Uit huis

Omdat de jongen ongewoon lang was voor zijn zeventien jaar, moest hij op de trap naar de zolderverdieping een paar keer bukken, maar boven, in het gangetje, kon hij weer rechtop lopen. Tegen de eerste deur gaf hij in het voorbijgaan een paar harde schoppen. Toen verdween hij in zijn kamertje en ging bij de leeslamp zitten-'Alles zal volgens de plannen verlopen, ' zei hij met een geaffecteerde stem. Vrijwel op datzelfde ogenblik ging zijn deur open en kwam het kind binnen. Ze was niet ouder dan een jaar of vijf en droeg een lange, lichtblauwe nachtjapon.
'Henk... ' zei ze, de slaap uit haar ogen wrijvend.
'Ja, kind?'
'Ik ben wakker gebonsd. '
'Zo, kind. '
Zij keek hem onzeker aan. Toen vroeg ze: 'Waar zijn mijn pappie en mijn mammie?'
'Die zijn weg, ' sprak de jongen.
'En wanneer komen ze terug?'
'Ze komen nóóit meer terug, 'zei hij, met 'n grafstem.
'Ooooh!' riep het kind.
Huilend rende zij op haar blote voetjes de kamer uit.
'Alles zal volgens de plannen verlopen, ' zei de jongen weer. Hij zat bewegingloos en wachtte af. Even later klonken zware voetstappen op de trap en kwam een dikke, wat verslonsde vrouw opgewonden de kamer binnen.
Vuile doerak!' schreeuwde ze. 'Heb je dat kind weer gepest? O, wacht maar tot meneer Peters straks thuis komt. Ik hoop dat hij je eens flink op je donder slaat. '
'Zwijg, slavin, ' sprak de jongen. 'Je hebt het verstand van een garnaal en de woordenschat van een vuilnisbak. De heer Peters bevindt zich op dit ogenblik met zijn vale bedgenote in een van de drie bioscopen die dit stinkende gat arm is en tracht daar zijn gefrustreerd gevoelsleven te voeden met zijn wekelijkse dosis cultuur. '
'Die mooie praatjes kun je wel hou'en, ' riep de vrouw, 'ik heb 't over dat arme wurm, dat jij altijd pest... '
'Als de heer Peters niet wil dat zijn arme wurm wordt gepest, moet hij geen onopvoedbare jongelui zoals ik in huis nemen, ' zei de jongen docerend. 'Hij doet dit uit geldzucht. Welaan — Crescentem sequitur cura pecuniam, een aardige uitspraak van Horatius, die ik voor jou, als een eenvoudige gedienstige, wel even wil vertalen: de zorg neemt met het geld toe. '
'Ach, stik, ' snauwde de vrouw. 'In een verbeteringsgesticht, daar hoor je. Niet in een fatsoenlijk huis. '
Ze smeet de deur van de kamer hard achter zich dicht. Henk geeuwde gemaakt. Nog even bleef hij roerloos zitten. Toen pakte hij zijn jas van de kapstok, liep naar het einde van de gang en deed een deur open. Aan een bureautje zat een blonde jongen, die wat kleiner van stuk was, landerig in een studieboek te kijken.
'Heeft uw heer vader u geld gezonden?' vroeg Henk.
De jongen knikte.
'Genoeg om ons wat te gaan amuseren, als twee gentlemen?'
'Ja, maar ouwe Peters... ' begon de jongen.
'Deze opvoedkundige kwakzalver, ' zei Henk, 'aan wie onze vorming door onze lieve, doch onmachtige ouders is toevertrouwd, schurkt op dit ogenblik zijn deerlijk verkommerd libido tegen een drama uit Hollywood, waarvan wij ons de erbarmelijke inhoud beter niet kunnen voorstellen, als wij braken willen voorkomen. Gaat u mee?'
Even later liepen zij de hal door, terwijl de vrouw halverwege de trap schreeuwde: 'Jullie mógen niet weg! Doerakken! Meneer Peters heeft gezegd... '
Maar ze waren al buiten.
'Wat doen we?' vroeg Henk. 'De gebruikelijke ruit ingooien bij het enige gymnasium ter wereld, waar men het Grieks leert uitspreken met de plaatselijke boerentongval?'
'Nee, niet wéér, ' antwoordde de jongen. 'Laten we bier gaan drinken, bij Kitty. '
'Goed, ' zei Henk en hij geeuwde opnieuw. 'Op dan, naar de plaatselijke courtisane, die het uiterlijk van een verstelnaaister paart aan de manieren van een beschonken loodgieter. Het pleit voor de onbedorvenheid van de heer Peters, dat hij het bestaan van haar etablissement niet eens vermoedt. '
Door de slecht verlichte straten van de provinciestad liepen zij zwijgend verder met stijve benen, zo dreigend mogelijk.
We zijn beklagenswaardige pubers, ' sprak Henk. 'Wij zijn rijp voor een televisie-uitzending over de jeugd van nu. Wij hebben liefde nodig en warm begrip. Maar ik vraag u, meneer, wie zal ons deze weelde verschaffen?'
De andere jongen antwoordde niet. Hij had 't allemaal al zo vaak gehoord.