15

Alles rook naar verhit koper. Logan zat in een ongemakkelijke plastic stoel, met zijn hoofd achterover. Tegen zijn neus hield hij een dikke prop van papieren zakdoekjes geklemd.

‘Bloedt het nog steeds?’ Inspecteur Napier, hoofd van de afdeling Interne Zaken, deed misschien zijn best bezorgd te klinken, maar dat kwam slecht uit de verf. Logan had een hekel aan de roodharige pennenlikker met de haakneus.

Het was druk en luidruchtig in de kamer. Dikke Gary zat in de hoek, in uniform, enigszins opgeblazen en bedekt met kruimelresten van de koekjes die hij voortdurend at. Hij maakte aantekeningen terwijl Insch en Steel logen over wat er was gebeurd in de toiletten. Iedereen deed zijn best niet te dicht in de buurt te komen van Alec, die steeds akeliger begon te ruiken.

Logan verwijderde het kompres en tikte met zijn vinger tegen zijn beide neusgaten. Toen hij hem bekeek zat die onder het bloed. Hij leunde weer achterover met zijn hoofd, maakte een nieuwe prop van papieren zakdoekjes en hield die ertegenaan.

‘Als ik het goed begrijp,’ zei Napier, die het gezelschap bekeek als een argwanende vis, ‘is er niemand die ontkent dat inspecteur Insch in het herentoilet brigadier McRae een dreun heeft verkocht. Is dat juist?’

Niemand zei iets.

‘Goed…’ Napier pakte een zilveren vulpen van zijn ziekelijk smetteloze bureau en wees ermee naar Alec alsof het een toverstafje was waar mee hij de steeds erger wordende urinegeur kon uitdrijven. ‘En u hebt deze “aanslag” kunnen filmen?’

Alec keek naar Insch, naar Steel, begon vervolgens te blozen en liet zijn blik rusten op het tapijt. ‘Mijn… mijn camera werkte niet want die viel in het urinoir… toen ik… struikelde.’

‘Werkelijk?’ De inspecteur haalde een opschrijfboekje uit zijn la en las hardop voor: ‘Hij viel me aan… Hij duwde me in de pisgoot. Hij probeerde me te…’

Alec werd nog roder in zijn gezicht. ‘Ik heb me vergist. Ik ben gestruikeld en uitgegleden.’

‘Juist…’ Napier legde het opschrijfboekje weer terug in zijn la. ‘En deze vergissing komt niet omdat inspecteur Insch u heeft bedreigd?’

De inspecteur kwam verontwaardigd overeind. ‘Je wilt toch niet suggereren dat ik heb geprobeerd een getuige te beïnvloeden? Want als je dat doet…’

Napier keek hem niet eens aan. ‘Bespaar me je verontwaardiging, je hebt zo al genoeg problemen. Het halve bureau heeft gehoord hoe jij en Steel tegen elkaar stonden te schreeuwen.’

‘Het was een collegiaal verschil van inzicht,’ zei Steel.

‘Dat zal wel.’ Napier glimlachte naar Logan als een reptiel naar zijn prooi. ‘Ik zou ook graag willen weten wat brigadier McRae voor verzachtende omstandigheden heeft aan te voeren.’

Logan trok wit weg. ‘Wat? Ik heb helemaal niets gedaan. Ik wilde…’

‘Je moet toch wel iets hebben gedaan, anders zou Insch je niet hebben geslagen.’

‘Hij…’ Logan keek naar Insch en Steel, die erbij zaten als heilige boon tjes. ‘Ik ben uitgegleden en heb me aan de deur van een toilethokje gestoten.’

Napier zette zijn bril af en wreef over de brug van zijn neus. ‘Zie ik eruit alsof ik achterlijk ben, brigadier?’

Het leek Logan beter daar geen eerlijk antwoord op te geven.

‘Goed dan,’ zei Napier ten slotte. ‘McRae en Steel, jullie kunnen gaan.’ Hij wees naar de stinkende cameraman. ‘En neem dat mee. Inspecteur Insch en ik hebben nog een paar dingen te bespreken.’

Zonder Faulds en Rennie om er een puinhoop van te maken was de archiefkamer rustig en opgeruimd, zodat Logan ontspannen kon kreunen en zijn met bloedkorsten bedekte neusgaten kon betten met papieren zakdoekjes. De hele voorkant van zijn hoofd voelde alsof er zich een nest ratten achter had genesteld.

Volgens de regels had hij eigenlijk naar huis moeten gaan na het gesprek met Napier, maar hij wilde weten welk vonnis de afdeling Interne Zaken over Insch had geveld. Hij wist niet zeker of hij wilde dat de dikke stomkop zou worden geschorst of niet. Loyaliteit jegens een leidinggevende was iets moois, maar dat lag anders als ze je op je neus begonnen te slaan.

Er werd op de deur geklopt en een van de maatschappelijk werkers van het korps stak haar hoofd door de deuropening. ‘Rennie zei…’ Ze zweeg en keek naar Logans gehavende gezicht. ‘Verdomme, ik had een tientje ingezet op woensdag.’ Ze hield een dunne map omhoog. ‘Heb jij nu de leiding totdat Insch… Nou ja, je snapt me wel.’

Logan zuchtte en stak zijn hand uit. Het was het voorlopige rapport van de aanslag op Valerie Leith, waarin zoveel mogelijk bijzonderheden over haar leven waren vastgelegd, tot en met het moment waarop Wiseman daar een eind aan had gemaakt. Het viel Logan niet mee zich te concentreren met al die papieren zakdoekjes in zijn neusgaten, maar hij deed zijn best.

De maatschappelijk werkster kon haar ogen niet van Logans neus afhouden. ‘Heb jij geen ibuprofen? Ik heb zes uur in zo'n bezoekersstoel in het ziekenhuis gezeten en mijn rug doet verschrikkelijk pijn.’

Logan wees naar een bureau in de hoek. ‘Bovenste la aan de linkerkant, ga je gang.’ Zelf had hij er al vier ingenomen.

Volgens het rapport van de maatschappelijk werkster was Valerie Leith een gewoontemens. Elke zaterdag deed ze boodschappen bij Sainsbury's en elke dinsdag bij Debenhams. Ze werkte bij een advocatenkantoor, waar ze was belast met de verkoop van woningen. Ze had geen boezemvrienden of -vriendinnen, maar er waren wel wat mensen die ze regelmatig sprak. Het zou even duren, maar die zouden ze stuk voor stuk gaan ondervragen.

Logan haalde het papier tevoorschijn waarop ze hadden geprobeerd de familierelaties vast te leggen: haar echtgenoot William, een broer in Canada en een tante in Methyl. Dat schoot niet veel op.

Dus bladerde hij door de overige informatie, in een poging erachter te komen waarom Wiseman nu juist Valerie Leith had uitgekozen om in mootjes te hakken. Tien jaar lang hadden ze Wiseman in de Peterhead-gevangenis kunnen observeren en nog steeds had niemand kunnen achterhalen wat hem ertoe bracht zoiets te doen. Waarom hij bepaalde mensen uitkoos en andere niet.

‘Volgens mij heeft hij trouwens nog steeds een zware shock.’

‘Wie?’ Het duurde een seconde voordat Logan zich realiseerde over wie de maatschappelijk werkster het had. ‘O, de echtgenoot. Ja, dat spreekt.’

‘Arme kerel. Lichamelijk gaat het goed met hem, de artsen zeggen dat het erger lijkt dan het is, maar emotioneel…’ Ze werkte een paar pillen naar binnen. ‘We hebben ons uiterste best moeten doen om de pers op afstand te houden. Ze hebben een verpleegster een paar duizend pond geboden om een videocamera naar binnen te smokkelen en hem te filmen terwijl hij over zijn vrouw praatte. Dat geloof je toch niet!’

‘En de tijdlijn?’

‘Daar zijn we nog mee bezig. Maar tot nu toe hebben we geen voortekenen kunnen vinden. Ze zijn al vijftien jaar gelukkig getrouwd en dan komt plotseling Wiseman op de proppen.’ Ze rekte zich uit, blies haar wangen op en ontspande zich weer. ‘Ik kan maar beter teruggaan. Ik wil Norman niet te lang alleen laten met al die aantrekkelijke verpleegsters. Je weet hoe hij is.’

Dat wist Logan niet, maar desondanks knikte hij, waarna hij het rapport opborg bij de andere rapporten over het gezin uit Fittie. Eén rapport voor elk slachtoffer.

Zoals het er nu naar uitzag zouden er nog veel meer van dergelijke rapporten komen voordat ze Ken Wiseman in de kraag hadden gegrepen.

‘Zeshonderdtwintig, zeshonderddertig, zeshonderdveertig…’ Rennie tel de de briefjes van tien pond die hij in de uitgestrekte hand van Logan legde. ‘Zeshonderdvijftig, en nóg een maakt zeshonderdzestig. En ik vind nog steeds dat je vals hebt gespeeld.’

Logan streek met zijn vingers langs de stapel bankbiljetten. ‘Wat kun jij slecht tegen je verlies!’

‘Je hebt je expres door hem laten slaan op jouw dag van de weddenschap. Je moest je schamen.’ De rechercheur maakte een prop van de envelop waar het geld in had gezeten en gooide die in de richting van de prullenbak. ‘Goal!’ Hij bleef staan en keek veelbetekenend naar het pak bankbiljetten in Logans hand. ‘Dus jij trakteert vanavond?’

‘Vergeet het maar. Mijn hoofd voelt als een baksteen in een cementmolen.’ Hij trok voorzichtig een van de papieren zakdoekjes uit zijn neusgat. In ieder geval bloedde het niet meer. ‘Ik ga naar huis, in bad en naar bed.’

‘Maakt niet uit. Ik heb vanavond een afspraakje. Weer met Laura. Eerst ga ik een pizza met haar eten en dan gaan we naar mijn huis voor een bloedhete nacht!’ Hij vervolgde op fluistertoon: ‘Ik ga na het werk wat van die chocolade bodypaint halen bij Ann Summers. Daarmee ga ik haar…’

‘Je bent pervers, weet je dat?’

‘Je bent alleen maar jaloers, omdat ik wilde seks ga hebben met een hete meid en jij tot aan Kerstmis droogstaat.’ Rennie draaide zich om en bewoog theatraal een hand langs zijn voorhoofd. ‘Wat een treurnis.’ Daarna verdween hij, terwijl Logan hem nariep dat hij een smerige klootzak was.

‘Hé, Laz, waar moet dat heen?’

Logan had zich net afgemeld. Toen hij zich omdraaide zag hij inspecteur Steel in volle verkreukelde glorie bij de achteruitgang staan, met een pakje sigaretten in de ene en een kop koffie in de andere hand. Ze maakte een hoofdbeweging in de richting van het parkeerterrein. ‘Hé, jij kunt de paraplu vasthouden terwijl ik een sigaret rook.’

‘Ik ga liever meteen naar huis. Ik word gek van die neus.’

‘Dat krijg je als je je in je gezicht laat slaan. Kom op, breng nog even vijf minuten door met je nieuwe leidinggevende.’

Logan probeerde niet hardop te kreunen en liep met haar naar buiten de regen in; hij hield gehoorzaam de paraplu vast zodat de inspecteur tegelijkertijd kon roken en koffiedrinken.

‘En,’ zei ze, terwijl ze een slok van haar koffie en een trekje van haar sigaret nam. ‘Heb je gehoord hoe het met Insch is afgelopen? Twee dagen geschorst en een waarschuwing. Niet slecht, moet ik zeggen. Twee dagen voor het meppen van een brigadier… Dat is misschien ook wel iets voor mij; die Beattie begint me behoorlijk de keel uit te hangen.’ Ze grinnikte naar hem door een wolk van sigarettenrook. ‘Kom op, kijk niet zo chagrijnig. Hier, ik heb een cadeautje voor je…’

Ze stak de sigaret weer in haar mond en haalde een verfomfaaide pocket uit haar jaszak. ‘Faulds heeft gevraagd of ik het aan jou wilde geven als ik het uit had.’

Het was een beduimeld exemplaar van het boek van Jamie McLaughlin. Logan draaide het om en las de tekst op de achterkant.

‘Het is best aardig, al is het nogal langdradig, maar wat kun je anders verwachten van een malloot met een baard?’

‘“Lees hoe James McLaughlin het verlies van zijn ouders en de jacht op hun moordenaar verwerkt…” Nou, dat lijkt me geen vrolijke kost.’

‘Nee, en dan heb je de foto's nog niet eens gezien.’ Ze nam een lange haal van haar sigaret en blies de rook de regen in. ‘Eerlijk gezegd is dit een gouden kans voor ons, Laz. Wiseman komt opdagen op dit adres dat we van het Monster van Mastrick hebben gekregen, we pakken hem, worden ondergedompeld in roem en vanaf dat moment is het alleen nog maar feest.’ Ze nam nog een slok koffie. ‘Over ondergedompeld gesproken, waar is dat kleine dikkertje Alec?’

‘Het laatste wat ik heb gehoord is dat hij naar huis is gegaan om een douche te nemen en zijn kleren te wassen. Waarom?’

‘Als wij Wiseman arresteren wil ik dat pismannetje erbij hebben met zijn camera, zodat hij alles kan vastleggen.’

Logan zuchtte. ‘Het was toch de bedoeling dat het een onopvallende actie was? Als de boel daar vol staat met wagens van de recherche en van de BBC dan smeert hij hem zeker.’

Ze keek hem fronsend aan. ‘Aan jou heb ik ook niks.’

‘Ik ben uitgeput, ik heb al in geen weken een dag vrij gehad.’

‘O, nee?’ Steel nam een laatste haal van haar sigaret en gooide de peuk de regen in. ‘Nou, weet je wat? Waarom neem je dan gewoon niet een paar dagen vrij? Ga lekker uitrusten. En maak je verder maar nergens zorgen meer over.’

‘Leuk, zo'n sarcastische reactie. Ik had vandaag ook vrij, en waar was ik vandaag?’

‘Ik weet zeker dat het jongetje in Fittie dat zich doodsbang in zijn kamer heeft opgesloten hartstikke blij is dat je bereid bent even twee minuten afstand te nemen van je sociale leven, zodat we de man kunnen vinden die zijn ouders heeft afgeslacht.’

Logan gaf haar de paraplu. ‘Goedenavond, inspecteur.’ En hij verdween in de avond.

‘Zeven uur precies!’ riep ze hem achterna. ‘En het is jouw beurt om de boterhammen met spek te halen!’

Het boek van Jamie McLaughlin was lang niet zo slecht als Logan had verwacht. Goed, Jamie had de neiging drie woorden te gebruiken waar één al genoeg was geweest, maar afgezien daarvan was het tamelijk goed. Logan las het verhaal over de jacht op Ken Wiseman, alias de Vleesmeester, in de woonkamer, met de radiator en de elektrische kachel op volle kracht, een kop thee op de armleuning van de bank en een pak Jaffa-cakejes op de salontafel.

Af en toe kwam hij een paar pagina's met plaatjes tegen, meestal foto's van het onderzoeksteam. Sommige waren afkomstig uit kranten, maar er waren ook minder officiële foto's bij: een agent in uniform bij het huis van het gezin McLaughlin en een lid van de technische recherche op de achtergrond; de slaapkamer van Jamie; de patholoog die even een sigaretje was gaan roken in de tuin; een magere man met dik, donker haar, druk in gesprek met een statig figuur met rood haar; een ouderwetse patrouillewagen met… Logan sloeg een pagina terug. Het onderschrift luidde: ‘Rechercheur David Insch (Grampian) en brigadier Janis McKay (Strathclyde) bespreken de zaak.’

‘Godallemachtig…’ Logan had de inspecteur nog nooit met haar op zijn hoofd gezien. En hij zag er niet uit als een verontwaardigde paarse zeppelin; hij glimlachte zelfs!

Zoiets zag je niet iedere dag.

Logan bladerde naar de index, op zoek naar verwijzingen naar rechercheur David Insch.

Hij stond in de keuken om nog een kop thee in te schenken toen de deurbel ging. Logan dacht er even over het te negeren; waarschijnlijk waren het kinderen, uitgedost in zwarte vuilniszakken en goedkope plastic maskers. Halloween was al weer vier dagen geleden maar de kleine opdonders riepen nog steeds: ‘Trick or treat?’

Rrrrrrrringggggggggggg

Logan zette de melk terug in de koelkast.

Rrrrrrrringggggggggggg

Hij liep de woonkamer in en keek uit het raam naar beneden. Aan de overkant van de straat stond een donkere Volvo stationwagen illegaal geparkeerd, met knipperende alarmlichten. Op het portier aan de bestuurderskant was het logo van BBC Schotland zichtbaar.

Rrrrrrrringggggggggg

‘Ja, ja, ik kom al.’ Logan haastte zich naar het trappenhuis en deed open.

Het was Alec. Hij stond op de bovenste tree. ‘Sorry dat ik zo laat ben,’ zei hij. Hij stak zijn handen in zijn zakken en voegde eraan toe: ‘Ben je klaar?’

‘Waarvoor?’

Alec keek verbaasd. ‘We zouden toch iets gaan drinken met Brooks, die voormalig commissaris? Weet je nog? Wij samen? Oldmeldrum? Confrontatie van Insch met Brooks? Weet je het nou weer?’

‘Jezus… Wil je dat nog steeds, na alles wat er…’

‘Ik ben een vakman. Het werk gaat voor.’ Hij keek Logan fronsend aan. ‘Ga me nou niet vertellen dat je me in de steek laat!’

‘Nou…’

‘Dat kun je niet maken! Je hebt het beloofd!’

‘Nee, ik heb niets beloofd. En voor het geval het je misschien niet is opgevallen, iemand heeft me vandaag op mijn gezicht geslagen.’

‘En ik ben in de zeik geduwd. Twee keer!’

‘Daar kan ik niets aan doen…’

‘Jij was het de tweede keer!’

‘Dat deed ik alleen maar om erger te voorkomen.’

De cameraman fronste de wenkbrauwen. Kennelijk zon hij op een goede repliek. ‘Dat kan wel zo zijn, maar ik heb voor jou gelogen.’

‘Nee. Je hebt voor Insch gelogen.’

‘Verdomme…’ Hij probeerde het met een ontwapenende glimlach. ‘Ik beloof je dat we je niet zullen afschilderen als een eikel als we de voice-over voor de serie gaan maken.’

Logan zweeg verbaasd. ‘Wat?’

‘Als ze de voice-over doen, willen ze altijd dat één personage een beetje overkomt als een… nou, ja… Je weet wat er kan gebeuren tijdens het monteren. Je staat er verbaasd van hoe ze sommige dingen helemaal uit hun verband kunnen halen.’

‘Is dit chantage?’

Alec grinnikte. ‘Noem het maar overtuigingstactiek. Toe nou…’

Logan sloot zijn ogen, vloekte en liep naar binnen om zijn jas te halen.