FAMILIEAANGELEGENHEDEN

Toen we node afscheid hadden genomen en Jimmy naar Europa was vertrokken, probeerde ik op te gaan in mijn werk. Het duurde niet lang of ik kreeg een hekel aan de tijd. Ik haatte de kalender, die zich leek te verkneukelen en me er constant aan herinnerde hoe langzaam weken en maanden verstreken. Ik had niet gedacht dat ik mijn straf zo erg zou vinden, maar het was heel vervelend om thuis te moeten blijven als Trisha en een paar andere vriendinnen naar films en dansavonden, restaurants en warenhuizen gingen.

Op een zaterdagavond, kort nadat Jimmy was vertrokken en Arthur Garwood hoorde wat er gebeurd was en hoe ik gestraft was, klopte hij op de deur van mijn kamer. Ik dacht dat het Agnes was, die me misschien kwam vertellen dat ik in de zitkamer kon komen en me niet in mijn kamer hoefde op te sluiten. Ik nam me al voor geen woord tegen haar te zeggen. Ik zei niet eens: 'Binnen.' Maareven later hoorde ik Arthur mijn naam zeggen, dus ging ik naar de deur. Hij stond met een doos onder zijn arm.

'Wat is er, Arthur?' vroeg ik. Hij zag eruit of hij daar eeuwig zou blijven staan.

ik dacht datje misschien zin had om een partijtje te dammen.'

'Dammen?'

Hij tikte op de doos.

'O.'

'Je hoeft niet,' voegde hij er snel aan toe. Hij keek teleurgesteld, zijn ogen stonden somber en zijn mondhoeken gingen omlaag. Hij wilde zich al omdraaien.

'O, nee, graag,' zei ik. Ik wist niet zeker of ik het voor mezelf deed of voor hem. Hij klaarde onmiddellijk op en zette het dambord op mijn bureau.

Ik wist zeker dat hij me meestal liet winnen, want ik zag zetten die hij had moeten zien, maar vermeed, omdat het spel dan te vroeg zou zijn afgelopen.

ik werk hard aan je gedicht,' vertelde hij. ik wil dat het iets heel bijzonders wordt, maar het zal nu niet veel langer meer duren.'

ik verheug me erop, Arthur. Heb je nog met je ouders gesproken over je muzieklessen?'

'Meer dan tien keer sinds jij en ik erover hebben gesproken,' antwoordde hij, 'en altijd met hetzelfde resultaat. Wacht maar af. Blijf oefenen. Ze willen niets anders horen dan wat ze willen horen,' zei hij. 'Je weet dat ik een solo moet spelen het Kunstweekend dit jaar.'

Eén keer in het jaar, in het voorjaar, gaven de oudere leerlingen een staaltje van hun kunnen ten beste in het zogenaamde Kunstweekend. Ouders en familie werden uitgenodigd en er werden twee avonden lang opvoeringen gegeven. Er werden ook officiële Newyorkse recensenten, producers en regisseurs geïnviteerd, en vaak waren velen van hen aanwezig.

'Ik weet zeker dat je het er beter af zult brengen dan je denkt, Arthur,' zei ik.

ik breng er niets van terecht, dat weetje best,' zei hij vastberaden. 'Ik speel nu afgrijselijk en ik heb eeuwenlang gestudeerd. Er is geen enkele reden om een verandering te verwachten. Ik heb het mijn ouders verteld en ze gesmeekt te vragen of ik van de verplichting van het Weekend kan worden ontslagen, maar ze waren wild verontwaardigd dat ik zoiets zelfs maar durfde voor te stellen.'

'Wat zeggen je leraren?'

'Dat heb ik je al gezegd. Ze laten zich intimideren door mijn ouders. Zij zullen me niet beletten op te treden. Iedereen zal me uitlachen. Iedereen die ook maar enig muzikaal gevoel heeft zal onmiddellijk horen hoe slecht ik ben.' Hij zuchtte en verborg zijn hoofd in zijn handen. Toen hij weer opkeek glinsterden er tranen in zijn ogen. iedereen zal me uitlachen.'

Hij staarde even naar me met vochtige ogen.

'Dawn,' zei hij, 'jij weet wat muziek is; jou zit het in je bloed. Je hebt me horen spelen. Ik weet het. Ik heb je langs het muzieklokaal zien lopen toen ik aan het oefenen was, en je hebt me hier gehoord. Ik ken niemand die zo eerlijk en zo bedachtzaam is als jij,' zei hij, zo oprecht dat ik bloosde. 'Lieg alsjeblieft niet tegen me. Wat vind je van mijn hobospel?'

Ik haalde diep adem. Het was meestal gemakkelijker om tegen mensen te liegen dan de waarheid te spreken, ook al wisten ze dat je loog. Mijn zuster Clara Sue was zo iemand. Ze wist dat ze te dik was, en egoïstisch, en toen ik haar de waarheid vertelde over haarzelf haatte ze me nog meer. Veel mensen leefden in een illusie en wilden niet dat iemand hun fantasiewereldje zou verstoren.

Ik dacht aan Madame Steichen, die zo toegewijd was aan haar muziek dat ze nooit zou zeggen dat iemand goed was als het niet waar was. Haar eerlijkheid deed haar boven veel anderen uitsteken, ook al leek ze daardoor vaak hard en meedogenloos.

En nu zat ik tegenover Arthur Garwood, die de waarheid wilde weten over zichzelf, die van mij verlangde dat ik hem die zou vertellen. Hij had een bondgenoot nodig in zijn strijd om de waarheid.

'Je hebt gelijk, Arthur,' gaf ik toe. 'Je speelt niet opmerkelijk goed. Ik kan je niet als beroepsmusicus zien, al hebben je ouders nog zoveel invloed.

'Maar je kunt het best een tijdje volhouden om hun een plezier te doen,' voegde ik er snel aan toe. 'Mettertijd zullen ze het zelf ook wel gaan beseffen, als ze zo goed zijn als iedereen zegt

"Neef viel hij uit, en sloeg zo hard met zijn vuist op het dambord, dal alle stukken in het rond vlogen. 'Ze zijn blind als hel mij betreft. Als ik faal, falen zij ook, en mislukkingen kunnen ze niet verdragen.'

'Maar je kunt andere dingen doen die de moeite waard / ij n. Misschien word je een groot schrijver. Misschien...'

'Ze luisteren niet naar me!' De tranen sprongen in zijn ogen. Hij schudde zijn hoofd, sloeg zijn blik neer en haalde diep adem. Zijn smalle schouders gingen omhoog en zo plotseling weer omlaag dat hij in elkaar leek te zakken als een kostuum dat van een hangertje valt. Even zeiden we geen van beiden iets. Ik was bang dat hij uit elkaar zou springen van woede en frustratie, ik ben geadopteerd,' bekende hij, alsof hel een misdaad was. Ik had dat al vermoed vanaf het eerste moment dat ik zijn ouders had gezien; ze waren totaal anders dan hij. 'Maar ze willen dat niemand het weet. Het is een geheim dat ze mijn leven lang zorgvuldig bewaard hebben.'

Hij hief zijn hoofd op om me aan te kijken en beheerste zich met moeite.

'Jij bent de enige wie ik het ooit verteld heb,' zei hij.

'Maar als je geadopteerd bent,' zei ik zo zacht en kalm mogelijk, 'dan kunnen ze toch niet verwachten datje hun muzikale talent hebt geërfd?'

'Dat is het 'm juist,' antwoordde hij snel. 'Als ik geen muzikaal talent heb, denken ze dat de mensen daaruit zullen concluderen dat ik geadopteerd ben en wordt het geheim bekend.'

'Waarom moet het een geheim blijven?' vroeg ik.

Zijn lichaam trilde en zijn donkere ogen stonden somber, waarschuwden me dat ik misschien zou schrikken. Maar toch was ik niet voorbereid op hetgeen ik te horen kreeg.

'Ze leven niet samen als man en vrouw,' zei hij. Mijn verwarring dwong hem verder te gaan. 'Ze slapen niet in hetzelfde bed. Mijn moeder heeft nooit gedaan watje moet doen om een baby te krijgen. Vraag me niet hoe ik het weet,' smeekte hij. Ik vermoedde dat Arthur zijn leven lang mensen had bespioneerd.

'Laten we het niet over mijn problemen hebben,' zei hij haastig, ik mag niet zo egoïstisch zijn om over mezelf te praten terwijl jij zes maanden hier zit opgesloten. Het is heel onrechtvaardig, en ook wreed. Ik verbaas me over Agnes,'ging hij verder. Hij perste woedend zijn lippen op elkaar.

'Het is niet haar schuld. Mijn grootmoeder heeft haar ertoe aangezet,' zei ik. 'Het geeft niet. Ik overleef het wel.' Ik zuchtte.

'Ik ga ook niet uit,' zei hij vastberaden, ik zal elk weekend thuisblijven en tot je beschikking staan als je gezelschap wilt hebben. Ik zal alles doen watje wilt - dammen, kaarten of alleen maar praten. Je hoeft het maar te vragen.'

Zijn ernst bracht de tranen in mijn ogen.

'O, Arthur, ik mag niet van je verlangen dat je jezelf op die manier straft. Je doet het niet, hoor!'

'Ik heb toch niets bijzonders te doen,' zei hij. 'En ik heb geen echte vrienden. Bovendien weet ik niemand met wie ik liever samen ben.' Hij wendde snel zijn blik af, verlegen door zijn bekentenis.

Het maakte mij ook verlegen, en even wist ik niet wat ik moest zeggen. Het leek me maar het beste om net te doen of ik hem niet gehoord of begrepen had.

'Alle stukken liggen door elkaar,' zei ik toen. 'Laten we maar opnieuw beginnen.'

'O, natuurlijk,' en hij begon de damschijven weer op te stellen. We speelden tot ik zei dat ik moe was. Ik bedankte hem voor zijn gezelschap.

Toen hij weg was dacht ik na over alles wat hij me verteld had. Waarom zouden een man en een vrouw samenwonen als een echtpaar, als een van hen door de ander niet aangeraakt wilde worden? Was seks geen manier om zo nauw mogelijk contact met een ander te krijgen, met iemand van wie je hield? En waarom zou een vrouw er zo bang voor zijn? Was het alleen angst om zwanger te worden? Wat was de wereld toch verwarrend en gecompliceerd als je eenmaal kind af was, dacht ik. Je leefde in een zeepbel, tot die op een dag barstte en je gedwongen was om je heen te kijken en te ontdekken dat pijn en lijden geen fantasie waren die met een knippering van je ogen weer verdwenen. Zeker die van Arthur Garwood niet.

Op een vreemde manier had mijn straf de verhouding tussen Arthur en mij bemoeilijkt. Ik wilde niet dat hij zou denken dat ik zijn vriendinnetje zou kunnen worden, maar ik wilde hem ook niet kwetsen door hem telkens weg te sturen als hij me gezelschap kwam houden. Gelukkig bleef Trisha veel avonden bij me, en sommige avonden als zij er niet was hield de tweeling me gezelschap. Als er een ander bij me was, en zeker Donald Rossi, dan schitterde Arthur door afwezigheid. Hij sprak alleen met me als ik alleen was en knikte slechts even naar me op school of op straat als ik in gezelschap was.

Toen maakte Arthur het allemaal nog gecompliceerder door op een zaterdagavond naar me toe te komen met zijn gedicht. Hij had het bij zich in een envelop.

'Lees het zelf maar,' zei hij, terwijl hij naar de deur liep. 'Je kunt langskomen wanneer je wilt, maar je moet me eerlijk zeggen wat je ervan vindt. Denk eraan,' zei hij op de drempel, 'wees eerlijk.' Toen ging hij weg.

Ik staarde naar de envelop. Hij had hem zelfs dichtgeplakt. Ik ging op bed liggen en maakte hem langzaam open. Hij had veel moeite gedaan om het in oud Engels schrift op te schrijven. Hij mocht dan geen begaafd musicus zijn, dacht ik, artistiek talent had hij beslist. Het gedicht was getiteld 'Dawn'.

De duisternis houdt de wereld in een ijzeren vuist.

Zelfs de helderste sterren kunnen de greep niet verslappen

Waarin de zwarte vingers van de nacht de wereld en mij gevangen houden.

Ik ben eenzaam, opgesloten in de schaduwen die ik werp om me heen.

Niemand kan mijn roepen of tranen horen en niemand trekt het zich aan.

Ik ben als een vogel zonder vleugels.

Moedeloos zet ik mij neer en wacht zonder hoop.

En dan kom jij.

Je stijgt boven de horizon, met je glimlach zo helder en stralend Dat de duisternis geen kans meer heeft. Ze smelt als ijs in jouw warmte.

Je licht raakt mijn gezicht en ik gooi de schaduwen van me af, En mijn vleugels groeien weer aan.

Dan, als een herboren vogel, vlieg ik weg, omhoog in de wolken.

Ik keek snel op, maar Arthur stond niet meer op de drempel. Hij had zich in zijn kamer teruggetrokken. Ik wist dat hij daar angstig zat te wachten. Even bleef ik roerloos zitten. De woorden waren mooi, maar onthullend. Ik schrok van de diepe gevoelens die hij blijkbaar voor me koesterde. Wat had ik gedaan om zulke intense gevoelens bij hem te wekken? Was het alleen omdat ik wat aandacht aan hem had besteed en hem niet belachelijk had gemaakt? Ik had hem niet gevraagd van me te houden en me zijn diepste geheimen toe te vertrouwen.

Ook al had ik niets gedaan om hem aan te moedigen, toch gaf zijn liefdesverklaring me het gevoel dat ik Jimmy had verraden. Ik wist dat hij niet graag zou horen dat een andere jongen me zo aardig vond. Wat nu? vroeg ik me af.

Ik kon Trisha al horen: 'Zeg dat het goed was en maak dat je weg komt.' Maar daarvoor was Arthur te gevoelig en te kwetsbaar. Ik moest zijn wat hij wist dat ik was, wat hij hoopte dat ik zou zijn. Ik moest eerlijk zijn.

Ik stond op van het bed en liep langzaam naar zijn kamer. Zoals altijd was de deur dicht. Ik klopte zachtjes aan.

'Binnen,' zei hij. Hij zat achter zijn bureau, met de lamp aan. Het licht viel op zijn gezicht en deed het op een masker lijken.

'Arthur,' zei ik, 'het is een prachtig gedicht. Maar ik verdien het niet.'

'O, jawel,' zei hij haastig.

'Arthur, ik moetje iets vertellen. Ik had het al eerder moeten doen. Ik houd van iemand. Ik heb mijn leven lang van hem gehouden, en hij houdt van mij. We hebben beloofd dat we op elkaar zouden wachten. Ik heb dit aan bijna niemand verteld,' ging ik snel verder, 'maar ik vertrouw het jou toe, zoals jij me jouw geheim hebt toevertrouwd.'

Hij staarde me strak aan. Zijn gezicht was onbeweeglijk en leek nog meer op een masker. Zelfs zijn lippen trilden niet.

ik wil toch graag datje het gedicht houdt,' zei hij tenslotte.

'O, Arthur, graag. Ik zal er altijd trots op zijn. Vooral als je eenmaal een beroemd dichter bent,' voegde ik eraan toe.

Hij schudde somber het hoofd. 'Het enige dat ik ooit zal zijn,' zei hij overtuigd, 'is een beroemde mislukkeling.'

'O, Arthur, zeg dat alsjeblieft niet.'

Hij draaide zich om en keek naar zijn papieren.

'Dank je,' zei hij, 'voor je eerlijkheid.'

Ik kon zien dat hij niet verder wilde praten, dus bedankte ik hem weer voor zijn gedicht en ging weg. Ik geloof dat het mij bijna evenveel verdriet deed als hem. Ik was nog nooit zo blij geweest de energieke en vrolijke Trisha te zien, toen ze die avond uit de bioscoop kwam en me de laatste roddeltjes van school vertelde. Ik zei niets over Arthur’s gedicht. Ik had het al opgeborgen in een la van mijn kast met een paar andere souvenirs, dingen die me dierbaar waren, zoals de foto van mama Longchamp, omdat ze me herinnerden aan wat ik verloren had en wat nooit meer zou terugkomen.

Met het verstrijken van de tijd zakte Agnes' woede op mij. We spraken er nooit meer over dat ik om drie uur in de ochtend thuis was gekomen. Ik wist dat ik een goede bondgenote had in mevrouw Liddy, die mijn lof zong, vooral als het mijn beurt was om te helpen in de keuken. Ik zat vaak bij haar terwijl ze aan het werk was. Ze vertelde me over haar leven, hoe ze op haar achtste wees werd toen haar beide ouders waren gestorven aan de Spaanse griep. Ze waren gescheiden omdat niemand meer dan één kind tegelijk wilde opnemen, en er waren twee zusters en een broer die ze al langer dan twintig jaar niet had gezien.

Ik vertelde haar over mijn leven en hoe bang ik was dat iets dergelijks zou gebeuren met Jimmy, Fern en mij. Tot dusver hadden we nog geen idee waar Fern woonde.

'Maar ondanks alles wat er gebeurd is,' zei ik, 'zou ik mijn echte familie graag ruilen voor het gezin waarin ik ben opgegroeid.'

Mevrouw Liddy leek niet geschokt, nog minder toen ik haar een paar dingen had verteld die me in het hotel waren overkomen en hoe grootmoeder Cutler me had behandeld en nog steeds behandelde.

Na mijn onthullingen kwamen mevrouw Liddy en ik op nog vriendschappelijkere voet met elkaar. Ze toonde me een paar van haar recepten en liet me op een avond zelfs helpen het diner klaar te maken. Haar vriendschap hielp me de tijd door te komen.

Eindelijk kwam Agnes op een avond vlak voor de kerstvakantie naar me toe en zei dat ze erg tevreden was over mijn gedrag de laatste maanden en daarom had besloten me weer op proef te nemen en een eind te maken aan mijn straf. Het verbaasde me en ik dacht dat ik dat aan mevrouw Liddy te danken had, tot ik een paar dagen later een telefoontje kreeg van mijn moeder.

'Randolph, ik en Clara Sue komen in het weekend naar New York. We zijn op weg om de kerstvakantie door te brengen op een cruiseboot,' zei ze. 'We willen je komen halen om met ons te gaan eten.'

'En Philip?' vroeg ik haastig.

'Philip gaat niet mee, die gaat bij een paar vrienden logeren. We wisten dat jij het in de vakantie te druk zou hebben met je lessen,' ging ze snel verder, 'dus hebben we je maar niet gevraagd met ons mee te gaan. Maar we willen je graag weer ontmoeten.'

'Weetje zeker datje in staat bent zo'n reis te ondernemen?' vroeg ik sarcastisch.

'Eigenlijk niet,' zei ze, 'maar de dokters denken dat het me een wereld van goed zal doen en ik kan Randolph niet vaak ertoe bewegen het hotel te verlaten. Tot gauw,' voegde ze er haastig aan toe. 'Trek een van je mooiste jurken aan, want we gaan naar een heel chique, duur restaurant.'

Toen ik opgehangen had wilde ik dat ik gezegd had dat ik niet meeging. Ik verheugde me er allesbehalve op Clara Sue te zien. Maar ondanks alles was ik toch nieuwsgierig naar iedereen. Per slot was Laura Sue mijn echte moeder en al vond ik het helemaal niet leuk, Clara Sue was mijn halfzuster.

Ze kwamen vroeg die dag. Agnes stuurde Clara Sue naar boven om me te halen terwijl zij mijn moeder en Randolph in de zitkamer vergastte op haar toneelverhalen en souvenirs. Zonder te kloppen, wat me niet in het minst verbaasde, gooide Clara Sue de deur van onze kamer open en bleef met haar handen op haar heupen op de drempel staan. Haar volle boezem, die nog voller leek in haar lichtblauwe jurk met het strakke lijfje, ging op en neer. Ze hijgde van het snelle trappenlopen. De petticoat onder haar rok wekte de indruk dat Clara Sue nog dikker was dan ze al was. Ze had haar haar laten knippen met een verleidelijke, golvende lok over haar linkeroog, wat haar een stuk ouder maakte. Verder was ze niet veel veranderd. Ze was nog steeds bijna twintig pond te zwaar, wat duidelijk te zien was aan haar mollige wangen en armen.

Trisha legde het boek weg dat ze op bed aan het lezen was en keek naar mij terwijl ik me aankleedde om met mijn familie te gaan eten.

'Dat moet Clara Sue zijn,' zei Trisha met een uitgestreken gezicht.

'Jullie kamer is zo klein voor twee mensen,' merkte Clara Sue op, terwijl ze minachtend om zich heen keek. 'Hoe blijven jullie elkaar uit de weg?'

' Verkeerssignalen,' zei Trisha.

'Hè?'

'Het kan me niet schelen hoe je over onze kamer denkt, Clara Sue,' zei ik, me naar haar omdraaiend. 'Bovendien zou ieder normaal mens eerst goedendag zeggen en wachten tot ze was voorgesteld.'

'Ze hebben me naar boven gestuurd om te zeggen dat je op moest schieten,' antwoordde ze. Toen draaide ze zich om en verdween.

'Lief kind,' zei Trisha. ik voel met je mee, maar probeer je toch te amuseren.'

'Dat is praktisch onmogelijk,' zei ik. Ik bekeek mezelf nog een keer in de spiegel en ging weg. Toen ik langs Arthur’s deur kwam, zag ik dal die op een kier openstond en hij naar buiten gluurde. Ik bleef niet staan. Beneden in de zitkamer lachte mijn moeder om iets dat Agnes had gezegd. ledereen draaide zich om toen ik op de drempel verscheen.

Randolph zat naast mijn moeder. Hij had zijn lange benen over elkaar geslagen, en zijn slanke handen erop gevouwen. Hij leunde op zijn gemak achterover, met een vriendelijke glimlach en een warme, heldere glinstering in zijn blauwe ogen. Zijn lichtbruine haar leek grijzer aan de slapen. Maar hij was gebruind als altijd en zag er elegant uit in zijn donkerblauwe pak.

Ik was verbaasd dat mijn moeder er zo goed uitzag. Haar blonde haar hing op haar blote, gladde schouders. Ze droeg haar gouden ketting met de eivormige diamanten en de bijpassende diamanten oorhangers. De glans van de edelstenen weerspiegelde zich in haar diepblauwe ogen. Ze zag er zelfs jonger uit. Het was of de tijd geen invloed op haar had, of ze immuun was voor ouder worden. Ze had een kinderlijke uitstraling, haar huid was zo zacht als een babyhuidje en roomblank, en haar wangen hadden een gezonde, roze teint.

'O, wat zie je er leuk uit, Dawn,' zei ze. Haar stem droop van de zuidelijke charme en chic. 'Vind je haar niet mooi, Randolph?'

'Erg mooi,' zei hij met een knikje en een brede glimlach. Zijn tanden glinsterden wit in zijn gebruinde gezicht.

Clara Sue stond achter hen, haar armen over elkaar geslagen. Haar ogen zagen groen van afgunst.

'We zitten zo gezellig met Agnes te babbelen, dat ik het haast jammer vind om weg te gaan,' zei mijn moeder.

'Dat is aardig van u,' zei Agnes. 'Maar ik wil uw reünie niet storen.'

'We hebben gereserveerd,' zei Randolph, zoals altijd bezorgd over zijn tijdschema's.

'Natuurlijk,' zei mijn moeder. Ze stak haar hand uit en Randolph sprong overeind om haar te helpen opstaan. Ze droeg een mooie zwartzijden jurk met een laag uitgesneden decolleté. Het was moeilijk te geloven dat deze vrouw, mijn moeder, zoveel tijd doorbracht in haar kamer, in bed, als een invalide.

Ze kwam naar me toe en kuste me snel en vluchtig op de wang. Toen zei iedereen Agnes goedendag, zelfs Clara Sue, en we gingen weg om te gaan eten. Buiten stond een limousine geparkeerd.

'Je moet ons alles over school vertellen,' zei mijn moeder toen we in de auto zaten. 'Het lijkt me erg opwindend om door zoveel talentvolle mensen omringd te zijn.'

Het viel me gemakkelijk om over school te praten en toen ik vertelde over mijn lessen en leraren, besefte ik dat ik het werkelijk opwindend vond hier te zijn. Clara Sue zat tijdens mijn verhalen zachtjes te kreunen en ongeïnteresseerd voor zich uit te kijken. Ze klaagde over alles in het restaurant en stuurde haar vlees terug om extra te laten braden. Maar wat ze ook deed, noch mijn moeder, noch Randolph lette erop en berispte haar. Wat een verwend mormel was ze, dacht ik.

Randolph vertelde over hun aanstaande cruise, de havens die ze zouden aandoen, en dat hij en mijn moeder zich erg verheugd hadden op deze vakantie.

'Randolph heeft al langer dan een jaar geen echte vakantie gehad,' zei mijn moeder.

Ik informeerde niet naar grootmoeder Cutler en als er op haar gezinspeeld werd, negeerde ik het.Tot ik vroeg hoe het met Sissy ging. Ik zou nooit de mooie liedjes vergeten die ze onder het werk zong. Ze was een lief meisje, dat het vreselijk vond zoals de anderen me behandelden toen ik pas was aangekomen en een van de kamermeisjes was ontslagen om plaats te maken voor mij, iemand die de baan niet echt nodig had.

'Grootmoeder heeft Sissy ontslagen,' brulde Clara Sue tegen me.

'Ontslagen? Waarom?' vroeg ik aan Randolph. Hij schudde zijn hoofd.

'Ze werkte slecht,' zei Clara Sue vol leedvermaak.

'Dat kan niet,' antwoordde ik. Ik keek naar mijn moeder. Ze wendde haar ogen af en ik wist dat er een andere reden was.

'Ze is ontslagen omdat ze me verteld heeft waar mevrouw Dalton woonde, hè?'

'Waar mevrouw Dalton woonde?' zei Randolph. Hij keek naar mijn moeder.

'Dat is niet waar, Dawn,' zei mijn moeder zachtjes. 'Praat er alsjeblieft niet meer over. Ik wil nu geen onprettige dingen horen en ik mag me niet nerveus maken voordat ik op reis ga.'

'Maar ik heb gelijk, hè?' Ik keek naar Clara Sue, die zelfingenomen achteroverleunde, wat mijn achterdocht bevestigde. 'Wat gemeen,' zei ik. 'Sissy had die baan nodig. Het is niet eerlijk. Grootmoeder Cutler is wreed, afschuwelijk wreed.'

'Kom, Dawn,' zei Randolph. 'Maak jezelf en de anderen niet van streek, wil je? We hebben het nu net zo gezellig samen.'

Gezellig? dacht ik. Wie heeft het gezellig? Aan mijn ene kant zat Clara, die zat te steunen en te kreunen en alles deed om ons diner tot een ramp te maken, en tegenover me zat mijn moeder die wilde doen of alles roze- geur en maneschijn was, ook al wist ze dat ik was weggestuurd toen ik de pijnlijke waarheid had ontdekt.

Ik viel tegen Randolph uit.

'Waarom hebt u goedgevonden dat ze Sissy ontsloeg?' riep ik uit. 'U weet dat Sissy goed werkt. Hebt u dan met niemand ooit medelijden? Hebt u helemaal niets te zeggen in het hotel?'

'Dawn!' De ogen van mijn moeder schoten vuur. 'O, hemel, mijn hart bonst zo verschrikkelijk, Randolph. Ik ben bang dat ik aan tafel flauw ga vallen.'

'Rustig maar, lieveling,' zei hij, terwijl hij zich bezorgd over haar heenboog. Hij nam haar hand in de zijne en gaf er een geruststellend klopje op.

Waarom ziet hij niet dat ze komedie speelt? vroeg ik me af. Of kan het hem niet schelen?

ik denk dat we beter weg kunnen gaan,' zei mijn moeder hijgend, ik moet terug naar het hotel om te gaan liggen, anders kan ik morgen niet weg.'

'Natuurlijk,' zei Randolph. Hij wenkte de ober en vroeg om de rekening.

'Zie je nou wat je gedaan hebt,' zei Clara Sue beschuldigend en voldaan. 'Jij bezorgt ons altijd moeilijkheden.'

'Clara Sue!' zei Randolph berispend.

'Het is zo. Kijk maar eens naar al die verschrikkelijke dingen die ze verleden zomer in het hotel heeft gedaan. Ik heb je gezegd dat ik niet wilde dat ze mee ging eten,' zei ze. Ze leunde achterover en sloeg pruilend haar armen over elkaar.

'Clara Sue, alsjeblieft,' smeekte moeder. Clara Sues gezicht vertrok in een flauwe glimlach. Ze was bijzonder tevreden over zichzelf en het verloop van de avond.

ik heb diep medelijden met je,' zei ik tegen haar. 'Je hebt niemand anders dan jezelf en je weet dat je jezelf niet kunt uitstaan.'

Haar mond viel open, maar voor ze kon antwoorden, had Randolph de rekening betaald en mijn moeder geholpen op te staan. We liepen naar buiten. De rit terug in de limousine was naargeestig. Het leek wel een rit in een begrafenisauto. Niemand zei iets en mijn moeder zat de hele tijd met haar hoofd op Randolphs schouder en stijf dichtgeknepen ogen.

Clara Sue tuurde nijdig uit het ene raam en ik tuurde nijdig uit het andere.

Toen we stopten voor het studentenhuis stapte alleen Randolph met me uit.

'Het spijt me dat ons diner niet gezelliger was,' zei hij. 'Misschien kunnen we het nog een keer proberen als we terugkomen. Als Laura Sue zich goed genoeg voelt tenminste,' voegde hij eraan toe.

Ik keek achterom naar de limousine. Mijn moeder lag nog steeds met gesloten ogen achterover en Clara Sue keek met een onschuldig gezicht naar buiten.

'Dat betwijfel ik,' zei ik. Ik draaide me om en liep de trap op, maar draaide me halverwege naar hem om. 'Maar u moet eens vragen waarom uw moeder Sissy heeft ontslagen,' riep ik. Ik holde verder de trap op en ging naar binnen. Na de vakantie en het einde van mijn straf ging het schooljaar wat vlugger voorbij. Elke week keek ik uit naar Jimmy's brief en gelukkig arriveerden de brieven stipt op tijd. Ze stonden vol verhalen over Berlijn en de Europeanen en hun gewoonten. Hij eindigde zijn brieven altijd met de verzekering dat hij van me hield en een belofte om zo gauw mogelijk terug te komen. Ik vulde het ene schriftvelletje na het andere, beschreef alles wat ik deed, tot en met de ijsjes die we aten bij George's Lunchroom en stuurde hem die toe.

Papa Longchamp had me al heel lang niet geschreven.Toen ontving ik in april een kort briefje van hem, dat me een kil en ongelukkig gevoel gaf.

Beste Dawn,

Het spijt me dat ik niet zo vaak heb geschreven, maar ik heb het onder meer erg druk gehad in mijn nieuwe baan. Een van de andere dingen die me bezig hebben gehouden is dat ik Edwina Freemont beter heb leren kennen. Ze heeft zelf een moeilijk leven gehad na de dood van haar man. In ieder geval hebben we elkaar goed Ieren kennen en we hebben elkaar geholpen de eenzaamheid te verdrijven. Op een dag keken we elkaar aan en vroegen ons allebei af waarom we niet zouden gaan trouwen. Ik heb ook met een advocaat gesproken die zegt dat als ik ooit een kans wil maken Fern terug te krijgen, het beter zou zijn als ik getrouwd was en er een moeder in huis was. Dus zo staan de zaken.

Ik hoop dat het je goed gaat. Ik heb Jimmy ook geschreven om het hem te vertellen.

Liefs, Papa

Toen ik de brief had gelezen kon ik alleen maar aan mama denken. Ik bleef mezelf voorhouden dat ik begrip moest hebben en niet mocht vergeten dat papa Longchamp helemaal alleen was, vooral nu Jimmy naar Europa was. Maar telkens als ik me dat voorhield zag ik mama's gezicht voor me. Tenslotte verborg ik mijn eigen gezicht in het kussen om uit te huilen. Ik huilde tot ik geen tranen meer over had. Ik stopte de brief bij mijn andere souvenirs en vertelde het aan niemand, zelfs niet aan Trisha.

Een paar weken later schreef Jimmy me om me te vertellen over papa Longchamps huwelijk. Hij zei dat hij het verwacht had, dus dat hij er waarschijnlijk meer op voorbereid was dan ik. Hij had Edwina Freemont leren kennen en vond haar een aardige vrouw, maar bekende dat het hem toch verdriet deed dat papa een nieuwe vrouw had. Hij zei dat hij er nooit aan zou wennen dat mama er niet meer was.

Ik ook niet, schreef ik terug, hoeveel tijd er ook zou verstrijken en hoeveel nieuwe families ik had.

Nog lange tijd daarna had ik voortdurend het gevoel of er een donkere wolk boven mijn hoofd hing. Het enige wat me gelukkig maakte waren mijn zang- en pianolessen, de brieven van Jimmy en Trisha's verhalen over andere meisjes. Als ik geen les had na schooltijd ging ik vaak langs haar danslokaal om haar te zien oefenen. Ze danste erg goed.

Begin april werd Trisha zeventien. Haar ouders kwamen haar halen om met haar te gaan eten en naar een show op Broadway te gaan en nodigden mij ook uit. Haar moeder was een heel aantrekkelijke vrouw met grote, groene ogen, en haar vader was een lange, knappe man die dol was op Trisha en haar overlaadde met geschenken. Hij beloofde haar dat als ze afgestudeerd was, hij een kleine sportwagen voor haar zou kopen.

Haar ouders informeerden naar mijn familie. Ze hadden gehoord over het Cutler's Cove Hotel en hadden er zelfs over gedacht er eens een week te gaan logeren. Trisha keek me een paar keer aan toen ik antwoord gaf op de vragen zonder te laten merken hoe ongelukkig ik daar was geweest. We gingen naar Pajama Game en na afloop dronken we koffie bij Lindy's. Het was op alle manieren een fantastische avond. Ik wist dat ik blij moest zijn dat ik was uitgenodigd, maar diep in mijn hart was ik een beetje jaloers op Trisha. Mijn moeder had mijn verjaardag herdacht met een uiterst kort telefoontje en een cheque die in een kaart was gestoken en die ik per post ontving, met de opmerking dat ik er maar iets leuks voor moest kopen.

Tegen eind april begon de opwinding over het Kunstweekend toe te nemen. Trisha en ik bleven vaak na schooltijd om de oudere leerlingen te zien repeteren.

Arthur Garwood werd nog eenzelviger toen het Kunstweekend dichterbij kwam. Hij wilde zelfs niet meer naar buiten komen om met mij te praten. Ik klopte een paar keer bij hem aan om te proberen hem gerust te stellen en te zeggen dat alles goed zou gaan, maar hij reageerde niet. Eén keer deed hij zelfs zijn licht uit.

Ik maakte me ongerust over hem en zei dat tegen Agnes, maar ze antwoordde dat het plankenkoorts was.

'Daar hebben we allemaal last van,' zei ze. 'Zelfs de allergrootsten hebben nog vlinders in hun buik vlak voordat ze optreden, ook al hebben ze al honderden keren op het podium gestaan. Ze zeggen zelfs dat als je niet zenuwachtig bent je geen goede prestatie levert. Een te groot zelfvertrouwen is een nadeel in het theater,' verklaarde ze.

'Het is meer dan alleen maar plankenkoorts bij Arthur,' zei ik, maar Agnes wilde niet naar me luisteren.

De ochtend vóór het Kunstweekend kwamen we beneden voor het ontbijt. Het viel op dat Arthur ongewoon laat was. Agnes maakte zich bezorgd en ging naar zijn kamer om te zien of hij ziek was. Ze kwam al gauw weer beneden en vertelde in paniek dat Arthur er niet was en dat zijn bed onbeslapen was.

'Weet iemand iets?' vroeg ze wanhopig.

'Misschien is hij nog meer afgevallen en is hij verdwenen,' zei Donald Rossi plagend.

'Dat is niet grappig,' snauwde ik.

'Nee,' zei Agnes. 'Het is niets voor Arthur. Hij is erg eenzelvig en rustig, maar niet onverantwoordelijk. O, hemel, en morgen moet hij zijn solo spelen,' riep ze uit, en holde naar de telefoon om zijn ouders te bellen.

Arthur kwam de hele dag niet op school. Tegen het eind van de dag liep ik met opzet langs een van zijn klaslokalen om te zien of hij er was. Hij was er niet. Toen Trisha en ik na schooltijd teruggingen naar het studentenhuis vonden we Arthur’s ouders met Agnes in de zitkamer.

'O, meisjes, gelukkig dat jullie er zijn,' riep Agnes handenwringend. 'We hebben geen idee wat er met Arthur gebeurd is. We hoopten dat hij iets tegen een van jullie had gezegd,' zei Agnes, met een doordringende blik op mij. Trisha schudde haar hoofd.

'Dawn?'

Ik keek naar meneer en mevrouw Garwood. Ze leken meer kwaad dan ongerust, en dat maakte me kwaad.

'Hij was erg zenuwachtig over zijn solo,' zei ik. 'Hij was bang dat hij zich belachelijk zou maken en hij zou worden uitgelachen. Ik denk dat hij zich ergens verstopt heeft.'

'Dat is belachelijk,' zei meneer Garwood. 'Zoiets zou hij nooit doen.'

'O, jawel,' hield ik vol - zo heftig dat iedereen me aankeek. 'Hij was wanhopig,' zei ik. 'Wanhopig omdat u niet naar hem wilde luisteren.'

'Dawn!' riep Agnes uit en keek snel naar de Garwoods. 'Het is niet haar bedoeling om onhebbelijk te zijn,' begon Agnes.

Ik voelde me woedend worden. 'Vertel hun niet wat mijn bedoeling is, Agnes. Arthur heeft me vaak genoeg verteld dat hij u gesmeekt heeft het te begrijpen. Hij weet dat hij niet uw muzikale talent heeft, niet de prestaties kan leveren die u van hem verwacht en eist.'

'Dat is absoluut niet waar,' snauwde mevrouw Garwood. 'Arthur heeft veel talent. Hij...'

'U hebt geen idee hóe u de spijker op zijn kop slaat! Hij heeft enorm veel talent, maar niet wat u denkt.'

'Hoe durf je zoiets te zeggen?' Meneer Garwood kneep zijn ogen samen en nam me langzaam van het hoofd tot de voeten op. Ik voelde me niet op mijn gemak onder zijn blik, maar weigerde terug te krabbelen. 'Wie denkt dat kind wel dat ze is?' vroeg hij.

ik ben geen kind,' snauwde ik. 'Arthur is erg ongelukkig en hij is wanhopig. U moet naar hem luisteren. Hij wil u niet teleurstellen, maar dat is juist de reden waarom hij geen hobo wil spelen.'

'Zo is hel genoeg!' riep meneer Garwood, terwijl hij opstond. 'Als je weet waar Arthur is, kun je dat beter onmiddellijk vertellen, jongedame.'

'Ik weet het niet,' zei ik, 'en als ik het wist zou u de laatste zijn die ik het zou vertellen,' en met die woorden rende ik de kamer uit.

'Dawn!' schreeuwde Agnes.

ik praat wel met haar,' zei Trisha en volgde me de trap op. Ik smeet de deur van onze kamer achter me dicht en begon schuimbekkend te ijsberen.

ik wist dat er zoiets zou gebeuren,' zei ik. ik wist het. Ik heb Agnes gewaarschuwd, maar ze wilde niet luisteren, en je hebt gezien hoe zijn ouders zijn. Het zijn afschuwelijke mensen.'

'Wauw! Je hebt ze wel de mantel uitgeveegd!' zei Trisha.

ik kon er niets aan doen. Arthur verkeert in moeilijkheden. Hij roept om hulp en ze denken alleen maar aan zichzelf en hun eigen reputatie. Ik heb schoon genoeg van ouders die niet echt van hun kinderen houden. Ze maken me kotsmisselijk!' riep ik uit en plofte neer op mijn bed.Trisha kwam naast me zitten.

'Maar je weet niet waar hij is, hè?' vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd.

Toen de Garwoods weg waren kwam Agnes bij ons binnen.

ik weet me geen raad,' begon ze. 'Zoiets is nog nooit gebeurd. De Garwoods zijn de wanhoop nabij.'

'Ze zijn helemaal niet de wanhoop nabij,' hield ik vol. 'Ze maken zich alleen maar bezorgd wat hun vrienden en familie ervan zullen zeggen, vrienden en familie die ze hebben uitgenodigd voor het Kunstweekend. Ze geven niets om Arthur.'

'Je was erg brutaal en onhebbelijk beneden, Dawn. Ik duld een dergelijk gedrag niet in mijn huis. Als je me niet onmiddellijk vertelt waar Arthur Garwood is, bel ik je grootmoeder om haar te zeggen dat ik je uit mijn huis zal moeten verwijderen.'

ik weet niet waar hij is,' kreunde ik. 'Hij heeft geen echte vrienden naar wie hij toe kan. Hij houdt zich waarschijnlijk ergens schuil tot het Kunstweekend voorbij is. Dan komt hij terug, dat zul je zien.'

'Heb jij hem aangemoedigd om weg te lopen?' vroeg Agnes. 'Zijn ouders denken van wel.'

'Ik hoefde hem niet aan te moedigen. Het is hun eigen schuld. Ze wilden niet naar hem luisteren. Eerlijk, Agnes,' riep ik door mijn tranen heen, 'ik vertel de waarheid.'

Ze staarde me aan en schudde toen haar hoofd.

'Wat moeten we doen?' vroeg ze. Haar ogen werden wazig.

Trisha en ik keken elkaar aan. Als er iets onaangenaams gebeurde, verviel Agnes altijd in een van haar oude rollen. Ik kon zien dat er een oude herinnering bij haar opkwam. Ze nam de houding aan van iemand in een obscuur drama.

'Jonge mensen zijn tegenwoordig zo verontrust. Hun leven is zo gecompliceerd. Verlangen jullie niet naar de simpelere, rustigere tijden van vroeger? Zou je niet willen gaan slapen en weer wakker worden als een klein meisje? O, ik wel,' zei ze. Ze draaide zich langzaam om en liep elegant de kamer uit.

'Ze verliest de realiteit uit het oog,' merkte Trisha hoofdschuddend op 'Ze kan niet tegen al die opschudding.'

'Wie wel?'vroeg ik.

Het Kunstweekend kwam en ging en Arthur Garwood kwam niet terug. De Garwoods stuurden de politie naar het studentenhuis om iedereen te ondervragen, vooral mij. Ik vertelde hun alles wat ik de Garwoods verteld had. Ze luisterden, knikten en gingen weg. Agnes liep handenwringend rond en Donald Rossi probeerde nieuwe grappen te bedenken over de situatie.

Toen, bijna een week later, ontving ik een brief zonder afzender op de envelop. Maar het handschrift deed mijn hart sneller kloppen. Ik scheurde de envelop open en las.

Beste Dawn,

Er is verder niemand van wie ik afscheid wil nemen. Ik heb je niet persoonlijk goedendag gezegd. Ik heb al lang mijn geld hiervoor opzij gelegd. De enige reden waarom ik nog zo lang op het Bernhardt ben gebleven was dat ik het prettig vond in jouw nabijheid te zijn. Maar jij hebt je eigen leven en ik weet dat ik daar geen deel van zal uitmaken.

Ik heb besloten weg te gaan en te proberen een schrijver te worden. Misschien zullen mijn ouders me vergeven als ik succes heb. Ik hoop datje het eerlijk meende toen je zei datje het gedicht altijd zult koesteren dat ik voor

jou heb geschreven. Misschien zien we elkaar nog eens terug. Bedankt voor je medeleven.

Liefs, Arthur

Trisha vond dat ik de brief aan Agnes moest laten zien.

'Maar dan zullen ze hem opsporen en hem terughalen, en hij zal mij erom haten.'

'Er staat geen adres op,' merkte Trisha op. 'Ze weten alleen dat hij in New York City gepost is. Op deze manier,' ging Trisha verder, 'weet Agnes dat het niet jouw schuld is en kunnen Arthur’s ouders je niets verwijten.'

'Arme Arthur,'zei ik.Trisha haalde haar schouders op.

'Misschien wordt hij nu gelukkiger. Misschien wordt hij nu zelfs wat dikker,' voegde ze eraan toe. Ik glimlachte, stopte de brief weer in de envelop en deed wat ze me had aangeraden: ik gaf hem aan Agnes, die een diepe zucht slaakte en me bedankte.

We hoorden er niets meer over. Zoals zoveel onaangename dingen die in Agnes Morris' studentenhuis gebeurden, werden de gebeurtenissen verder verzwegen, of als er ooit op werd gezinspeeld waren ze niet te onderscheiden van waarheid en fictie. Maar ik had geen tijd er lang bij stil te staan.

Madame Steichen had me opgenomen in haar maandelijkse recitals op zaterdag, waarop ze haar leerlingen onder de aandacht bracht. Ik zong in twee musicals van school in het koor. De concurrentiestrijd om solo's was fel en de senioren wonnen meestal, al zeiden sommige leerlingen dat ik gekozen had moeten worden.

Tegen het eind van het schooljaar vertelde Madame Steichen me dal ze mij had gekozen om haar speciale leerling te zijn voor het Kunstweekend van het volgende jaar. We zouden de lessen in de zomer daaraan besteden. Iedereen feliciteerde me met de eer en ik was erg trots. Maar toch beloofde ik Trisha dat ik de tijd zou vinden om haar en haar ouders te komen bezoeken.

Op de laatste dag van het gewone schooljaar kwam Trisha bij het muzieklokaal naar me toe. Haar gezicht zag vuurrood van opwinding.

'Raad eens wie er volgend jaar zangles komt geven!' riep ze uit. Ze drukte haar boeken tegen haar borst en draaide rond. ik heb het net gehoord. Raad eens!'

'Wie?' vroeg ik hoofdschuddend. Ik moest lachen om haar uitbundigheid.

'Michael Sutton, de beroemde operazanger!'

Michael Sutton was een rage in Europa. Hij was een grote ster in Amerika voordat hij zijn Europese tournee maakte, en zijn foto stond nog steeds in alle kranten en tijdschriften. Hij was jong en knap en heel begaafd.

'De week voordat de school begint houdt hij audities om zijn leerlingen te kiezen,' vertelde Trisha. 'En al kan ik geen zuivere noot zingen, ik kom toch vroeger terug om het te proberen. Natuurlijk maak jij een prachtige kans. Je hoort nu bij de oudere leerlingen.'

Mijn hart begon te bonzen van verwachting. Ik schudde mijn hoofd. Ik had in mijn korte leven al geleerd dat ik nooit ergens op moest rekenen, zeker niet op een regenboog na de regen.

Maar waarom zou ik niet mogen hopen, dacht ik. Per slot, Michael Sutton!