WAARHEEN?
Rondtollend viel ik door een grote witte tunnel. En bij elke omwenteling zag ik een ander vertrouwd gezicht: mama Longchamp. die zo bedroefd en moe keek; papa Longchamp met beschaamd neergeslagen ogen; Jimmy die zijn woede bedwong, en baby Fern die glimlachend haar armpjes naar me uitstrekte.
Ik viel steeds verder omlaag door de tunnel, langs een fronsende grootmoeder Cutler. Ik zag een verstrooid kijkende en druk bezige Randolph, en ik zag mijn moeder met roze wangen achteroverleunen tegen een witzijden kussen. Vlak onder haar kwam Clara Sue die vol leedvermaak glimlachte om mijn hulpeloze val.Toen verscheen Philip met een wellustige blik.
En tenslotte kwam Michael, eerst glimlachend, maar toen verdween de glimlach en hij werd steeds kleiner, tot hij verdwenen was.
'Michael!' riep ik. 'Michael laat me niet alleen! Michael!'
Ik hoorde stemmen om me heen.
'Kijk naar de monitor. Er gebeurt iets.'
'Ze komt bij.'
'Roep dr. Stevens.'
'Dawn,' hoorde ik iemand zeggen. 'Dawn, doe je ogen open. Kom, Dawn, doe je ogen open.'
Mijn oogleden knipperden.
'Dawn.'
Langzaam begon al het wit om me heen vorm aan te nemen. Ik zag een melkwitte muur en een groot raam, waarvoor het lichtbruine gordijn was dichtgetrokken. Ik keek naast me en zag een metalen stang met een infuus-fles. Ik volgde de buis ervan tot aan mijn arm. Toen ik mijn hoofd omdraaide zag ik dat een verpleegster naar me keek. Ze glimlachte. Ze had vriendelijke blauwe ogen en lichtbruin haar en ze zag eruit of ze niet ouder was dan vijfentwintig.
'Hallo,'zei ze. 'Hoe voel je je?'
'Waar ben ik?' vroeg ik. 'Hoe ben ik hier gekomen?'
'Je bent in een ziekenhuis, Dawn. Je hebt een ongeluk gehad,' antwoordde ze kalm.
'Een ongeluk? Ik kan me geen ongeluk herinneren,'zei ik. Ik probeerde me te bewegen, maar voelde me erg stijf.
'Doe het voorlopig even kalm aan,' zei ze. 'De dokter komt zo om je meer te vertellen.' Ze streek mijn haar naar achteren met de palm van haar hand en schudde mijn kussen op, zodat ik wat gemakkelijker zou liggen.
'Maar wat voor soort ongeluk heb ik gehad?' vroeg ik.
'Je bent aangereden door een auto. Gelukkig reed die niet al te hard en hij heeft je maar even geraakt. Maar je werd achterovergegooid en je raakte bewusteloos door de val. Je hebt in een coma gelegen.'
'Een coma?' Ik keek weer om me heen. Ik kon andere verpleegsters en artsen in de gang voor mijn deur horen praten. 'Hoe lang ben ik hier al?'
'Vandaag is de vierde dag,' zei ze.
'Vier dagen!' Ik probeerde overeind te komen, maar werd duizelig en ging weer liggen.
'Zo, zo,' zei de dokter, die met een andere, oudere en minder vriendelijk kijkende verpleegster binnenkwam. 'Welkom terug in de wereld,' zei hij, terwijl hij naast me ging staan, ik ben dokter Stevens.'
'Hallo,' zei ik met een benepen stemmetje.
'Hallo,' antwoordde hij. Hij zag eruit als een man van achter in de vijftig. Hij had donkerbruin haar en zijn slapen waren gedistingeerd grijs. Maar zijn lichtbruine ogen glinsterden als de ogen van een veel jongere man. Hij had een rond, zelfs een beetje mollig gezicht, en een kuiltje in zijn kin. Hij was zwaargebouwd met een nek als een worstelaar, en was niet langer dan ongeveer 1,70 meter. Hij raakte me zachtjes aan en glimlachte vriendelijk.
'Wat is er met me gebeurd?' vroeg ik.
ik heb haar verteld over het ongeluk,' zei de jongste verpleegster.
'Je bent in een sneeuwstorm verzeild geraakt,' zei de dokter, 'en net hard genoeg door een auto geraakt om je rond te laten draaien, waarna je achterover viel. Je moet met je hoofd op de harde sneeuw zijn gevallen. De klap was voldoende om bewusteloos te raken en je was niet erg verlangend om weer bij te komen.' Hij keek me doordringend en nieuwsgierig aan. 'Alle vitale delen zijn in orde en je hebt geen breuk.
'Maar,' ging hij verder, en zijn stem klonk zachter en vriendelijker, terwijl hij zijn gezicht vlakbij het mijne bracht en mijn hand in de zijne
nam, 'je weet zeker wel datje zwanger bent?'
Zijn woorden deden de tranen in mijn ogen springen, want het deed me weer aan Michael denken en aan het feit dat hij me in de steek had gelaten. Ik drong mijn tranen terug en knikte.
'Probeerde je het te verbergen?' vroeg hij. 'Was dat de reden dat je familie het niet wist?'
'Ja,' antwoordde ik nauwelijks hoorbaar. Ik had een frons en een standje verwacht, maar hij knipperde alleen even met zijn ogen en glimlachte.
'De baby is sterk, dat staat vast,' zei hij. 'Gewoonlijk loopt een moeder grote kans haar baby kwijt te raken na zo'n ongeluk, maar alles is prima in orde.'
Ik kreeg een brok in mijn keel en tranen in mijn ogen.
'We zullen beginnen met je wat echt voedsel te geven en het infuus weg te nemen. Over een dag of wat kun je opstaan. Daarna is de observatie afgelopen en kun je vertrekken. Ik voorzie geen verdere complicaties,' voegde hij er glimlachend aan toe. 'Nog vragen?'
'Weet iemand dat ik hier ben?' vroeg ik snel.
'O, ja,' zei hij. 'Er zit op dit moment een jongedame te wachten in de hal. Ze zit er al uren en is elke dag teruggekomen om te vragen hoe het met je gaat. Ze is een goede vriendin en ze maakt zich erg bezorgd over je. Wil je wat gezelschap?'
'O, ja, graag. Dat moet Trisha zijn,' zei ik.
'Oké, we zullen het infuus weghalen en ik zal je wat zacht en vloeibaar voedsel laten brengen. Je zult je een tijdje een beetje duizelig voelen, maar dat is maar tijdelijk, tot je je evenwicht en je kracht weer terug hebt. En je rechterdij zal nog wel een week of zo pijn blijven doen. Daar ben je geraakt door de auto. Hel voornaamste is dat je alles eet wat je gebracht wordt en niet probeert te veel tegelijk te doen. Oké?' Hij gaf me een klopje op mijn hand.
'Ja, dank u.'
Hij knikte tegen de verpleegster, die het infuus weghaalde. Hij maakte een paar aantekeningen op mijn kaart aan het voeteneind van het bed. Toen glimlachte hij weer naar me en liet me achter in de hoede van de oudere verpleegster. De jonge zuster draaide aan een hendel en krikte het bed omhoog, zodat ik in een zittende positie kwam. Zelfs die kleine beweging maakte me duizelig en ik moest mijn ogen dichthouden tot het voorbij was.
'Ik ben direct terug met iets te eten en te drinken,' zei ze. 'En ik zal je vriendin naar je toe sturen.'
'Dank je,' zei ik. Ik haalde diep adem en probeerde me te herinneren wat er gebeurd was, maar alles was wazig. Ik kon me niet eens herinneren dat ik naar Michaels flat was gegaan. Ik zag alleen maar verwarde en verspreide beelden - het gezicht van een oudere man, Michaels slaapkamer die er zo anders uitzag, en de kleine kerstboom in de hoek van de zitkamer. De herinnering bracht tranen in mijn ogen.
'Hoi,' zei Trisha, die binnenkwam. Haar donkerblauwe jasje hing open en ze droeg een witte sjaal. Ze had een klein pakje in cadeaupapier in haar linkerhand. Haar haar was naar achteren geborsteld en in een paardestaart gebonden. Haar wangen zagen nog rood van de kou, maar ze zag er zo fris en vrolijk uit dat het een opluchting was naar haar te kijken in deze witte, steriele ziekenhuiswereld.
'Hoi,' antwoordde ik en gaf haar een hand.
'Hoe voel je je?' vroeg ze.
'Moe, verward en ik heb een beetje pijn. Als ik mijn hoofd van het kussen til voel ik me duizelig, maar de dokter zei dat dat overgaat zodra ik wat eet en aansterk.'
'Ik heb chocola voor je meegebracht,' zei ze en zette de doos op het tafeltje naast mijn bed. 'Dan kan je dik en lelijk worden.'
'Dank je.' Mijn glimlach verdween en we staarden elkaar zwijgend aan. 'Je weet wat er met me gebeurd is?' vroeg ik. Ze knikte en sloeg haar ogen neer, nog steeds mijn hand vasthoudend. 'Ik ben naar zijn flat gegaan, maar hij was er niet meer. Hij heeft me in de steek gelaten,' zei ik.
Ze hief met een ruk haar hoofd op.
'Hij is een rotkerel om je zoiets aan te doen. Had ik maar geweten dat het Michael Sutton was. Dan zou ik je gewaarschuwd hebben bij hem uit de buurt te blijven. Maar waarschijnlijk zou je toch niet geluisterd hebben.'
'Misschien is hij alleen maar bang voor zijn carrière,' zei ik.
'Nee. Hij is een afschuwelijke egoïst.' Ze keek naar de deur en toen naar mij. 'Is de baby gezond?'
'Ja.' Ik haalde de woorden van de dokter aan. 'Alles is prima in orde.'
'Wat ga je nu doen?' vroeg ze snel.
'Ik weet het niet. Het is nu al te laat om iets anders te doen dan het te laten komen. Bovendien wil ik het kind hebben,' besloot ik.
'Meen je dat?'
'Het kan me niet schelen hoe Michael nu is. Ik hield van hem en hij moet een klein beetje van mij hebben gehouden. De baby is het resultaat van die liefde,' zei ik mijmerend. 'De kerstboom staat er nog. We zouden zo'n heerlijke Kerstmis en oudejaarsavond hebben,' kreunde ik.
'Niet doen,' zei Trisha streng. 'Je maakt jezelf alleen maar ziek en dan moetje hier nog langer blijven.'
Ik beet op mijn lip en knikte. De verpleegster kwam terug met vruchtesap en gelatinepudding.
'Begin hiermee.' zei ze. Ze plaatste het bedtafeltje over me heen, zette het blad erop en duwde toen het rietje in de beker. Mijn vingers trilden
toen ik het naar mijn lippen bracht.
ik help haar wel,' bood Trisha aan.
'Dank je,' zei de verpleegster glimlachend en liet ons alleen. Trisha hield het rietje voor me vast terwijl ik dronk. Het leek eeuwen geleden sinds mijn mond en keel iets van voedsel hadden geproefd, veel langer dan drie dagen. Ik had nooit gedacht dat het zoveel inspanning kon kosten om sap te drinken.
'Hoe is het in het studentenhuis?' vroeg ik toen. 'Agnes zal wel een toeval hebben gehad.'
'Praat me er niet van! Toen de politie kwam om het haar te vertellen liep ze handenwringend door het huis en vertelde iedereen dat ze dacht dat we ons op een zinkend schip bevonden. Mevrouw Liddy had haar handen vol om haar te kalmeren. Het enige wat ze maar bleef roepen was: "Zoiets is hier nog nooit voorgekomen. Het is mijn schuld." Tenslotte trok ze een van haar rouwkleren aan en liep rond of er iemand gestorven was. Hel werkte op mijn zenuwen omdat het net was of jij gestorven was. Als ze het over jou had was het altijd in de verleden lijd en vertelde ze ons dat het toch zo jammer was. Je had zoveel talent en je was zo'n mooi meisje, maar je was te veel verwend.
'Tenslotte verloor ik mijn geduld en heb ik tegen haar geschreeuwd: "Ze is niet dood, Agnes. Hou op met zo over haar te praten!" Maar het hielp niet. Ze keek me droevig aan en schudde haar hoofd, alsof ik gek was en niet zij. Ik kon alleen maar weglopen. I Ik ben hier elk moment dat ik vrij was gekomen om te wachten tot je weer bij bewustzijn was.'
ik weet het. Dat hebben ze me verteld. Dank je dat je zoveel om me geeft, Trisha,'zei ik.
'Daar hoef je me niet voor te bedanken, malle. Moet je je hier zien liggen! Zorg maar datje gauw beter wordt en aansterkt, dan kun je hier vandaan. Ik hou niet van ziekenhuizen. Die zijn vol met zieke mensen,' zei ze, en we lachten. Het deed pijn om te lachen. Mijn buikspieren deden pijn, maar het kon me niet schelen.
ik weet zeker dat ze mijn familie heeft gebeld,' zei ik. "Je ziet hoeveel ze om me geven. Er is niemand:
Trisha knikte.
'Het kan me toch niet schelen,' zei ik.
'Eet maar wat gelatinepudding,' raadde Trisha me aan en begon me te voeren.
Alleen al het opzitten en eten putten me uit. Ik kon mijn ogen nauwelijks openhouden om naar Trisha's verhalen over school te luisteren. Eindelijk kwam de verpleegster terug om het blad weg te halen. Ze zei tegen Trisha dat ze nu beter weg kon gaan.
'De volgende keer zal ze meer bij de tijd zijn,' beloofde ze. 'Nu moet ze rusten. Dat is alles.'
ik kom morgen terug,1 zei Trisha. Ze kneep even in mijn hand. ik zal Agnes vertellen hoe goed het met je gaat. Misschien ruilt ze haar zwarte jurk dan voor een blauwe en maakt ze zich weer op.'
Ik was te zwak om te lachen. Ik glimlachte nauwelijks. Trisha gaf me een zoen op mijn wang, maar het drong niet meer tot me door dat ze wegging. Ik sliep alweer.
Toen ik die avond wakker werd, kreeg ik warme havermout en thee. Ik probeerde zo lang mogelijk wakker te blijven en luisterde naar de geluiden op de gang, waar de verpleegsters en artsen kwamen en gingen. Maar ik viel telkens weer in slaap.
De volgende ochtend voelde ik me sterker en ik had honger. Ik kreeg zachtgekookte eieren met toast. Dokter Stevens kwam langs en voelde mijn pols, luisterde naar mijn hart en controleerde mijn ogen.
'Je gaat goed vooruit,' zei hij. 'Misschien nog een dagje.'
Ik at een goede lunch en maakte de doos chocola van Trisha open. Ik at er een paar op en deelde de rest uit aan de verpleegsters. Een leerlingverpleegster bracht me een paar tijdschriften en ik kon bijna een uur lezen. Laat in de middag kwam Trisha terug met nieuws van school en Agnes.
'Het is bijna griezelig,' zei ze. ik vertelde Agnes hoe goed het met je ging, maar ze scheen geen woord te horen van wat ik zei. Ze praat over je of je dood bent, of je een van haar herinneringen bent. In ieder geval maakt ze zich weer op en draagt ze vrolijke kleren en is weer haar eigen dramatische zelf.'
ik wil proberen de school af te maken,' zei ik. 'Dat is nog steeds erg belangrijk voor me.'
Ze knikte en beschreef Michaels vervanger.
'Hij is lang en mager en draagt een dubbelfocusbril die voortdurend van zijn neus glijdt. De meisjes vertellen me dat hij erg mechanisch lesgeeft. Ze lopen rond op school en imiteren hem: 'En een en twee en een en twee, en...'
Ik begon te lachen.
'Een heel verschil met Michael Sutton, hè?'
'Michael Sutton!' herhaalde ze minachtend. 'Ik moet er vandoor,'ging ze toen verder, ik heb dansles. O, dat vergat ik bijna.' Ze haalde een brief uit haar jaszak. 'Deze is gisteren voor je gekomen en ik heb hem net vóór Agnes te pakken gekregen. Ze stuurt al je post terug.'
'Waarom?'
Trisha haalde haar schouders op.
'Wie weet ooit waarom Agnes iets doet. Ik dacht datje deze wel zou willen hebben. Hij is van Jimmy.'
'Van Jimmy!' Ik nam hem snel aan. 'O, dank je,Trisha.'
'Graag gedaan. Ik hoop dat de dokter je morgen laat gaan, maar anders kom ik morgenmiddag nog even langs.' Ze gaf me een zoen op mijn wang.
'Dank je,Trisha. Je bent de beste vriendin die ik op de hele wereld heb,' zei ik, en de tranen sprongen me weer in de ogen.
'Maak je geen zorgen,' zei ze. ik zal wel zorgen datje het me op de een of andere manier terugbetaalt. Misschien moet je mijn week keukendienst overnemen en de rest van het semester afwassen.'
'Graag,' zei ik.
'Tot ziens,' en toen was ze verdwenen. Ik staarde haar na. Het was heerlijk om een vriendin als Trisha te hebben in deze afschuwelijke tijd. Maar in een tijd als deze leerde je je echte vrienden kennen. Van alle goede dingen die me in New York waren overkomen, mijn lessen bij Madame Steichen, de uitverkiezing voor Michaels klas, de complimentjes die ik kreeg van andere leraren, de voorstellingen en uitstapjes en alle opwinding, was niets belangrijker dan mijn vriendschap met Trisha. Ik besefte dat nu en ik hoopte dat we altijd bevriend zouden blijven.
Ik wreef mij n tranen weg met mij n vuisten en richtte mijn aandacht op Jimmy's brief. Ik was er blij mee, al verdiende ik hem niet. Niet na de manier waarop ik hem en zijn liefde had bedrogen. Ik zou het hem gauw moeten vertellen, dacht ik, en dat zou een van de moeilijkste dingen zijn die ik ooit in mijn leven had gedaan.
Ik scheurde voorzichtig de envelop open en haalde de brief eruit. Toen begon ik te lezen.
Lieve Dawn,
De winter is hier heel streng geweest. We hebben de ene sneeuwstorm na de andere gehad, maar het leger houdt weinig rekening met het weer. We moeten erop uit en doen wat we geacht worden te doen, wat er ook gebeurt. Ik ben bevorderd tot soldaat eerste klas. Ik ben een van de monteurs die de tanks moeten onderhouden. Indrukwekkend, hè'?
Maar het is me niet ontgaan datje brieven steeds korter en schaarser worden. Waarschijnlijk heb je het erg druk met je carrière, dus ben ik blij voor je. Ik vertel iedereen dat mijn meisje studeert voor zangeres. Ik heb nog een nieuwtje van het thuisfront. Papa's nieuwe vrouw is zwanger. Ik moet nog wennen aan het idee van een nieuw broertje of zusje, vooral nu mama er niet meer is. Het lijkt allemaal zo vreemd. Maar hij lijkt er erg blij mee. Ik denk dat hij hoopt op een dochter, een die op jou lijkt.
Ik heb het hem niet gezegd, maar er kan maar één Dawn zijn.
Liefs, Jimmy
Ik legde de brief neer en sloot mijn ogen. Mijn hart deed pijn. Arme Jimmy, dacht ik, zo ver weg en zo vol liefde en vertrouwen. Hoe moest ik hem vertellen wat ik had gedaan en wat er met me gebeurd was?
Toen de verpleegster weer naar me kwam kijken, vroeg ik haar om pen en papier om een brief te schrijven. Maar ik kwam er niet aan toe. Voor ik de kans kreeg hoorde ik harde voetstappen in de gang, begeleid door het tik, tik, tik van een stok. Nieuwsgierig keek ik naar de deur en een paar ogenblikken later verscheen grootmoeder Cutler. Het leek of mijn hart stilstond. Even stond ze daar alleen maar, leunend op haar stok en naar me starend met haar kille, grijze ogen. Ze zag er ouder en magerder uit. Haar staalgrijze haar was perfect geknipt onder haar oren en tot de onderkant van haar hals. Geen haartje was van zijn plaats. Zoals altijd was ze elegant gekleed. Onder haar nertsstola droeg ze een donkerblauw jasje en een witte blouse met ruches, een bijpassende blauwe rok tot op haar enkels en donkerblauwe laarzen. Gouden oorbellen met een diamantje in het midden flonkerden in haar oren. Ze had haar lippen opgemaakt met wat rode lippenstift, maar de veeg rouge op haar wangen leek feller en groter dan ik me herinnerde. Ik dacht dat het haar manier was om haar bleke teint te maskeren.
Haar mond leek minder vastberaden. Haar onderlip trilde, van woede of door een verlamming. Maar de trots en arrogantie in de kaarsrechte houding waren onveranderd. Ondanks haar leeftijd zag ze er ontzagwekkend uit.
Ik was zo lang weg geweest dal ik vergeten was hoe groot mijn afkeer van haar was en hoe ze me kon doen verkillen met die keiharde ogen van haar. Mijn hart begon te bonzen. Ze schudde langzaam haar hoofd, haar mond vertrok in een glimlach van afschuw en walging. Ik wilde rechtop gaan zitten en schreeuwen dat ik haar nog veel meer verachtte dan zij mij, maar ik bewoog me niet. Ik gaf geen kik, bang dat mijn stem zou trillen.
'Het verbaast me niets je hier onder deze omstandigheden aan te treffen,' zei ze, terwijl ze de deur achter zich dichtdeed en de kamer binnenkwam.
'Een paar weken geleden zei ik nog tegen je moeder dat jullie één pot nat zijn, dat je egoïsme en wellust je de baas zouden worden en dat waar ik je ook naar toe stuurde of wat we ook voor goeds en duurs voor je deden, je de familie altijd beschaamd zou maken.'
Haar glimlach was bitter en wrang.
'Agnes Morris heeft me op de hoogte gehouden van je gedrag. Ik wist dat het alleen maar erger zou worden tol er iets als dit gebeurde. En nu is het gebeurd,' eindigde ze. Ze stak haar voldoening niet onder stoelen of banken.
'Het kan me niet schelen wat u denkt,' zei ik vlug, maar ik moest mijn
ogen afwenden, want de hare brandden als vuur.
Ze keek me met een vernietigende blik aan en lachte toen, terwijl ze om zich heen keek.
'Je hebt je best gedaan om dat duidelijk te maken,' antwoordde ze.
Ze tikte met haar stok op het voeteneind van het bed.
'Kijk naar me als ik tegen je praat,' snauwde ze. Ik hief mijn hoofd op en probeerde terug te snauwen, maar de blik in haar ogen was zo wreed dat ik sprakeloos was.
Er verscheen een sarcastisch glimlachje om haar lippen, lippen die niet meer schenen te weten hoe ze moesten glimlachen.
'Maak je geen zorgen, ik had niet verwacht datje hier iets zou bereiken, ondanks alle berichten die we ontvingen over je zogenaamde muzikale talent. Ik wist hoe je bent grootgebracht en wat er van je terecht zou komen. Ik heb de mogelijkheid voorzien datje nog meer problemen zou veroorzaken. Ik had alleen niet gedacht dat het zo snel zou gebeuren. In dat opzicht heb je me verbaasd doen staan.'
Ik verborg mijn gezicht in mijn handen. Ik beefde en had moeite mijn hoofd erbij te houden. Het was of ik mijn stem was kwijtgeraakt en alles eeuwig in me gevangen zou blijven, zelfs mijn tranen.
'Het heeft geen zin te trachten je schande te verbergen. Gelukkig,' ging ze verder, 'bofte je dat je dat ongeluk kreeg.'
'Wat?' Ik liet mijn handen zakken. 'Hoe kunt u zeggen dat ik bof omdat ik door een auto ben aangereden?' Ze glimlachte kil. Nee, het was geen glimlach, het was een valse grijns.
'Dat ongeluk geeft ons een goed excuus om je van school te nemen,' antwoordde ze. Haar grijns ging over in een zegevierende glimlach. Wanneer ze naar me keek was het naar een speciaal deel van me. Ze zag me niet als een volledig mens, maar in delen die haar woede schenen te wekken... en ze zou alles vernietigen wat haar kwaad maakte.
'Me van school halen?'
'Natuurlijk.' Ze keek me weer vol haat aan. 'Dacht je heus dat ik je daar zou laten blijven in deze conditie? Dacht je dat ik je door de gangen zou laten lopen en de lessen laten bijwonen met die dikke buik van je? Je bent hier als een Cutler. Alles watje doet, of je het wilt of niet, raakt de naam Cutler. Ik heb goede vrienden in de raad van bestuur van deze school. Ik heb een reputatie op te houden.'
Ze keek naar me met een kwaadaardige blik, alsof ze precies wist wat ik voelde. Ik keek uitdagend terug, in de hoop dat ze kon zien hoezeer het idee van een verwantschap met haar me tegen de borst stuitte. Misschien waren mijn ogen van glas en weerspiegelden ze al mijn wraakzuchtige gedachten. Maar zij was nergens bang voor.
'Wie is de vader van het kind?' vroeg ze. Ik wendde mijn blik af. 'Wie is hij?' herhaalde ze.
'Wat maakt dat nu nog voor verschil?' De tranen prikten achter mijn oogleden, maar ik drong ze met geweld terug. Ik gunde haar niet de voldoening me te zien huilen.
Ze liet haar schouders zakken en knikte.
'Je hebt gelijk. Wat maakt het voor verschil? Waarschijnlijk weetje niet eens wie de echte vader is,' zei ze.
'Dat is niet waar,' riep ik uit. 'Zo ben ik niet.'
'Nee,' zei ze en maakte een grimas waarbij haar tanden te zien waren. 'Zo ben jij niet. Je ligt hier in het ziekenhuis, zwanger, omdat je een keurig meisje bent, een pronkstuk voor je familie.'
Ik verborg mijn gezicht weer in mijn handen. Lange tijd bleef ze zwijgen. Ik hoopte dat ze zou weggaan en mij verder met rust laten, maar ze was gekomen om mijn leven weer in de hand te nemen. Ik wist zeker dat het haar genoegen deed mijn toekomst te kunnen bepalen zoals ze dat bij iedereen van de familie deed, ook al verachtte ze me en wilde ze me niet als familie erkennen.
'Je kunt niet terug naar school,' begon ze, 'en naar Agnes. En ik wil je beslist niet terug in het hotel. Kun je je voorstellen wat een schande het zou zijn als je met die dikke buik van je in het hotel en het park rondliep?'
'Wat wilt u?' vroeg ik ten slotte, verslagen het hoofd buigend.
'Wat ik wil kan ik niet krijgen, dus zal ik met minder genoegen moeten nemen. We zullen vertellen datje ernstiger gewond bent dan in feite het geval is. Je gaat naar een revalidatiecentrum. Dat is dramatisch genoeg om de nieuwsgierigheid op school te bevredigen.
in werkelijkheid ga je hier morgen weg, naar mijn zusters, Emily en Charlotte Booth, tot het kind geboren is. Daarna zullen we verder zien,' zei ze.
'Waar wonen uw zusters?' vroeg ik.
'Niet dat het je iets aangaat, maar ze wonen in Virginia, ongeveer dertig kilometer ten oosten van Lynchburg, in het huis van mijn overleden vader, een oude plantage,The Meadows. Mijn zusters zijn op de hoogte van je komst en je conditie. Ik heb geregeld dat een auto je naar het vliegveld brengt. In Lynchburg word je afgehaald door een chauffeur die je naar The Meadows zal brengen.'
'Maar al mijn kleren bij Agnes?' riep ik uit.
'Ze zal alles inpakken en opsturen. Je hebt geen idee hoe graag ze elk spoor van je wil uitwissen.'
'Geen wonder, zoals u haar tegen me hebt opgezet met die brief vol leugens over me,' zei ik fel.
'Die brief vol leugens, zoals jij het noemt, is anders heel profetisch gebleken,' antwoordde ze trots, in ieder geval is je feest hier ten einde.'
'Maar er zijn mensen van wie ik afscheid wil nemen... mevrouw Liddy...'
'We willen het nog een beetje waardig houden,' snauwde ze. 'Ik wil niet dat ze je daar rond zien springen terwijl je geacht wordt gewond te zijn en in een revalidatiecentrum te vertoeven.'
'Ze zullen weten dat het niet waar is!' kreunde ik.
'Fatsoenlijke mensen zullen niet twijfelen aan mijn verhaal,' antwoordde ze zelfverzekerd. 'Het schoolbestuur is al op de hoogte gesteld,' voegde ze eraan toe, demonstrerend hoe snel en efficiënt ze mijn leven kon beheersen.
Maar wat moest ik doen? Waar kon ik naar toe? Ik was zwanger en ik had geen geld. Ik kon niet naar papa Longchamp, zeker niet nu hij een nieuwe vrouw had en een nieuw kind verwachtte.
'Je moeder,' zei ze, en ze sprak het woord 'moeder' uit of het een vloek was, 'is op de hoogte gebracht van je prestaties. Natuurlijk kreeg ze prompt een van haar hysterische aanvallen.' Ze lachte. 'Ze heeft zelfs door de dokter, de tiende of elfde, ik kan het niet meer bijbenen, een van die dingen in haar arm laten aanbrengen,'zei ze, wijzend naar het infuus in de hoek van mijn kamer. 'Ze beweert dat ze niet kan eten en niet kan slikken.
'Ze heeft dag en nacht een verpleegster. En dat is allemaal jouw schuld. Dus je kunt je de moeite besparen als je haar wilde bellen om haar om hulp te vragen. Ze kan zichzelf niet eens helpen. Maar dat is nauwelijks iets nieuws.'
Ik zag de voldane glimlach in haar ogen.
'Waarom haat u haar zo?' vroeg ik. Ik had de indruk dal er meer achter stak dan alleen dat liefdesavontuurtje met een zanger. In ieder geval was dat al lang voorbij en mijn moeder was nog steeds getrouwd met grootmoeder Cutlers zoon en had haar twee kleinkinderen geschonken van hem.
ik haat iedereen die zo zwak en genotzuchtig is,' zei ze langzaam en minachtend. 'Ze is altijd een dood gewicht geweest, ondanks haar schoonheid.
'Haar schoonheid is bedrog. Mijn dwaze zoon kon net als elke andere man niet door die schoonheid heenzien en kan dat nog steeds niet.
ik weet zeker,' ging ze verder, 'dat jij op een dag ook zo'n toegewijde idioot zult vinden die voor je zorgt, net als Randolph voor je moeder zorgt, maar tot die tijd zul je doen wat ik zeg.
'De dokter zegt datje morgen na het ontbijt kunt vertrekken. Ik heb al met hem gesproken. Zorg dat je klaar bent om te vertrekken. Alles is geregeld. En er is niemand om je te bedienen. Begrijp je me goed?'
ik begrijp wie u bent,' zei ik, terwijl ik haar strak aankeek, 'en hoe ongelukkig u bent, en het grootste deel van uw leven geweest moet zijn.'
Haar ogen schoten vuur en ze richtte zich op in haar gebruikelijke vorstelijke houding.
'Hoe durf je... hoe durf je te denken dat jij met iemand medelijden kunt hebben, en zeker met mij.'
'Maar dat heb ik,' zei ik kalm, zo kalm dat het me zelf verbaasde, ik heb meer medelijden met u dan dat ik u haat. Ik haat de dingen die u zo hebben gemaakt.'
'Bewaar je medelijden maar voor jezelf,' snauwde ze. 'Je zult het nodig hebben.' Ze draaide zich zo snel om dat ze bijna haar evenwicht verloor. Toen liep ze met grote passen de kamer uit. Haar stok tikte als een kleine hamer op de tegels toen ze door de gang liep.
Ik liet me achterovervallen in het kussen, te zwak en te verslagen om nog te kunnen huilen. Wat deed het ertoe? dacht ik. Michael was weg; Jimmy zou me haten als hij achter de waarheid kwam; papa Longchamp had een nieuw leven en verwachtte zelfs een nieuw kind. Alle mensen van wie ik hield waren ver weg. Grootmoeder Cutler kon met me doen wat ze wilde, en ik had het alleen aan mijzelf te danken.
Vaarwel dromen van zingen en schitteren op het toneel. Vaarwel magische liefde en romantiek en sprookjes die werkelijkheid worden. Vaarwel zorgeloos leven, vaarwel hoopvolle, energieke jeugd.
Ik zag de wolken voor de zon schuiven en de schaduwen als zware regenbuien over de stad. Een sombere duisternis sloop mijn kamer binnen en verkilde me. Ik trok de deken over me heen en kroop weg in de warmte ervan. Morgen werd ik uit de stad van mijn dromen gezet. Ik zou verdwijnen of ik nooit had bestaan. Arme Madame Steichen, dacht ik. Wat zou ze teleurgesteld zijn in mij. Al haar harde werk en vertrouwen voor niets.
Toen we elkaar pas hadden ontmoet, had Michael gezegd dat hartstocht wanhopig maakt, maar hij had me nooit verteld dat hij ons ook eenzaam en leeg kon achterlaten. Hij wilde niet dat ik wist hoe gevaarlijk het was om toe te geven aan mijn liefde voor hem.
Was hel ook zo geweest voor mijn moeder? Had dat zo'n zwakke vrouw van haar gemaakt? Had grootmoeder Cutler gelijk toen ze zei dat ik op haar leek? Zou ik uiteindelijk ook zo worden?
De gedachten putten me uit. Ik kon mijn ogen niet openhouden en ik wilde het ook niet, want alleen in mijn slaap was ik bevrijd van de wrede werkelijkheid. Weer was ik een gevangene van het lot, en weer was grootmoeder Cutler mijn cipier.
Dokter Stevens kwam vroeg in de ochtend voor een laatste onderzoek en verklaarde dat ik gezond genoeg was om te vertrekken. Hij tekende mijn ontslagbriefje en de verpleegster kwam om me te helpen aankleden nadat ik had ontbeten. Ik besefte dat ik al weg zou zijn als Trisha kwam, dus vroeg ik of ik mocht telefoneren. Agnes nam op.
'Agnes,' riep ik. ik ben het. Dawn.'
'Dawn?' Het werd stil.
'Ja, ik bel uit het ziekenhuis.'
'Dawn? Ik ben bang dat u verkeerd verbonden bent,' zei ze kil. ik ken niemand die Dawn heet.'
'Agnes, alsjeblieft,' smeekte ik. 'Doe niet zo. Ik moet Trisha spreken.'
'Trisha is naar school,' antwoordde ze, maar ik kende Trisha's lesrooster. Ze kon nog niet weg zijn.
'Agnes, alsjeblieft,' smeekte ik. ik ga straks weg en dan heb ik geen gelegenheid meer om met Trisha te praten. Ze zal voor niets naar het ziekenhuis komen omdat ik er dan niet meer ben. Wil je haar alsjeblieft zeggen dat ik haar wil spreken?'
'O, hemeltje,' zei ze plotseling, en haar stem schoot uit. ik wilde dat ik uw produktie in overweging kon nemen, maar ik heb elders al verplichtingen.'
'Agnes!'
'Misschien kunt u de datum van de produktie nog veranderen.' Ze lachte. 'Andere producers hebben dat ook wel gedaan om mij terwille te zijn.'
Ik merkte dat het geen zin had. Ze deed het omdat Trisha in de buurt was en ze niet wilde dat Trisha zou weten dat ze met mij sprak, of ze was werkelijk weer teruggevallen in haar herinneringen en heel ver weg.
'Agnes!' riep ik door mijn tranen heen, 'laat me alsjeblieft met Trisha spreken.'
'Het spijt me, maar ik heb het erg druk,' antwoordde ze en hing op.
'Agnes!' riep ik in een dode telefoon. Ik klemde hem in beide handen en begon te huilen. Hoe moest Trisha weten waar ik was of wat er met me gebeurd was?
De verpleegster vroeg me wat er aan de hand was en ik legde uit dal een vriendin me later in de middag zou komen opzoeken, maar dat ik dan al weg was en dat ik haar niet kon bereiken.
'Laat een briefje voor haar achter," zei ze, 'dan zal ik wel zorgen dat ze dat krijgt.'
'O, graag! Dank je.'
Ik haalde het vel papier te voorschijn waarop ik Jimmy had willen schrijven en begon aan mijn afscheidsbriefje voor Trisha.
Beste Trisha,
Als je dit leest ben ik al weg. Grootmoeder Cutler heeft mijn leven weer eens voor me geregeld. Ik moet naar haar zusters in Virginia tot de baby is geboren. Op die manier ben ik uit het gezicht en uil de gedachten, en wordt de kostbare naam Cutler beschermd. Ik weet niet eens het juiste adres. Het kan me ook niet meer schelen. Jij bent de enige die ik zal missen. Ik zal je schrijven zodra ik de kans krijg. Zeg alsjeblieft mevrouw Liddy goedendag
voor me en de tweeling en zelfs die gekke Donald.
En ik dank je, ik dank je uit de grond van mijn hart, omdat je de enige echte
vriendin bent die ik op de hele wereld heb.
Liefs, Dawn
Ik vouwde het op en gaf het aan de verpleegster.
Even later kwam er een chauffeur. Hij was iemand van een verhuur- maatschappij die grootmoeder Cutler had gebeld om me naar de luchthaven te brengen. Voor hem was ik een pakje dat hij moest afleveren. Omdat mijn ontslagbriefje al getekend was en grootmoeder Cutler voor alles had gezorgd, kon ik niets anders doen dan met hem vertrekken. De verpleegsters namen afscheid van me en wensten me het allerbeste.
Het enige wat ik had waren de kleren die ik aan had op de dag van het ongeluk. De chauffeur keek verbaasd.
'Geen bagage?' vroeg hij.
'Nee. Alles is al verstuurd,' antwoordde ik.
'Mooi,' zei hij, kennelijk blij dat het hem zo gemakkelijk werd gemaakt.
Het was een luxueuze limousine. Ik was verbaasd dat grootmoeder Cutler zoveel geld daarvoor had uitgegeven, maar toen bedacht ik dat ze waarschijnlijk indruk wilde maken en demonstreren hoe goed ze voor haar familie zorgde. Ik zat achterin een hoek van de grote zwartleren bank en staarde uit het raam toen we de stad uitreden naar het vliegveld. Ik dacht terug aan de dag van mijn aankomst.
Ik was zo hoopvol en opgewonden geweest. Ja, en bang ook, maar bij het zien van die hoge gebouwen en al die jachtige mensen, droomde ik dat ik een beroemde zangeres zou worden en in een penthouse zou wonen. Nu doken de mensen weg in hun jas om warm te blijven en het verkeer bewoog zich langzaam door de modderige straten, en alle glans leek verdwenen. De mensen zagen er bezorgd, gehaast en zelfs verveeld uit, vond ik. En de stad was bruin en vuil.
Alleen de kerstversiering in de etalages gaf me nog een beetje een gevoel van warmte en geluk. Het zou zo fantastisch zijn geweest - Michael en ik hand in hand over Fifth Avenue slenterend, mijn handen in een bontmof. We zouden de kerstliederen hebben gehoord en naar de verlichte etalages hebben gekeken en hij zou me dicht tegen zich aan hebben gedrukt. Later zouden we bij de kleine kerstboom hebben gelegen en plannen hebben gemaakt voor de toekomst.
Toen de limousine over Fifth Avenue reed zag ik een gelukkig paar hand in hand lopen, precies zoals ik had gedroomd dat Michael en ik dat zouden doen. De jonge vrouw keek zo gelukkig en stralend, met haar roze wangen en haar ogen vol belofte. De jongeman gebaarde uitbundig en de wolkjes van hun adem verenigden zich in de lucht.
De limousine maakte een bocht. Ik keek naar hen zo lang ik kon.Toen ging de wagen sneller rijden en ze bleven achter, samen met mijn dromen.