36

Zaterdagavond was een blikje bier, een lekker warm bad en daarna voor de geopende koelkast lang nadenken of er iets in lag wat hij veilig kon eten. Logan besloot voor de zekerheid maar broccoli met kaas en patat te maken. Hij at het op de bank voor de televisie, terwijl hij vruchteloos van de ene naar de andere zender zapte: rotzooi, rotzooi, reality-tv, rotzooi, een herhaling van The Simpsons, rotzooi, rotzooi, nog meer reality-tv, rotzooi…

‘… bij de rechtbank. Andrew McFarlane, die gisteren op borgtocht is vrijgelaten…’ Beelden van de zwager van Wiseman die achter in een grote zwarte Mercedes met geblindeerde ramen stapte, opgejaagd door het flitslicht van tientallen perscamera's.

‘… de volgende verklaring af.’

In beeld verscheen nu een advocaat met een opgewonden uitdrukking op zijn gezicht. ‘Mijn cliënt, de heer McFarlane, heeft altijd al verklaard onschuldig te zijn. Nu er gisteren bij Alaba Farm Fresh Meats menselijke resten zijn gevonden is hij definitief van alle blaam gezuiverd. Zij waren ervoor verantwoordelijk dat menselijk vlees in de voedselketen terecht is gekomen. Niet mijn cliënt. Gelukkig heeft de rechter dit vanmorgen ook ingezien.’

Logan haalde nog een biertje en was net op tijd terug om te zien hoe de hoofdcommissaris iedereen aan het eind van de persconferentie ervan probeerde te overtuigen dat het politiekorps Grampian best in staat was met twee handen de eigen billen te vinden, wát sommige sensatiekranten ook mochten beweren.

Daarna kwam het weer, gevolgd door een tenenkrommend programma met een of andere ‘beroemdheid’. Logan zette de televisie uit, ging naar bed en viel in een diepe slaap.

‘En?’ Inspecteur Steel stond met haar rug naar het whiteboard, waarop de onsmakelijke foto van de overblijfselen van Tom Stephen was bevestigd. ‘Is er al iets te melden?’

Logan pakte het volgende proces-verbaal van de stapel. ‘Hoezo moet ík dat weten?’

‘Omdat jij het speciale hulpje van tante Roberta bent. Heb je trouwens enig idee hoeveel dit onderzoek kost? We moeten bezuinigen, dus het is onvermijdelijk dat je er wat werk bij krijgt.’ Vervolgens begon de inspecteur aan haar beha te frunniken. Ze keek omlaag naar haar boezem en zei: ‘Waarom kunnen ze tegenwoordig geen beha meer maken die past?’

‘Ik moet alle dossiers uit 1987 al doorspitten. Daar kan ik echt niets meer bij hebben.’

Ze rukte opnieuw aan haar ondergoed. ‘Of het is allemaal kant, zonder enige ondersteuning, of je vervalt meteen in een soort maliënkolder.’

‘Kunnen we het misschien over iets anders hebben dan over jouw on dergoed?’

‘O, sta je nog steeds droog? Ik dacht dat die officier van justitie wel belangstelling had voor je liefdesknuppel.’

‘Waarom ben ik hier de enige die iets te doen heeft?’ Hij probeerde haar te negeren en begon weer te lezen, maar ze vertikte het om weg te gaan.

‘Nou, vertel op. Ben je al iets meer te weten gekomen over die tanden en kiezen?’

Logan deed serieus zijn best niet te zuchten. Daarna viste hij het rapportje uit de gestaag groeiende papierberg op zijn bureau. ‘Twee incisieven, drie premolaren en negen molaren. Ze zijn vergeleken met de gebitsgegevens van de slachtoffers, voorzover we die hebben. Waarschijn lijk zijn ze van Hazel Stephen.’

‘Waarschijnlijk? Wat moet ik nou met “waarschijnlijk”?’

‘Ze zijn half vermalen en doorgekookt. Iets beters dan “waarschijnlijk” krijg je niet.’

Steel maakte een puffend geluid. ‘Luie flikkers die zichzelf willen indekken, als je het mij vraagt. Goed. Dan de Poolse connectie. Wat kun je me daarover vertellen?’

‘We hebben nog geen antwoord van de politie in Polen, dus er is nog niets te melden over hun eventuele strafblad, maar de meesten zijn pas zes maanden geleden naar Schotland gekomen. Die kunnen dus niets te maken hebben met de moorden van 1987.’

‘Maar…?’ Ze keek hem hoopvol aan.

‘Er is geen “maar”. Wiseman is nog nooit in Polen geweest, hij spreekt geen Pools en volgens de portierslogboeken van Alaba is hij ook nog nooit in het abattoir geweest.’

‘Shit.’

Logan keek naar het whiteboard, waarop de restanten van de martelingen en de pijn van de slachtoffers visueel waren uitgestald. ‘Het begint er naar uit te zien dat Wiseman de Vleesmeester helemaal niet is. Nu niet en twintig jaar geleden ook niet: Brooks verbeeldde het zich alleen maar.’

Steel gaf hem een harde tik tegen zijn schouder. ‘Laat Insch het alsjeblieft niet horen.’ Ze keek opnieuw zorgelijk naar de spleet tussen haar borsten. ‘Die arme drommel is vanmorgen gewoon komen opdagen en hij ziet er zó al miserabel genoeg uit… Vind jij ook niet dat ze er een beetje treurig bij hangen?’

Ze had niets te veel gezegd over de toestand waarin Insch verkeerde. Toen Logan hem zag, leek het wel alsof iemand een handgranaat in zijn achterste had gestopt en de pin eruit had getrokken. De explosie kon ieder moment plaatsvinden.

Logan bleef even in de deuropening van de vergaderkamer staan; misschien kon hij nog op tijd wegkomen zonder dat de dikke man hem zou zien.

‘En waar denk jij dat je heen gaat?’

Verdomme.

Logan glimlachte geforceerd. ‘Ik hoorde dat je er was en…’

‘Naar het schijnt heb ik grove inschattingsfouten gemaakt.’ Insch krab belde iets op het whiteboard. ‘Als ik Interne Zaken moet geloven, ten minste. Gro-ve in-schat-tings-fou-ten.’ De viltstift in zijn enorme vuist piepte terwijl hij de woorden opschreef. ‘Ik had de milieudienst moeten bellen; ik had moeten denken aan het gevaar van infecties als gevolg van de consumptie van menselijk vlees; ik had die vervloekte gier tank moeten onderzoeken; ik had me moeten afvragen waar McFarlane en die zelfbedieningsgroothandel hun vlees vandaan haalden.’

Hij ramde de dop terug op de viltstift en bleef trillend en paars van woede stilstaan. ‘Ze wilden me naar huis sturen: “Je hebt niet voor niets ziekteverlof”, “We maken ons zorgen om je”, “Je hebt veel te verduren gehad”, “Je hebt een zwaar verlies geleden”. Alsof ik dat zelf allemaal niet weet! Wat moet ik dan? Teruggaan naar een leeg huis? We konden haar niet eens fatsoenlijk begraven!’ Insch smeet de pen op het bureau; hij stuiterde en een klein stapeltje rapporten belandde op de grond.

‘Hoe…’ Logan keek Insch niet aan. ‘Hoe gaat het met de meisjes?’

‘Hoe moet ik dat weten? Miriam wil niet dat ik ze opzoek.’

‘Wat ellendig.’ Het voelde ontoereikend.

De inspecteur knarsetandde en ademde langzaam en sissend in en uit door zijn neus, waarna zijn gelaatskleur langzaamaan weer veranderde in het meer gebruikelijke paars. ‘Terwijl iedereen hier als een kip zonder kop rondrent om de Vleesmeester te pakken gaan de misdaadstatistieken met sprongen omhoog: berovingen, verkrachtingen, mishandelingen, winkeldiefstal, vandalisme, afpersing… De hele stad gaat naar de klote. Iedereen met een beetje verstand zou dat toch moeten snappen, maar het heeft me twee uur gekost om ze te overtuigen.’

‘Je gaat me toch niet zeggen dat je weer aan het werk mag?’

Insch boog zich voorover om de viltstift op te rapen die op de grond was gerold, waarbij zijn knieën knakten als pistoolschoten. Hij kreunde toen hij weer overeind kwam. ‘Ik mag dan in de stront zitten, dat betekent nog niet dat jij van me af bent: als er wat met Wiseman gebeurt wil ik dat meteen weten. Begrepen?’

‘Ik heb hem je boodschap doorgegeven.’

‘Heb je me begrepen?’

Logan knikte.

‘Goed. Hoepel nou maar op en zorg dat je eindelijk eens een paar bruikbare aanwijzingen vindt.’