ik beneden kwam, begon het stel het Franse volkslied te zingen. Het was moeilijk om bedroefd of kwaad te zijn in hun gezelschap. Ik voelde me opgelucht en weer blij. Arm in arm liepen we naar de deur, terwijl senora Rosario kwam kijken waar al die herrie vandaan kwam.

Toen we in het restaurant kwamen, zag ik tot mijn verbazing een van mijn vriendinnen, Katelynn Nickles, met haar ouders. Ik kon zien dat zij nog verbaasder was om mij te zien, vooral met Edward en Jesse. Ik zwaaide naar haar en zij zwaaide terug, terwijl haar ouders naar ons keken.

Maar de grootste schok kwam een uur later, toen Christian Taylor binnenkwam met Zoe Stewart, een meisje van school. Hij bleef stokstijf staan toen hij ons zag, glimlachte toen en liep naar zijn tafel. Tot op dat moment had ik me kostelijk geamuseerd met Edward en Jesse. Ze brachten me voortdurend aan het lachen met hun imitaties van sommige docenten en studenten van de universiteit. Edward en Jesse herkenden Christian ook.

'Op rollende stenen groeit geen mos,' zei Jesse.

Ze lachten, maar ik lachte niet. Ik had hun niet verteld welke geruchten en verhalen Sophia op school over ons had verspreid. Na wat ze vanavond met mijn jurk had gedaan, durfde ik geen zout in de wonde te wrijven. Misschien was ik te naïef en onschuldig. Ondanks alles wat ik had meegemaakt, kon ik me niet voorstellen dat de mensen dergelijke smerige verhalen over Edward, Jesse en mij echt zouden geloven. Maar de eerste hint dat niet alles gladjes zou verlopen, was toen Katelynn met haar ouders opstond en niet alleen niets tegen me zei toen ze naar buiten liep, maar ook vermeed naar me te kijken.

'Hé, je krijgt toch weer geen dip omdat die idioot hier ook is, Delia?' vroeg Edward.

'Dip? Dat woord ken ik niet, Edward. Wat is een dip?'

Jesse lachte. 'Het betekent depressie, droefheid.'

'O, nee, hij interesseert me helemaal niets. Ik wil alleen niet dat er thuis nog meer problemen komen,' zei ik.

'Mijn zus zal blijven sarren als ze niet op haar vingers getikt wordt.

Als iemand leeft naar de regel: geef haar een vinger en ze neemt je hele hand, dan is zij het wel.'

'Ik heb haar vanavond vervloekt,' bekende ik.

'Vervloekt? Hoe?'

'Ik zei dat ze zich moest voeden met haar goedheid en verhongeren.'

Jesse bulderde van het lachen.

'Da's een mooie. Die moet ik onthouden,' zei Edward. 'Zie je, Jess? Ik zei je toch, ik moet weer contact krijgen met mijn latino erfgoed. Een dezer dagen gaan we met z'n allen een reis maken naar Mexico.'

Ik vrolijkte op bij dat idee.

'Echt waar?'

'Echt waar. Ik wil vooral zien waar mijn moeder vandaan kwam. Jij zult onze gids zijn, Delia. Ja toch, Jess?'

'Lijkt me een heel leuke reis,' antwoordde hij.

'Dat zou fantastisch zijn,' zei ik. Het duizelde me bij de gedachte alleen al. Als ik voldoende tijd had om het hem te laten weten, zou Ignacio me zelfs kunnen ontmoeten. De mogelijkheid van zo'n weerzien vervulde me met nieuw optimisme.

'We zullen er serieus over nadenken. Misschien kunnen we het in de voorjaarsvakantie doen,' zei Eward. 'Die valt samen met jouw schoolvakantie.'

'O, dat zou me pas echt gelukkig maken,' zei ik.

'Het is ons streven anderen gelukkig te maken,' zei Jesse, en we lachten en maakten weer gekheid.

Nu en dan keek ik naar Christian en Zoe. Ik dacht dat hij zich aanstelde door heel aanhankelijk te doen. Soms keken ze naar ons en fluisterden en lachten. Edward zag waar mijn aandacht naar uitging en verzekerde me dat ik er juist aan had gedaan Christian een blauwtje te laten lopen.

Ik was erg zenuwachtig toen we naar huis gingen, bang voor wat er zou gebeuren tussen Edward en Sophia. Toen we thuiskwamen verscheen tante Isabela, die blijkbaar net was teruggekomen uit Los Angeles. Sophia was nog niet thuis, wat niemand verbaasde.

'Ik dacht dat jullie pas volgend weekend zouden komen,' zei ze, bijna onmiddellijk nadat we binnen waren.

'Impulsief besluit,' zei Edward, 'en zoals bleek een heel goed idee.'

'Waarom?' Ze keek van hem naar mij en Jesse.

Edward vertelde haar wat Sophia en haar vriendinnen met mijn jurk hadden gedaan.

'Dat meen je niet!' zei ze. 'Die jurk heeft achthonderd dollar gekost!'

'Nou, als je het bijhoudt, kun je het van haar erfenis aftrekken,' zei Edward.

'Hoe kom je aan die hoed?' vroeg ze aan mij.

'Die heb ik haar gegeven. Hij paste bij deze avond,' zei Edward.

'Paste bij de avond? Waar zijn jullie geweest?'

Edward vertelde het haar.

'Was dat niet een beetje overdreven, Edward?'

'Het was opvoedkundig,' antwoordde hij glimlachend.

'Hm. Waar is je zus vanavond? Ze vertelde senora Rosario alleen dat ze naar een feest ging. Wat voor feest?' vroeg ze aan mij.

'Ik weet niets van een feest, tante Isabela.'

'Overal waar Sophia naartoe gaat, is het feest,' zei Edward.

'Nou, ik ben niet van plan op haar te wachten. Ik heb al lang geleden besloten dat ik mijn gezondheid niet door dat kind zal laten verwoesten,' zei tante Isabela. 'We spreken haar morgenochtend wel. Ik ga naar bed.'

Ik wilde haar de hoed teruggeven, maar ze trok een gezicht of ik haar beledigde.

'Ik leen mijn kleren niet uit, Delia. Mijn zoon heeft je die hoed gegeven. Hij is nu van jou,' zei ze, en liep weg.

'Mooi,' zei Edward. 'Dan kun je hem volgend weekend naar het feest dragen.'

'Ze vond het niet prettig dat je in haar kast snuffelde,' merkte ik op.

'Delia, kijk jij weieens in de kast van mijn moeder?'

Ik schudde mijn hoofd.

'Er hangt meer in dan in de meeste modezaken. Ze weet niet eens wat ze allemaal bezit, geloof me.'

'Ze wist dat dit haar hoed was,' zei ik. Hij lachte.

'Dat zei ze alleen maar omdat hij jou beter staat.' Jesse was het met hem eens.

We gingen naar onze kamers. Ik gaf ze allebei een nachtzoen en bedankte ze voor een heerlijke avond.

'Jullie zijn echt mijn ridders op het witte paard,' zei ik, met mijn armen om hen beiden heen.

Hun glimlach was identiek. Ik moest erom lachen en daarvoor was ik dankbaar. Ik zou niet rondtollen in een caleidoscoop van emoties, zoals ik had verwacht. Integendeel, verwarmd door hun liefde en bezorgdheid voor mij, nestelde ik me behaaglijk onder de dekens en werd pas wakker toen ik Sophia heel laat 's nachts luid hoorde lachen. Struikelend liep ze door de gang naar haar kamer. Edward kwam zijn kamer uit om haar een standje te geven, maar het was tijdverspilling. Ze was te dronken of te high om zich zelfs maar bewust te zijn van zijn aanwezigheid. Ik hield mijn adem in tot ze naar haar eigen kamer ging en de deur dichtdeed. Toen viel ik weer in slaap, zoals ik zou hebben gedaan als ik wakker was geworden na een nachtmerrie en die uit mijn hoofd had verdreven.

Maar nachtmerries hoefden zich geen zorgen te maken over hun toekomst in dit huis. Er was geen vruchtbaarder grond voor hun welzijn en groei dan bij de familie Dallas. Ze werden bevochtigd door bloedkleurige regen; de bleke maan verving de zon en schonk de duistere dromen het benodigde licht. Casto had me verteld dat de liefde van senor Dallas zijn gezin bijeen had gehouden. Nu was het de verbittering van tante Isabela die hen bond, aan elkaar ketendeals gevangenen van hun eigen gekwelde zielen. Wat hen zou bevrijden was onmogelijk te voorspellen.

Sophia stond niet op voor het ontbijt, en ook later belde ze niet om het boven te laten brengen. Jesse, Edward en ik aten alleen, want tante Isabela ontbeet die ochtend in haar eigen kamer, misschien om verdere conflicten te vermijden. Hun belofte getrouw, stonden Edward en Jesse erop dat ik een nieuwe jurk met ze ging kopen, een die nog mooier was.

'En heel beslist nog duurder,' zei Edward.

We gingen regelrecht naar een boetiek in de dure wijk El Paseo in

Palm Desert, vergelijkbaar met Rodeo Drive in Beverly Hills of Worth Avenue in Palm Beach, zoals Edward en Jesse beiden beweerden. Natuurlijk was ik nooit in een van die andere buurten geweest.

Het was een feit dat zowel Jesse als Edward meer verstand had van designermode dan ik. Ze wezen de ene jurk na de andere af als te gewoontjes en kozen ten slotte voor een met kraaltjes bestikte jurk van vijftienhonderd dollar, bijna tweemaal de prijs van de jurk die Sophia en haar vriendinnen hadden vernield. Hij was rood, de schouderbandjes en taille waren met zilveren kraaltjes bestikt, hij had een open rug, een V-vormig gerimpeld decolleté en een wijde rok.

'En schoenen?' vroeg Jesse, en de verkoopster kwam onmiddellijk met een paar schoenen die pasten bij de jurk. Toen we de winkel verlieten, had Edward meer dan tweeduizend dollar uitgegeven. Ik was sprakeloos toen ik bedacht wat dit geld zou betekenen in mijn kleine Mexicaanse dorp.

'Ik wil erbij zijn als Sophia je in die jurk ziet,' verkneukelde Edward zich. 'Je mag hem pas zaterdag laten zien.'

Dat hoefde hij me niet te vertellen. Ik was veel te bang voor een nieuwe aanval van vernielzucht. Zodra we thuiskwamen holde ik naar boven en verstopte alles achter in mijn kast. Sophia was nog niet op en nog steeds in haar kamer. Tante Isabela was woedend en verbood iedereen haar iets te brengen.

'Ik denk dat dit het perfecte moment is om te vertrekken, vind je ook niet, Jesse?' vroeg Edward met een glimlach naar zijn moeder. 'We hebben een zwakke maag.'

'Je bent net je vader, Edward, als je geconfronteerd wordt met onaangename dingen.'

'Misschien omdat er hier zoveel van zijn,' kaatste hij terug. Toen lachte hij, nam afscheid tot het volgende weekend en liep naar de deur.

'Bedoel je dat je volgend weekend ook weer komt?' riep ze hem achterna.

'We schijnen gewoon niet weg te kunnen blijven, moeder; dat logenstraft je opmerking over confrontatie met onaangenaamheden.'

Jesse zei niets. Ik volgde hen naar buiten naar hun auto.

'Bedankt voor alles,' zei ik.

'Hou je taai en trek je niets van hen aan,' adviseerde Edward.

Ze omhelsden me allebei. Het lag op het puntje van mijn tong om ze nu te vertellen over de valse geruchten die de ronde deden, maar ik slikte de woorden in. Waarom zou ik ze nog ongeruster laten vertrekken dan ze nu al waren? Ik bleef staan en keek Edwards auto na tot hij van de oprit afboog, en liep toen terug naar het huis. Er heerste diepe rust, maar ik wist dat die bedrieglijk was. Straks, zodra Sophia was opgestaan, zou er een hoop herrie ontstaan.

Maar Sophia had zo'n enorme kater van wat ze de vorige avond ook had gedaan, dat ze de hele dag in bed bleef. Ten slotte ging tante Isabela tegen etenstijd naar boven om te zien of Sophia van plan was te komen eten. Woedend kwam ze weer beneden. Ik durfde niets te vragen. Tante Isabela bleef schuimbekkend zitten. Tien minuten later verscheen Sophia, die eruitzag of ze net uit haar graf was opgestaan. Haar haar zat in de war, haar ogen waren bloeddoorlopen en ze zag doodsbleek. Zelfs haar lippen waren kleurloos. Ze hield haar hand voor haar ogen en zat gebogen boven haar bord.

'Ik heb geen honger,' kermde ze.

'Je moet wat eten, Sophia. En kom me niet aan met dat verhaal dat iemand iets verkeerds in je frisdrank heeft gedaan, ik ben niet gek.'

'Nou, iemand heeft het gedaan!' schreeuwde ze, en kromp ineen van de pijn die het geschreeuw haar veroorzaakte.

'Weetje waarom je zo'n sufferd bent, Sophia? Dit is niet de eerste keer dat je je zo ellendig voelt na roekeloos gedrag, en als ik een gok mag wagen, zou ik zeggen dat je het steeds opnieuw zult doen.'

'Ik ben misselijk,' zei Sophia. Ze hief haar hoofd langzaam op en keek kwaad naar mij. 'Ik zal je vertellen waarom ik zo'n pijn heb, moeder. Het is haar schuld.'

'Haar schuld?' Tante Isabela glimlachte. 'En hoezo is het dan wel haar schuld, Sophia?'

'Ze heeft een Mexicaanse vloek over me uitgesproken en ze wilde me niet vertellen wat het was. Waarschijnlijk was dit het.'

Tante Isabela bleef glimlachen, maar de humor werd een levenloos masker. Ze keek naar mij.'Wat voor vloek is dat, Delia? Heeft het iets te maken met die jurk?'

'Si! zei ik. 'Ja.'

'Waarom heb je die jurk gescheurd, Sophia? Dat was een heel dure jurk.'

'Het was niet met opzet. Alisha paste hem, en toen scheurde hij.'

'Ze liegt,' zei ik zachtjes.

'Ik lieg niet. Je was er niet bij. Je verstopte je in de badkamer.'

'Zo is het genoeg,' zei tante Isabela. 'We geloven niet in vervloekingen. Dat is primitief. Het is belachelijk dat je zoiets zelfs maar kunt denken. Het is gewoon een poging om de schuld van je af te schuiven.'

'Het is gewoon niet te geloven hoe vaak je tegenwoordig haar partij kiest,' jammerde Sophia. Toen zweeg ze en glimlachte. 'Misschien ben je Mexicaanser dan je mensen wilt laten geloven. Misschien zou ik er eens wat over moeten vertellen.'

Tante Isabela's gezicht leek bijna uiteen te spatten door het bloed dat naar haar wangen en voorhoofd steeg. Haar ogen puilden uit van woede. Zelfs Sophia zag dat ze te ver was gegaan. Ze probeerde te slikken en sloeg snel haar ogen neer.

'Ik ben misselijk!' gilde ze en holde de kamer uit voordat tante Isabela kon reageren.

Er leken minuten voorbij te gaan. Ik bewoog me niet en hield mijn blik strak op mijn bord gericht. Eindelijk sprak ze.

'Wat was dat voor vloek?' vroeg ze.

Ik schudde mijn hoofd.

'Wat heb je gezegd?'

'Ik was erg kwaad, tante Isabela. Het heeft niets te betekenen.'

'Ik weet dat het niets betekent, maar wat was het?'

'Ik zei dat ze zich moest voeden met haar goedheid en verhongeren.'

Tante Isabela zei niets. Ik hief mijn hoofd op en keek haar aan. Ze knikte.

'Mijn vader... zei hetzelfde tegen mij,' zei ze toen.

'Ik was erg kwaad,' herhaalde ik.

'Iemand heeft een vloek uitgesproken over deze familie,' mompelde ze, meer tegen zichzelf dan tegen mij. 'Die achtervolgt ons nual jaren. Laat maar,' ging ze verder, zich snel weer beheersend. 'Ik wil hier niets meer over horen. Zorg dat de rest van de week rustig verloopt. Ik heb het erg druk.'

Ze stond op en liep naar de deur, maar bleef toen staan en draaide zich naar me om.

'Je had met me mee moeten gaan naar Los Angeles. Misschien was dit allemaal dan niet gebeurd,' zei ze en ging weg.

Misschien had ze gelijk, dacht ik. Misschien was ze aan het veranderen. Misschien was ze moe van al die verbittering in haar hart en hoopte ze zich los te maken van het verleden. Ondanks haar wrede gedrag jegens mij en al het ongeluk dat ze had veroorzaakt of waaraan ze medeschuldig was, voelde ik toch een verlangen haar voor me te winnen, haar terug te brengen in de schoot van haar familie, mij te doen zien als haar nichtje, haar bloed. Was ik zwak en dom dat ik dat wilde, of was het wat mijn moeder zou hebben gewild?

De rest van de dag bracht ik in mijn eentje door. Sophia deed hetzelfde. Ik maakte mijn huiswerk, las wat, maakte een wandeling in de tuin, en sprak in het Spaans met de man die het zwembad kwam schoonmaken. Toen verkleedde ik me voor het eten. Tot mijn verbazing verscheen noch Sophia noch tante Isabela aan tafel. Tante Isabela had een afspraak met iemand en Sophia liet het eten boven brengen. Half en half verwachtte ik dat ze de volgende dag niet zou opstaan om naar school te gaan, maar ze zat aan het ontbijt met hernieuwde energie. Ik dacht er verder niet bij na. Per slot had ze het grootste deel van de dag geslapen.

Maar haar enthousiasme en haar flitsende lachjes hadden een andere oorzaak dan een opleving. Ik had me moeten realiseren dat ze het grootste deel van de dag aan de telefoon had doorgebracht om een complot te smeden met haar twee andere heksen, zoals Edward en Jesse zouden zeggen. Ik liet me niet voor de gek houden door haar al te vriendelijke gedrag tegen mij aan de ontbijttafel en in de limousine. Senor Garman was op tijd terug om ons naar school te brengen.

'Ik hoop dat meneer K ons niet op ons dak valt met een van die maandagochtendrepetities van hem,' zei ze. 'Ik heb geen tijd gehad om te Ieren. Wat denk jij?' 'Ik denk van wel,' zei ik, en citeerde een paar onderwerpen en antwoorden op vragen die ik verwachtte dat hij zou gaan stellen. Ik deed het niet voor haar. Ik repeteerde het voor mijzelf.

'Je doet het echt beter op school dan ik,' gaf ze toe. 'Ik begrijp niet waarom. Ik dacht dat meisjes te stom werden geacht om het ver te schoppen op een school in Mexico.'

'Wie heeft je dat verteld?'

'Mijn moeder.'

'Het is nietwaar.'

'Hoe dan ook, ik maak me er geen zorgen over. Als ik niet naar de universiteit ga, is het mij best.'

'Wat wil je gaan doen?'

'In ieder geval niet hard werken, dat kan ik je verzekeren. Ik zal iets simpels doen in een van onze bedrijven, om de tijd te verdrijven. Misschien. Misschien ook niet. Ik heb alle tijd om te beslissen. O, we zijn er. In Wonderland,' voegde ze eraan toe, met een glimlach naar mij. 'Prettige dag, Alice.'

'Alice?'

'Alice in Wonderland, stupido. Ik dacht dat jij degene was die zoveel leest, niet ik.' Ze stapte haastig uit de auto en liep naar de school.

Senor Garman, die ons had gehoord, keek naar me met een sceptische en waarschuwende uitdrukking, toen ik langzaam uitstapte.

'Tel altijd je vingers en tenen na als je bij haar in de buurt bent,' zei hij en reed weg.

Ik keek naar de ingang van het gebouw. Sophia was al binnen met haar vriendinnen. Er was beslist iets niet in de haak, dacht ik, maar ik liep naar de deur, langzaam, als iemand die verwacht in de val te lopen.