Zes

'Ik vraag me af wie ze was,' zei Megan op de terugweg naar de boerderij.

Nipper trippelde gedwee mee aan het eind touw dat Megan uit haar zak had opgediept. Toen ze de hond hadden gevonden zat ze half in een konijnenpijp, maar ze hadden haar eruit kunnen lokken.

Nikki moest nog steeds denken aan de vreemde, grijze schim die ze bij de ruïnes van de oude kerk had gezien. Hoe er een rilling van angst over haar rug was gelopen. Of had de lichtval haar misschien weer misleid, zoals Hazel meende? Dat kon ze bijna niet geloven. En hoe kon ze in vredesnaam al die bijzonderheden over die plek weten? Dat verbaasde haar nog steeds. Ze was er nooit eerder in haar leven geweest.

'Sorry?' Het drong ineens tot Nikki door dat Megan haar iets had gevraagd.

'Ik zei dat ik me afvroeg wie ze was,' zei Megan nog eens, terwijl ze Nikki aanstaarde.

'Wie?'

'Victoria Ann Seyton, natuurlijk. Ze zal wel de dochter van de een of andere hoge ome zijn geweest.'

'Waarom denk je dat?'

'Nou, als je zo'n gedenkplaat in de kerk krijgt. De meeste kinderen hebben gewoon maar een grafsteen.'

'Hum.' Nikki keek nadenkend. 'Dat is waar. Hé...' haar gezicht klaarde op. 'Je zou het aan je tante kunnen vragen. Die weet het misschien wel.'

'Fantastisch idee.'

'Maar ik ga niet mee, hoor. Simon vindt dat ik maar beter uit haar buurt kan blijven.'

Megans wenkbrauwen schoten omhoog. 'Heeft hij dat tegen je gezegd?'

Nikki haalde haar schouders op. 'Min of meer.'

'Het was niet jouw schuld dat ze hallucinaties kreeg.'

Nikki haalde haar schouders weer op. 'Dat dacht ik ook. Maar ja...'

'En probeer me nu niet wijs te maken dat je echt met Simon hebt gepraat.' Megan grinnikte. 'De wonderen zijn de wereld nog niet uit.'

Nikki lachte. 'Het was eigenlijk geen gesprek,' zei ze. 'Ik vroeg hem van alles en hij antwoordde in zinnen van ongeveer een woord.'

'Je moet niet meer van hem verwachten. De onderwerpen waar hij het over heeft beperken zich tot tractoren en vee.'

'Heeft hij geen vrienden?' vroeg Nikki, nieuwsgierig om meer over hem aan de weet te komen.

'Natuurlijk wel. Een paar drinkebroers uit het dorp.'

Toch geen vriendinnen?'

'Vriendinnen? Ik denk dat de mestgeur hen op een afstand houdt.' Megan grinnikte weer.

'Je bent gemeen.' Nikki moest erom lachen, ze kon het niet helpen. Ze dacht dat niemand zich lang ellendig kon voelen met Megan in de buurt. Nikki wist dat Megan Simon echt heel aardig vond, en daarom ook tante Rebecca. Ze wilde het alleen niet graag toegeven.

Nikki stak haar arm door die van haar vriendin. Hoe spookachtig ze de plek ook vond, toch was ze echt blij dat ze er was. Als ze dat vreselijke voorgevoel dat haar geen moment met rust liet maar eens van zich af kon zetten zou ze het hier geweldig hebben. Ze hoorde een dof geluid en keek snel om. Er was niemand achter haar. Helemaal niemand. Ze moest het gevoel dat ze voortdurend werd achtervolgd kwijtraken. Als ze eraan toegaf zou dat haar hele vakantie verpesten.

Toen ze weer bij de boerderij kwamen bond Megan de hond buiten zijn hok vast. 'Ik ga bij Rebecca langs. Weet je zeker dat je niet meegaat?'

'Ja, echt waar. Ik wil haar niet van streek maken.'

'Als ze een goede dag heeft vertelt ze me misschien wel waarom ze denkt dat je de dochter van Dracula bent.'

Nikki lachte. 'Ze weet het zelf waarschijnlijk niet eens.'

'Misschien niet,' zei Megan. Toen voegde ze er nadenkend aan toe: 'Het was toch zielig, hè? Zo'n gedenkplaat voor zo'n klein kind. Ik zou echt graag weten wie ze was.'

'Ja,' zei Nikki, 'ik ook.'

'Kom dan tenminste mee naar binnen,' drong Megan aan. 'Je kunt in de keuken blijven. Ze zal niet eens weten dat je er bent.'

Nikki haalde haar schouders op. 'Goed.'

Ze liepen achterom en gingen de kleine keuken binnen. In de voorkamer stond de tv aan, heel luid. De een of andere show was aan de gang en het publiek in de studio juichte en lachte.

Megan riep zo hard ze kon. 'Rebecca... mag ik binnenkomen?' Ze draaide zich om naar Nikki. 'Ze hoort me nooit boven dat lawaai uit.'

Megan ging de voorkamer binnen. Nikki gluurde door de kier tussen de deurpost en de deur.

Megan liep naar de tv en zette hem zachter. Toen ging ze op de stoel zitten die aan Rebecca's voeten stond. De oude vrouw wuifde met haar handen. Nikki hoorde hen mompelen, maar ze verstond niets van wat ze zeiden.

Toen werd Rebecca's bevende stem ineens luider: 'Nee!'

De woordenwisseling duurde maar een paar minuten. Megan kwam terug. Ze spreidde haar handen. 'Nu wil ze zelfs niet meer met mij praten. Als je 't mij vraagt is ze niet goed meer bij haar verstand.' Ze keek boos. 'Kom, laten we hier weggaan.'

Ze trok de achterdeur open en stapte met grote passen naar buiten. Nikki moest hollen om haar bij te benen.

'Je hebt haar niets gevraagd over Victoria... ?'

'Wat denk je? Ik kon er geen woord tussen krijgen.'

'Wat heb je dan wèl gezegd?'

'Niets. Ik kreeg geen kans. Ze vroeg me alleen maar of je nog hier was en toen ik ja zei leek ze gek te worden.'

'Het maakt niets uit. Luister, het is niet belangrijk, Meg. Ze kan het ook niet helpen dat ze zo is.'

Megan draaide zich snel om, ze was nog boos. Toen leek ze te ontspannen. 'Nee, natuurlijk niet. Sorry, hoor, maar ze maakt me altijd nijdig. Ik kan niet goed overweg met oude mensen. Ik heb het nooit gekund en ik zal het ook nooit kunnen. Ik heb geen geduld.' Ze keek Nikki aan. 'Ik wilde dat ik was zoals jij, Nik.'

Nikki lachte. 'Zou je willen zijn zoals ik? Waarom?'

Megan haalde haar schouders op. 'Nou, zelfs al heeft ze vreselijk tegen je gedaan, toch neem je het nog steeds voor haar op en lijk je haar zelfs nog aardig te vinden. Ik word alleen maar boos.'

'Dat heeft toch geen zin. Als Rebecca niet wil dat ik in haar buurt kom, dan is dat haar keuze. Het is haar huis, ze kan doen wat ze wil.'

'Maar waarom?' mopperde Megan. 'Dat zou ik wel eens willen weten. Ik bedoel dat je toch niets hebt gedaan.'

'Denk er niet meer aan,'jokte Nikki. 'Dat doe ik ook.'

'Willen jullie iets doen?' vroeg Hazel toen ze weer thuis waren. 'Ruim wat van die rommel op op zolder.'

Megan kreunde. 'We hebben vakantie, hoor.'

Nikki stootte haar met haar elleboog aan. 'Je hebt gezegd dat we daar eens zouden gaan kijken,' siste ze.

Hazel wuifde met een briefje voor hun ogen. 'George Black, de hopman van de scouts, heeft dit net gebracht. Ze houden een rommelmarkt in het dorp over een paar weken. Een goede gelegenheid om wat van die rommel kwijt te raken.'

Megan keek naar Nikki. 'Zou je het leuk vinden?'

Nikki's ogen begonnen te schitteren. 'Natuurlijk,' zei

Ze moesten een overall aantrekken van Hazel en ze gaf hun ook een sjaal om hun haar te beschermen.

'Het is daarboven vast ontzettend smerig,' zei ze. 'Ik wil niet dat je je kleren ruïneert, Nikki.'

Megan ging als eerste de trap op. Ze probeerde de deur open te doen. Ze duwde er met haar schouder tegen en rammelde met de deurknop.

'Wat is er?' vroeg Nikki.

Megan probeerde het nog eens. 'De deur is op slot.' Ze wilde weer naar beneden gaan.

Nikki legde haar hand op Megans arm. 'Weet je zeker dat hij niet gewoon maar klem zit?'

'Ga zelf kijken als je me niet gelooft. Ik ga aan mam vragen waar de sleutel is.' Megan grinnikte. 'Met een beetje geluk ontsnappen we eraan.'

Ze liep de trap af. Nikki hoorde haar door de gang lopen. Ze ging naar boven en probeerde de deur open te krijgen. Ze deed hetzelfde als Megan. Rammelde met de deurknop. Duwde. Ze kreeg er geen beweging in. Megan had gelijk. De deur was op slot.

Nikki bleef bij de deur staan en fronste haar wenkbrauwen. Ineens kreeg ze het heel koud. Haar nekharen kwamen overeind. Ze zag weer voor zich hoe ze de trap oprende en de deur open duwde.

Als die deur op slot was hoe ben ik er dan in vredesnaam gisteravond in geslaagd om hem open te doen?

Ze stond er nog steeds diep over na te denken toen Megan verscheen. Ze wuifde met een sleutel naar Nikki.

'In het bureau van Bill,' zei ze. 'Mamma had er geen idee van waarom die deur op slot is.' Ze duwde Nikki een beetje opzij en stopte de sleutel in het sleutelgat. Ze draaide hem om en duwde de deur open.

'Hocus pocus pas!' grinnikte ze. Toen betrok haar gezicht. 'O, nee! Wat een rommel!'

Zodra ze binnen was wist Nikki dat ze de vorige nacht niet had gedroomd. Op slot of niet, ze was door die deur naar binnen gegaan. Ze herkende alles meteen. Het oude hobbelpaard, het kinderbedje, de stapels koffers en dozen. Bij daglicht was er niets geheimzinnigs aan deze plek. Geen doffe voetstappen, niemand fluisterde haar naam. De zolder zag er gewoon als een zolder uit. Een trieste, donkere zolder, volgestouwd met rommel waar niemand in jaren en jaren nog had naar omgekeken. Hazel had haar verteld dat die zolder eens echt bij het huis had gehoord. Hij was toen verdeeld in twee kamers, de ene was de kinderkamer, de andere de kamer van de dienstbodes.

Nikki keek om zich heen. Ze moesten zich ver verwijderd van de andere leden van het gezin hebben gevoeld zoals ze hier weggestopt zaten in het bovenste deel van het huis. Hoe de mensen vroeger leefden had Nikki altijd geboeid. Dat was een van de redenen waarom ze graag vriendschap had willen sluiten met Rebecca. Het hoofd van de oude vrouw moest vol zitten met herinneringen aan vroeger.

'Zet alles voor de rommelmarkt maar bij elkaar,' had Hazel gezegd. 'Ik zal aan Bill en Simon vragen om het naar beneden te brengen. En zet de dingen waarvan je denkt dat ze wat waard zijn ook bijeen.'

Megan stond rond te kijken met haar handen in haar zij. Ze trok haar neus op. 'Mamma heeft gelijk. Het is hier smerig.' Ze wees naar de ramen. 'Kijk maar eens wat een fantastische spinnenwebben.' Ze huiverde. Zelfs op klaarlichte dag was het hier donker. De ramen waren echt smerig, vergeven van de spinnenwebben. Ze lieten bijna geen straaltje licht door.

Nikki pakte een lap en ging ze schoonmaken. Ze beet op haar tanden en haalde het spinrag weg en veegde de ruit schoon. De spinnen zochten haastig een goed heenkomen. Een van de ruiten was stuk.

'Beter zo?'

De zon scheen naar binnen en in de schitterende stralen dansten stofdeeltjes als motten om een vlam. Daardoor zag de zolder er stoffiger en viezer uit dan ooit.

'Een beetje.' Megan veegde een lok van haar voorhoofd weg. 'Lieve hemel, waar moeten we beginnen?'

Nikki wreef in haar handen. Ze vond niets prettigers dan een uitdaging. Ze keek naar de stapel koffers. 'We kunnen net zo goed hier beginnen als ergens anders.'

Ze waren een dik halfuur op zolder bezig toen Megan een ingelijste foto vond achter een kartonnen doos die bijna uit elkaar viel. Toen ze had gelezen wat er op de achterkant stond gilde ze het uit van de pret.

'Zeg Nik, moet je dit zien... om te gieren!'

Ze trok haar mouw omlaag en wreef er het stof mee van het glas. 'Het is Rebecca 's trouwfoto.'

Rebecca en haar gloednieuwe man stonden stram naast elkaar, kennelijk in een studio. Rebecca, verlegen en mooi, droeg een nauwsluitende, wit-satijnen jurk met een lijfje dat met parels was bestikt en een lange sleep, die achter haar was uitgespreid. Ze droeg haar haar lang en los, wat in die tijd niet gebruikelijk was. Haar man, lang en breedgeschouderd, voelde zich niet op zijn gemak in zijn nauwsluitende pak en zijn hoge, stijve boord. Hij was heel knap. Zijn lange haar golfde over zijn kraag. Zijn ogen, bijna zwart onder de borstelige wenkbrauwen, leken hen aan te staren.

'Wow,' zei Nikki. Ze was dol op oude foto's en op ouderwetse kleren. Ze hadden thuis een grote verzameling van zulke foto's aan de muur hangen. 'Wat een prachtige foto. Rebecca was echt mooi toen ze jong was.' Ze vond het jammer dat Rebecca de oude, gerimpelde vrouw was geworden die ze gisteren had ontmoet. Toen haar hele leven nog voor haar lag was ze zo jeugdig en enthousiast en zo mooi geweest.

'En wat vind je van hem?' zei Megan vol ontzag. 'Wat een spetter, zeg. Rebecca heeft me nooit verteld dat ze zo'n knappe man heeft gehad.'

'Heb je hem dan nooit gekend?' Nikki wist niet waarom, maar ze kon haar ogen bijna niet van hem afhouden.

Megan schudde haar hoofd. 'Nee, hij is waarschijnlijk al jaren dood.'

'Ik vraag me af wanneer hij is gestorven.'

Megan haalde haar schouders op en legde de foto neer. 'Geen idee. Kom, laten we eens kijken wat er nog meer is.'

Een uur later verscheen Hazel met twee blikjes Coca Cola.

'Schieten jullie zo'n beetje op?'

'Eerlijk gezegd, lieverd, is het een nachtmerrie,' grapte Megan.

Ze hadden de koffers leeggehaald. Voornamelijk oude kleren. Pakken, japonnen, zelfs groezelig ondergoed dat bijna was vergaan.

'Waarom bewaren sommige mensen dat in 's hemelsnaam allemaal?' ging Megan verder. 'Het is afschuwelijk.'

Nikki zei niets. Ze hield eigenlijk van al die oude dingen, zelfs al waren ze bijna in staat van ontbinding.

Hazel pakte een bloemetjesjurk tussen duim en wijsvinger vast. De motten hadden hem bijna helemaal opgevreten en hij zat vol bruine vlekken.

'Geen flauw idee,' zei ze. 'Ik denk dat niemand van die familie ooit iets weggooide. Veel mensen zijn zo.'

'Is er iets bij voor de rommelmarkt?' zei Nikki terwijl ze naar de stapel oude kleren wees.

Hazel schudde haar hoofd. 'Verbranden lijkt me zinniger. Ik zal een paar vuilniszakken halen.'

Toen ze weg was ging Megan zitten en probeerde het stof en de spinnenwebben van haar armen te wrijven. 'Waarom hebben we in vredesnaam beloofd dat we dit zouden doen?'

Nikki grinnikte. 'Weet ik veel. Kom, misschien vinden we nog iets dat de moeite waard is, als we maar blijven zoeken.'

'Dat geloof ik niet. Die foto van Rebecca is het wel zo'n beetje, denk ik. Meer zullen we niet vinden.'

Nikki liep naar het raam. Ze keek naar buiten. Simon probeerde Nipper te kalmeren. De hond blafte nog steeds en probeerde zich los te rukken. Simon zat op de grond en aaide de hond zacht. Nikki zag zijn mond bewegen. Toen Nipper bedaard was stond hij op en ging naar binnen. Ze probeerde zich vroegere generaties mensen voor te stellen in dezelfde situaties. Ze vroeg zich af of het uitzicht veel was veranderd. Of het erf, de hele omgeving was veranderd in de tijd dat hier opeenvolgende generaties hadden gewoond. Plotseling moest ze denken aan de gedaante die ze had gezien. Die moest voor dit raam hebben gestaan. Nieuwsgierig keek ze naar de grond. Nee, geen afdrukken in het stof behalve dan die van haar eigen gympen. Zou ze het zich dan toch allemaal hebben ingebeeld?

Ze ging op haar knieën zitten en deed de grote, houten koffer open die naast haar stond. De hengsels knarsten toen ze het deksel optilde. Er lag een stapel oude fotoalbums in en een grote, bruine envelop. Ze pakte de envelop en schudde hem leeg op de grond. Ze wist niet waarom, maar een van de foto's viel haar meteen op. Hij was bruin, verfomfaaid en vervaagd van ouderdom. Een baby. Het kind lag op een bank en droeg een lange, geborduurde jurk, die weieens een doopjurk zou kunnen zijn.

Nikki draaide de foto om.

Victoria Ann. Twee maanden oud.

Nikki's hart leek een sprongetje te maken. 'Hé, Megan, moet je dit zien!'

Megan strompelde naar haar toe met een stapel vergeelde kranten in haar armen. Ze liet de kranten naast de koffer op de grond vallen. Ze wreef met de rug van haar hand langs haar voorhoofd. 'Ja, wat is er?'

Nikki gaf haar de foto.

Megan keek ernaar. 'Een baby. Wat is daar zo bijzonder aan?'

'Draai maar eens om.'

Megan hield haar adem in. 'Wow! Denk je...'

'Het kan moeilijk anders. Er zullen vast geen twee Victoria Anns zijn geweest.'

'Ongelooflijk, zeg,' zei Megan terwijl ze naar de foto staarde.

Toen keek ze Nikki aan, met een vreemde uitdrukking op haar gezicht. 'Wat heeft dat zigeunermeisje je ook weer verteld over... een foto?'

Nikki leunde verbaasd achterover. Natuurlijk... Een foto of een tekening zal je een verrassing bezorgen.

Ze schudde haar hoofd, ze kon het niet geloven 'Ik kan het gewoon niet geloven, Meg. Wat is er toch met me aan de hand?'

Voor een keer antwoordde Megan niet met een grapje. 'Ik weet het niet, Nik. Maar het is wel heel vreemd.'

Er viel een lange stilte. Toen zei Nikki: 'Misschien weet Rebecca wie ze was.'

'Je hebt gelijk. Maar Simon zal het haaf moeten vragen. Ik wil niet dat ze weer een aanval van hysterie krijgt.'

Maar toen ze er genoeg van hadden om oude dozen en koffers leeg te maken, bleek dat Simon was weggegaan.

Die avond leek het of ze nauwelijks in bed lag toen ze het huilende kind en de zachte voetstappen boven haar hoofd al hoorde.

Ze kreunde zachtjes en stopte haar hoofd onder haar kussen. Ze kneep haar ogen stijf dicht. Als ze deed of ze het niet hoorde hield het misschien op.

Maar ze hoorde het toch nog. Het kwam weer van de zolder, daaraan twijfelde ze niet.

Nikki stond op het punt om Megan wakker te maken, maar dat had geen zin. Megan zou die geluiden toch niet horen. Ze wist bijna zeker dat ze de enige was die dat kon.

Het kind huilde alleen maar voor haar.

Nikki klom uit bed en trok haar badjas aan. Heel stil ging ze de kamer uit. Onderaan de trap aarzelde ze even. Toen rende ze naar boven met twee treden tegelijk. Het kind was op de zolder... het had haar nodig. Het had Nikki nodig. Het probeerde zelfs snikkend haar naam te zeggen.

Ki... Ki...

Ze gooide de deur open. Het maanlicht stroomde de ruimte binnen. Het tekende spookachtige schaduwen, monsters, demonen, vreemde, verwrongen vormen op de grond.

En helemaal aan het einde van de zolder was nog een licht. Het flakkerende, dansende licht van een kaars. Een vage gedaante liep zacht heen en weer. Ze hield een baby in haar armen en mompelde zachte, lieve woordjes. Maar het kind wilde niet bedaren. Het huilde jammerlijk, met hoge snikkende uithalen die Nikki's hart braken.

Ze stormde naar voren en gooide omver wat haar in de weg stond. Plotseling bleef ze staan. Er had zich iets om haar hoofd gewikkeld. Iets ragfijns. Iets kleverigs dat ze niet weg kon krijgen, wat ze ook probeerde. Het plakkerige goedje verspreidde zich over haar gezicht en verstopte haar neus en haar mond. Ze graaide wanhopig om zich heen en probeerde de lange slierten weg te trekken. Maar het werd alleen maar erger. Ze kreeg geen lucht meer. Het goedje zat in haar haar, in haar ogen. Toen versteende ze. Er kroop iets tegen haar rechterbeen op. Ze voelde de zachte, haastige poten die in de vouwen van haar badjas omhoog klommen. Haar huid tintelde. Ze kreeg kippenvel. Er zat ook iets op haar andere been. En op haar armen, in haar oren, in de kraag van haar badjas. Toen Nikki de zachte pluizige poten over haar wang tot in haar haar voelde kruipen kneep ze van pure ontzetting haar ogen dicht. Ze voelde hoe ze over haar hoofd renden. Ze verstijfde van angst. Het enige wat ze kon horen was haar hart dat als waanzinnig bonsde van afschuw. Ze bleef stram en stijf staan met opgetrokken schouders en ze durfde nauwelijks adem te halen. Als ze te hevig inademde zouden ze door haar neus in haar keel en in haar longen kunnen komen.

Langzaam en heel voorzichtig sloeg Nikki haar ogen neer. Spinnen. Tientallen spinnen. Spinnen die over haar heen kropen. In het donker was ze waarschijnlijk tegen een groot web aangelopen dat over de hele breedte van de zolder hing. Geen wonder dat de gedaante aan het andere eind zo wazig was geweest. Het was net of ze door een grijs gordijn had gekeken. Ze wilde het uitgillen, wanhopig als ze was. Megan! Hazel! Simon! Alsjeblieft, laat iemand me komen helpen. Maar Nikki waagde het niet haar mond open te doen. Ze wist dat spinnen zich naar donkere hoekjes haastten, naar holletjes om in weg te kruipen. Ze voelde er een, net onder haar rechter neusgat...

Plotseling begon Nikki onbeheerst te beven. Ze kreunde.

'Nee... nee.'

Toen ze haar mond opendeed voelde ze poten tegen haar lippen, tegen haar tanden. Spuwend en hijgend stopte ze haar vingers in haar mond en deed wanhopige pogingen om de harige indringers eruit te halen. Ze kokhalsde. Ze wist niet hoe ze het voor elkaar kreeg niet te gaan overgeven. Ze liet zich op de grond vallen en rolde heen en weer. Stapels kranten, oude kleren en dozen vlogen in alle richtingen. Ze trok als waanzinnig aan haar haar, aan haar badjas, ze schopte gillend om zich heen om die monsters kwijt te raken. Ten slotte lag ze uitgeput in het stof en het vuil van de zolder, met haar armen over haar hoofd onbeheerst te snikken.

'Help me alsjeblieft,' kreunde ze zacht. 'Alsjeblieft... iemand.'

Toen verdween de maan achter een wolk en alles werd volledig donker om haar heen.