MIJN WITTE RIDDER
'Pers!' schreeuwde juffrouw Emily in mijn gezicht. 'Je perst niet! Harder persen!'
'Ik pers,' riep ik. Ik haalde diep adem en probeerde het nog eens. De pijn was zo ontzettend dat ik de mogelijkheid begon te overwegen dat juffrouw Emily gelijk had - mijn pijn was heviger als een straf van God voor mijn daden. Mama Longchamp had me nooit verteld dat het zoveel pijn deed om een kind te baren. Ik wist dat het geen kleinigheid was, maar ik had het gevoel of iemand met reusachtige handen in mijn buik kneep. Het leek wel een wirwar van scherpe messen van binnen. Ik was bang dat ik bewusteloos zou raken voordat het kind er was en dat er iets vreselijks zou gebeuren. Eindelijk voelde ik de baby bewegen.
'Precies wat ik dacht,' zei juffrouw Emily. 'Het kind komt eerst met de voeten naar buiten.' Ze leidde het met haar lange, benige handen.
Charlotte kwam terug met de emmer heet water en Miss Emily stuurde haar meteen weer weg om handdoeken en een schaar te halen. Ik zag haar met wijd open mond bij de deur staan, terwijl ze naar het wonderlijke gebeuren keek.
'Wat doet u met die schaar?' riep ik uit, toen ik zag dat Miss Emily hem van Charlotte overnam.
'De navelstreng doorknippen,' antwoordde ze, geërgerd over mijn vraag.
'Waarom huilt de baby niet? Huilen babies niet als ze pas geboren worden?' vroeg ik. Mijn gezicht was bedekt met zweet. Sommige druppels kwamen in mijn ogen en ik probeerde ze weg te knipperen.
'Hou je mond en wees geduldig,' snauwde ze. 'Vergeet niet dat het te vroeg komt.'
'Wat is het? Is het een meisje?'
Ze gaf geen antwoord, maar ik zag Charlotte knikken. Een meisje, zoals ik had gehoopt. Ik deed mijn ogen dicht en ging achteroverliggen, met mijn hoofd op het kussen, terwijl mijn ademhaling regelmatiger werd.
Plotseling hoorde ik een zacht kreetje, toen Miss Emily de baby waste en in een handdoek wikkelde.
'Ik wil haar zien,' riep ik.
Miss Emily legde haar naast me. Ik was zo moe dat ik mijn ogen nauwelijks open kon houden, maar toen ik naar het kleine roze gezichtje staarde met het kleine neusje en mondje, voelde ik mijn pijn en vermoeidheid wegebben, verdreven door een overweldigende emotie. Haar vingertjes waren gekromd en gerimpeld als van een oud dametje, en ze had heel kleine oortjes. Ze had blond haar, mijn haar. Haar oogjes waren gesloten. Ik brandde van verlangen om te zien of ze Michaels saffierkleurige ogen had.
'Ze is zo perfect, zo klein,' zei ik. 'Is dat een kuiltje in haar wang?'
'Ze is te klein,' mompelde Miss Emily. Ze rolde de andere handdoeken op en gooide ze in de emmer. Toen keek ze naar de baby en mij. Ze schudde haar hoofd en nam haar uit mijn armen.
'Waar brengt u haar naar toe?' vroeg ik. Ik was suf van vermoeidheid, niet in staat tegenstand te bieden.
'Naar de kinderkamer. Waar anders? Ga slapen. Later zal ik Charlotte
naar boven sturen met wat vloeibaar voedsel voor je.'
Ik vond dat ze de baby te ruw vasthield. Ook voor een pasgeboren baby moest het gevoel van die harde, benige armen om haar heen niet erg prettig zijn. Ze steunde zachtjes en draaide haar hoofdje om, alsof ze zich wilde verzetten.
'Waarom kan ze niet bij me blijven?'
'Je kunt bovenop haar rollen in je slaap,' zei Miss Emily met een minachtende blik. Toen keek ze naar de baby en schudde weer haar hoofd. 'Ze is te klein,' herhaalde ze, en liep weg.
'Maar ze is mooi, hè? Ze is toch mooi?' riep ik.
Miss Emily draaide haar hoofd om en tuurde naar me over haar schouder.
'Ze kwam met haar voeten vooruit op de wereld,' antwoordde ze.
'Wat wil dat zeggen?' vroeg ik. Ze gaf geen antwoord en liep naar buiten. ' Wat wil dat zeggen?' schreeuwde ik, maar ik hoorde hoe haar voetstappen zich verwijderden. Ik wilde opstaan en haar volgen, maar ik was zo uitgeput dat zelfs de gedachte me al te veel was. Het was een zenuwslopende ervaring om hulpeloos te moeten blijven liggen, te zwak zelfs om mijn hand op te tillen of mijn hoofd om te draaien, zo zenuwslopend, dat ik mijn ogen sloot en in een diepe slaap viel.
Ik droomde van mijn baby in mijn armen. Ze leek al ouder, haar gezichtje was volledig gevormd en was een duidelijke combinatie van mij en Michael. Plotseling werd ze uit mijn armen genomen, zoals Miss Emily had gedaan. Mijn baby stak haar armpjes naar me uit, maar ze droegen haar weg. De baby huilde en ik huilde met haar mee. De kreet in mijn dromen werd een echte kreet die me wakker maakte.
Ik wist dat het hard regende omdat ik het gekletter hoorde op het dak en tegen de ramen in de gang. Ik hoorde een donderslag en zag het felle licht van de bliksem. Het grote huis trilde op zijn grondvesten. Alleen die geluiden al maakten me koud en nat. Mijn ogen vielen weer dicht en ik viel in slaap op het ritme van de regendruppels in de wind.
Uren later werd ik wakker. Ik voelde dat er iemand naast me stond en toen ik me omdraaide zag ik Charlotte. Ze hield een glas in haar hand met iets dat er uitzag als melk, maar het had een bruinachtige kleur en er dreef iets in dat op vlokjes havermout leek.
'Emily zegt dat je dit moet drinken,' zei ze.
'Wat is het?'
'Het is iets om weer gauw op krachten te komen. Iets dat mijn grootmoeder altijd dronk als een van haar kinderen geboren was. Ze heeft Emily vroeger verteld hoe ze het moest maken.'
'Waarschijnlijk vol azijn,'mompelde ik, en nam het van haar aan. Ik proefde, maar het smaakte niet bitter. Het leek wel of er honing in zat. Uit mijn tijd met mama Longchamp wist ik dat sommige oude remedies, kruidendranken en dergelijke, vaak beter waren dan de zogenaamde moderne medicijnen, dus dronk ik het glas snel leeg.
'Heb je de baby gezien?' vroeg ik Charlotte. Ze knikte.
'Ze is mooi, hè?'
'Emily zegt dat ze te klein is,' antwoordde Charlotte.
'Ze wordt wel groter. Ik zal haar de borst geven en dan is ze binnen de kortste keren kerngezond. Het was niet de bedoeling dat het kind te vroeg zou komen.' Ik herinnerde me nu alles weer. 'Maar Emily was zo afschuwelijk tegen me. Ik dacht dat ze me zou aanvallen, en holde weg, en toen ben ik gevallen. In ieder geval is het nu allemaal voorbij en zijn mijn baby en ik hier binnenkort weg.
'Charlotte,' ging ik verder. Ik pakte haar hand vast, om haar dichter naar me toe te trekken. 'Ik heb de kinderkamer gezien en ik weet datje de waarheid vertelde. Je hebt een baby gehad, een echte baby.'
'Hij had puntoren,' zei ze snel, alsof ze gehypnotiseerd was om dat elke keer te herhalen als er op haar kind werd gezinspeeld.
'Nee, Charlotte, ik weet zeker van niet. Emily zei dat je op een dag zomaar zwanger was, maar vrouwen worden niet vanzelf zwanger. Er is altijd een vader. Waarom heb je haar niet gezegd wie de vader was, zodat ze zou ophouden zulke afschuwelijke dingen te zeggen?'
Ze wilde haar hand lostrekken, maar ik liet haar niet gaan.
'Ga niet weg, Charlotte. Vertel het me. Je bent niet zo dom als je zuster beweert. Je schaamde je, hè? Daarom hield je het geheim. Waarom schaamde je je? Was het iemand die Miss Emily niet zou goedkeuren? Dacht je datje van hem hield, zoals ik van Michael hield?'
Ze sperde vol belangstelling haar ogen open, maar ik zag dat liefde er niets mee te maken had.
'Je kunt het mij vertellen, Charlotte. Ik zal niets tegen Miss Emily zeggen. Dat weetje. Jij en ik begrijpen elkaar. Ik wil je helpen en je vriendin zijn, zoals jij de mijne bent geweest. Je liet haar in de waan datje niet wist datje zwanger was; je liet haar dat afgrijselijke verhaal over de duivel verzinnen, nietwaar?'
Ze gaf geen antwoord en staarde naar de grond.
'Je weet hoe vrouwen zwanger worden, hè, Charlotte? Je weet wat ze moeten doen met mannen, ook al weet ik zeker dat niemand ooit de moeite heeft genomen hel je te vertellen. Het is natuurlijk een verboden onderwerp in dit huis, zeker in de tijd dat Miss Emily hier de scepter zwaaide. Maar je weet het, hè?'
'De wip,' zei ze snel.
'De wip? Ik begrijp je niet, Charlotte. Wat is de wip? Hoe kan die je zwanger maken?'
'Toen hij met me gewipt had,' zei ze, 'begon de baby in mijn buik te groeien.'
'Wie, Charlotte? Wie heeft met je gewipt?'
'Het was in de schuur,' zei ze. 'Hij liet me zien hoe de varkens wipten en toen deed hij het.'
'De schuur? Het was Luther, hè? Het was Luther,' concludeerde ik. 'En ik denk dat Miss Emily dat altijd geweten heeft. Natuurlijk,' besefte ik plotseling. 'En ze heeft hem al die jaren ervoor gestraft, op zijn geweten gewerkt. Daarom Iaat hij zich misbruiken, en werkt en leeft hij als een slaaf.
'O, Charlotte,' zei ik, mijn hand naar haar uitstrekkend. 'Het spijt me dat wat er met je gebeurd is zo'n nachtmerrie is geworden. Maar vertel eens, wat is er met de baby gebeurd?'
We hoorden de voetstappen van Miss Emily in de gang en Charlotte rukte snel haar hand los.
'Ik zal een mooi borduurwerkje voor je maken om in de kinderkamer te hangen,' zei ze snel en pakte het lege glas op. Ze wilde juist naar buiten gaan toen Miss Emily in de deuropening verscheen. Ze greep Charlottes arm om haar tegen te houden.
'Heeft ze alles opgedronken?' vroeg ze, en Charlotte knikte en liet haar het glas zien. 'Mooi. Ga het afspoelen in de gootsteen,' beval ze.
'Hoe gaat het met de baby?' vroeg ik.
'De baby was te klein,' zei ze snel. 'Je moet nu slapen, zodat je morgenochtend kunt vertrekken. Er worden voorbereidingen getroffen.' Ze wilde weggaan.
'Wat bedoelt u?' zei ik, terwijl ik op mijn ellebogen leunde. 'Wat bedoelt u dat de baby te klein was?'
'Als babies te klein geboren worden, is het niet de bedoeling dat ze geboren worden,' antwoordde ze achteloos en wilde weer weglopen.
'Wat is er met haar gebeurd? Waar is ze? schreeuwde ik. Ik zwaaide mijn benen uit bed, maar ik werd zo duizelig dat ik me weer op het kussen liet vallen en mijn ogen sloot. Ik voelde een warmte in mijn buik en een gerochel. De warmte leek omhoog te stijgen naar mijn borst.
Wat zat er in die drank? vroeg ik me af. Ik had het glas niet leeg moeten drinken. Ik had...
Ik voelde me als verdoofd, zo moe en zwak. Ik had al mijn energie nodig om mijn benen weer op het bed te leggen en ik kon mijn ogen niet openkrijgen. Het was of een zware deken, een ijzeren deken, over me heen werd getrokken. Even later voelde ik me dieper en dieper omlaag- zakken in het bed. Ik probeerde me ertegen te verzetten, maar ik kon mijn armen niet optillen. Een paar ogenblikken later was ik in een diepe slaap.
Ik sliep bijna de hele dag, maar telkens als ik wakker werd en overeind wilde komen, begon mijn hoofd te bonzen. De enige oplossing was achteroverliggen en mijn ogen gesloten houden, waardoor ik uiteindelijk weer in slaap viel. Ik wist niet of het dag of nacht was, want de deur van mijn kamer bleef gesloten, maar op een gegeven moment, veel en veel later, werd hij opengegooid en kwam Miss Emily terug.
Ik wilde mijn hoofd optillen. Ze kwam snel naar me toe en legde haar hand erachter, om me in een zittende positie te helpen.Toen bracht ze een glas aan mijn lippen. Het was dezelfde drank die Charlotte me had gebracht. Ik begon te kokhalzen, maar ze hield de achterkant van mijn hals stevig in haar stevige, tangachtige vingers en duwde hel glas tegen mijn mond.
'Drink,' beval ze, toen het vocht langs mijn kin droop. 'Drink, anders word je nooit sterk genoeg om hier weg te gaan.'
Ik begon het uit te spuwen en haar handen van mijn hals te schudden, maar haar vingers kleefden aan me vast als rottend mos. Ze hield het glas tussen mijn lippen en bleef de vloeistof naar binnen gieten. Ik kon niet beletten dat ik iets ervan naar binnen kreeg. Tenslotte liet ze me los en mijn hoofd viel weer op het kussen.
'Waar... is... mijn... baby?' vroeg ik, toen ze weg wilde gaan.
'Ik heb je al gezegd, ze was te klein,' zei ze en deed de deur achter zich dicht, mij in het pikdonker achterlatend.
Ik probeerde me te verzetten tegen de slaap, wakker te blijven, zodat ik kon opstaan om mijn baby te gaan zoeken. Ik begon te zingen in de hoop dat het me zou beletten in slaap te vallen, maar ik had geen adem genoeg om het lang vol te houden. De woorden klonken steeds zachter, tot ik ze fluisterde en toen alleen nog maar in mijn droom zong.
Toen ik weer wakker werd, wist ik dat het ochtend was, omdat de deur van mijn kamer openstond en ik het licht zag dat door een van de ramen in de gang scheen. Charlotte stond naast me, deze keer met een blad echt voedsel: een kom warme havermout, een toastje en een geschilde sinaasappel. Ze zette het op het nachtkastje en stak mijn lamp aan.
'Goeiemorgen,' zei ze. 'Emily zegt dat je goed moet ontbijten en je aankleden, zodat Luther je naar het station kan brengen. Je gaat met de trein!'
Ik ging overeind zitten. Ik voelde me zo zwak en moe. De slaap deed alles nevelig en ver weg lijken.
'Aankleden?' vroeg ik. Charlotte knikte en bukte zich. Ze pakte een stapel kleren op en legde die op bed.
'Mijn kleren!' Ze waren gekreukt en vaal, maar het was of ik een oude vriend terugzag. Zelfs mijn ene schoen die ik op die koude middag verloren was, was erbij.
'Dank je, Charlotte,' zei ik, terwijl ik de kleren aannam. Ik begon het hemd uit te trekken. Charlotte hielp me, en toen trok ik verheugd mijn eigen kleren aan. Ik vond mijn tas onderin en zocht mijn kam, maar toen ik hem had gevonden, bleek hij gesmolten te zijn toen Miss Emily alles uitgekookt had. De tanden van de kam waren één klomp geworden. Mijn haar zou nog wat langer vuil en geklit moeten blijven.
Ondanks mijn haat tegen alles wat Miss Emily deed of me gaf, at ik toch iets van de toast en de hele sinaasappel. De walgelijke havermout liet ik staan. Alleen de gedachte eraan maakte me nu al misselijk. Maar het beetje eten gaf me nieuwe kracht en energie, en ik was zelfs in staat op te staan, al was het nog wankelend.
'Waar is die afgrijselijke zuster van je?' vroeg ik.
'Ze is beneden in de bibliotheek aan het werk. Ze houdt de boeken bij,' antwoordde Charlotte. 'Ik moet gaan borduren, want ik heb bijna iets af voor je.'
'Waar is mijn baby?' vroeg ik.
'Ze hebben haar meegenomen,' antwoordde ze schouderophalend. 'Emily zei dat ze te klein was, dus hebben ze haar meegenomen.'
'Meegenomen? Wie heeft haar meegenomen? Vertel het me alsjeblieft,' smeekte ik. Ik pakte haar schouders beet. Maar ik kon zien dat Charlotte niet meer wist.
'Ik moet nu aan het werk om je cadeautje af te maken,' zei ze. Ze draaide zich om en liep weg.
Ik richtte me op en deed aarzelend mijn eerste stappen. Ik werd weer duizelig en moest me aan de deurpost vasthouden tot de duizeling voorbij was. Wanhoop gaf me de kracht die ik nodig had. Ik moest weten wat ze met mijn baby had gedaan. Langzaam liep ik door de gang. Het leek uren te duren voor ik eindelijk bij de trap was.
Maar toen hoorde ik plotseling het geluid van een stem, een vertrouwde stem, een stem die een rilling van hoop door me heen liet gaan en me nog meer kracht en vastberadenheid gaf. Ik hoorde mijn naam en toen hoorde ik Miss Emily's scherpe, koude stem.
'Ze is weg,' hoorde ik haar zeggen. 'Ze is vanmorgen vroeg vertrokken.'
Ik liep sneller, sleepte me voort langs de muur tot ik bovenaan de trap stond en naar beneden kon kijken, juist toen Jimmy de voordeur achter zich dichttrok.
'Jimmy!' riep ik zo hard ik kon.'Jimmy!' De inspanning putte me uit. Mijn knieën knikten en ik zakte ineen op de grond, met mijn gezicht tegen de leuning. Ik begon te snikken. Zelfs het huilen kostte enorm veel inspanning. Miss Emily draaide zich naar me om met een wrange, kwaadaardige glimlach op haar bleke gezicht.
'Jimmy,' zei ik zacht. Was het een droom? Had ik hem werkelijk gehoord en gezien?
Ik hoefde niet lang op het antwoord te wachten, want de voordeur vloog weer open en Jimmy stormde naar binnen. Op de drempel bleef hij staan. Lang en knap in zijn militaire uniform, een paar kleurige lintjes op zijn borst. Ik raapte al mijn kracht bijeen en riep hem.
'Jimmy!'
Hij keek op en zag me. Hij rende langs Miss Emily heen, liep haar bijna omver, en sprong met twee treden tegelijk de trap op, tot hij bij me was. Hij omhelsde me, hield me dicht tegen zich aan en bedekte mijn voorhoofd met kussen.
'O, Dawn, Dawn, wat is er met je gebeurd? Wat hebben ze met je gedaan?' vroeg hij. Hij hield me op een afstandje en staarde me aan. Ik glimlachte. Mijn oogleden knipperden, maar ik probeerde ze open te houden.
'Ben je het echt, Jimmy? Ben je echt hier of droom ik?'
'Ik ben hier,' zei hij. 'Ik ben gekomen zodra ik je had gevonden.'
'Hoe heb je me gevonden? Ik dacht dat ik voor eeuwig begraven was in dit gekkenhuis.'
'Ik ben naar het studentenhuis in New York gegaan en daar heb ik je vriendin Trisha gesproken. Al mijn brieven aan jou uit Duitsland werden teruggestuurd, met de mededeling "Niet langer hier woonachtig". Papa had ook niets meer van je gehoord en zei dat twee van zijn brieven ook als onbestelbaar waren teruggestuurd. Ik kon niet geloven datje zou zijn weggegaan zonder me te vertellen waar je naar toeging, dus zodra ik terug was ben ik naar het studentenhuis gegaan en heb naar je vriendin gevraagd.'
Hij boog zijn hoofd.
'Ze heeft me verteld wat er met je gebeurd is,' zei hij.
'O, Jimmy, ik...'
Hij legde zijn vinger tegen mijn lippen.
'Het is goed. Probeer het nu niet uit te leggen. Ik maakte me bezorgd over je. Ik wist niet wat er met je gebeurd was.Trisha vertelde me over alle brieven die ze je had geschreven. In de brief die je voor haar had achtergelaten toen je uit het ziekenhuis vertrok, had je geschreven datje naar Upland Station ging, in Virginia, en je noemde de naam van de gezusters Booth.
'Ze schreefje, maar je beantwoordde haar brieven nooit en ze werden niet teruggestuurd, dus ze wist niet of je ze ontvangen had.'
'O, Jimmy,' kreunde ik. 'Ik heb ze nooit gekregen. Dat afschuwelijke mens hield ze achter, en ze belette mij brieven te versturen of iemand te bellen. Er is geen telefoon hier in huis. Een telefoon is hier kilometers vandaan.'
'Wie is die vrouw? Waarom loog ze tegen me en zei ze datje al weg was?' vroeg hij, naar beneden starend. Maar Miss Emily stond er niet meer.
'Ze is de zuster van grootmoeder Cutler, en nog erger dan zij. Ik dacht niet dat dat mogelijk was, maar het is zo. Er is nog een zuster hier, die geestelijk gehandicapt is, Charlotte, die ze op een andere manier kwelt.'
Jimmy schudde zijn hoofd en bekeek me van top tot teen.
'Wat is er gebeurd... ik bedoel, ik dacht dat je hier naar toe was gestuurd omdat je zwanger was.'
'Dat is ook zo. De bevalling is net achter de rug - daarom ben ik zo zwak en moe. Dat en iets dat Miss Emily me te drinken heeft gegeven, zodat ik haar geen last zou bezorgen tot ze van me af was. Ik heb geen idee waar ze me hierna naar toe wilden sturen.'
'En waar is de baby?' vroeg hij.
'Ik weet het niet. Ze vertelde me dat de baby te klein was. Ik ben bang. Ik weet niet wat ze gedaan heeft. Haar zuster zei dat er een paar mensen zijn gekomen die het kind hebben meegenomen. Ik hoop maar dat het geen begrafenisondernemer was.'
'Een begrafenisondernemer?'
'O, Jimmy,' riep ik uit. 'Het kind is bijna een maand te vroeg gekomen. Er gebeuren hier zulke verschrikkelijke dingen. Ik was in de kinderkamer en ik zag die pop in de wieg en toen kwam ze woedend achter me aan, en ik holde weg en viel, en...'
'Rustig,' zei Jimmy, over mijn vuile haar strijkend. 'Je hebt tijd genoeg om me alles te vertellen. Je praat nu wartaal. Je bent veel te veel van streek.'
'Van streek? Ja, ja.' Ik betastte mijn gezicht. 'Ik moet er afzichtelijk uitzien. Ik heb al maanden geen haarborstel meer in handen gehad en deze kleren...'
Ik probeerde op te staan, maar was zo duizelig dat ik weer in Jimmy's armen terugviel.
'Het is nog niet helemaal uitgewerkt wat ze me heeft gegeven,' legde ik uit.
'Ik zal je overeind helpen en je ergens naar toe brengen waar je een paar minuten kunt gaan liggen. En dan zullen we dit tot op de bodem uitzoeken,' zei hij autoritair.
Ik keek in zijn donkere ogen en zag hoe sterk en volwassen hij was geworden. Jimmy was een echte man met brede schouders en een vastberaden gezicht. Ik had me altijd veiliger gevoeld in zijn armen of als hij bij me was, maar nu wist ik zeker dat hij de leiding kon nemen en doen wat er gebeuren moest.
Hij tilde me op of ik niet meer woog dan een baby.
'Breng me maar naar de kamer waar ze me had ondergebracht, Jimmy. Dat is het dichtste bij. Maar zodra ik een beetje op adem ben, wil ik uitzoeken wat er met de baby gebeurd is en...'
'Dat doen we,' zei hij, terwijl hij me door de gang droeg. 'Stil maar. Niemand zal je ooit nog kwaad doen,' beloofde hij zelfverzekerd.
'O, Jimmy. God zij dank datje hier bent.' Ik liet mijn hoofd tegen zijn sterke schouder rusten en begon te huilen.
'Niet huilen. Ik zorg voor je,' fluisterde hij en zoende mijn haar en mijn voorhoofd.
Toen hij zag in wat voor kamer ik had geslapen, slaakte hij een kreet van verontwaardiging.
'Dit is niet meer dan een kast,' zei hij. 'Geen ramen, geen frisse lucht. Alleen een olielamp! En het ruikt hier zo bedompt en zurig.'
'Ik weet het, maar ik hoef maar heel even te rusten.'
Hij legde me op bed en ging naar de badkamer om een washandje te halen voor mijn gezicht, ik heb nergens in Europa een hut gezien die erger was dan deze,' mompelde hij, terwijl hij mijn wangen afveegde. 'Eenzame opsluiting in een militaire gevangenis moet een paleis zijn hierbij vergeleken.'
Hij ging naast me zitten en hield mijn hand vast.
'Jimmy,' zei ik, in zijn vingers knijpend. 'Ben je hier, ben je echt hier?'
ik ben hier, en ik ben niet van plan je weer voor lange tijd alleen te laten,' beloofde hij. Hij boog zich over me heen en kuste me zacht op de lippen. Ik glimlachte. Nu ik me veilig voelde, kon ik mijn ogen dichtdoen en de rust nemen waaraan ik zo'n behoefte had.
Ik sliep niet lang en Jimmy ging geen seconde de kamer uit.Toen ik mijn ogen opendeed, raakte ik in paniek omdat ik hem niet onmiddellijk zag en dacht dat het allemaal een droom was geweest. Maar zodra hij zag dat ik wakker was, stond hij weer naast me. Hij kuste me en omhelsde me.
'Voel je je sterk genoeg om naar buiten te gaan?' vroeg hij.
'Ja, Jimmy, maar niet voordat ik weet wat er met mijn baby is gebeurd.'
'Natuurlijk. Het is gewoon niet te geloven wat ze met je hebben gedaan,' zei hij, terwijl hij een paar losse pieken naar achteren streek, ik wil alle details weten.'
ik zal je alles vertellen, Jimmy - de afschuwelijke taken die ze me opdroeg, hoe ik in de kou moest slapen, de schrale maaltijden, de godsdienstoefeningen - ze is een religieuze gek, die me behandelde of ik een kind van de duivel was. En ik weel zeker dat grootmoeder Cutler precies wist wat er met me zou gebeuren toen ze me hier naar toe stuurde. Maar ik wil eerst mijn baby vinden.'
Hij knikte, zijn lippen verstrakten en een woedende glinstering verscheen in zijn ogen.
'Laten we gaan,' zei hij. ik wil geen minuut langer in deze hel blijven dan nodig is.'
Hij hielp me opstaan. Ik voelde me sterker en mijn hoofd was helderder. We liepen de kamer uit die zoveel maanden mijn ongelukkige thuis was geweest. Vreemd genoeg was ik vertrouwd geraakt met alle hoeken en gaten. Het huis was als een berooid kind, misbruikt, vergeten en begraven in de duisternis en verschrikkingen van The Meadows.
Zodra we de trap afliepen, wist ik waar Miss Emily was. Het licht brandde in de bibliotheek.
'Ze hoopt dat we gewoon weggaan,' zei ik. 'Ze wil ons negeren, alles negeren wat ze heeft gedaan.'
Jimmy knikte. Zijn ogen waren strak op de deur van de bibliotheek gericht. Ik pakte zijn hand in de mijne en we liepen snel naar binnen.
Miss Emily zat op haar gebruikelijke plaats achter het grote bureau, onder het portret van haar vader, alleen leek ze me deze keer niet intimiderend, evenmin als het portret. Ik had Jimmy naast me en ik putte uit zijn kracht.
Ze leunde achterover toen we binnenkwamen, een scheef glimlachje op haar gezicht met die bleke huid die zo dun was dat de botten van de schedel duidelijk zichtbaar waren. Het was of je in het gezicht van de Dood zelf keek.
'Zo,' zei ze. 'Eerlijk gezegd ben ik blij dat iemand je is komen halen. Het spaart me de kosten om je door Luther naar het station in Lynchburg te laten brengen. Bovendien heeft Luther belangrijkere dingen te doen.'
'Ja, u hebt een handige slaaf van hem gemaakt al die jaren, hem steeds opnieuw gestraft, en hij heeft het nog geaccepteerd ook. Maar dat is iets waar u en Luther mee moeten leven. Ik ga hier niet weg voordat ik weet wat u met mijn baby hebt gedaan. Wie is haar komen halen? Aan wie hebt u haar gegeven? Waarom hebt u dat gedaan?' ging ik op schrille toon verder, terwijl ik naar het bureau liep.
ik heb je al gezegd,' zei ze op kille toon, 'dat de baby te klein was. Je had er trouwens toch niet voor kunnen zorgen. Mijn zuster heeft juist gehandeld,' voegde ze eraan toe, en keek of ze weer aan het werk wilde gaan en met ons had afgedaan.
Maar ik liep snel naar het bureau toe en sloeg met mijn handen op haar papieren.
'Hoe bedoelt u,uw zuster heeft juist gehandeld?'
Ze keek naar me op, onbevreesd, onverschillig, met ijskoude ogen. Ze was niet van plan iets te zeggen. Maar Jimmy kwam naast me staan.
'U kunt ons maar beter alles vertellen,'zei hij. 'U had niet het recht iets met haar baby te doen en als het moet, komen wc terug met de politie.'
'Hoe durf...'
'Hoor eens,' zei hij. Hij legde zijn handen op het bureau en boog zich naar haar toe, met moeite zijn geduld bewarend, ik wil hier geen minuut langer blijven dan nodig is, maar als u niet meewerkt blijven we hier lot de kalveren op het ijs dansen.'
Mijn hart sprong op van blijdschap dat eindelijk iemand zijn mond open durfde te doen tegen Miss Emily, op een manier zoals iemand al jaren geleden tegen haar had moeten spreken.
'U kunt worden gearresteerd wegens ontvoering, weet u. Nou, wat hebt u met de baby gedaan? Spreek op!' zei hij, en sloeg zo hard en onverwacht met zijn vuist op het bureau, dat Miss Emily opsprong.
'Ik weet niet wie de baby heeft,' jammerde ze. 'Mijn zuster heeft alles geregeld nog voordat Eugenia,' ze snauwde de naam met een valse blik op mij, 'hier is aangekomen. U zult het haar moeten vragen.'
'En dat is precies wat we zullen doen,' zei Jimmy. 'Als u liegt, en u weet het wél, dan komen we met de politie om u aan te klagen wegens medeplichtigheid.'
ik lieg niet,' zei ze uitdagend. Haar smalle lippen waren zo strakgetrokken, dat ik dacht dat ze als elastiekjes zouden knappen. Jimmy keek haar lange tijd aan en richtte zich toen op.
'Laten we gaan, Dawn,' zei hij.
'Ja, blij van je af te zijn,' antwoordde Miss Emily.
Er knapte iets in me. Alle pijn en woede die ik had onderdrukt kwamen boven. Elk wreed en gemeen woord dat ze tegen me had gezegd, al het bittere voedsel dat ze me gedwongen had te eten, de duisternis waarin ze me had opgesloten en de manier waarop ze me vernederd had, zodat ik me minder voelde dan een worm, alles zocht plotseling een uitweg.
'O, nee, Miss Emily,'zei ik langzaam. Ik liep om het bureau heen naar haar toe, 'blij van u af te zijn. Van uw lelijke, gefrustreerde en hatelijke gezicht. Van uw godsdienstwaanzin, van de manier waarop u maakt dat iedereen zich slecht en verachtelijk voelt, terwijl u zelf het slechtste en verachtelijkste ding in dit huis bent. Van uw gierigheid tegenover iedereen behalve uzelf. Van uw jaloezie op alles wat zacht en mooi is. Van uw pretenties dat u alles schoon wilt hebben, terwijl u zelf leeft in de stanken duisternis van deze doodkist die u een huis noemt.'
Ik stond naast haar en keek op haar neer.
ik heb nog nooit in mijn leven zo graag afscheid van iets willen nemen als van u. En weet u, Miss Emily, mijn verblijf hier, mijn samenwonen met u, met wat u bent, heeft me medelijden doen krijgen met de duivel, want als u sterft gaat u beslist naar de hel en zelfs satan verdient niet zoiets afzichtelijks als u.'
Ik draaide me met een ruk om en liet haar achter met open mond, haar ogen wijd opengesperd, geschokt. Ze zag eruit als een lijk. Jimmy pakte mijn hand en glimlachte.
'Mama zou het prachtig hebben gevonden om dat te zien en te horen,' zei hij.
'Vast wel,' antwoordde ik. Samen liepen we de donkere bibliotheek uit.
Op hel moment dat we de voordeur uitkwamen en de trap van de veranda af wilden lopen naar Jimmy's auto, hoorde ik Charlotte mijn naam roepen. Ik draaide me om en zag dat ze het huis uit gehold kwam.
'Wie is dat?' vroeg Jimmy.
Charlotte had zoals gewoonlijk haar haar in lange vlechten, en ze droeg dezelfde roze jurk met de gele sjerp als op de dag toen ik aankwam. Ze had de pantoffels van haar vader aan en schuifelde naar ons toe.
'Dat is Charlotte. Het is in orde,' zei ik. ik wil haar goedendag zeggen.'
'Ga je een ritje maken?' vroeg Charlotte, met een blik op Jimmy.
ik ga weg, Charlotte. Ik moet mijn baby gaan zoeken,' zei ik.
'O, je moet nu weg,' zei ze, van mij naar Jimmy kijkend.
'Ja.'
'Nou, hier dan,' zei ze, en ze strekte haar handen naar me uit. Het was een borduurwerkje. Ik vouwde het open en staarde naar een portret van een jonge vrouw die opvallend veel op mij leek, alleen had ze lang en mooi haar en droeg ze een mooie, lichtblauwe jurk. In haar armen hield ze een baby, waar ze vol liefde naar staarde.
'O, Charlotte, wat mooi. Ongelooflijk datje dat hebt gemaakt. Je moet erg veel talent hebben. Je moet er heel lang aan gewerkt hebben.'
'Gisteren,' zei ze, en ik lachte. Alles was gisteren. Misschien was het haar manier om alle afschuwelijke dagen daartussenin uit te wissen. Misschien was ze werkelijk een stuk slimmer dan Miss Emily dacht.
'Dank je, Charlotte.' Ik keek weer naar het huis. 'Laatje niet kwellen door haar en voel je niet slecht. Je bent beter dan zij, veel beter.' Ik omhelsde haar. 'Dag, Charlotte.'
'Dag. O, als je terugkomt, breng dan een paar zuurtjes voor me mee. Ik heb geen zuurtjes meer gehad sinds...'
'Sinds gisteren,' zei ik. 'Ja, ik zal zorgen dat je zakken vol zuurtjes krijgt.'
Ze glimlachte en bleef naar ons staan kijken terwijl we in de auto stapten. Toen Jimmy wegreed en we over de oprijlaan hobbelden, keek ik achterom naar het dreigende, donkere huis met de schaduwen en zag Charlotte staan zwaaien als een klein meisje. De tranen sprongen in mijn ogen.
Jimmy nam een bocht en het huis verdween uit het gezicht, maar het zou nooit uit mijn gedachten verdwijnen. Het had voor eeuwig een plaats in de kast van mijn verschrikkelijkste herinneringen. Nu ik ervan bevrijd was, barstte ik in tranen uit. Ik snikte zo hard dat Jimmy moest stoppen om zijn armen om me heen te slaan en me te troosten.
'Het is niets, Jimmy,' zei ik. ik ben alleen zo blij dat ik er weg ben. Rij maar door, en laten we hier zo snel mogelijk vandaan gaan.'
De lucht voor ons was blauw. Het leek of de donkerste wolken altijd boven The Meadows hingen, want hoe verder we de plantage achter ons lieten, hoe helderder en warmer het werd. Ik was vergeten hoeveel ik hield van het groen en de geur van vers gras. Ik had het gevoel of ik uit de gevangenis was ontslagen, of ik afgesloten was geweest van alles wat mooi en goed was in de wereld, en nu weer van alles kon genieten. Het vervulde me met nieuwe hoop en nieuwe vastberadenheid. Ik voelde me steeds sterker worden.
'Jimmy, laten we alsjeblieft zo gauw mogelijk naar Cutler's Cove gaan. Ik wil naar grootmoeder Cutler om haar te dwingen ons te vertellen waar ze mijn baby naar toe heeft gestuurd voordat er te veel tijd voorbijgaat.'
'Natuurlijk,' zei hij.
'Weetje wat ze heeft gedaan, Jimmy?' vroeg ik. Het drong nu pas goed tot me door. 'Ze heeft met mijn baby hetzelfde gedaan als met mij. Ze heeft haar door andere mensen laten meenemen om haar als hun eigen kind op te voeden. Ze denkt dat ze het recht heeft ieders leven te regelen.'
Jimmy knikte.
'Maar deze keer zullen we het beletten,' zei hij. 'Maak je geen zorgen.'
'Jimmy, ik verdien je hulp niet,' kreunde ik. ik heb je beloftes gedaan toen je me kwam opzoeken in New York, en toen is het me allemaal naar mijn hoofd gestegen, de opwinding, de muziek, precies waar jij bang voor was. Ik zei dat het nooit zou gebeuren, dat het nooit zou kunnen gebeuren, en er was bijna geen tijd voorbijgegaan of het was al zover. Ik heb een paar keer geprobeerd het je te schrijven, maar ik kon de woorden niet vinden. Misschien wilde ik diep in mijn hart niet dal het gebeurde.'
'Iemand heeft je misbruikt,' zei Jimmy met een wijsheid die me verbaasde. 'Ik heb veel van dat soort dingen gezien oudere mannen die jonge, ontvankelijke meisjes de mooiste dingen beloven en dan misbruik maken van hun hoop en hun dromen. Daarna worden ze alleen achtergelaten en stort hun wereld in. Sommige kameraden van me in het leger hebben zich daaraan schuldig gemaakt,' ging hij kwaad verder, ik zou die man wel eens in handen willen krijgen die jou in deze afschuwelijke situatie heeft gebracht.' H ij draaide zich naar me om. 'Of geef je nog steeds om hem?'
'O, nee, Jimmy, ik kan niet geven om iemand die zoiets heeft gedaan.'
Jimmy glimlachte.
'Het voornaamste is dat alles nu achter ons te laten. We moeten zoveel mogelijk rechtzetten en dan verder leven. Je zult toch een grote zangeres worden. Dat zul je zien,' zei hij, met een klopje op mijn hand.
'Op het ogenblik is het voornaamste dat ik mijn baby terugkrijg. Zodra ik in haar mooie gezichtje keek, wist ik dat ze iets goeds was, iemand om te koesteren en lief te hebben. Mijn fouten hebben haar op deze wereld gebracht en ik wil die wereld zo goed mogelijk maken voor haar. Dat begrijp je toch, hè, Jimmy?'
'Natuurlijk, maar alles op zijn beurt. En het eerste wat we doen is naar een winkel gaan om wat fatsoenlijke kleren voor je te kopen. En haarborstels en zo, en dan gaan we naar een motel, zodat je je kunt opknappen en uitrusten.
ik herinner me grootmoeder Cutler nog heel goed, zie je, en als we naar Cutler's Cove gaan om de confrontatie met haar aan te gaan, moet je er fris en sterk uitzien, zodat ze beseft dat ze met harde tegenstanders te maken heeft, oké?'
'O, ja, Jimmy, ja.' Ik omhelsde hem en gaf hem een zoen op zijn wang.
'Hé, kalm aan,' zei hij. 'Je zoent een scherpschutter en korporaal,' zei hij, trots op zijn strepen wijzend. Toen draaide hij zich om en stak zijn borst naar voren, zodat ik zijn onderscheidingen kon zien.
'Korporaal! Ben je weer bevorderd? Dat verbaast me niets. Ik heb altijd geweten datje zou slagen, watje ook doet.'
'Misschien heb ik altijd geweten dat jij het verwachtte,' zei Jimmy. 'En heb ik daarom succes gehad.'
Ik liet mijn hoofd op Jimmy's schouder rusten, terwijl we verder reden. Wat een geluk dat hij weer bij me was, dacht ik. Nog zo kort geleden was ik ervan overtuigd dat ik het ongelukkigste meisje ter wereld was, voor eeuwig vervloekt en verloren.
En nu, als de regenboog na de regen, als de eerste zonnestralen die door een opening in de wolken vallen, was Jimmy bij me gekomen. En waar eerst alleen maar duisternis en haat hadden geheerst, vond ik nu helderheid en liefde. Ik was vol vertrouwen dat ik mijn baby terug zou krijgen.
Mijn ogen waren gesloten, maar ik zag overal zonneschijn.