Elf

'Ze heette Mary Keane,' begon Bill. Hij keek naar Nikki. 'Ze kwam ook uit de stad. Arthur, de eerste man van Rebecca, kende haar vader. Ze was hierheen gestuurd om voor de familie te werken.'

'Haar eerste man,' onderbrak Megan hem. 'Bedoel je dat ze twee keer getrouwd is geweest?'

'Ja,' knikte Bill.

'Wow,' riep Megan. 'Het leven is vol verrassingen.'

Bill ging wat makkelijker zitten. 'Arthur Seyton was haar eerste man. Hij was de zoon van een buurman... dat is de reden waarom de boerderij zo groot is geworden. Hij erfde een heleboel land van zijn vader. Hij stierf een paar jaar na Victoria. Rebecca heeft me verteld dat hij de dood van zijn dochter nooit heeft kunnen verwerken.'

'Wat vreselijk,' zei Nikki.

'Inderdaad,' ging Bill verder, 'hoe dan ook, Mary moest voor Victoria zorgen. Ze was nog heel jong, ongeveer zo oud als Megan en Nikki...' Hij zweeg abrupt en friemelde wat aan zijn vingernagels. Toen keek hij weer op.

'Het klikte helemaal niet tussen haar en het kind. Ze kon het niet aan en uiteindelijk vermoordde ze het kind.'

Iedereen hapte naar lucht. 'Vermoordde haar,' zei Hazel. 'Vermoordde ze de baby?'

Nikki zat kaarsrecht op het puntje van haar stoel. Ze kon geen vin meer verroeren, het leek wel alsof ze versteend was. De woorden van Bill bleven in haar hoofd gonzen. Ze vermoordde haar.

Vermoordde haar...

Vermoordde haar...

Alle stukjes van de puzzel vielen op hun plaats. De reden waarom Rebecca bang voor haar was. De baby die 's nachts huilde, de voetstappen die heen en weer gingen. Het waren de geesten van Victoria Ann en van Mary, haar kinderjuf. Nikki twijfelde er geen moment aan dat zij het waren. Er flitste plotseling een beeld in haar op. Het leek wel een herhaling van een video die ze al ontelbare keren had gezien. Een vluchtende gedaante die iets in haar armen droeg. Een open plek in het bos, iets dat schitterde in de verte... een schitterend oppervlak...

En toen kreeg ze van Bill het antwoord op iets anders.

'Ja,' zijn stem was dik van emotie. 'Ze verdronk haar in het meer.'

Natuurlijk. Dat was het geweest. Een meer middenin het bos. Waarom had Nikki daar niet eerder aan gedacht?

Nikki vond haar stem terug. 'Is dat echt waar?' vroeg ze beverig. 'Heeft ze haar echt verdronken?'

'Ik vrees van wel. Mary heeft altijd beweerd dat ze het niet heeft gedaan. Maar niemand geloofde haar.'

'Waarom niet?' Nikki's stem was niet meer dan een gefluister. Ze was wit weggetrokken en iedereen keek naar haar.

'Men vond haar aan de rand van het water, ze was doorweekt en ze gilde hysterisch. Later werd het lichaam van de baby gevonden... niemand had gezien wat

er was gebeurd, maar het was voor iedereen zonneklaar dat zij het had gedaan.'

'Wat is er met haar gebeurd?' vroeg Megan zacht.

'Ze werd gek verklaard en opgesloten.'

'Opgesloten?' zei Nikki. 'Waar?'

Bill haalde zijn schouders op. 'In een of ander krankzinnigengesticht. Ik weet het niet zeker. Rebecca heeft er nooit iets over verteld. Ik weet eigenlijk niet of ze het zelf wel wist.'

'Maar waarom heeft ze het gedaan?' zei Hazel diep geschokt. 'Natuurlijk, als ze het niet aankon...'

'Nou, nee, men dacht eerder dat ze jaloers was... op het grote huis en de rijkdom van de familie. Ze was kennelijk nogal labiel.'

'Geen wonder dat Rebecca zich zo vreemd gedroeg, Nikki,' zei Hazel. 'Ze moet hebben gedacht dat je Mary's geest was.' Ze staarde naar de foto. 'De gelijkenis is echt treffend.'

'Ja,' fluisterde Nikki. Er was nog iets anders wat ze wilde weten. 'Waar was het?' zei ze met trillende stem. 'Waar was dat meer?'

Maar zelfs nog voor Bill het haar vertelde wist ze het antwoord op haar vraag al.

'In het bos,' zei Bill.

'Ze hadden haar moeten ophangen,' zei Megan heftig. 'Een klein meisje ombrengen. Zelfs al was ze niet goed bij haar hoofd, toch verdiende ze de strop.'

'Dat is niet erg menslievend,' zei Hazel.

'Nee,' fluisterde Nikki. 'Daar heb je gelijk in.'

Megan zat nog naar de foto te kijken. 'Waarom denk je dat ze die heeft bewaard?' zei ze. 'Je zou denken dat ze er toch niet graag aan herinnerd wilde worden.'

Hazel haalde haar schouders op. 'Weet ik niet... we zullen het nooit weten.'

Ze bleven erover doorpraten. Nikki voelde hoe de lucht om haar heen begon te trillen. De stemmen van de anderen stierven weg. Het leek of Nikki plotseling in een andere wereld terecht was gekomen. Ze zag Mary heen en weer lopen terwijl ze probeerde het bange kind te sussen. Ze waren boven in de kinderkamer, er brandde een lekker vuur in de haard. Net zoals in Nikki's droom. Als het inderdaad een droom was geweest. Plotseling was Nikki er meer dan ooit van overtuigd dat Mary haar allerlei zaken uit het verleden wilde laten zien. Ze had zich al vaker afgevraagd waarom zij de enige was die kon horen en zien wat er gebeurde. Nu wist ze het. Ze leek als twee druppels water op Mary en dat had alles op gang gebracht.

Megan keek haar aan. 'Gaat het, Nikki?'

'Eh..:' Nikki probeerde haar gedachten bij elkaar te houden. 'Ja, ik voel me best.' Ze haalde diep adem en stond op. Ze wilde een poosje alleen zijn. 'Ik denk dat ik even een luchtje ga scheppen.'

'Het spijt me dat dit alles je overstuur heeft gemaakt,' zei Hazel en ze keek haar bezorgd aan.

Nikki slaagde erin te glimlachen. 'Ik voel me goed, echt waar.'

'Zal ik even meegaan?' vroeg Megan.

'Nee, eerlijk. Ik ga alleen maar een luchtje scheppen. Het gaat wel.'

De anderen bleven de spullen van Rebecca verder uitzoeken terwijl Nikki door de voordeur naar buiten ging. Ze deed de deur heel voorzichtig achter zich dicht en ze bleef even op de stoep staan. Het begon donker te worden. De zon was ondergegaan en er waren bloedrode strepen in de lucht.

Simon was druk bezig in de schuur. Hij kwam naar buiten met een emmer in elke hand. Toen hij Nikki zag staan boog hij zijn hoofd en liep haastig verder.

Plotseling verlangde ze er heel erg naar om met hem te praten.

Terwijl ze naar de overkant liep riep ze hem. Hij bleef staan en draaide zich naar haar toe.

Voor hij ook maar iets kon zeggen barstte ze los: 'Je vader heeft ons verteld wat er is gebeurd met Rebecca's baby.'

Simon beet op zijn lip. 'Ja, ik dacht wel dat hij dat zou doen.'

Nikki fronste haar wenkbrauwen. 'Wist jij het dan?'

'Ja, Rebecca heeft het me verteld. Ze heeft me de foto laten zien.'

'We vroegen ons af of ze wel wist dat die er was.'

'O, ja,' zei Simon. 'Dat wist ze zeker.'

'Waarom heb je het me niet verteld? Je moet toch geweten hebben hoe haar reactie me raakte.'

'Ze heeft me gevraagd om het niet te doen. Ze was een rare oude tante, weet je.'

Nikki voelde een vlaag van boosheid in zich opkomen. Hij had haar die hele tijd in de waan gelaten dat het haar schuld was. 'Je had toch iets kunnen zeggen,' zei ze bits.

Hij haalde zijn schouders op en staarde naar zijn voeten. 'Je hebt zelf gezegd dat het in orde was,' antwoordde hij. 'Je zei dat je goed overweg kon met oude mensen.'

Nikki zuchtte. Simon had gelijk. Dat had ze inderdaad gezegd. 'Ik weet het, en dat is waar ook, maar...'

Simon haalde zijn schouders op. 'Nou, het spijt me,' mompelde hij.

Toen keek hij haar weer aan. Toch wel vreemd, hè?' zei hij. 'Dat je zo op haar lijkt.'

'Ja,' zei Nikki. Toen ik die foto zag leek het of ik een geest van mezelf zag.'

'Ze heeft altijd beweerd dat het hier spookte.' Simon keek naar de bovenste ramen van het huis.

'Heeft ze dat gezegd?'

'Ja, ze hoorde allerlei geluiden,' zei Simon. 'Maar...' hij haalde zijn schouders op, 'ze deed altijd een beetje vreemd zoals je weet.'

'Net zoals ik,' zei Nikki.

'Nou,' zei hij zacht. 'Niet helemaal.'

Nikki volgde zijn blik naar de hoogste ramen.

De ondergaande zon had er schitterende gouden staven van gemaakt.

'Ze had gelijk, weet je,' zei Nikki, hoewel ze niet wist waarom. 'Het spookt in dat huis, absoluut.' Simon was wel de laatste aan wie ze dat had willen vertellen.

Zijn wenkbrauwen schoten omhoog. 'Waarom denk je dat?'

'Ik heb ze gehoord,' zei ze. 'De geesten...' Toen zweeg ze plotseling. Ze dacht dat Simon haar zou uitlachen. Dat zou ze vreselijk vinden. Hij zou wel denken dat ze gek was, zo gek als Mary Keane, zo gek als Rebecca.

Tot haar grote verbazing werd hij rood. 'Nou, eh... ik zou je graag iets over gisteravond willen vertellen,' begon hij.

'Over gisteravond?' Ze keek hem even vlug aan.

'Dat geluid... tegen je raam.'

Ze herinnerde zich het vreemde, tikkende geluid. 'Wat is daarmee?' zei ze.

Hij keek haar schaapachtig aan. 'Dat was ik,' bekende hij.

'Jij?'

'Ja... een grapje, met mijn hengel. Ik probeerde met Megan ook altijd grapjes uit te halen.'

Nikki kon haar oren niet geloven. Simon! Stel je voor dat hij al die vreemde geluiden had gemaakt. Ze keek hem vol afschuw aan, haar gezicht rood van boosheid.

Hij zat er duidelijk erg mee in. 'Het spijt me,' mompelde hij.

'Je moest je schamen,' zei ze scherp, veel scherper dan ze had bedoeld. Ten slotte was het toch maar een grap.

Hij keek haar ongemakkelijk aan. Toen haalde hij zijn schouders op en liep weg. Hij zette de emmers neer en ging Rebecca's huis weer binnen. Nikki haalde diep adem. Waarom was ze ook over die geesten begonnen? Ze kon zichzelf wel om de oren slaan. Een oude vrouw kon denken dat ze geesten had gehoord, maar iemand van haar leeftijd toch niet.

Nikki slaakte weer een diepe zucht. Ze wist niet waarom ze zoveel belang hechtte aan wat Simon over haar dacht. Over een paar dagen ging ze toch weer naar huis.

Die gedachte deed haar pijn. Ze kon niet naar huis gaan, niet nu. Niet voor ze antwoord had gekregen op al haar vragen. Niet voor ze had gedaan wat Mary van haar verwachtte.